Provinciaal blad van Zeeland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zeeland | Provinciaal blad 2023, 14518 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zeeland | Provinciaal blad 2023, 14518 | beleidsregel |
Besluit van gedeputeerde staten van de provincie Zeeland tot wijziging van beleidsregels voor natuurbescherming (Beleidsregels Natuurbescherming Zeeland 2022)
Besluit van gedeputeerde staten van de provincie Zeeland van 5 december 2023, kenmerk 368637 tot wijziging van beleidsregels voor natuurbescherming (Beleidsregels Natuurbescherming Zeeland 2022).
Gedeputeerde staten van de provincie Zeeland;
het gewenst is om de Beleidsregels Natuurbescherming Zeeland 2022 te wijzigen, omdat:
besluiten de Beleidsregels Natuurwetgeving Zeeland 2022 als volgt te wijzigen:
Artikel I Wijziging hoofdstuk 3 van de Beleidsregels Natuurbescherming Zeeland 2022
Na artikel 3.9 wordt de volgende afdeling en worden de volgende artikelen ingevoegd:
Afdeling 3.3 Gebiedsgerichte ontheffingen
De volgende begripsbepalingen worden aan Bijlage 1 toegevoegd (op alfabetische volgorde) en komen als volgt te luiden:
ervaren ecoloog: minimaal 3 jaar aantoonbare veldervaring op het gebied van de betreffende soorten. Onder een deskundige wordt tevens verstaan:
Hij/zij is als ecoloog of adviseur/specialist ecologie werkzaam voor een (semi)overheidsinstantie zoals het Ministerie van Economische Zaken, het Ministerie van Defensie, Rijkswaterstaat, het Rijksvastgoedbedrijf, provincies, waterschappen, hoogheemraadschappen, gemeenten, omgevingsdiensten en drinkwaterbedrijven;
Hij/zij zet zich aantoonbaar actief in op het gebied van de soortenbescherming en is werkzaam of aangesloten bij de volgende Nederlandse organisaties: Zoogdiervereniging, RAVON, Stichting Das en Boom, Vogelbescherming Nederland, Vlinderstichting, Natuurhistorisch Genootschap, KNNV, NJN, IVN, EIS Nederland, FLORON, SOVON, STONE, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, De Landschappen en Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied;
Na Bijlage 2 worden bijlage 3 en 4 toegevoegd:
Bijlage 3 Gebiedsgerichte ontheffingen op basis van een Soortenmanagementplan
Om de aanvraag om een gebiedsgerichte ontheffing te kunnen beoordelen, verstrekt de aanvrager een soortenmanagementplan. Dit soortenmanagementplan (SMP) bevat in elk geval de volgende informatie:
Gebiedsdekkende quickscan (onderzoek naar de potentiële aanwezigheid van beschermde soorten):
Identificatie van kansrijke structuren en objecten voor beschermde soorten (hotspots, functioneel leefgebied, belangrijk foerageergebied, belangrijke vliegroutes, bijzondere locaties waar meerdere bijzondere functies samen komen, kraam- en massawinterverblijfplaatsen, grote of geïsoleerde kolonies, etc.);
Soortgericht (nader) onderzoek:
De gebruikte methodieken, middelen en werkwijze:
Nestplaatsen van huismussen en gierzwaluwen en belangrijke en kwetsbare verblijfplaatsen (robuuste kraamverblijfplaatsen en massawinterverblijfplaatsen) van vleermuizen dienen tot op huisnummer-niveau in kaart gebracht te zijn. Indien hiervan afgeweken wordt, dan dient de afwijking goed navolgbaar gemotiveerd te worden, op een manier die voor het bevoegd gezag toetsbaar is op noodzaak en effect;
Bijlage 4 Gebiedsgerichte ontheffingen op basis van een pre-Soortenmanagementplan
Doel: Populaties gebouwbewonende soorten beschermen bij particuliere verduurzamingswerkzaamheden door het verlenen van gebiedsgerichte ontheffingen op basis van een pre-Soortenmanagementplan opgesteld en uitgevoerd volgens de pre-SMP methodiek voor verduurzamingswerkzaamheden daar waar deze gehouden zijn aan de Wet natuurbescherming.
Doelgroep: Gebiedsgerichte ontheffingen op grond van een pre-SMP kunnen enkel aangevraagd worden door Zeeuwse gemeenten.
De provincie verleent onder de volgende voorwaarden een gebiedsgerichte ontheffing op grond van een pre-SMP:
Voorwaarde 1: Natuurvriendelijk isoleren en meldingsplicht
Huiseigenaren en isolatiebedrijven isoleren conform de handreiking “Natuurvriendelijk isoleren”. Per woning worden daarmee betaalbare voorzieningen aangebracht (optioneel door de isolatiebedrijven) en wordt voorkómen dat er dieren gedood worden (tijdig natuurvrij maken). De particulier of het isolatiebedrijf namens de particulier meldt de isolatie bij de gemeente via een GIS-applicatie om te kunnen werken onder de ontheffing. De Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Zeeland ziet toe op een correcte naleving van de handreiking “Natuurvriendelijk isoleren”.
Voorwaarde 2: Gemeentelijke compensatie
De gemeente beschrijft in een pre-Soortenmanagementplan hoe het verlies aan kraamverblijfplaatsen door de gemeente wordt gecompenseerd. Het effect van de verduurzaming en de gemeentelijke compensatietaakstelling worden met de pre-SMP methodiek modelmatig berekend.
Voorwaarde 3: SMP-verplichting
Binnen twee jaar moet het pre-SMP omgezet worden in een volwaardig (kwalitatief goed) SMP op basis van een volledig gebiedsgericht veldonderzoek. Op dit SMP moet een nieuwe gebiedsgerichte ontheffing worden aangevraagd en afgegeven. Bij de aanvraag om een ontheffing op grond van een pre-SMP dient te worden aangetoond dat de ontwikkeling van een SMP binnen 18 maanden wordt afgerond zodat een ontheffing op grond van een SMP binnen twee jaar de ontheffing op grond van een pre-SMP kan vervangen. Vindt er onvoldoende voortgang plaats met de ontwikkeling van een SMP dan wordt de ontheffing op grond van een pre-SMP ingetrokken.
De provincie verleent onder de volgende beperkingen een gebiedsgerichte ontheffing:
Beperking 3: Aantal deelnemende woningen
Per CBS-buurt mogen maximaal 30% van de te isoleren particuliere grondgebonden woningen worden geïsoleerd. Het maximale aantal deelnemende woningen van 30% over twee jaar tijd wordt onderverdeeld in maximaal 10 % in de eerste fase van de looptijd en in de tweede fase het aanvullend aantal deelnemers tot 30%. Mocht fase 1 langer dan 12 maanden duren, dan is voor elke maand dat de fase langer duurt het maximaal aantal deelnemers 1% meer. Het maximum van 30% over 2 jaar blijft dan gelijk.
In fase 1 mogen op de te isoleren woningen tevens zonnepanelen worden geplaatst op hellende daken. In fase 2 mogen ook op niet te isoleren woningen zonnepanelen worden geplaatst op hellende daken. Op platte daken mogen in zowel fase 1 als 2 zonnepanelen worden geplaatst.
De gemeente en de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Zeeland zien toe op deze beperking met de ontwikkelde GIS-applicatie waar deelnemende woningen in worden gemeld.
Beperking 4: Type werkzaamheden
De pre-SMP methodiek richt zich enkel op de volgende verduurzamingsmaatregelen:
Dakisolatie binnenzijde: het isoleren van pannendaken aan de binnenzijde door aan het dakbeschot isolatiemateriaal te bevestigen waarna de binnenwand-afwerking eroverheen wordt geplaatst. Het dak mag niet beroerd worden. Ook een ruimte vullen tussen dakbeschot en binnenwandafwerking met gespoten isolatiemateriaal is niet toegestaan in de pre-SMP methodiek.
Artikel II Wijziging toelichting hoofdstuk 3 van de Beleidsregels Natuurbescherming Zeeland 2022
De artikelsgewijze toelichting bij artikelen 3.10 en 3.11 is een aanvulling op de artikelsgewijze toelichting bij de Beleidsregels Natuurwetgeving Zeeland 2022.
Artikel 3.10 Soortenmanagementplan (SMP)
Bij de inzet van een gebiedsgerichte ontheffing wordt beoogd om zowel een soort duurzaam te beschermen als ruimte te verschaffen voor ontwikkelingen waarvan op voorhand nog niet precies duidelijk is hoe, waar en wanneer deze zullen worden uitgevoerd. De gebiedsgerichte ontheffing behelst als het ware overcompensatie: ook al weet de aanvrager vooraf nog niet precies wat hij tijdens het uitvoeren van activiteiten allemaal zal aantreffen, vast staat dat hij vooraf duidelijk heeft kunnen maken dat de situatie van de soorten na het uitvoeren van activiteiten niet gelijk zal blijven, maar beter zal worden. Het is daarbij belangrijk om de meest wezenlijke functionaliteiten van een gebied voor het voortbestaan van de soort in beeld te hebben. Als een soort, afhankelijk van de tijd van het jaar, verschillende gebieden gebruikt dan moeten de verschillende functies afzonderlijk in beeld zijn.
Het gaat hierbij dus primair om het behoud van de soort. De inventarisatie die aan het soortenmanagementplan vooraf gaat hoeft derhalve niet tot op grote zekerheid iedere verblijfplaats in beeld te hebben gebracht.
Artikel 3.1 1 pre-SMP methodiek
De activiteit waar een gebiedsgerichte ontheffing op basis van de pre-SMP methodiek voor wordt verleend, betreft uitsluiten het isoleren van particuliere grondgebonden woningen of het plaatsen van zonnepanelen op deze woningen. Deze ontheffingen kunnen uitsluitend worden aangevraagd aan gemeenten binnen de provincie Zeeland. De toetsing van deze ontheffingsaanvragen vindt plaats conform de kaders van het pre-SMP methodiek, zoals opgenomen in bijlage 5. In de rapportage “Natuurvriendelijk isoleren van particuliere grondgebonden woningen onder het pre-Soortenmanagementplan”, een publicatie van de Provincie Utrecht, is een nadere toelichting en uitwerking van de vereisten weergegeven.
In het tweede lid onder sub b is de voorwaarde weergegeven waaraan sowieso moet worden voldaan voordat de ontheffing kan worden verleend. De aanvraag om een dergelijke ontheffing dient vergezeld te zijn van een pre-Soortenmanagementplan. Hierin dient ten minste te worden beschreven hoe de gemeente het verlies aan kraamverblijfplaatsen in de gemeente compenseert. In de rapportage “Natuurvriendelijk isoleren van particuliere grondgebonden woningen onder het pre-Soortenmanagement-plan” is een nadere toelichting en uitwerking van de vereisten aan dit pre-SMP weergegeven.
Aan de activiteiten zijn vereisten verbonden. Deze vereisten zijn uitgewerkt als de pre-SMP methodiek van het “natuurvriendelijk isoleren”. In de rapportage “Natuurvriendelijk isoleren van particuliere grondgebonden woningen onder het pre-Soortenmanagementplan” is een nadere toelichting en uitwerking van de vereisten weergegeven.
De voorwaarde onder sub c is gesteld om te verzekeren dat de ontheffing op grond van de pre-SMP methodiek ook echt wordt gebruikt als opstap naar een gebiedsgerichte ontheffing op grond van de SMP-methodiek. Bedoeling is dat die SMP-ontheffing tijdens de looptijd van de pre-SMP-ontheffing wordt voorbereid en er ten minste 6 maanden voor het verstrijken van de pre-SMP-ontheffing een ontvankelijke aanvraag wordt ingediend. Hierdoor kan de SMP-ontheffing, zonder dat een periode ontstaat waarin geen ontheffing geldig is, direct aansluitend op de looptijd van pre-SMP-ontheffing worden verleend. Om te kunnen beoordelen of dit bij de aanvraag voor de pre-SMP ontheffing is verzekerd, dient in beginsel een opdracht gegeven te zijn aan een ecologisch (advies) bureau om veldonderzoek uit te voeren die nodig is voor het opstellen van een SMP. In uitzonderingsgevallen kunnen we besluiten dat ook een gemeenteraadsbesluit tot het opstellen van een SMP en het indienen van een aanvraag om een gebiedsgerichte ontheffing binnen de looptijd voldoende is als verzekering.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2023-14518.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.