Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 28 november 2023 nr. 2098962/2099003 een opdracht ex artikel 3.18, lid 1 juncto lid 4 van de Wet natuurbescherming te geven tot beperking van de omvang van de populatie van de wasbeerhond (Nyctereutes procyonoides) tot een 0-stand op alle gronden gelegen binnen de provincie Noord-Holland

Gelet op

  • de Wet natuurbescherming (hierna Wnb);

    • o

      artikelen 2.7, 3.17, 3.18, 3.24, 3.25, 3.26; •

  • het Besluit natuurbescherming (hierna: Bnb);

    • o

      artikel 3.13 tot en met 3.16. •

  • U-verordening 1143/2014;

    • o

      artikel 19.

Overwegende dat

  • met plaatsing van de wasbeerhond (Nyctereutes procyonoides) op de Unielijst (EU-verordening 1143/2014) is komen vast te staan dat het noodzakelijk is de populatie uit te roeien, te beheersen of in te dammen;

  • de beperking van de omvang van de populatie noodzakelijk is om redenen als genoemd in artikel 3.17, lid 1, onder b van de Wet natuurbescherming;

  • de beperking van de omvang van de populatie direct verband houdt met en nodig is voor het beheer van de Natura 2000-gebieden in de provincie Noord-Holland en er daarom geen sprake van een vergunningplicht op grond van artikel 2.7, lid 2 van de Wet natuurbescherming.

Besluiten:

aan de Faunabeheereenheid Noord-Holland te Haarlem:

  • 1.

    een opdracht ex artikel 3.18, lid 1 juncto lid 4 van de Wet natuurbescherming te geven tot beperking van de omvang van de populatie van de wasbeerhond (Nyctereutes procyonoides) tot een 0-stand op alle gronden gelegen binnen de provincie Noord-Holland;

  • 2.

    hierbij het gebruik toe te staan van de middelen vangkooi, kastval, geweer en hond, en het gebruik van lokvoer, dat niet vergiftigd of verdovend is;

  • 3.

    daartoe ingevolge artikel 3.25, lid 4, onder a van de Wet natuurbescherming ontheffing te verlenen van het verbod van artikel 3.24, lid 2 van de Wet natuurbescherming om zich met een verboden middel (vangkooi) buiten gebouwen te bevinden;

  • 4.

    hierbij op grond van artikel 3.26, lid 3 van de Wet natuurbescherming ontheffing te verlenen van het verbod van artikel 3.16, eerste lid, sub a van het Besluit natuurbescherming en het gebruik toe te staan van het geweer na zonsondergang en voor zonsopkomst;

  • 5.

    hierbij op grond van artikel 3.26, lid 3 van de Wet natuurbescherming ontheffing te verlenen van het verbod van artikel 3.13, lid 4 van het Besluit natuurbescherming om het geweer te voorzien van een kunstmatige lichtbron, een voorziening om de prooi te verlichten, een vizier met beeldomzetter, een elektronische beeldversterker of enig ander instrument (inclusief warmtebeeldcamera/richtkijker) om in de nacht te schieten;

  • 6.

    hierbij op grond van artikel 3.26, lid 3 van de Wnb ontheffing te verlenen van het verbod van artikel 3.13, lid 4 van het Besluit natuurbescherming het gebruik toe te staan van een geluiddemper;

Op grond van artikel 5.3 van de Wet natuurbescherming verbinden wij aan dit besluit de navolgende voorschriften, beperkingen en geldigheid. Op grond van artikel 5.4, eerste en derde lid, van de Wnb kan de ontheffing worden ingetrokken als in strijd met de ontheffing of de voorschriften wordt gehandeld. Tevens is dan sprake van een economisch delict.

Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Op de naleving van het in of krachtens de Wet natuurbescherming en in dit besluit gestelde wordt toezicht gehouden door de toezichthouders van de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord.

Verantwoordelijkheden van de opdrachtnemer 

  • 2.

    Stichting Faunabeheereenheid Noord-Holland te Haarlem is als opdrachtnemer verantwoordelijk voor het naleven van de voorschriften 3, 4, en 5 van dit besluit.

  • 3.

    Dit besluit kan uitsluitend worden gebruikt door gemachtigde (medewerkers van) de Stichting Faunabeheereenheid Noord-Holland of door de Faunabeheereenheid gemachtigde personen. De Faunabeheereenheid laat jachtaktehouders op hun verzoek, door middel van een machtiging, gebruik maken van deze opdracht. De Faunabeheereenheid dient de gemachtigde vooraf aan de machtiging aantoonbaar volledig te informeren over de bepalingen, voorschriften en beperkingen van dit besluit. Bij niet nakomen van de verantwoordelijkheden van de gemachtigde, te weten de voorschriften 6, 7, 8, 9, 10, en 11, dient de FBE de machtiging in te trekken.

  • 4.

    Stichting Faunabeheereenheid Noord-Holland rapporteert jaarlijks middels het jaarverslag aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland over de, op basis van dit besluit, uitgevoerde maatregelen. Het jaarverslag wordt op de website van de Stichting Faunabeheereenheid Noord-Holland beschikbaar gesteld.

  • 5.

    Stichting Faunabeheereenheid Noord-Holland dient aantoonbaar inspanning te leveren om het doel van deze opdracht te behalen.

Verantwoordelijkheden van de gemachtigde

  • 6.

    De gemachtigde als bedoeld in voorschrift 3 is verantwoordelijk voor het naleven van de voorschriften 7, 8, 9, 10, en 11. De gemachtigde is tevens verantwoordelijk voor het in of krachtens de wet gestelde toepassen van de middelen en methoden als genoemd in besluitpunten 2, 3, 4, 5, en 6.

  • 7.

    De gemachtigde moet op of nabij het veld waar de gemachtigde gerechtigd tot uitvoering is ter plaatse waar deze een der handelingen verricht waartoe de opdracht strekt, aan de toezichthouders op eerste aanvrage een kopie van de opdracht aan de FBE, grondgebruikersverklaring, machtiging, en originele jachtakte tonen. Deze dient hiertoe aantoonbaar aanwezig te zijn op of nabij het veld waar de uitvoerders gerechtigd tot uitvoering zijn. Met uitzondering van de jachtakte mogen genoemde documenten langs elektronische weg, leesbaar worden getoond.

  • 8.

    Gedode dieren dienen ter voorkoming van de verspreiding van ziekten zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk voorafgaand aan de eerstvolgende zonsopgang na het doden te worden opgeruimd.

  • 9.

    De hond mag slechts ingezet worden om gewonde en gedode wasbeerhonden op te sporen.

  • 10.

    De vangkooi dient te zijn voorzien van een melder die een signaal geeft zodra er wat in het vangmiddel zit, een wildcamera die direct beelden doorzendt, of dient minimaal elke 24 uur ter plaatse te worden gecontroleerd. Gevangen dieren waar de vangkooi niet voor bestemd is worden zo snel mogelijk (binnen 24 uur) weer vrij gelaten. Gevangen wasbeerhonden worden zo snel mogelijk (binnen 24 uur) gedood.

  • 11.

    Het gebruik van de vangkooi (het scherp zetten van het vangmiddel) mag niet eerder plaatsvinden dan nadat de gemachtigde hiervan elektronisch melding heeft gemaakt bij de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord middels het digitale meldformulier op haar website.

  • 12.

    Het gebruik van het geweer tussen zonsondergang en zonsopgang mag niet eerder plaatsvinden dan nadat de ontheffinghouder of -gebruiker vóór 17:00 's middags, elektronisch melding heeft gemaakt bij de toezichthouders van de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord middels het digitale meldformulier op haar website.

Geldigheid

De opdracht geldt vanaf de dag na verzending tot 1 maart 2028.

Dierenwelzijn

Wellicht ten overvloede wijzen wij op de zorgplichtartikelen zoals deze zijn geregeld in de Wet natuurbescherming en in het bijzonder artikel 3.24, lid 1 van de wet, welke luidt: "Een ieder die een in het wild levend dier doodt of vangt voorkomt dat het dier onnodig lijdt". Deze zorgplicht geldt ook voor de wasbeerhond.

Kennisgeving

Dit besluit wordt door ons geplaatst op de website www.officielebekendmakingen.nl.

Meer informatie

Heeft u nog vragen? Neemt u dan contact op met de Provincie Noord-Holland via 023-514 3143.

Haarlem, 27 november 2023

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

A.T.H. van Dijk, voorzitter

M.J.H. van Kuijk, provinciesecretaris 

Namens Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

M.J.H. van Kuijk, provinciesecretaris

Naar boven