Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 5 december 2023 tot wijziging van de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant in verband met het subsidiëren van het omzetten van Kruiden- en faunarijk grasland in natuurbos en het openstellen van budget voor de Meanderende Maas in paragraaf 1 en het ophogen van het plafond in paragraaf 5 (Achtste wijziging Subsidieregeling Realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant te wijzigen in verband met het subsidiëren van het omzetten van Kruiden- en faunarijk grasland in natuurbos en het openstellen van budget voor de Meanderende Maas in paragraaf 1 en het ophogen van het plafond in paragraaf 5;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel I Wijziging Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant

De Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Op alfabetische volgorde worden de volgende begrippen ingevoegd:

    beheertypenkaart: kaart als bedoeld in artikel 1.2, tweede lid van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016;

    bestaand Kruiden- en faunarijk grasland: reeds bestaand Kruiden- en faunarijk grasland met natuurbeheertype N12.02 zoals opgenomen op de beheertypenkaart;

    Nederlandse rassenlijst bomen: door de Raad voor plantengewassen opgestelde lijst van boomsoorten, te raadplegen via de website https://www.rassenlijstbomen.nl;

    Schraal natuurbeheertype: natuurbeheertype N06 (Voedselarme en venen en vochtige heiden), N07 (Droge heiden), N10 (Vochtige schraallanden) en N11 (Droge schraalgraslanden);

  • 2.

    Het begrip natuurbos komt te luiden;

    natuurbos: natuurbeheertype N14.01 (Rivier- en beekbegeleidend bos), N14.02 (Hoog- en laagveenbos), N14.03(Haagbeuken- en essenbos), N15.01 of N15.02 (Dennen-, eiken- en beukenbos);

B.

Artikel 1.4 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Aan het slot van onderdeel e vervalt “of”.

  • 2.

    Onder verlettering van onderdeel f tot onderdeel g wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

    • f.

      inrichting van natuurbos op bestaand Kruiden- en faunarijk grasland gelegen in het NNB; of

C.

Artikel 1.6 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de aanhef wordt “tot met e” vervangen door “tot met f”.

  • 2.

    In het eerste lid vervalt aan het slot van onderdeel 4° “of”.

  • 3.

    In het eerste lid wordt onder vernummering van onderdeel 5° tot onderdeel 6° een onderdeel ingevoegd, luidende:

    • 5°.

      inrichting van natuurbos op bestaand Kruiden- en faunarijk grasland gelegen in het NNB; of

  • 4.

    In eerste lid, onder n, wordt “onder n” vervangen door “onder m”.

  • 5.

    In het eerste lid worden, onder verlettering van onderdeel t tot onderdeel v, twee onderdelen ingevoegd, luidende:

    • t.

      indien het project gericht is op inrichting van natuurbos op bestaand Kruiden- en faunarijk grasland in NNB overlegt de aanvrager een ecologische en landschaps-ecologische onderbouwing waaruit blijkt dat het aangevraagde natuurtype passend is voor het perceel;

    • u.

      indien het project gericht is op verwerving van grond of functiewijziging van gronden gelegen binnen het gebied Meanderde Maas, aangeduid op de kaart opgenomen in bijlage 7d bij deze regeling, of gronden gelegen binnen een enclave omvat het project verwerving in combinatie met inrichting, functiewijziging in combinatie met inrichting of enkel inrichting;

  • 6.

    In het tweede lid, aanhef, wordt “onder f” vervangen door “onder g”.

D.

In artikel 1.7 vervallen onderdelen c en d en wordt onder verlettering van onderdeel e tot onderdeel d een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • c.

    indien het perceel wordt ingericht als schraal natuurbeheertype overlegt de subsidieontvanger een bodem-chemische beschrijving of een bodem- chemisch onderzoek;

E.

Artikel 1.12 komt te luiden:

Artikel 1.12 Subsidievereisten afwijken ambitiekaart

  • 1.

    De subsidieaanvrager kan bij de inrichting afwijken van het op de ambitiekaart aangegeven natuurbeheertype, bedoeld in artikel 1.6, eerste lid, onder o, indien wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • 1°.

      het project draagt aantoonbaar bij aan de natuurambities van het gebied, blijkend uit een ecologische onderbouwing en een landschaps-ecologische onderbouwing;

    • 2°.

      de subsidieontvanger overlegt een bodem-chemische beschrijving of een bodem-chemisch onderzoek, indien het perceel wordt ingericht als een schraal natuurbeheertype;

    • 3°.

      de gemiddelde natuurkwaliteit van het gebied wordt geborgd, uitgaande van de vigerende ambitiekaart;

    • 4°.

      de gronden zijn niet gelegen in een Natura 2000-gebied;

    • 5°.

      de oppervlakte waarbij wordt afgeweken van de ambitiekaart betreft maximaal 5 hectare, indien het een natte natuurparel of het NNB rijksdeel, niet zijnde EVZ, betreft.

  • 2.

    Het eerste lid, onder 5°is niet van toepassing op aanvragen voor het inrichten van natuurbos in het NNB.

F.

Artikel 1.16 komt te luiden:

Artikel 1.16 Subsidieplafond

  • 1.

    Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de periode, genoemd in artikel 1.15, vast op:

    • a.

      € 2.900.000 voor projecten als bedoeld in artikel 1.4, onder a en b, gericht op het realiseren van natuurbos binnen het NNB provinciaal deel;

    • b.

      € 1.300.000 voor projecten als bedoeld in artikel 1.4, onder a en b, gericht op inrichting van grond binnen het NNB provinciaal deel, voor welke grond reeds een financiële bijdrage is verstrekt voor verwerving of functiewijziging door het Groen Ontwikkelfonds Brabant BV;

    • c.

      € 4.750.000 voor projecten als bedoeld in artikel 1.4, onder a, voor zover gelegen binnen provinciaal NNB en het gebied Meanderde Maas als aangeduid op de kaart opgenomen in bijlage 7d bij deze regeling;

    • d.

      € 0 voor projecten als bedoeld in artikel 1.4, onder a en b, gericht op het verwerven van grond of functiewijziging voor het realiseren van het NNB provinciaal deel, anders dan bedoeld onder a tot en met e;

    • e.

      € 0 voor projecten als bedoeld in artikel 1.4, onder a en b, voor zover gericht op inrichting van grond voor het realiseren van het NNB provinciaal deel, anders dan bedoeld onder a tot en met e;

    • f.

      € 30.000.000 voor projecten als bedoeld in artikel 1.4, onder a en b, voor zover gericht op verwerving van grond of functiewijziging voor het realiseren van het NNB rijksdeel;

    • g.

      € 7.000.000 voor projecten als bedoeld in artikel 1.4, onder a en b, voor zover gericht op inrichting van grond voor het realiseren van het NNB rijksdeel;

    • h.

      € 0 voor projecten als bedoeld in artikel 1.4, onder c;

    • i.

      € 0 voor projecten als bedoeld in artikel 1.4, onder d;

    • j.

      € 2.200.000 voor projecten als bedoeld in artikel 1.4, onder e;

    • k.

      € 3.000.000 voor projecten als bedoeld in artikel 1.4, onder f;

  • 2.

    Indien het betreft een combinatie van verwervingsactiviteiten als bedoeld in artikel 1.4, onder g, gelden de desbetreffende plafonds, bedoeld in het eerste lid, onder a tot en met k.

G.

In artikel 1.20, tweede lid, wordt “onder f” vervangen door “onder g”.

 

H.

In artikel 1.21 wordt onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot vierde tot en het zesde lid een nieuw lid ingevoegd, luidende:

  • 3.

    Indien het betreft inrichting als natuurbos wordt uitsluitend gebruik gemaakt van soorten, opgenomen in de Nederlandse rassenlijst bomen.

I.

Artikel 1.23 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    in het derde lid wordt “tot en met e” vervangen door “tot en met f”;

  • 2.

    in het vierde lid wordt “onder f” vervangen door “onder g”.

J.

In artikel 5.12 wordt “€ 5.000.000” vervangen door “€ 7.500.000”.

 

K.

In artikel 5.13, aanhef, vervalt “tot een maximum van € 2.500.000 per aanvraag”.

 

L.

Na bijlage 7c behorende bij de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant, wordt bijlage1 bij deze regeling ingevoegd.

Artikel II Overgangsrecht

Op subsidieaanvragen als bedoeld in paragraaf 1 van de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant, die zijn ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling en waarop nog niet onherroepelijk is beslist, blijft artikel 1.21 van de Subsidieregeling realisering Natuur Noord-Brabant, zoals die luidde de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling, van toepassing.

Artikel III Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

’s-Hertogenbosch, 5 december 2023

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. P.J. Buijtels

Bijlage 1 behorende bij artikel L van de Achtste wijziging Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant

 

Bijlage 7d behorende bij artikel 1.6, eerste lid, van de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant

 

Toelichting behorende bij de Achtste wijziging Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant

I. Algemeen

 

Deze achtste wijzigingsregeling maakt het mogelijk om subsidie te verlenen voor inrichting als natuurbos van Kruiden- en faunarijk grasland. Tevens worden de subsidieplafonds voor grondverwerving en functiewijziging gescheiden van de plafonds voor inrichting. Tot slot wordt budget beschikbaar gesteld voor realisering van het NNB binnen het gebied van het project Meanderende Maas.

 

II. Artikelsgewijs

 

Artikel I (Wijziging Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant)

 

Onder B (artikel 1.4 Subsidiabele activiteiten)

Met deze wijziging wordt inrichting als natuurbos op bestaand Kruiden- en faunarijk grasland gelegen in het NNB mogelijk gemaakt. Met de wijziging wordt enkel inrichting subsidiabel gemaakt en dus geen grondverwerving of functiewijziging.

 

Onder C (artikel 1.6 Subsidievereisten algemeen)

Voor het inrichten als natuurbos van bestaand Kruiden- en faunarijk grasland is een ecologische en landschaps-ecologische onderbouwing vereist waaruit blijkt dat het aangevraagde natuurtype passend is voor het perceel. Het is aan de subsidieaanvrager om dit gemotiveerd kenbaar te maken. Daarbij dient de subsidieaanvrager tevens acht te slaan op de bepalingen uit artikel 1.12 indien wordt afgeweken van de ambitiekaart.

Voor projecten gelegen binnen het gebied van de Meanderende Maas of die vallen binnen een enclave kunnen slechts projecten worden aangevraagd indien dit gepaard gaat met inrichting. Het is niet mogelijk om subsidie aan te vragen voor grondverwerving, functiewijziging of grondverwerving in combinatie met functiewijziging. Inrichting dient in deze gebieden altijd onderdeel uit te maken van de aanvraag.

 

Onder D (artikel 1.7 Aanvullende subsidievereisten zoekgebied 1 tot en met 9)

Enkel indien het perceel wordt ingericht als een schraal natuurbeheertype wordt een bodem-chemisch onderzoek vereist. Het eisen van een bodem-chemisch onderzoek indien in het zoekgebied de kans voor schrale natuurbeheertypen op de ambitiekaart is aangegeven levert een hoge kostenpost op voor projecten die niet gericht zijn op schare natuurbeheertypen.

 

Onder E (artikel 1.12 Subsidievereisten afwijken ambitiekaart)

Voor het afwijken van ambitiekaart is niet meer vereist dat invulling dient te worden gegeven aan zeldzame natuurbeheertypen. De overige vereisten in dit artikel borgen voldoende dat de afwijking bijdraagt aan de natuurambities. In de praktijk werd het verwijderde artikel ervaren als een drempel die wenselijke ontwikkelingen belemmerde. De beperking van maximaal 5 hectare afwijken vervalt voor het inrichten als natuurbos.

 

Onder F (artikel 1.16 Subsidieplafonds)

Er is een splitsing aangebracht in de subsidieplafonds. Voor het NNB, provinciaal deel en het NNB, rijksdeel zijn afzonderlijke bedragen opgenomen voor enerzijds de activiteiten grondverwerving en functiewijziging en anderzijds inrichting. Om meer te kunnen sturen op de uitvoering is het wenselijk deze plafonds te splitsen. Daarnaast is budget beschikbaar gezet voor inrichting als natuurbos van bestaand Kruiden- en faunarijk grasland. Tevens is een nieuw plafond geopend voor het gebied Meanderende Maas. Tot slot is het subsidieplafond voor enclaves opgehoogd.

 

Onder H (artikel 1.21 Verplichtingen van de subsidieaanvrager)

Voor de inrichting als natuurbos dient de subsidieaanvrager verplicht soorten te planten die zijn opgenomen in de Nederlandse rassenlijst bomen. Op dit artikel is overgangsrecht van toepassing omdat het niet mogelijk is om voor reeds verleende beschikkingen nadere verplichtingen op te leggen. Voor deze gevallen is de regeling zoals deze voorheen gold van toepassing.

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

 

de secretaris,

drs. P.J. Buijtels

 

Naar boven