Provinciaal blad van Gelderland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gelderland | Provinciaal blad 2023, 15199 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gelderland | Provinciaal blad 2023, 15199 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Legesverordening Gelderland 2024
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie een aanvraag is gedaan of ten behoeve van wie een dienst wordt verstrekt.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden leges betaald binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving, bedoeld in artikel 4.
Bijlage 1 TARIEVENTABEL LEGESVERORDENING GELDERLAND 2024
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.3 Advies met instemming Gedeputeerde Staten omgevingsvergunning
Artikel 1.4 Gelijkwaardige maatregel
Hoofdstuk 2 Omgevingsvergunningen
Paragraaf 2.1 Tariefverhogende en tariefverlagende maatstaven
Artikel 2.1 Enkel- en meervoudige aanvragen om een omgevingsvergunning
Artikel 2.2 Reguliere of uitgebreide voorbereidingsprocedure
Artikel 2.3 Milieueffectbeoordeling en milieueffectrapportage
Artikel 2.4 Coördinatieregeling
Paragraaf 2.2 Tarief aanvraag omg evingsvergunningen Omgevingswet
Artikel 2.5 Wateronttrekkingsactiviteit
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit van provinciaal belang
Artikel 2.7 Ontgrondingsactiviteit
Artikel 2.8 Milieubelastende activiteit
Artikel 2.9 Beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een burgerluchthaven
Artikel 2.10 Natura 2000-activiteit
Artikel 2.11 Flora- en fauna-activiteit
Artikel 2.12 Bouwactiviteiten waarvoor Gedeputeerde Staten bevoegd gezag zijn
Artikel 2.13 Overige activiteiten waarvoor Gedeputeerde Staten bevoegd gezag zijn
Paragraaf 2.3 Omgevingsvergunningen Omgevingsverordening Gelderland
Artikel 2.14 Grondwaterbedreigende activiteit
Artikel 2.15 Activiteit op een gesloten stortplaats
Artikel 2.16 Ontgrondingsactiviteit
Artikel 2.17 Beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een provinciale weg
Hoofdstuk 3 Overige besluiten bij of krachtens de Omgevingswet en de Omgevingsverordening Gelderland
Paragraaf 3.1 Maatwerkvoorschriften
Artikel 3.1 Tariefverhogende en tariefverlagende maatstaven
Artikel 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving en Besluit bouwwerken leefomgeving
Artikel 3.3 Omgevingsverordening Gelderland
Paragraaf 3.2 Overige besluiten
Artikel 3.5 Tegemoetkoming schade door in het wild levende dieren
Artikel 5.1 Informatie Wet open overheid
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Op de hoofdstukken 2 en 3 van deze tarieventabel zijn van toepassing de begripsbepalingen:
Artikel 1.3 Advies met instemming Gedeputeerde Staten omgevingsvergunning
Als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag door een ander bestuursorgaan advies met instemming behoeft van Gedeputeerde Staten, brengen Gedeputeerde Staten hiervoor kosten in rekening.
Artikel 1.4 Gelijkwaardige maatregel
HOOFDSTUK 2 OMGEVINGSVERGUNNINGEN
Paragraaf 2.1 Tariefverhogende en tariefverlagende maatstaven
Artikel 2.1 Enkel- en meervoudige aanvragen om een omgevingsvergunning
Artikel 2.2 Reguliere of uitgebreide voorbereidingsprocedure
Artikel 2.3 Milieueffectbeoordeling en milieueffectrapportage
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een plan, programma of project wordt verhoogd met de kosten voor een milieueffectbeoordeling, een milieueffectrapportage of een advies reikwijdte en detailniveau als bedoeld in afdeling 16.4 van de Omgevingswet:
Artikel 2.4 Coördinatieregeling
Paragraaf 2.2 Tarief aanvraag omgevingsvergunningen Omgevingswet
Artikel 2.5 Wateronttrekkingsactiviteit
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een wateronttrekkingsactiviteit bedraagt het bedrag zoals opgenomen in onderstaande tabel:
Tabel behorende bij artikel 2.5
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit van provinciaal belang
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit van provinciaal belang wordt vastgesteld in een door of namens Gedeputeerde Staten opgestelde begroting van de kosten.
Artikel 2.7 Ontgrondingsactiviteit
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een ontgrondingsactiviteit bedraagt het bedrag zoals opgenomen in onderstaande tabel:
Tabel behorende bij artikel 2.7
Artikel 2.8 Milieubelastende activiteit
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit bedraagt het bedrag zoals opgenomen in de bijlage Legestarieven omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit behorende bij dit artikel.
Artikel 2.9 Beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een burgerluchthaven
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een burgerluchthaven van regionale betekenis bedraagt € 2.358.
Artikel 2.10 Natura 2000-activiteit
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit bedraagt het bedrag zoals opgenomen in onderstaande tabel:
Tabel behorende bij artikel 2.10
Artikel 2.11 Flora- en fauna-activiteit
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit bedraagt het bedrag zoals opgenomen in onderstaande tabel:
Artikel 2.12 Bouwactiviteiten waarvoor Gedeputeerde Staten bevoegd gezag zijn
Artikel 2.13 Overige activiteiten waarvoor Gedeputeerde Staten bevoegd gezag zijn
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 van de Omgevingswet voor een andere activiteit dan bedoeld in de artikelen 2.5 tot en met 2.12 van deze tarieventabel geldt het tarief dat is bepaald in de legesverordening van de gemeente of het waterschap, waar die activiteit zal worden verricht.
Paragraaf 2.3 Omgevingsvergunningen Omgevingsverordening Gelderland
Artikel 2.14 Grondwaterbedreigende activiteit
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een grondwaterbedreigende activiteit als bedoeld in de artikelen 4.18 of 4.34b van de Omgevingsverordening Gelderland bedraagt € 1.822.
Artikel 2.15 Activiteit op een gesloten stortplaats
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit op een gesloten stortplaats als bedoeld in artikel 4.36 van de Omgevingsverordening Gelderland wordt vastgesteld in een door of namens Gedeputeerde Staten opgestelde begroting van de kosten van het behandelen van de aanvraag.
Artikel 2.16 Ontgrondingsactiviteit
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een ontgrondingsactiviteit krachtens de Omgevingsverordening Gelderland bedraagt het bedrag zoals opgenomen in de tabel behorende bij artikel 2.7 van deze tarieventabel.
Artikel 2.17 Beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een provinciale weg
Hoofdstuk 3 Overige besluiten bij of krachtens de Omgevingswet en de Omgevingsverordening Gelderland
Paragraaf 3.1 Maatwerkvoorschriften
Artikel 3.1 Tariefverhogende en tariefverlagende maatstaven
Artikel 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving en Besluit bouwwerken leefomgeving
De in deze tabel aangegeven tarieven zijn van overeenkomstige toepassing als ingevolge artikel 4.5, derde lid, van de Omgevingswet in verbinding met het Besluit activiteiten leefomgeving op grondslag van de aanvraag geen maatwerkvoorschrift wordt gesteld, maar een voorschrift aan een omgevingsvergunning wordt verbonden.
Tabel behorende bij artikel 3.2
Artikel 3.3 Omgevingsverordening Gelderland
Paragraaf 3.2 Overige besluiten
Als volgend op het vooroverleg binnen een jaar de aanvraag voor hetzelfde project geheel of gedeeltelijk wordt gewijzigd, kan op verzoek van de aanvrager of ambtshalve de begroting worden aangepast. Artikel 3, tweede lid, van de legesverordening is van overeenkomstige toepassing. Het op basis van de eerdere begroting betaalde bedrag wordt verrekend met de conform de gewijzigde begroting verschuldigde leges.
Artikel 3.5 Tegemoetkoming schade door in het wild levende dieren
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing van het verbod om met een luchtvaartuig op te stijgen of te landen, anders dan van of op een luchthaven, bedraagt het bedrag zoals opgenomen in onderstaande tabel:
Artikel 5.1 Informatie Wet open overheid
Legestarieven omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit
(b ijlage behorende bij artikel 2.8 van de tarieventabel)
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING LEGESVERORDENING
Leges (of rechten) kunnen worden geheven wanneer door of namens de provincie op verzoek een dienst wordt verleend. Voor het heffen van leges biedt zowel de Omgevingswet als de Provinciewet expliciet een wettelijke grondslag:
Artikel 13.1a van Omgevingswet bepaalt dat de provincie van de aanvrager of van degene ten behoeve van wie die aanvraag wordt gedaan voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning, een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning of intrekking van een omgevingsvergunning rechten kan heffen.
De term ‘dienst’ omvat ook het nemen van een besluit op verzoek. In artikel 1 is in onderdeel a gekozen voor de term ‘besluit’, omdat de legesverordening ook van toepassing is op andere besluiten dan de beslissing op een aanvraag om een omgevingsvergunning (zie daarvoor de hoofdstukken 3 en 4 van de tarieventabel).
Leges worden geheven van degene in wiens individuele belang de gevraagde dienst wordt verleend. Dat kan de aanvrager zelf zijn, maar ook degene ten behoeve van wie de aanvraag wordt gedaan en het besluit wordt genomen of de dienst wordt verstrekt. Deze aanduidingen zijn ontleend aan de beide wettelijke grondslagen (artikel 13.1a van Omgevingswet en artikel 223, eerste lid, onder b, van de Provinciewet).
Artikel 3 Heffingsmaatstaf en tarief
De heffingsmaatstaven en de tarieven zijn opgenomen in een tarieventabel. De tarieventabel is als volgt opgebouwd:
Hoofdstuk 2 bevat de tarieven voor de aanvragen om een omgevingsvergunning, onderverdeeld in drie paragrafen:
paragraaf 2.1 (Tariefverhogende en tariefverlagende maatstaven),
paragraaf 2.2 (Tarief aanvraag omgevingsvergunningen Omgevingswet) en
paragraaf 2.3 (Omgevingsvergunningen Omgevingsverordening Gelderland).
Bij paragraaf 2.2 is specifiek voor de milieubelastende activiteit een gedetailleerde tarieventabel opgenomen in de bijlage Legestarieven omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit.
De tarieventabel voorziet niet voor alle aangevraagde besluiten in een concreet tarief of te heffen bedrag. Voor de meer complexe aanvragen worden de kosten voor het in behandeling nemen van een aanvraag vooraf begroot. Dit betreft een aanvraag:
Aangezien een legestarief of verschuldigd bedrag vóór het indienen van een aanvraag voldoende kenbaar moet zijn, wordt de aanvrager tijdig geïnformeerd over de begrote kosten. De aanvrager krijgt gedurende een termijn van vijf dagen gelegenheid om de aanvraag schriftelijk in te trekken als hij deze kosten te hoog vindt en om die reden van zijn (al ingediende, maar nog niet in behandeling genomen) aanvraag afziet.
Artikel 6 Vermindering van leges en lager tarief
Als de aanvraag niet resulteert in het verlenen van de gevraagde omgevingsvergunning, wordt het tarief van de leges verminderd, hetzij op verzoek, hetzij ambtshalve. Onderscheiden worden de volgende drie situaties: de aanvraag wordt tijdig ingetrokken (lid 1, onder a), geweigerd (lid 1, onder b) of buiten behandeling gelaten (lid 1, onder c).
Omdat het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een verleende omgevingsvergunning of een aanvraag om wijziging van een verleend maatwerkvoorschrift of een wijziging van een verleende ontheffing (meestal) minder werk vraagt dan het verlenen van een omgevingsvergunning, maatwerkvoorschrift, ontheffing voor een nieuwe activiteit (op een nieuwe locatie), geldt voor zo’n aanvraag een lager tarief (lid 2).
Geen leges worden geheven voor een aanvraag om intrekking (nultarief). In de tarieventabel is aanvullend in nog een ambtshalve vermindering voorzien, namelijk bij een tegemoetkoming van schade door in het wild levende dieren (artikel 3.5). In de daarin aangegeven gevallen geldt eveneens een nultarief.
Artikel 7 Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel
De Legesverordening Gelderland 2024 treedt in werking op 1 januari 2024 met de inwerkingtreding van de Omgevingswet, zoals ook in de aanhef van de verordening staat. Voor aanvragen die op of na die datum worden ingediend, geldt de nieuwe tarieventabel. Voor aanvragen die vóór die datum zijn ingediend, geldt de tarieventabel behorende bij de Legesverordening Gelderland 2022. Het besluit over de (nog niet in werking getreden) Legesverordening Gelderland 2023 wordt ingetrokken.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING TARIEVENTABEL
Deze tarieventabel maakt gebruikt van een aantal begrippen uit het stelsel van de Omgevingswet, zoals de termen ‘omgevingsvergunning’, ‘enkel- en meervoudige aanvraag’, ‘magneetactiviteit’ en allerlei andere ‘activiteiten’ (‘wateronttrekkingsactiviteit’, ‘omgevingsplanactiviteit’, etc.), ‘advies met instemming’, ‘maatwerkvoorschriften’, enzovoorts. Deze ‘geleende’ terminologie heeft dezelfde betekenis als binnen dat stelsel aan wet- en regelgeving. De doorwerking van die betekenissen is geregeld in artikel 1.1 juncto 13.1a van de Omgevingswet, voor zover de artikelen uit deze legesverordening en bijbehorende tarieventabel als ‘daarop berustende bepalingen’ kunnen gelden. De legesverordening en tarieventabel zien evenwel ook op andere besluiten binnen het stelsel van de Omgevingswet dan ‘een aanvraag om een omgevingsververgunning, een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning of intrekking van een omgevingsvergunning’. Om die reden wordt expliciet bepaald dat alle aan dat stelsel ontleende begrippen hun betekenis ontlenen aan de context van dat stelsel. Tot die context behoort ook de provinciale omgevingsverordening. Met deze (doorverwijzende) begripsbepaling wordt voorkomen dat elke specifieke omgevingsrechtelijke term steeds moet worden toegelicht of verduidelijkt. Alleen bij de term ‘bouwkosten’ is in aansluiting bij de model-legesverordening van de VNG een aanvullende omschrijving opgenomen (artikel 2.12).
Het eerste lid van dit artikel maakt expliciet duidelijk dat per activiteit of (andere) grondslag een aparte kennisgeving of factuur (aanslag) kan worden verzonden.
Het tweede lid van dit artikel stelt buiten twijfel dat bij samenloop van bepalingen en de daarin opgenomen tarieven, elk van die bepalingen of tarieven tot een bedrag aan verschuldigde belasting leidt. Dit voor zover dat niet reeds uit andere bepalingen of uit hun formuleringen volgt, zoals onder meer artikel 2.1 en 3.1. De bepalingen met tarieven gelden dus telkens naast elkaar, en onverminderd van elkaar, en sluiten elkaar niet uit.
Artikel 1.3 Advies met instemming Gedeputeerde Staten omgevingsvergunning
Leges worden ook in rekening gebracht, wanneer Gedeputeerde Staten niet zelf bevoegd gezag zijn om op een meervoudige aanvraag om een omgevingsvergunning te beslissen, maar wel in de gelegenheid (moeten) worden gesteld door het bevoegd gezag om over die aanvraag te adviseren en met het verlenen van de gevraagde omgevingsvergunning en de daaraan verbonden voorschriften in te stemmen.
Die leges worden geïnd door het bevoegd gezag en vervolgens verrekend met Gedeputeerde Staten. Voor deze verrekening zijn bestuurlijke afspraken gemaakt in Handreiking bij kostenvergoeding voor besluit over instemming bij een meervoudige aanvraag om een omgevingsvergunning. 1
Artikel 1.4 Gelijkwaardige maatregel
De gelijkwaardige maatregel (artikel 4.7 van de Omgevingswet) heeft te maken met in de omgevingsvergunning of in het Besluit activiteiten leefomgeving voorgeschreven maatregelen (middelvoorschriften). Bij een middelvoorschrift wordt een bedrijf voorgeschreven met welke maatregel of welk middel een bepaalde uitstoot of emissie moet worden voorkomen of beperkt, bijvoorbeeld een bepaald type filter. De ‘gelijkwaardige maatregel’ biedt een bedrijf de mogelijkheid om zelf een alternatieve maatregel of een ander middel voor te stellen om datzelfde doel te bereiken. Gedeputeerde Staten moeten op zo’n verzoek beslissen. Dat vergt een toetsing van het door het bedrijf voorgestelde middel en een gemotiveerd besluit op zo’n verzoek.
Hoofdstuk 2 bevat de tariefstelling voor het in behandeling nemen van aanvragen om een omgevingsvergunning, waarvoor Gedeputeerde Staten ingevolge de Omgevingswet, het Omgevingsbesluit en de Omgevingsverordening Gelderland het bevoegde gezag zijn. Deze bevoegdheidstoedeling is geregeld in paragraaf 5.1.2 van de Omgevingswet en afdeling 4.1 van het Omgevingsbesluit.
Paragraaf 2.1 Tariefverhogende en tariefverlagende procedures
De in de bijlage bij dit hoofdstuk opgenomen tarieven gelden voor het in behandeling nemen van een aanvraag om één (enkelvoud) omgevingsvergunning, waarvoor de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing is (artikelen 2.1, eerste lid, en 2.2, eerste lid). Dat is een basistarief.
Bij het in behandeling nemen van een aanvraag kunnen factoren als de inhoud van de aanvraag en de daaruit volgende procedure-eisen tot een tariefwijziging leiden. Daarbij gaat het om het onderscheid tussen:
Bij aanvullende procedure-eisen gaat het onder meer om het inwinnen door Gedeputeerde Staten van advies of advies met instemming van een ander bestuursorgaan, bijvoorbeeld bij een aanvraag om een magneetactiviteit of bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een complex bedrijf (zie artikel 2.1, tweede lid). Andere aanvullende procedure-eisen kunnen zijn de milieueffectrapportage of milieueffectbeoordeling (artikel 2.3) en de coördinatie met andere besluiten (artikel 2.4).
In de tarieventabel zijn aanvullend nog voorzien in enkele specifieke tarief-verlagende procedures of omstandigheden. Zie hiervoor artikel 1.4, tweede lid, 2.17, tweede lid, artikel 4.1, tweede lid, en artikel 5.1, tweede lid.
Artikel 2.1 Enkel- en meervoudige aanvragen om een omgevingsvergunning
De in de bijlage bij dit hoofdstuk opgenomen tarieven gelden voor het in behandeling nemen van een aanvraag om één (enkelvoud) omgevingsvergunning. Omvat de aanvraag meer dan één vergunningplichtige activiteit, dan worden de in de bijlage per afzonderlijke activiteit aangegeven tarieven bij elkaar opgeteld (lid 2).
De aanvraag, waarvoor Gedeputeerde Staten bevoegd gezag zijn, kan ook typen activiteiten omvatten, waarvoor normaliter het college van burgemeester en wethouders bevoegd zijn, zoals de omgevingsplanactiviteit. Deze anders dan normale bevoegdheidsverdeling doet zich voor bij complexe bedrijven (voorheen brzo-bedrijf of Seveso-inrichting) en bij magneetactiviteiten.
Bij complexe bedrijven worden de legestarieven verhoogd met het tarief dat in de legesverordening van de gemeente of het waterschap voor de betrokken activiteit staat voorgeschreven. Met deze doorverwijzing geldt voor die activiteit dus hetzelfde tarief, ongeacht welk bestuursorgaan bevoegd gezag is: Gedeputeerde Staten of college van burgemeester en wethouders of het dagelijks bestuur van het waterschap (lid 2).
Bij magneetactiviteiten geeft het college van burgemeester en wethouders op verzoek van Gedeputeerde Staten een advies met instemming. De daarmee gepaard gaande kosten worden door de gemeente in rekening gebracht. Die kosten worden doorberekend in de legesheffing door Gedeputeerde Staten (lid 3). Een wettelijke grondslag hiervoor zal worden geboden in artikel 13.2a van de Omgevingswet. Voor het verrekenen van deze advieskosten worden afspraken vastgesteld in de samenwerking tussen het rijk, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Unie van Waterschappen en het Interprovinciaal Overleg opgesteld ‘Handreiking bij kostenvergoeding voor besluit over instemming bij een meervoudige aanvraag om een omgevingsvergunning’.
Artikel 2.2 Reguliere of uitgebreide voorbereidingsprocedure
De in de bijlage bij dit hoofdstuk opgenomen tarieven gelden voor het in behandeling nemen van een aanvraag om één (enkelvoud) omgevingsvergunning. Is op het in behandeling nemen van de aanvraag afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, dan wordt het tarief verhoogd met een toeslag. Die toeslag dekt de kosten voor de met deze afdeling gepaard gaande extra procedurestappen, zoals publicatie-eisen, terinzagelegging, verslaglegging van mondeling ingebrachte zienswijzen, het opstellen van een reactienota op ingebrachte zienswijzen (zie afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en paragraaf 16.5.3 van de Omgevingswet).
Artikel 2.3 Milieueffectbeoordeling en -rapport
Meer informatie over onder meer de tarieven die de Commissie voor de milieueffectrapportage in rekening brengt zijn te vinden op https://www.commissiemer.nl.
Paragraaf 2.2 Omgevingsvergunningen Omgevingswet
Deze paragraaf bevat de legestarieven voor het in behandeling nemen en beslissen op aanvragen om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 van de Omgevingswet, waarvoor Gedeputeerde Staten bevoegd gezag zijn. Voor het beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de in de artikelen 2.5 tot en met 2.12 genoemde activiteiten zijn Gedeputeerde Staten bevoegd gezag krachtens de artikelen 5.9 en 5.10 van de Omgevingswet in verbinding met hoofdstuk 4 van het Omgevingsbesluit. Dit betreft achtereenvolgens de wateronttrekkingsactiviteit, de omgevingsplanactiviteit van provinciaal belang, ontgrondingsactiviteit, milieubelastende activiteit, de beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een burgerluchthaven, de Natura 2000-activiteit, de flora- en fauna-activiteit.
Aanvullend hierop kunnen Gedeputeerde Staten bevoegd gezag zijn voor zogenaamde magneetactiviteiten krachtens artikel 5.12 van de Omgevingswet in verbinding met artikel 4.3 van het Omgevingsbesluit (zie hiervoor artikel 2.1, derde lid, van deze tarieventabel).
Tenslotte kunnen Gedeputeerde Staten bevoegd gezag zijn krachtens het in artikel 5.13 van de Omgevingswet aangegeven principe ‘eens bevoegd gezag altijd bevoegd gezag’. Via dit principe continueert de Omgevingswet het bevoegd gezag van Gedeputeerde Staten met betrekking tot de zogenaamde brzo-bedrijven, Seveso-inrichtingen e/o ippc-installaties. Dit betreft activiteiten, waarvoor bij alle overige bedrijven het bevoegd gezag voor het beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning ligt bij gemeenten, zoals bijvoorbeeld bij bouwwerken (bouw-, aanleg- en sloopactiviteiten). Voor al deze activiteiten wordt (net als bij de meervoudige aanvraag in artikel 2.1) het tarief gehanteerd dat voor die activiteit is aangegeven in de legesverordening van de gemeente of het waterschap waar die activiteit wordt verricht (artikel 2.13), met uitzondering van de bouwactiviteit (artikel 2.12). Met deze doorverwijzing geldt voor die activiteiten dus hetzelfde tarief, ongeacht welk bestuursorgaan bevoegd gezag is: hetzij Gedeputeerde Staten, hetzij het college van burgemeester en wethouders of het dagelijks bestuur van het waterschap. Die activiteiten worden dus niet afzonderlijk in deze tarieventabel genoemd. De bouwactiviteit wordt wel afzonderlijk in de tarieventabel opgenomen, omdat dergelijke omgevingsvergunningen frequent door Gedeputeerde Staten worden verleend. In aansluiting bij de modelverordening van de VNG is verduidelijkt wat onder bouwkosten wordt verstaan (artikel 2.12 tweede lid).
Paragraaf 2.3 Omgevingsvergunningen Omgevingsverordening Gelderland
Deze paragraaf bevat de legestarieven voor het in behandeling nemen en beslissen op aanvragen om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.4 van de Omgevingswet. Dit betreft aanvragen voor activiteiten, waarvoor het verbod en de vergunningplicht zijn geregeld in de Omgevingsverordening Gelderland. Dit betreft achtereenvolgens (artikelen 2.14 t.e.m. 2.17) een (aanvullende) grondwaterbedreigende activiteit, een activiteit op een gesloten stortplaats, een ontgrondingsactiviteit en een beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een provinciale weg.
Een ontgrondingsactiviteit kan dus zowel vergunningplichtig zijn op grond van de Omgevingswet als op grond van de Omgevingsverordening Gelderland. Ongeacht de grondslag voor die vergunningplicht geldt voor deze activiteit hetzelfde tarief (zie artikel 2.15 in verbinding met artikel 2.7). Bij samenloop van twee vergunningplichtige ontgrondingsactiviteiten worden de hoeveelheden te ontgraven kubieke meters grond bij elkaar opgeteld en wordt vervolgens op basis van het totaal het bijbehorende legestarief bepaald.
Voor de beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een provinciale weg geldt een aantal bijzondere vrijstellingen van de legesplicht, aanvullend op artikel 6 van deze verordening (zie hiervoor artikel 2.17, tweede lid). In plaats van subsidie te verlenen aan vergunningplichtige activiteiten door non-profitorganisaties of vrijwilligers of onderdelen van de provinciale organisatie, is voorzien in een vrijstelling.
Artikel 3.1 Tariefverhogende en -verlagende maatstaven
In artikel 3.1 is een aantal tariefverhogende en tariefverlagende maatstaven opgenomen. Dit betreft vergelijkbare maatstaven als in paragraaf 2.1 van de tarieventabel.
Artikel 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving en Besluit bouwwerken leefomgeving
Gedeputeerde Staten zijn bevoegd gezag voor het stellen van maatwerkvoorschriften over een aantal in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) aangegeven activiteiten. Voor een aantal activiteiten volgt deze bevoegdheid uit de toepassing van het principe ‘eens bevoegd gezag, altijd bevoegd gezag’. Via dit principe continueert de Omgevingswet het bevoegd gezag van Gedeputeerde Staten met betrekking tot de zogenaamde brzo-bedrijven, Seveso-inrichtingen e/o ippc-installaties.
Het Besluit activiteiten leefomgeving bepaalt (krachtens artikel 4.5, derde lid, van de Omgevingswet) in een aantal gevallen dat een voorschrift in een omgevingsvergunning de voorkeur krijgt boven een (aanvullend op en los van een omgevingsvergunning gesteld) maatwerkvoorschrift (“een maatwerkvoorschrift niet kan worden gesteld als over dat onderwerp een voorschrift aan een omgevingsvergunning kan worden verbonden”). Zie de artikelen 2.13, 6.7, 7.7, 8.7, 9.10, 11.9, 11.31 en 17.8 van het Besluit activiteiten leefomgeving. Op een aanvraag om een maatwerkvoorschrift kan in die gevallen alleen positief besloten worden door het verbinden van een voorschrift aan de voor dat bedrijf vigerende omgevingsvergunning. Het tarief voor zo’n besluit – een nieuw vergunningvoorschrift – is identiek als voor een maatwerkvoorschrift.
Artikel 3.3 Maatwerkvoorschriften Omgevingsverordening Gelderland
Gedeputeerde Staten zijn bevoegd gezag voor het stellen van maatwerkvoorschriften over een aantal in de Omgevingsverordening Gelderland aangegeven activiteiten. In de provinciale omgevingsverordening is geen vergelijkbare voorrangsregel opgenomen als bedoeld in artikel 3.2, tweede lid, van deze tarieventabel. Dit laat onverlet dat Gedeputeerde Staten ervoor kunnen kiezen de omgevingsvergunning te wijzigen in plaats van een (losstaand) maatwerkvoorschrift te stellen. In het tweede lid is daarom een vergelijkbare bepaling opgenomen als in artikel 3.3, tweede lid.
Provinciale besluiten op aanvraag worden niet alleen gegeven bij of krachtens de Omgevingswet en de Omgevingsverordening. Dit hoofdstuk bevat twee artikelen, die betrekking hebben op andere wet- en regelgeving, waarvoor Gedeputeerde Staten bevoegd gezag zijn en waarvoor leges worden geheven: de Wegenverkeerswet (artikel 4.1) en de Wet luchtvaart (artikel 4.2).
Ook andere wet- en regelgeving voorziet in de mogelijkheid van provinciale besluiten op aanvraag. Voor het afgeven van die besluiten worden geen leges in rekening gebracht, omdat deze besluiten zelden worden aangevraagd.
Tenslotte worden geen leges geheven bij besluiten op aanvraag op basis van de Algemene subsidieverordening Gelderland om geen drempel op te werpen voor in het indienen van een aanvraag.
De Wet open overheid voorziet in de mogelijkheid om een redelijke vergoeding te vragen voor de vervaardiging van kopieën van documenten (artikel 8.6, tweede lid). De hoogte van die ‘redelijke vergoeding’ is vastgesteld in de bijlage bij artikel 2, eerste lid, van het Besluit tarieven open overheid. Die tarieven zijn overgenomen in de bij artikel 5.1 behorende tabel en gelden voor kopieën op papier. Aanvullend is voorzien in een legesvrijstelling als het tarief voor de vervaardiging van het aantal gevraagde kopieën beneden een bedrag van € 25,00 blijft. Dit betekent dat (maximaal) 500 A4 zwart-wit kopieën gratis ter beschikking komen. Daarnaast zijn alle digitale verstrekkingen gratis.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2023-15199.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.