Beleidsregel standplaatsen Drenthe

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op de Omgevingswet en de daarbij behorende Regeling Omgevingswet, Besluit Omgevingswet en de AMvB’s;

 

BESLUITEN:

 

  • I.

    de Beleidsregel standplaatsen Drenthe vast te stellen;

  • II.

    de Beleidsregel standplaatsen Drenthe, zoals vastgesteld bij besluit van 22 januari 2008, kenmerk 5.2/2008000753, Provinciaal Blad nummer 1 van 2008, en gewijzigd bij besluit van 20 november 2018, kenmerk 2018002617, Provinciaal Blad nummer 8695 van 2018, in te trekken.

 

 

Beleidsregel standplaatsen Drenthe

 

In hoofdstuk 11 van de Omgevingsverordening Drenthe 2023 zijn regels opgenomen om de provinciale infrastructuur te beschermen tegen ingrepen in de fysieke leefomgeving ten aanzien van wegen en vaarwegen en een veilig en doelmatig gebruik van de provinciale infrastructuur te waarborgen. Het is daardoor verboden zonder omgevingsvergunning te handelen als daardoor het veilig en doelmatig gebruik in het geding is, en het vrije zicht in het beperkingengebied van de provinciale weg zodanig wordt belet of belemmerd, dat daardoor de verkeersveiligheid in het gedrang komt of kan komen. Onder beletten of belemmeren worden in ieder geval zaken begrepen als het maken, aanbrengen, hebben of verwijderen van zowel met de grond verankerde als niet met de grond verankerde werken zoals onder andere kramen, tenten en hutten en het aanbieden van goederen, zoals ijs- en snackverkoop en de verkoop van bloemen- en/of land- of tuinbouwproducten. Bovendien is het op grond van genoemd hoofdstuk verboden om enig werk of beplanting aan te brengen binnen een dusdanige afstand uit de grens van de rijbaan, indien daardoor het vrije uitzicht op de weg zodanig wordt belemmerd dat daardoor de verkeersveiligheid in het gedrang komt of kan komen.

De provincie Drenthe wordt benaderd met aanvragen voor een standplaats aan een provinciale weg. Hiermee wordt een mobiel, tijdelijk verkooppunt bedoeld waar etenswaren, zoals patat en broodjes verkocht worden. Om die reden hebben Gedeputeerde Staten een eenduidig standplaatsenbeleid vastgesteld. Dit maakt het Gedeputeerde Staten mogelijk om te beslissen op concrete vergunningsaanvragen een standplaats in te nemen en kunnen zij toezicht houden op verleende omgevingsvergunningen.

 

Artikel I. Aanvragen om omgevingsvergunningen worden getoetst aan de volgende criteria

 

  • 1.

    Stroomwegen

  • Langs stroomwegen zijn standplaatsen niet toegestaan.

  • 2.

    Gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen

    Langs gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen worden standplaatsen onder bepaalde voorwaarden toegestaan:

    • a.

      gebiedsontsluitingswegen: indien parkeren naast de weg met een toegang via een zijweg mogelijk is of in combinatie met een bestaande rust-/parkeerplaats. Enkelzijdige verkoop kan dan plaatsvinden aan de kant van de weg waar een fietspad aanwezig is;

    • b.

      erftoegangswegen: indien parkeren langs de weg met toegang via een zijweg mogelijk is of in combinatie met een bestaande rust-/parkeerplaats. Enkelzijdige verkoop kan dan plaatsvinden aan de kant van de weg waar een fietspad aanwezig is;

    • c.

      geen omgevingsvergunning wordt verleend indien uit parkeertelling blijkt dat op een rust-, parkeer-, carpoolplaats daarvoor de parkeerplaatsen ontoereikend zijn.

  • 3.

    Indien vanuit verkeersveiligheidsoverwegingen- en/of algemeen belang en/of beheer/onderhoudsbelang het innemen van een standplaats niet of niet langer verantwoord is, kan de omgevingsvergunning worden geweigerd of ingetrokken.

Artikel 2. Bij het innemen van een standplaats gelden de volgende voorschriften

 

  • a.

    de standplaats mag worden ingenomen van 07.00 uur tot en met 21.00 uur. De standplaats mag niet ’s nachts ingenomen worden.

  • b.

    de standplaats moet op veilige afstand vanaf de (vaar)weg ingenomen (kunnen) worden.

  • c.

    een luifel mag maximaal 1,50 m diep zijn.

  • d.

    er worden maximaal twee reclameborden en twee vlaggen toegestaan op de standplaats. Deze mogen geen belemmering opleveren voor het verkeer.

  • e.

    de technische staat van het materieel en materiaal dient in goede staat van onderhoud te verkeren en aan het eind van de dag weggehaald te worden.

  • f.

    het terrein dient dagelijks schoon opgeleverd te worden.

  • g.

    de omgevingsvergunning is (rechts)persoonsgebonden, de vergunninghouder is verplicht de standplaats persoonlijk in te nemen, dan wel door personeel in dienst van deze (rechts)persoon.

  • h.

    voor gebruik van provinciale grond wordt een huurovereenkomst gesloten.

Artikel 3. Selectiecriteria aanvragers

 

  • a.

    voor toewijzing van een standplaats aan een natuurlijk persoon, komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon, die aantoonbaar staat ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel, dan bij wel een vergelijkbare instantie uit het land van herkomst.

  • b.

    als voor dezelfde of nagenoeg dezelfde locatie meerdere aanvragen worden of zijn ingediend, zal door loting van de notaris worden bepaald aan welke aanvrager de standplaats wordt toegewezen. De notaris stelt van alle binnengekomen aanvragen een lijst, op volgorde van loting, op, die vervolgens vijf jaar, ingaande op de dag van loting, geldig blijft.

Artikel 4. Wegwerkzaamheden

 

De provincie is als wegbeheerder verantwoordelijk voor het uitvoeren van werkzaamheden aan de weg. Hierdoor kan de standplaatslocatie van tijd tot tijd gestremd zijn.

 

Artikel 5. Weigeringsgronden

 

Een omgevingsvergunning kan om de volgende redenen worden geweigerd:

  • -

    in het belang van de openbare orde;

  • -

    in het belang van het voorkomen of beperken van geluidsoverlast;

  • -

    in het belang van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;

  • -

    in het belang van de verkeersveiligheid;

  • -

    Indien de functie van het gebied dit niet toestaat (bijvoorbeeld de behoefte aan voldoende parkeerplekken);

  • -

    indien vergunning (toestemming) van de desbetreffende gemeente ontbreekt.

Artikel 6. Overgangsbepalingen

 

  • a.

    De Beleidsregel standplaatsen Drenthe, zoals vastgesteld bij besluit van 22 januari 2008, kenmerk 5.2/2008000753, Provinciaal Blad nummer 1 van 2008, en gewijzigd bij besluit van 20 november 2018, kenmerk 2018002617, Provinciaal Blad nummer 8695 van 2018, wordt ingetrokken.

  • b.

    Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Omgevingswet in werking treedt.

  • c.

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel standplaatsen.

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

 

Assen, 17 mei 2022

Kenmerk 4.7/2022000761

 

 

Uitgegeven: 29 december 2023

 

 

Naar boven