Beleidsregel gedenktekens verkeersslachtoffers

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op de Omgevingswet en de daarbij behorende Regeling Omgevingswet, Besluit Omgevingswet en de AMvB’s;

 

BESLUITEN:

 

  • I.

    de Beleidsregel gedenktekens verkeersslachtoffers vast te stellen;

  • II.

    de Beleidsregel gedenktekens verkeersslachtoffers 2012, zoals vastgesteld bij besluit van 27 maart 2012, kenmerk 2012001781, Provinciaal Blad nummer 24 van 2012, en gewijzigd bij besluit van 20 november 2018, kenmerk 2018002617, Provinciaal Blad nummer 8696 van 2018, in te trekken.

 

Beleidsregel gedenkteken verkeersslachtoffers

 

In hoofdstuk 11 van de Omgevingsverordening Drenthe 2023 zijn regels opgenomen om de provinciale infrastructuur te beschermen tegen ingrepen in de fysieke leefomgeving ten aanzien van wegen en vaarwegen en een veilig en doelmatig gebruik van de provinciale infrastructuur te waarborgen. Het is daardoor verboden zonder omgevingsvergunning te handelen als daardoor het veilig en doelmatig gebruik in het geding is, en het vrije zicht in het beperkingengebied van de provinciale weg zodanig wordt belemmerd, dat daardoor de verkeersveiligheid in het gedrang komt of kan komen.

In Nederland worden wegbeheerders, zo ook de provincie Drenthe, de laatste jaren in toenemende mate benaderd met verzoeken van nabestaanden om een gedenkteken in de wegberm te mogen plaatsen. Gedenktekens kunnen positief bijdragen aan de rouwverwerking. De provincie Drenthe wil in beginsel dergelijke verzoeken honoreren. Besloten is een regeling vast te stellen, waarbij eenduidigheid en eenvoud uitgangspunt zijn. Daarbij rekening houdend met de belangen van nabestaanden, omwonenden, weggebruikers en met het algemeen belang. Een gedenkteken moet niet gezien worden als grafmonument en het is dan ook niet toegestaan om op de aangewezen plek voorwerpen neer te leggen. Dit met uitzondering van het neerleggen van bloemen op memorabele dagen, zoals de dag van het ongeval en de geboortedag.

De onderhavige regeling geeft aan waaraan moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een gedenkteken. Deze regeling is van toepassing op het beperkingengebied provinciale wegen in beheer bij de provincie Drenthe waarbij het doelmatig en veilig gebruik van die wegen in het geding is.

 

Artikel 1.  

 

Een aanvraag voor een omgevingsvergunning zal worden getoetst aan de volgende criteria.

  • 1.

    Een omgevingsvergunning kan alleen door een nabestaande worden aangevraagd.

In deze beleidsregel wordt onder nabestaande verstaan een bloedverwant en/of direct betrokkene. Bloedverwanten zijn personen die van elkaar afstammen of een gemeenschappelijke stamvader hebben. Onder direct betrokkene wordt verstaan de partner met wie het verkeersslachtoffer, tot en met de dag van overlijden, getrouwd was, een geregistreerd partnerschap of samenlevingscontract was aangegaan. Het bestuursorgaan gaat bij iedere aanvraag na of er bijzondere omstandigheden zijn waarvoor onverkorte toepassing van de beleidsregel onredelijk zou zijn.

  • 2.

    Een gedenkteken dient te bestaan uit een standaardtegel - met opschrift - zonder verticale elementen, met een afmeting van maximaal 50 x 50 cm.

  • 3.

    Een gedenkteken is in beginsel alleen toegestaan in de provinciale wegberm ter plaatse waar zich het noodlottige ongeval heeft voorgedaan. Als voorwaarde wordt gesteld dat de desbetreffende locatie veilig per voertuig te bereiken is. Bezoekers moeten hun voertuig niet op de weg te hoeven parkeren, maar zoveel mogelijk parkeren op bestaande parkeergelegenheden in de nabijheid. Parkeren in de berm dient zoveel mogelijk te worden voorkomen. Dit alles ter beoordeling van de provincie Drenthe als wegbeheerder.

  • 4.

    De kosten voor het maken, plaatsen en onderhouden van het gedenkteken zijn voor rekening van de aanvrager. Plaatsen van het gedenkteken dient te geschieden onder toezicht van de wegbeheerder.

  • 5.

    Het gedenkteken moet minimaal 2 m gerekend vanaf de zijkant van de rijbaan af geplaatst worden.

  • 6.

    Een gedenkteken kan voor een periode van maximaal drie jaar worden geplaatst.

  • 7.

    De aanwezigheid van het gedenkteken mag het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan de bermen en de omgeving van de weg niet belemmeren.

  • 8.

    Bij groot onderhoud aan wegen, bermen en/of rioleringen kan de wegbeheerder besluiten dat een gedenksteen voor - tijdelijke - verwijdering of verplaatsing in aanmerking komt. De aanvrager zal hierover worden geïnformeerd.

  • 9.

    Het definitief verwijderen van het gedenkteken na drie jaar gebeurt door de wegbeheerder. De aanvrager krijgt hiervan uiterlijk drie maanden voor het einde van de omgevingsvergunningstermijn schriftelijk bericht. Deze krijgt de mogelijkheid bij de verwijdering aanwezig te zijn en het gedenkteken in ontvangst te nemen.

  • 10.

    Indien de aanvrager niet bij de verwijdering aanwezig is zal het gedenkteken voor een periode van zes weken door de wegbeheerder worden bewaard. De aanvrager kan het gedenkteken gedurende deze periode ophalen op een gemelde locatie.

Artikel 2.  

Gedeputeerde Staten kunnen nadere voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning.

 

Artikel 3.  

In bijzondere gevallen kunnen Gedeputeerde Staten afwijken van het bepaalde in deze beleidsregel.

 

Artikel 4.  

  • 1.

    De Beleidsregel gedenktekens verkeersslachtoffers 2012, zoals vastgesteld bij besluit van 27 maart 2012, kenmerk 2012001781, Provinciaal Blad nummer 24 van 2012, en gewijzigd bij besluit van 20 november 2018, kenmerk 2018002617, Provinciaal Blad nummer 8696 van 2018, wordt ingetrokken.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Omgevingswet in werking treedt.

  • 3.

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel gedenktekens verkeersslachtoffers.

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

 

Assen, 17 mei 2022

Kenmerk 4.7/2022000761

 

Uitgegeven: 29 december 2023

Naar boven