Verordening van Provinciale Staten van de provincie Noord-Brabant van 3 februari 2023, houdende regels omtrent het bevorderen van de integriteit van Provinciale Staten (Gedragscode integriteit leden van Provinciale Staten Noord-Brabant 2023)

Provinciale Staten van Noord-Brabant;

 

Gelezen het voorstel van het presidium van 10 oktober 2022, nr. 84/22 A;

 

Gelet op artikel 15, derde lid, van de Provinciewet;

 

Overwegende dat het wenselijk is de Gedragscode integriteit leden van Provinciale Staten Noord-Brabant 2017 op enkele punten te actualiseren en daartoe, gelet op het aantal wijzigingen, genoemde gedragscode in te trekken en een nieuwe gedragscode vast te stellen;

 

Besluiten vast te stellen de volgende verordening:

 

Hoofdstuk 1. Kader en uitgangspunten integriteit Provinciale Staten

Paragraaf 1. Wat is integriteit?

Leden van Provinciale Staten zijn democratisch gekozen door de Brabantse burgers om hen en hun belangen te vertegenwoordigen in het provinciebestuur. Dat is een groot voorrecht, geeft Statenleden politieke macht en schept dus grote verplichtingen om die macht eerlijk en betrouwbaar in te zetten. Brabanders mogen ervan uitgaan dat Statenleden handelen in het algemeen belang van Brabant en de Brabanders. Statenleden zijn verplicht met een hoge mate van integriteit te handelen en besluiten te nemen. Integriteit heeft alles te maken met de kwaliteit van het openbaar bestuur. De term is veelomvattend. Een integer persoon houdt zich aan de regels, de geschreven en de ongeschreven, de letters van de regels én de geest ervan. Iets doen of juist laten, dient te gebeuren op basis van ethische argumenten. De mate van integer handelen kan het vertrouwen van de Brabantse burger in de provincie maken of breken. Wij, de leden van Provinciale Staten, geven dan ook prioriteit aan integriteit.

 

In al ons handelen zijn wij ons ervan bewust dat wij de verantwoordelijkheid, die met het lidmaatschap van Provinciale Staten samenhangt, aanvaarden en bereid zijn daarover verantwoording af te leggen. Dat doen wij extern aan alle Brabanders. Uiteraard ook intern, aan elkaar.

 

Paragraaf 2. Status en doel gedragscode

Als Statenleden zijn wij medeverantwoordelijk integriteit in het Brabants bestuur te bevorderen. Bovendien zijn wij zijn ons ervan bewust dat integer handelen - van individuele Statenleden en van Provinciale Staten als geheel - van belang is, mede vanwege de voorbeeldfunctie die wij vervullen in het zijn van een betrouwbare overheid. Deze gedragscode is daarbij ons gereedschap om een open, transparante en integere cultuur binnen Provinciale Staten te realiseren.

De gedragscode vult wettelijke regels aan waar we dat nodig vinden. Ieder van ons heeft bij zijn of haar toelating als Statenlid de eed of belofte uitgesproken en wij doen met deze gedragscode een aanvullende belofte aan Brabant, de Brabanders en aan elkaar. Het naleven van de gedragscode is niet vrijblijvend: wij kunnen op ons gedrag worden aangesproken, spreken elkaar erop aan en dienen ons over de naleving te verantwoorden.

 

Paragraaf 3. Uitgangspunten

Wij, de leden van Provinciale Staten, stellen het belang van een betrouwbare overheid centraal door integer op te treden in ons doen en laten, op grond van de volgende uitgangspunten:

  • a.

    wij handelen dienstbaar aan het algemeen belang van de Brabanders en trachten daarbij zoveel mogelijk (de schijn van) belangenverstrengeling te voorkomen;

  • b.

    wij handelen zorgvuldig, besluiten op basis van relevante feiten, behandelen alle Brabanders gelijkwaardig en wegen belangen op correcte wijze;

  • c.

    wij handelen transparant, zodat optimale verantwoording mogelijk is;

  • d.

    wij zorgen voor heldere normen en regels om daarmee duidelijkheid te verschaffen over het belang van integriteit in ons gedrag, zowel naar de samenleving als onderling;

  • e.

    integriteit gaat verder dan enkel geschreven regels en ziet ook toe op ongeschreven regels, moraal en ethiek op basis van onze waarden;

  • f.

    wij zijn alert op de integere inrichting, werking en gebruikmaking van systemen en procedures;

  • g.

    integriteit krijgt betekenis in ons handelen, omdat de vraagstukken dikwijls niet zwart-wit zijn en tijdsgebonden kunnen zijn;

  • h.

    integriteit vereist dat respectvol met elkaar wordt omgegaan;

  • i.

    wij spreken op regelmatige basis met elkaar over het onderwerp integriteit;

  • j.

    wij maken integriteitsvraagstukken bespreekbaar zonder elkaar daarbij onnodig te beschadigen;

  • k.

    wij werken mee aan onderzoeken naar of controles van onze integriteit.

Hoofdstuk 2. Gedragscode leden van Provinciale Staten Noord-Brabant

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1.

    Deze gedragscode geldt voor alle leden van Provinciale Staten van de provincie Noord-Brabant.

  • 2.

    In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet duidelijk is, vindt bespreking plaats in de vergadering van Provinciale Staten.

  • 3.

    In geval van twijfel over de uitleg of strekking van deze gedragscode of regelingen voor zover die integriteitsaspecten in zich hebben, kunnen leden van Provinciale Staten de aard en achtergrond van hun twijfel kenbaar maken aan de griffier. De griffier kan de commissaris van de Koning consulteren.

  • 4.

    De code is openbaar en voor iedereen makkelijk toegankelijk.

  • 5.

    Leden van Provinciale Staten zijn aanspreekbaar op de naleving van deze code.

Artikel 2 Belangenverstrengeling

Teneinde iedere gegronde schijn van belangenverstrengeling te voorkomen, spreken wij het volgende af:

  • a.

    leden van Provinciale Staten doen opgave van hun financiële belangen;

  • b.

    bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomen leden van Provinciale Staten (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen;

  • c.

    een oud-lid van Provinciale Staten wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de provincie Noord-Brabant, waarvan met redenen omkleed ontheffing kan worden verleend door het presidium;

  • d.

    een lid van Provinciale Staten dat een uitdrukkelijk en rechtstreeks dan wel middellijk persoonlijk belang heeft bij een onderwerp waarover in Provinciale Staten besluitvorming plaatsvindt:

    • 1°.

      onthoudt zich van iedere vorm van beïnvloeding van andere Statenleden ten aanzien van dat onderwerp;

    • 2°.

      neemt niet actief deel aan de beraadslaging over dat onderwerp;

    • 3°.

      overlegt tijdig binnen de fractie of met de griffier over de vraag of het persoonlijk belang maakt dat hij zich van stemming dient te onthouden; en

    • 4°.

      informeert, indien hij voornemens is zich te onthouden van stemming, voor zover mogelijk, daags voorafgaand aan de besluitvorming de griffier, zodat in de agendavergadering voorafgaand aan de desbetreffende vergadering van Provinciale Staten door de griffier melding kan worden gedaan van het onthouden van stemming, waarna de commissaris van de Koning dit in de vergadering van Provinciale Staten mededeelt;

  • e.

    een lid van Provinciale Staten dat een persoonlijk belang heeft als bedoeld onder d, onthoudt zich van stemming in de vergadering van Provinciale Staten indien de aangelegenheid:

    • 1°.

      uitdrukkelijke en directe financiële gevolgen heeft voor het lid;

    • 2°.

      uitdrukkelijke en directe gevolgen heeft voor onroerende zaken waarvan het lid eigenaar is;

    • 3°.

      voor een nauw verwante relatie van het lid een rechtstreeks financieel belang heeft; of

    • 4°.

      betrekking heeft op een gesubsidieerde instelling waarvan het lid bestuurslid is;

  • f.

    een lid van Provinciale Staten neemt van een aanbieder van diensten aan de provincie geen geschenken, faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kunnen beïnvloeden.

Artikel 3 Nevenfuncties

  • 1.

    Leden van Provinciale Staten leveren de griffier de informatie aan over (neven)functies bij aanvang van het statenlidmaatschap. Als gaande het lidmaatschap nieuwe (neven)functies aanvaard worden of bestaande (neven)functies wijzigen, wordt de informatie die hierop betrekking heeft binnen één week aangeleverd bij de griffier.

  • 2.

    Leden van Provinciale Staten vervullen geen nevenfuncties die een structureel risico vormen voor een integere invulling van het lidmaatschap.

  • 3.

    Leden van Provinciale Staten geven ten behoeve van de openbaarmaking van hun nevenfuncties en q.q.-nevenfuncties aan of de functies bezoldigd zijn, voor welke organisaties de functies worden verricht en of deze organisaties financieel afhankelijk zijn van de provincie Noord-Brabant.

  • 4.

    Leden van Provinciale Staten behouden geen inkomsten uit een q.q.-nevenfunctie, tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan.

  • 5.

    De griffier legt een register voor de nevenfuncties aan en beheert dit register. Dit register is openbaar en zowel via terinzagelegging op het provinciehuis als via internet beschikbaar.

  • 6.

    Leden van Provinciale Staten die in het kader van het vervullen van een nevenfunctie contact hebben met een ambtenaar of bestuurder van de provincie berichten de desbetreffende ambtenaar of bestuurder voorafgaand aan, maar uiterlijk aan het begin van het contact dat zij tevens lid van Provinciale Staten zijn en gaan daarbij het gesprek aan over eventuele bezwaren of bedenkingen in dat kader.

Artikel 4 Informatie

  • 1.

    Leden van Provinciale Staten gaan zorgvuldig en correct om met informatie waarover zij uit hoofde van hun lidmaatschap beschikken. Zij zorgen ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestanden beveiligd zijn.

  • 2.

    Leden van Provinciale Staten verstrekken geen informatie die vertrouwelijk of geheim is.

  • 3.

    Leden van Provinciale Staten maken niet ten eigen bate of ten bate van hun persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van hun lidmaatschap verkregen niet openbare informatie.

  • 4.

    Leden van Provinciale Staten gaan verantwoord om met de e-mail- en internetfaciliteiten van de provincie. Ook gaan zij uit hoofde van hun lidmaatschap van Provinciale Staten bewust en verantwoord om met de diverse media.

Artikel 5 Geschenken, diensten en uitnodigingen

  • 1.

    Leden van Provinciale Staten accepteren geen geschenken, faciliteiten of diensten, indien de positie als Statenlid hierdoor kan worden beïnvloed. In onderhandelingssituaties weigeren zij door betrokken relaties aangeboden geschenken of andere voordelen.

  • 2.

    Geschenken en giften die leden van Provinciale Staten uit hoofde van hun lidmaatschap ontvangen en die een geschatte waarde van meer dan € 50 vertegenwoordigen, worden gemeld en geregistreerd. Deze geschenken zijn eigendom van de provincie. Er wordt een provinciale bestemming voor gezocht. Geschenken en giften die een geschatte waarde van € 50 of minder vertegenwoordigen worden niet gemeld en kunnen worden behouden.

  • 3.

    Geschenken en giften als bedoeld in het tweede lid worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, meldt het lid van Provinciale Staten dit aan de griffier binnen één maand na ontvangst van het geschenk of de gift. De griffier zorgt voor registratie van het geschenk en meldt deze zaak aan het presidium.

  • 4.

    Aanbiedingen voor privéwerkzaamheden of kortingen op privégoederen die de positie als Statenlid kunnen beïnvloeden worden niet geaccepteerd.

  • 5.

    Leden van Provinciale Staten bespreken met de griffier de uitnodigingen voor excursies en evenementen op kosten van derden. De griffier kan deze zaken voorleggen aan de commissaris van de Koning of aan het presidium.

  • 6.

    Meldingen als bedoeld in het tweede en derde lid worden gedaan aan de griffier. De griffier legt een register aan van de geschenken met een geschatte waarde van meer dan € 50. In het register is aangegeven welke bestemming de provincie hieraan heeft gegeven. Het register is openbaar en wordt periodiek via internet beschikbaar gesteld.

Artikel 6 Voorzieningen, bestuurlijke uitgaven, onkostenvergoedingen en buitenlandse dienstreizen

  • 1.

    Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond. Leden van Provinciale Staten zijn terughoudend bij het in rekening brengen van uitgaven die zich op het grensvlak van privé en publiek bevinden.

  • 2.

    Leden van Provinciale Staten declareren geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 3.

    In geval van twijfel over een declaratie, wordt dit voorgelegd aan de commissaris van de Koning.

  • 4.

    Leden van Provinciale Staten die het voornemen hebben uit hoofde van hun functie een buitenlandse reis (daaronder valt ook een reis naar de landen van het Koninkrijk in de Caraïben en de BES-eilanden) te maken of zijn uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van derden, hebben vooraf toestemming nodig van het presidium. Het provinciaal belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming.

  • 5.

    Leden van Provinciale Staten melden het voornemen tot een buitenlandse reis of een uitnodiging daartoe in het presidium en verschaffen daarbij informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap, de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan.

  • 6.

    Het ten laste van de provincie meereizen van de partner van leden van Provinciale Staten naar en in het buitenland is uitsluitend toegestaan als dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de provincie daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming betrokken.

  • 7.

    Het anderszins meereizen naar en in het buitenland van derden op kosten van de provincie is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is weliswaar niet verboden maar wordt in het algemeen ontraden. In ieder geval wordt dit bij de besluitvorming betrokken.

  • 8.

    Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privédoeleinden is slechts beperkt toegestaan en moet betrokken worden bij de besluitvorming. De extra reis- en verblijfkosten en de fiscale gevolgen komen volledig voor rekening van leden van Provinciale Staten.

Artikel 7 Platform integriteit

Provinciale Staten stellen een platform integriteit in.

Artikel 8 Contactpersoon integriteit

  • 1.

    Er is een contactpersoon integriteit die een aanspreekpunt vormt voor zowel algemene, als op een individuele ambtsdrager toegespitste integriteitskwesties.

  • 2.

    De griffier vervult de functie van contactpersoon als bedoeld in het eerste lid voor leden van Provinciale Staten.

  • 3.

    De contactpersoon integriteit besteedt uiterste zorg aan de vertrouwelijke behandeling van gegevens waarvan hij kennis heeft genomen als contactpersoon integriteit.

  • 4.

    De contactpersoon integriteit heeft tot taak:

    • a.

      het geven van informatie en advies aan een lid van Provinciale Staten dat hem raadpleegt over een vermoeden of daadwerkelijke misstand, dan wel over een dilemma op het terrein van integriteit;

    • b.

      het informeren van een lid van Provinciale Staten over de verschillende mogelijkheden die er zijn om de problemen, ontstaan in verband met een integriteitcasus, tot een oplossing te brengen;

    • c.

      het op verzoek van een lid van Provinciale Staten als melder van een vermoeden of daadwerkelijke misstand begeleiden van deze melder bij het doorlopen van de procedure teneinde deze melding goed af te wikkelen;

    • d.

      het op verzoek van een lid van Provinciale Staten als melder van een vermoeden of daadwerkelijke misstand al dan niet vertrouwelijk indienen van de melding;

    • e.

      het indien nodig en mogelijk verlenen van nazorg aan degene die een integriteitcasus heeft gemeld. De contactpersoon integriteit kan betrokkene verwijzen naar interne of externe deskundigen.

  • 5.

    Alvorens een lid van Provinciale Staten de contactpersoon integriteit raadpleegt over een vermoeden of daadwerkelijke misstand als bedoeld in het vierde lid, onder a, gaat het lid in beginsel het gesprek aan met het desbetreffende lid waarop het vermoeden of de daadwerkelijke misstand betrekking heeft.

  • 6.

    De contactpersoon integriteit heeft een geheimhoudingsplicht en onderneemt geen activiteiten zonder toestemming van een lid van Provinciale Staten dat zich met een integriteitscasus tot de contactpersoon integriteit heeft gewend. Indien de contactpersoon integriteit echter op de hoogte wordt gebracht van misdrijven waarvoor op grond van artikel 160 en 162 van het Wetboek van Strafvordering een aangifteplicht bestaat, is hij ingevolge deze artikelen verplicht hiervan aangifte te doen.

  • 7.

    De geheimhoudingsplicht eindigt niet bij het beëindigen van de functie van contactpersoon integriteit.

Artikel 9 Burgerleden

Deze verordening is van overeenkomstige toepassing op degene die op grond van artikel 6 van het Reglement van orde Provinciale Staten Noord-Brabant 2020 is benoemd tot burgerlid.

Artikel 10 Intrekking

De Gedragscode integriteit leden van Provinciale Staten Noord-Brabant 2017 wordt ingetrokken.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Gedragscode integriteit leden van Provinciale Staten Noord-Brabant 2023.

’s-Hertogenbosch, 3 februari 2023

Provinciale Staten voornoemd,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de griffier,

mr. K.A.E. ten Cate

Naar boven