5e wijziging RSG

[Dit wijzigingsbesluit zal vanwege de verschillende data van inwerkingtreding in twee verschillende publicaties verwerkt worden. In dit Provinciaal blad zullen de wijzigingen van artikel I, onderdelen A tot en met HH, JJ tot en met PPP , TTT tot en met HHHHH en artikel II verwerkt worden.]

 

Gedeputeerde Staten van Gelderland

 

5e WIJZIGING REGELS SUBSIDIEVERLENING GELDERLAND 2023

 

 

GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

 

Gelet op artikel 3, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening Gelderland 2016

 

BESLUITEN

 

Vast te stellen de vijfde wijziging van de Regels Subsidieverlening Gelderland 2023

Artikel I  

De Regels Subsidieverlening Gelderland 2023 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

In artikel 1.1.1, onderdeel a, wordt “Verordening (EU) nr. 2021/1237 (PbEU 20121 L 270)” vervangen door: Verordening (EU) nr. 2023/1315 (PbEU 2023 L 167).

 

B

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 1.1.1, onderdeel n door een puntkomma, wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

  • o.

    onderneming in moeilijkheden: onderneming in moeilijkheden als bedoeld in artikel 2, randnummer 18 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening, artikel 2, randnummer 59 van de Landbouwvrijstellingsverordening of de Richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (PbEU 2014/C 249/01).

C

Artikel 1.3.2, derde lid, komt te luiden:

  • 3.

    Geen subsidie wordt verleend aan een onderneming in moeilijkheden, tenzij steunverlening expliciet is toegestaan op grond van het op de betreffende paragraaf van toepassing zijnde onderdeel van de Algemene groepsvrijstellingsverordening, de Landbouwgroepsvrijstellingsverordening of het goedkeuringsbesluit van de Europese Commissie.

D

In artikel 2.1.1 onder s, wordt “artikel 2, onder 8” vervangen door: artikel 2, onder 6.

 

E

Artikel 2.1.1 onderdeel y, komt te luiden:

  • y.

    Gelderse nationale landschappen: landschappen aangegeven op de themakaart nationale landschappen bij de Omgevingsverordening Gelderland;

F

Artikel 2.1.1 onderdeel z, komt te luiden:

  • z.

    Natura 2000-gebied: door het Rijk aangewezen Natura 2000-gebieden;

G

Na artikel 2.2d.4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 2.2d.5 Communautair toetsingskader

Subsidie als bedoeld in artikel 2.2d.1, wordt alleen verstrekt voor zover deze niet in strijd is met artikel 14 van de Landbouwgroepsvrijstellingsverordening.

 

H

Artikel 2.2e.6 onderdeel d komt te luiden:

  • d.

    bij de gemeenteraad een verzoek in te dienen om locatie waarop het landschapselement staat de functie van natuur of landschap toe te delen; en

I

In artikel 2.3.9, lid 1 onderdeel c wordt het woord “bestemming” vervangen door: functie.

 

J

In artikel 2.3.10, lid 2, onderdeel c wordt de zinsnede “tot wijziging van de bestemming” geschrapt.

 

K

Artikel 2.4.3 komt te luiden:

 

Artikel 2.4.3 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor subsidie komen de kosten voor het demonteren, verplaatsen en weer opbouwen van bestaande voorzieningen in aanmerking.

  • 2.

    Als sprake is van een modernisering van voorzieningen of een verhoging van de productiecapaciteit, komen de kosten bedoeld in artikel 14, zesde lid, onderdelen a tot en met d, van de Landbouwgroepsvrijstellingsverordening voor subsidie in aanmerking.

L

In artikel 2.4.4 wordt na ‘MKB-onderneming’ ingevoegd: met of zonder rechtspersoonlijkheid.

 

M

Artikel 2.4.5 komt te luiden:

 

Artikel 2.4.5 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie bedraagt:

    • a.

      100% van de subsidiabele kosten, bedoeld in artikel 2.4.3, eerste lid;

    • b.

      65% van de subsidiabele kosten, bedoeld in artikel 2.4.3, tweede lid.

  • 2.

    Het percentage genoemd in het eerste lid, onder b, kan worden verhoogd tot 80% als:

    • a.

      wordt voldaan aan een van de doelstellingen, bedoeld in artikel 14, derde lid, onder e, f of g, van de Landbouwgroepsvrijstellingsverordening; of

    • b.

      subsidie wordt verstrekt aan een jonge landbouwer als bedoeld in artikel 2, onder 61, van de Landbouwgroepsvrijstellingsverordening.

  • 3.

    De subsidie bedraagt maximaal € 500.000 per aanvraag.

N

In artikel 2.4.7 wordt na ‘artikel 16’ ingevoegd: in samenhang met artikel 14.

 

O

Artikel 2.5.2 derde lid komt te luiden:

  • 3.

    Subsidie als bedoeld in artikel 2.5.1, onder a en b, wordt slechts verstrekt als de aanvrager bij de een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, onder g, van de Omgevingswet of een vrijstelling als bedoeld in artikel 11.61 van het Besluit activiteiten leefomgeving in verbinding met artikel 4.30 van de Regeling leefomgeving overlegt die ziet op het betreffende leefgebied en de betreffende soort.

P

In artikel 2.5.5 wordt “grond van de Wet Natuurbescherming” vervangen door: bij of krachtens de Omgevingswet.

 

Q

Artikel 2.7.2, zevende lid, komt te luiden:

Als de aanvrager een grote onderneming is, wordt subsidie slechts verstrekt als de aanvrager het stimulerend effect van de aangevraagde subsidie aantoont door een met bewijsstukken onderbouwde beschrijving van de situatie zonder steun.

 

R

Artikel 2.7.5, zesde lid, komt te luiden:

Als de aanvrager een grote onderneming is, bevat de aanvraag een met bewijsstukken onderbouwde beschrijving van de situatie zonder steun.

 

S

In artikel 2.7.11, derde lid, wordt “Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014” vervangen door: de Algemene Groepsvrijstellingsverordening.

 

T

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 2.8.2, onder d door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e.

    Als de aanvrager een grote onderneming is, wordt subsidie slechts verstrekt als de aanvrager het stimulerend effect van de aangevraagde subsidie aantoont door een met bewijsstukken onderbouwde beschrijving van de situatie zonder steun.

U

Artikel 2.8.5, derde lid, komt te luiden:

Als de aanvrager een grote onderneming is, bevat de aanvraag een met bewijsstukken onderbouwde beschrijving van de situatie zonder steun.

 

V

In artikel 2.8.8 wordt het volgende gewijzigd:

  • 1.

    In lid 6 wordt “de Wet natuurbescherming” vervangen door: de Omgevingswet.

  • 2.

    In lid 7 wordt “bestemming” vervangen door: functie.

W

In artikel 2.8.9 wordt “bestemmingsplan” vervangen door: omgevingsplan.

 

X

Artikel 2.12.2, tweede lid komt te luiden:

  • 2.

    Subsidie als bedoeld in artikel 2.12.1, onder a, kan alleen worden verleend als op basis van een projectplan wordt aangetoond dat de subsidiabele activiteit bijdraagt aan de bescherming van de biodiversiteit in een Gelderse natuurparel, als opgenomen in bijlage 1 bij de Beleidsnota Actieve Soortenbescherming.

Y

Artikel 2.13.8, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In onderdeel a wordt “al eerder” vervangen door: in de afgelopen drie kalenderjaren.

  • 2.

    In onderdeel b wordt “al eerder” vervangen door: in de afgelopen drie kalenderjaren.

Z

In artikel 2.14.3, lid 1 wordt “zijn bestemming”, vervangen door: de aan die locatie toegedeelde functie.

 

AA

Onder vervanging van de punt door een puntkomma aan het slot van artikel 2.15.1.2 wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

 

  • f.

    Als de aanvrager een grote onderneming is, wordt subsidie slechts verstrekt als de aanvrager het stimulerend effect van de aangevraagde subsidie aantoont door een met bewijsstukken onderbouwde beschrijving van de situatie zonder steun.

BB

Artikel 2.15.1.5, tweede lid, komt te luiden:

Als de aanvrager een grote onderneming is, bevat de aanvraag een met bewijsstukken onderbouwde beschrijving van de situatie zonder steun.

 

CC

In artikel 2.15.2.4, derde lid, wordt “Groepsvrijstellingsverordening” vervangen door: Algemene Groepsvrijstellingsverordening.

 

DD

In artikel 2.15.4.5 wordt “Groepsvrijstellingsverordening” vervangen door: Algemene Groepsvrijstellingsverordening.

 

EE

In artikel 2.15.6.3 wordt onder vervanging van “:,en” aan het slot van onderdeel c in een punt, onderdeel d geschrapt.

 

FF

In artikel 2.15.7.4, tweede lid, onder a wordt na “wordt verwijderd” ingevoegd: of beperkt.

 

GG

In artikel 2.16.9 wordt “Groepsvrijstellingsverordening” vervangen door: Algemene Groepsvrijstellingsverordening.

 

HH

In artikel 2.17.1 onder r. wordt “als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet natuurbescherming” geschrapt

 

II

De titel van paragraaf 2.17a komt te luiden:

 

2.17a Investeringen in niet-bewezen brongerichte emissiereducerende innovaties in stalsystemen

 

JJ

In artikel 2.17b .5 tweede lid wordt “toegestane stikstofemissie op de vergunning in het kader van de Wet natuurbescherming” vervangen door: in de omgevingsvergunning toegestane stikstofemissie.

 

KK

In artikel 2.17b.8, derde lid wordt “vergunning in het kader van de Wet natuurbescherming, om de toegestane stikstofemissie op de vergunning” vervangen door: omgevingsvergunning om de daarin toegestane stikstofemissie.

 

LL

In artikel 2.20.3 wordt het volgende gewijzigd:

  • 1.

    In lid 1 onderdeel b, onder 3e wordt “bestemming” vervangen door: functie.

  • 2.

    In lid 1, onderdeel c wordt “ontheffing” vervangen door: omgevingsvergunning.

MM

In artikel 2.21.10, derde lid, wordt “vergunning in het kader van de Wet natuurbescherming” vervangen door: omgevingsvergunning.

 

NN

Voor paragraaf 2.26 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

 

Paragraaf 2.25 Managementmaatregelen melkveehouderij

 

Artikel 2.25.1 Begripsomschrijvingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    agromilieuklimaatverbintenis: verbintenis als bedoeld in artikel 34 van de Landbouwgroepsvrijstellingsverordening, die door een melkveehouderij wordt aangegaan voor een periode van vier jaar en die gericht is op het reduceren van stikstof- en methaanemissie en het monitoren daarvan;

  • b.

    melkveehouderij: landbouwbedrijf waarin melkkoeien worden gehouden voor de primaire productie van melk of de vermeerdering van melkkoeien.

Artikel 2.25.2 Subsidiabele activiteit

Subsidie kan worden verstrekt voor de uitvoering van een agromilieuklimaatverbintenis voor een of meer van de volgende managementmaatregelen:

  • a.

    verminderen van eiwit in het rantsoen;

  • b.

    meer uren weidegang.

Artikel 2.25.3 Criteria

Subsidie wordt alleen verstrekt als de managementmaatregelen worden uitgevoerd in de provincie Gelderland binnen het gebied dat wordt begrensd door de Nederrijn, de IJssel en de Veluwerandmeren.

 

Artikel 2.25.4 Aanvrager

Subsidie kan aangevraagd worden door een melkveehouderij met of zonder rechtspersoonlijkheid.

 

Artikel 2.25.5 Aanvraag

De aanvraag om subsidie bevat:

  • a.

    de meest recente Kringloopwijzer van de betreffende melkveehouderij;

  • b.

    de meest recente Gecombineerde opgave;

  • c.

    indien van toepassing: een offerte voor de aankoop van de meetsensoren.

Artikel 2.25.6 Subsidiabele kosten

  • 1.

    De volgende kosten komen voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      de extra kosten en de gederfde inkomsten door de uitvoering van de managementmaatregelen;

    • b.

      de kosten van meetsensoren.

  • 2.

    Als in de nationale wetgeving of in het recht van de Europese Unie nieuwe voorschriften in werking treden waardoor de managementmaatregel als bedoeld in artikel 2.25.2, onder b niet langer als bovenwettelijk is te beschouwen, komen de kosten van de uitvoering van deze managementmaatregel vanaf dat moment niet meer voor subsidie in aanmerking.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid komen bedoelde kosten nog maximaal twee jaar voor subsidie in aanmerking, voor zover het gaat om nieuwe nationale voorschriften die verder gaan dan de betrokken minimumvoorschriften van het recht van de Europese Unie.

Artikel 2.25.7 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie voor het verrichten van de managementmaatregel, bedoeld in artikel 2.25.2, aanhef en onder a wordt in overeenstemming met bijlage 6 bij deze regels berekend op basis van het aantal gram ruw eiwit per kilogram droge stof, en is een bedrag per koe, tot een maximum van 110 koeien, en bedraagt maximaal € 20.000.

  • 2.

    De subsidie voor het verrichten van de managementmaatregel, bedoeld in artikel 2.25.2, onder b, wordt in overeenstemming met bijlage 6 bij deze regels berekend met een bedrag per jaar per hectare, tot een maximum van 75 hectare, gebaseerd op het aantal uren weidegang per jaar per koe.

  • 3.

    De subsidie voor de aanschaf van meetsensoren bedraagt maximaal 65% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 19.500.

  • 4.

    Als de subsidie wordt verstrekt aan een jonge landbouwer als bedoeld in artikel 2, onderdeel 31, van de Landbouwgroepsvrijstellingsverordening, bedraagt de subsidie voor de aanschaf van meetsensoren in afwijking van het vijfde lid maximaal 80% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 24.000.

  • 5.

    De totale subsidie bedraagt minimaal € 25.001 en maximaal € 80.000 per aanvrager.

Artikel 2.25.8 Verplichtingen

  • 1.

    De subsidieontvanger is verplicht om binnen één maand na de verlening van de subsidie met de provincie een agromilieuklimaatverbintenis aan te gaan voor de managementmaatregelen waarvoor subsidie is verleend.

  • 2.

    De subsidieontvanger is verplicht om tijdens de uitvoering van de agromilieuklimaatverbintenis doorlopend de stikstof- en methaanemissies te meten met meetsensoren conform een meetprotocol dat voldoet aan de internationale stand van onderzoek of techniek.

  • 3.

    De subsidieontvanger is verplicht om de gegevens aan te leveren die de provincie nodig heeft voor monitoring, rapportage en verantwoording in het kader van de SPUK “Regeling specifieke uitkering provinciale versnellingsvoorstellen transitie landelijk gebied”.

Artikel 2.25.9 Weigeringsgronden

De subsidie wordt geweigerd als voor het verrichten van een van de in artikel 2.25.2 genoemde managementmaatregelen al eens subsidie is verstrekt.

 

Artikel 2.25.10 Bevoorschotting

Voor zover de subsidie betrekking heeft op de kosten, bedoeld in artikel 2.25.6, onder a, vindt de bevoorschotting als volgt plaats:

  • a.

    20% bij verlening van de subsidie;

  • b.

    20% na afloop van het eerste jaar;

  • c.

    20% na afloop van het tweede jaar;

  • d.

    20% na afloop van het derde jaar.

Artikel 2.25.11 Subsidievaststelling

In aanvulling op artikel 1.5.1 gaat de aanvraag tot vaststelling van de subsidie vergezeld van de volgende bewijsstukken over de vier jaren waarop de in artikel 2.25.2 bedoelde agromilieuklimaatverbintenis betrekking heeft:

  • a.

    de Kringloopwijzer van de betreffende melkveehouderij;

  • b.

    de Gecombineerde opgave;

  • c.

    de meetgegevens van de meetsensoren.

Artikel 2.25.12 Communautair toetsingskader

  • 1.

    De subsidie, bedoeld in artikel 2.25.2, onder a, wordt alleen verstrekt voor zover deze niet in strijd is met Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector (PbEU 2013, L 352/9), voor het laatst gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 2022/2046 (PbEU 2022, L 275/55).

  • 2.

    De subsidie, bedoeld in artikel 2.25.2, onder b, wordt alleen verstrekt voor zover deze niet in strijd is met artikel 34 van de Landbouwgroepsvrijstellingsverordening.

  • 3.

    De subsidie voor de kosten, bedoeld in 2.25.6, eerste lid, onder b, wordt alleen verstrekt voor zover deze niet in strijd is met artikel 14 van de Landbouwgroepsvrijstellingsverordening.

OO

In artikel 2.26.1 onderdeel b wordt : “artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming of omgevingsvergunning voor een Natura 2000- activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, onderdeel a, van het Besluit omgevingsrecht en na de inwerkingtreding van de Omgevingswet: omgevingsvergunning als bedoeld in” geschrapt.

 

PP

In artikel 2.26.10 eerste lid wordt het volgende gewijzigd:

  • 1.

    In onderdeel b wordt “bestemmingsplan” vervangen door: omgevingsplan.

  • 2.

    In onderdeel d wordt “de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet milieubeheer, dan wel” geschrapt.

QQ

In artikel 2.28.1 onderdeel a wordt “artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming of omgevingsvergunning voor een Natura 2000- activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, onderdeel a, van het Besluit omgevingsrecht en na de inwerkingtreding van de Omgevingswet: omgevingsvergunning als bedoeld in” geschrapt.

 

RR

Artikel 4.1.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De onderdelen a en d vervallen.

  • 2.

    De onderdelen b en c worden geletterd a en b.

  • 3.

    De onderdelen e tot en met k worden geletterd c tot en met i.

SS

Paragraaf 4.3 vervalt.

 

TT

Artikel 4.5.8, eerste lid, komt te luiden:

  • 1.

    De subsidieontvanger start binnen een jaar na het besluit tot subsidieverlening met het uitvoeren van de subsidiabele activiteit.

UU

De titel van paragraaf 4.10 komt te luiden:

 

Paragraaf 4.10 Eenvoudige maatregelen fietsveiligheid

 

VV

Artikel 4.10.2 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In artikel 4.10.2, tweede lid, wordt “Onverminderd” vervangen door: In aanvulling op.

  • 2.

    Artikel 4.10.2, derde lid, komt te luiden:

    • 3.

      Van het eerste lid kan worden afgeweken in de subsidiebeschikking.

WW

Artikel 4.10.3 komt te luiden:

 

Artikel 4.10.3 Aanvrager

Subsidie kan worden aangevraagd door een gemeente.

 

XX

In artikel 4.10.4, eerste lid, wordt “Onverminderd” vervangen door: In aanvulling op.

 

YY

In artikel 4.10.5, tweede lid, wordt “€ 50.000” vervangen door: € 100.000.

 

ZZ

Artikel 4.10.7 vervalt.

 

AAA

De titel van paragraaf 4.11 komt te luiden:

 

Paragraaf 4.11 Kruisingen en fietsoversteken

 

BBB

Artikel 4.11.2 komt te luiden:

Subsidie kan worden verstrekt als de maatregel is gericht op het verbeteren van de verkeersveiligheid op of direct te relateren aan een kruising of fietsoversteek die vermeld staat op https://atlas.gelderland.nl/gevaarlijke_fietsoversteekplaatsen.

 

CCC

Onder vernummering van artikelen 4.11.3 tot en met 4.11.8 tot 4.11.4 tot en met 4.11.9, wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

4.11.3 Vooroverleg

  • 1.

    Voordat een aanvraag wordt ingediend, vindt vooroverleg plaats aan de hand van het ontwerp van de beoogde maatregel dat door de aanvrager wordt aangeleverd.

  • 2.

    Het doel van het vooroverleg is het bespreken van het ontwerp aan de hand van de geldende CROW-richtlijnen.

  • 3.

    Het vooroverleg vindt plaats binnen 4 weken na ontvangst van het ontwerp.

DDD

Artikel 4.11.4 (nieuw) komt te luiden:

 

Artikel 4.11.4 Aanvrager

Subsidie kan worden aangevraagd door een gemeente.

 

EEE

In artikel 4.11.5 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In artikel 4.11.5, eerste lid, wordt “Onverminderd” vervangen door: In aanvulling op.

  • 2.

    In artikel 4.11.5, tweede lid, wordt “Onverminderd” vervangen door: In aanvulling op.

FFF

Artikel 4.11.8 (nieuw) komt te luiden:

 

Artikel 4.11.8 Verplichting

De subsidieontvanger start binnen een jaar na het besluit tot subsidieverlening met het uitvoeren van de subsidiabele activiteit.

GGG

Artikel 4.11.9 (nieuw) komt te luiden:

 

Artikel 4.11.9 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd als:

  • a.

    de kruising of fietsoversteek is gelegen op het hoofdfietsnet, bedoeld in het definitiekader Hoofdfietsnet Gelderland; of

  • b.

    naar het oordeel van de provincie het ontwerp niet in afdoende mate voldoet aan de geldende CROW-richtlijnen.

HHH

In artikel 5.3.4, lid 1, onderdeel a wordt “bestemming” vervangen door: functie.

 

III

Artikel 5.3.7, lid 5 komt te luiden:

  • 5.

    Bij de berekening van het tekort als bedoeld in artikel 5.3.5, tweede lid, wordt geen rekening gehouden met bruto aanvangsrendementen en risicovoorzieningen hoger dan 5% bij hoger dan 5% bij de toedeling van een hoofdfunctie wonen of een commerciële functie. Bij de toedeling van een andere functie geldt bij deze berekening een bruto aanvangsrendement van 8%.

JJJ

Artikel 5.3.9, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    Subsidie als bedoeld in artikel 5.3.1, aanhef en onder b, wordt alleen verstrekt voor zover deze niet in strijd is met hoofdstuk I en artikel 38 bis en 41 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening.

KKK

In artikel 5.8.6, eerste lid, onder b, iii, wordt “ctief” vervangen door: actief.

 

LLL

Onder vernummering van het eerste tot en met het derde lid van artikel 5.8.8 tot tweede tot en met vierde lid, wordt een lid ingevoegd luidende:

  • 1.

    De subsidiabele activiteiten starten in het jaar waarin de subsidie wordt aangevraagd.

MMM

Paragraaf 5.9 vervalt.

 

NNN

Artikel 6.3.1 onder e komt te luiden:

  • e.

    herbestemmen: toedelen van een nieuwe functie aan een locatie in een omgevingsplan of een projectbesluit;

OOO

Paragraaf 6.5 vervalt.

 

PPP

In artikel 6.6.1, onderdeel d, wordt “de Wet ruimtelijke ordening verband houden met de kosten van de grondexploitatie” vervangen door: afdeling 16.3 van de Omgevingswet verband houden met de kostenverhaalplicht.

 

QQQ

Artikel 6.8.3 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In onderdeel b komt onderdeel i te luiden:

    • i.

      kleiner is dan de te verlaten woning;

  • 2.

    onderdeel c komt te luiden:

    • c.

      als een verhuistraject is doorlopen.

RRR

Artikel 6.8.7 komt te luiden:

Subsidie als bedoeld in artikel 6.8.2 wordt geweigerd als de aanvrager:

  • a.

    in de afgelopen drie jaar al een tegemoetkoming in de verhuiskosten van ten minste € 1.000 heeft ontvangen;

  • b.

    op de datum van aanmelding van het verhuistraject al een woning heeft geaccepteerd, of al een aanbod heeft ontvangen voor een woning als bedoeld in artikel 6.8.3 onder b.

SSS

Na artikel 6.8.7 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

 

Artikel 6.8.8 Overgangsrecht

Een aanvraag om subsidie waarbij de te betrekken woning groter dan 65 m², maar kleiner is dan de woning die wordt verlaten en waarvan de huurovereenkomst is getekend in de periode 4 september 2023 tot 29 november 2023 kan worden ingediend tot en met 30 december 2023.

 

TTT

Artikel 7.1.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onderdeel d komt te luiden:

    • d.

      experimentele ontwikkeling: experimentele ontwikkeling als gedefinieerd in artikel 2, randnummer 86 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening;

  • 2.

    Onderdeel g komt te luiden:

    • g.

      Industrieel onderzoek: industrieel onderzoek als gedefinieerd in artikel 2, randnummer 85 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening;

  • 3.

    In onderdeel n wordt “bestemming” vervangen door: functie.

UUU

Artikel 7.4.2 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Aan het slot van artikel 7.4.2, eerste lid onderdeel b wordt na “;” ingevoegd: en,

  • 2.

    Onder vervanging van “;en,” in een punt aan het slot van artikel 7.4.2, eerste lid, onderdeel c, vervalt artikel 7.4.2 eerste lid onderdeel d.

VVV

Artikel 7.5.1 onder d komt te luiden:

  • d.

    klimaatadaptatie, met uitzondering van CO2-afvang en -opslag en CO2-afvang en -gebruik;

WWW

In artikel 7.5.6, vijfde lid, wordt "45%” vervangen door: 30%.

 

XXX

In artikel 8.1.1 komen de onderdelen a tot en met d te vervallen.

 

YYY

Paragraaf 8.2 komt te luiden:

 

Paragraaf 8.2 Lokale hernieuwbare energieprojecten

 

ZZZ

Onder vernummering van de artikelen 8.2.1 tot en met 8.2.7 tot 8.2.2 tot en met 8.2.8 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

8.2.1 Begripsomschrijvingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

AAAA

Artikel 8.2.2 (nieuw) komt te luiden:

 

Artikel 8.2.2 Subsidiabele activiteit

Subsidie kan worden verstrekt voor de uitvoering van een lokaal hernieuwbare-energieproject.

 

BBBB

In artikel 8.2.3 (nieuw), eerste lid, wordt “lokale duurzame energiebedrijven en rechtspersonen zonder winstoogmerk” vervangen door: een hernieuwbare-energiegemeenschap of een rechtspersoon zonder winstoogmerk.

 

CCCC

In artikel 8.2.4 (nieuw), eerste lid, wordt “lokale duurzame energiebedrijven, rechtspersonen zonder winstoogmerk en VvE’s” vervangen door: een hernieuwbare-energiegemeenschap, een rechtspersonen zonder winstoogmerk en een VvE.

 

DDDD

Artikel 8.2.5 (nieuw) komt te luiden:

 

Artikel 8.2.5 Niet-subsidiabele kosten

Geen subsidie wordt verstrekt voor:

  • a.

    de verwerving van grond of gebouwen;

  • b.

    kosten voor dakrenovatie, dakversteviging of asbestverwijdering;

  • c.

    exploitatiekosten; of

  • d.

    kosten voor beëindiging of ontmanteling van het lokale hernieuwbare energieproject.

EEEE

Artikel 8.2.6 (nieuw) komt te luiden:

 

Artikel 8.2.6 Aanvraag

  • 1.

    In aanvulling op artikel 1.2.3 wordt bij de aanvraag door een hernieuwbare-energiegemeenschap of een rechtspersoon zonder winstoogmerk verstrekt:

    • a.

      een document met een overzicht van NAW-gegevens van de deelnemende natuurlijke personen;

    • b.

      een opgave van de hoogte van de financiële bijdrage per natuurlijke persoon; en

    • c.

      offertes ter ondersteuning van de projectbegroting.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 1.2.3 wordt bij de aanvraag door een VvE verstrekt:

    • a.

      een document met een overzicht van NAW-gegevens van haar leden en van de hoogte van de gezamenlijke financiële bijdrage;

    • b.

      een besluit van de VvE tot financiële deelname met een bedrag dat minimaal 25% van de kosten van het lokaal hernieuwbare-energieproject bedraagt;

    • c.

      offertes ter ondersteuning van de projectbegroting; en

    • d.

      als de aanvraag namens samenwerkende VvE’s wordt ingediend: een verklaring van alle betrokken VvE’s waaruit de aard en de omvang van de samenwerking blijkt of een kopie van de samenwerkingsovereenkomst.

  • 3.

    Een aanvraag voor subsidie wordt voor 1 oktober ingediend.

FFFF

Artikel 8.2.8 (nieuw) komt te luiden:

 

Artikel 8.2.8 Wijze van berekening subsidiebedrag

  • 1.

    De hoogte van de subsidie als bedoeld in artikel 8.2.7 wordt gekoppeld aan het geïnstalleerde vermogen dat is opgegeven in de aanvraag.

  • 2.

    Het subsidiebedrag wordt bij de vaststelling naar verhouding aangepast als het feitelijk geïnstalleerde vermogen lager is dan in de aanvraag is opgegeven.

GGGG

Na artikel 8.2.8 (nieuw) wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 8.2.9 Verplichting

De subsidieontvanger start in het kalenderjaar waarin de subsidie wordt aangevraagd met het uitvoeren van de subsidiabele activiteit.

 

HHHH

Artikel 8.3.1, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    Deze paragraaf is niet van toepassing op de hernieuwbare-energiegemeenschap, genoemd in paragraaf 8.2.

IIII

Artikel 8.5.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In onderdeel a wordt “afdeling 2.6 van het Activiteitenbesluit milieubeheer” vervangen door: paragraaf 5.4.1 van het Besluit activiteiten leefomgeving.

  • 2.

    In onderdeel c wordt “artikel 2.15 van het Activiteitenbesluit milieubeheer” vervangen door: paragraaf 5.4.1 van het Besluit activiteiten leefomgeving.

JJJJ

Artikel 8.7.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onderdeel a komt te luiden:

    • a.

      bodem: bodem, inclusief de bodem en oevers van een oppervlaktewater;

  • 2.

    In onderdeel e wordt: “als bedoeld in artikel 13 van de Wet bodembescherming en artikel 6.8 van de Waterwet” geschrapt.

  • 3.

    Onder vervanging van de punt komma door een punt aan het slot van onderdeel f wordt onderdeel g geschrapt.

KKKK

In artikel 8.9.1, eerste lid onder a wordt “artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht” vervangen door: de bijlage bij artikel 1.1 van de Omgevingswet.

 

LLLL

Artikel 8.10.1 komt te luiden:

 

Artikel 8.10.1 Begripsomschrijvingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    eigenaar: rechtspersoon zonder winstoogmerk die eigenaar, erfpachter of opstalhouder is van maatschappelijk vastgoed;

  • b.

    maatschappelijk vastgoed:

    • I.

      door het Rijk bekostigd schoolgebouw of nevenvestiging als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 1 van de Wet op de expertisecentra of artikel 1 van de Wet voortgezet onderwijs 2020;

    • II.

      gebouwde onroerende zaak in eigendom van een culturele instelling, waaronder in ieder geval een bibliotheek, theater of museum;

    • III.

      gebouwde onroerende zaak in eigendom van een zorgaanbieder binnen de deelsectoren ouderenzorg, gehandicaptenzorg, jeugdzorg, revalidatie en welzijn, voor zover deze zorgaanbieder geen aanspraak kan maken op borging via het Waarborgfonds voor de Zorgsector;

    • IV.

      gebouwde onroerende zaak met een publieksfunctie, waaronder in ieder geval een buurthuis, dorpshuis, wijkcentrum, gebedshuis, levensbeschouwelijke instelling of gemeenschapscentrum;

    • V.

      onroerende zaak in eigendom van een sportclub, waaronder ook een zwembad;

  • maar geen gebouwde onroerende zaken of gedeelten daarvan met een woonfunctie als bedoeld in de bijlage bij artikel 1.1, onderdeel B, van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • c.

    SVn: Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten;

  • d.

    verduurzamingsmaatregelen: maatregelen die leiden tot energieopslag, de productie van duurzame energie of energiebesparende maatregelen, waaronder isolatie, beglazing en constructieonderdelen.

MMMM

Artikel 9.3.4 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Voor de tekst wordt de aanduiding "1." geplaatst.

  • 2.

    Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

    • 2.

      Een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 9.3.2. onder a kan worden ingediend tot 18 mei 2024.

NNNN

Artikel 9.3.8 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het vierde lid komt te luiden:

    • 4.

      De activiteiten waarvoor subsidie onder de Regio Deal Foodvalley wordt aangevraagd zijn voor 31 mei 2029 afgerond.

  • 2.

    Na het vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

    • 5.

      De activiteiten waarvoor subsidie onder de Regio Deal Veluwe wordt aangevraagd zijn binnen twee maanden voorafgaand aan het einde van de looptijd van de Regio Deal afgerond.

OOOO

In artikel 11.1.1 komen de onderdelen a tot en met o te vervallen.

 

PPPP

Artikel 11.2.7 vervalt.

 

QQQQ

Onder vernummering van artikel 11.2.1 tot en met artikel 11.2.6 tot artikel 11.2.2 tot en met artikel 11.2.7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 11.2.1 Begripsomschrijvingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    economische spin-off: realiseren van de additionele opbrengsten door het vergroten van bestedingen van bezoekers, deelnemers, media en de organisaties in Gelderland;

  • b.

    kernsport: atletiek met inbegrip van de wandelsport, tennis, hippische sport, volleybal en wielersport;

  • c.

    kernsportbond:

    • i.

      atletiek: Koninklijke Nederlandse Atletiekunie en Koninklijke Wandel Bond Nederland;

    • ii.

      hippische sport: Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie;

    • iii.

      wielersport: Koninklijke Nederlandsche Wielerunie en Nederlandse Toerfietsunie;

    • iv.

      volleybal: Nederlandse Volleybalbond;

    • v.

      tennissport: Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond;

  • d.

    multi-sportevenement: sportevenement dat bestaat uit wedstrijden tussen georganiseerde teams of individuele sporters in twee of meer sporten, waarvan tenminste één kernsport;

  • e.

    nationaal topniveau: hoogste nationale competitieniveau voor senioren;

  • f.

    programma van side events: plan tot uitvoering van twee of meer side events;

  • g.

    programma: samenhangende reeks van projecten en activiteiten met een gezamenlijk doel;

  • h.

    side event: evenement-versterkende activiteit voor, tijdens of na het sportevenement, dat een duidelijke verbinding heeft met het sportevenement en gericht is op het vergroten van de maatschappelijk of economische spin-off van het sportevenement;

  • i.

    Uitvoeringsbeleid Gelderland Sport: Uitvoeringsbeleid van Gedeputeerde Staten ter uitvoering van de Beleidsagenda Gelderland Sport! 2020-2023 (PS2020-400).

RRRR

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 11.2.3 (nieuw), eerste lid, onderdeel i door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • j.

    het sportevenement vindt voor 1 oktober 2024 plaats.

SSSS

Van artikel 11.2.3 (nieuw) komen het tweede lid en de aanduiding “1.” voor het eerste lid te vervallen.

 

TTTT

Onder vernummering van artikel 11.4.1 tot en met artikel 11.4.7 tot artikel 11.4.2 tot en met artikel 11.4.8 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 11.4.1 Begripsomschrijvingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    olympische sport: wedstrijdsport, geprogrammeerd voor de Olympische Spelen in 2021, 2022 of 2024;

  • b.

    paralympische sport: wedstrijdsport, geprogrammeerd voor de Paralympische Spelen in 2021, 2022 of 2024;

  • c.

    regionaal sporttalentenprogramma: trainingsprogramma voor een of meer olympische sporten of een of meer paralympische sporten dat ontwikkelkansen biedt voor sporttalenten;

  • d.

    sportbond: overkoepelende organisatie van sportverenigingen die op nationaal niveau representatief is voor een of meer takken van sport en aangesloten is bij een internationale sportbond;

  • e.

    sporttalent: in Gelderland woonachtige sporter aan wie door NOC*NSF of de sportbond de Topsport Talentstatus is toegekend of aan wie door Stichting Topsport Gelderland de status van Gelders sporttalent is toegekend.

UUUU

In artikel 11.4.2 (nieuw) komen het tweede lid alsmede de aanduiding "1." voor het eerste lid te vervallen.

 

VVVV

Artikel 11.4.3 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onderdeel a komt te luiden:

    • a.

      in het programma worden ten minste vijftien sporttalenten in een olympische sport of vijf sporttalenten in een paralympische sport opgeleid om te kunnen deelnemen aan nationale topsportprogramma’s;

  • 2.

    In onderdeel f wordt na ‘van NOC*NSF.’ ingevoegd: Voor olympische sport geldt dat de trainers en coaches minimaal over het kwalificatieprofiel trainer-coach 3 beschikken.

  • 3.

    Het derde lid komt te luiden:

    • 3.

      Subsidie wordt voorts alleen verstrekt:

      • a.

        als de aanvrager met ten minste vijf sportclubs in Gelderland voor een olympische of twee sportclubs in Gelderland voor een paralympische sport samenwerkt aan het verbeteren van de jeugdopleiding bij deze clubs;

      • b.

        in geval de aanvrager geen sportbond is, als de betreffende sportbond of sportbonden hebben verklaard of het regionaal sporttalentenprogramma in het meerjarenopleidingsplan van de bond of bonden past, of, als de aanvraag een paralympische sport betreft, in hun beleidsplan;

      • c.

        in geval de aanvrager een sportbond is, als het regionaal sporttalentenprogramma in het meerjarenopleidingsplan van de betreffende sportbond of sportbonden past of, als de aanvraag een paralympische sport betreft, in hun beleidsplan.

WWWW

In onderdeel a van artikel 11.4.5 wordt ‘artikel 11.4.2’ vervangen door: artikel 11.4.3.

 

XXXX

In onderdeel b van artikel 11.4.5 wordt ‘artikel 11.4.7’ vervangen door: artikel 11.4.8.

 

YYYY

In artikel 11.4.6 wordt ‘€ 45.000’ vervangen door: € 55.000.

 

ZZZZ

De titel van paragraaf 12.2 komt te luiden: Paragraaf 12.2 80 jaar Vrijheid

 

AAAAA

Artikel 12.2.1 komt te luiden:

 

Artikel 12.2.1 Begripsomschrijvingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    Programma Vrijheid: programma 80 jaar Vrijheid, zoals vastgesteld door Gedeputeerde Staten bij besluit van 26 september 2023 en eventueel nadien gewijzigd;

  • b.

    regio: regio's Veluwe, Achterhoek/Liemers, Airborne Region, Rivierengebied en Rijk van Nijmegen. Een regio is een verband van gemeenten in een gebied, aangegeven op de regiokaart die is opgenomen in het Programma Vrijheid, die samenwerken bij de opstelling en uitvoering van een regioprogramma in het kader van 80 jaar Vrijheid en worden vertegenwoordigd door een door hen aangewezen gemeente;

  • c.

    regioproject: project ter uitvoering van een regioprogramma;

  • d.

    regioprogramma: beleid van de samenwerkende gemeenten in de regio in het kader van 80 jaar Vrijheid, gericht op het vergroten van het bewustzijn van de waarde van vrijheid en projecten ter uitvoering van dit beleid.

BBBBB

Artikel 12.2.2 komt te luiden:

 

Artikel 12.2.2 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden aangevraagd voor de voorbereiding en uitvoering van:

  • a.

    een regioproject;

  • b.

    een groot Gelders evenement.

CCCCC

Artikel 12.2.3 komt te luiden:

 

Artikel 12.2.3 Criteria regioproject

Subsidie voor een regioproject wordt verstrekt als het aan de volgende criteria voldoet:

  • a.

    de Tweede Wereldoorlog is het uitgangspunt;

  • b.

    de actualiteit rond het thema vrijheid en herdenken maakt substantieel deel uit van de activiteiten;

  • c.

    het beoogt het bewustzijn van de waarde van vrijheid bij de inwoners van Gelderland te vergroten;

  • d.

    het heeft een bovenlokaal of regionaal bereik;

  • e.

    het stimuleert ontmoeting en moedigt deelnemers aan met elkaar in gesprek te gaan over vrijheid en herdenken;

  • f.

    bij de realisatie van het project worden tenminste twee van de volgende groepen actief betrokken:

    • 1e.

      veteranen die hebben deelgenomen aan een vredesmissie;

    • 2e.

      jongeren;

    • 3e.

      ooggetuigen van oorlogsgeweld of hun nabestaanden;

    • 4e.

      Nederlanders met een migratieachtergrond.

  • g.

    het past in het regioprogramma van de betreffende regio.

DDDDD

Artikel 12.2.4 komt te luiden:

 

Artikel 12.2.4 Criteria grote Gelderse evenementen

Subsidie voor een groot Gelders evenement wordt verstrekt als het project aan de volgende criteria voldoet:

  • a.

    de Tweede Wereldoorlog is het uitgangspunt;

  • b.

    de actualiteit rond het thema vrijheid en herdenken maakt substantieel deel uit van de activiteiten;

  • c.

    het beoogt het bewustzijn van de waarde van vrijheid te vergroten;

  • d.

    het heeft bovenregionaal bereik en provinciebrede uitstraling;

  • e.

    het is aannemelijk dat het grote media-aandacht genereert;

  • f.

    de organisator heeft over de uitvoering schriftelijke afspraken gemaakt met de provincie en de betrokken gemeente of gemeenten.

EEEEE

Artikel 12.2.5 komt te luiden:

Artikel 12.2.5 Advies over regioproject

Gedeputeerde Staten vragen de regio advies uit te brengen of een regioproject in het regioprogramma past.

 

FFFFF

Artikel 12.2.6 vervalt en artikel 12.2.7 tot en met artikel 12.2.10 worden vernummerd tot artikel 12.2.6 tot en met artikel 12.2.9.

 

GGGGG

Artikel 12.2.8 (nieuw), eerste lid komt te luiden:

  • 1.

    Subsidie wordt geweigerd als het regioproject of groot Gelders evenement niet binnen het programma Vrijheid past.

HHHHH

Artikel 12.2.9 (nieuw) komt te luiden:

 

Artikel 12.2.9 Verplichtingen

  • 1.

    De subsidieontvanger is verplicht de activiteit in de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 augustus 2025 uit te voeren.

  • 2.

    De subsidieontvanger is verplicht bij online en offline uitingen over de activiteit en bij de uitvoering van de activiteit gebruik te maken van het logo van het programma Vrijheid en het logo van de provincie Gelderland.

  • 3.

    De subsidieontvanger stelt beeld- of audiomateriaal van de activiteit aan de provincie beschikbaar ten behoeve van publicatie door de provincie.

Artikel II  

De artikelsgewijze toelichting op de RSG wordt als volgt gewijzigd:

 

A

In de algemene toelichting onder het kopje staatssteun wordt in de zesde alinea het volgende gewijzigd:

  • 1.

    Na “2.19,”, wordt ingevoegd: 2.25,.

  • 2.

    Na “5.3” wordt ingevoegd ingevoegd: (voor wat betreft artikel 5.3.1 onderdelen a tot en met d).

B

In de algemene toelichting wordt onder het kopje staatssteun wordt in de achtste alinea ““5.3 (5.3.1, aanhef en onder e)” vervangen door 5.3 (voor wat betreft artikel 5.3.1 onder e en f).

 

C

In de toelichting op artikel 2.3.4 wordt “bestemming” vervangen door: functie.

 

D

In artikel 2.7.8 wordt “Als de subsidieaanvrager een grote onderneming is, voegt hij een contrafeitelijk scenario toe. Met het contrafeitelijke scenario wordt de situatie bedoeld dat de maatregel niet wordt uitgevoerd als er geen subsidieregeling zou zijn. Wanneer de provincie een aanvraag ontvangt, wordt het contrafeitelijke scenario op zijn getoetst.” geschrapt.

 

E

In de slotzin van de toelichting op artikel 2.8.8 wordt “bestemmingsplan” vervangen door: omgevingsplan.

 

F

In de toelichting op artikel 2.15.7, achtste lid wordt “bestemming” vervangen door: functie.

 

G

In de slotzin van de toelichting op artikel 2.15.6.1 wordt “bestemmingsplan” vervangen door: omgevingsplan.

 

H

Voor de artikelsgewijze toelichting op paragraaf 2.26 wordt de volgende toelichting ingevoegd:

 

Paragraaf 2.25 Managementmaatregelen melkveehouderij

Algemeen

De subsidieregeling beoogt melkveehouders ertoe te bewegen managementmaatregelen te treffen die zorgen voor een reductie van de stikstof- en methaanemissie. Voor deze aanpassingen in de bedrijfsvoering gaat een melkveehouder voor een periode van vier jaar een vrijwillige agromilieuklimaatverbintenis aan met de provincie. De verbintenis gaat over maatregelen waartoe de veehouders niet al op basis van de bestaande nationale en Europese regelgeving verplicht zijn, en zijn in die zin bovenwettelijk. Het gaat om maatregelen waarvan het positieve effect op de natuurwetenschappelijk is aangetoond.

 

Artikel 2.25.5 Aanvraag

De Kringloopwijzer is ontwikkeld voor melkveehouders voor het in beeld brengen van een efficiënte mineralenbenutting en de uitstoot van broeikasgassen en ammoniak. Met dit instrument krijgt een melkveehouder inzicht in de mineralenprestatie van het bedrijf. De Gecombineerde opgave is de jaarlijkse opgave voor agrariërs. Met deze opgave leveren zij gegevens aan bij RVO.nl voor de Landbouwtelling, de mestwetgeving en diverse subsidies.

 

Artikel 2.25.6 Subsidiabele kosten

Tweede en derde lid

Deze bepalingen zijn opgenomen in verband met artikel 34, vijfde en elfde lid, van de Landbouwvrijstellingsverordening (LVV). Als nieuwe voorschriften ertoe leiden dat de managementmaatregel wettelijk verplicht wordt, komt deze – afhankelijk van de managementmaatregel – niet meer of nog maar voor een beperkte periode van maximaal 2 jaar voor subsidie in aanmerking.

 

Artikel 2.25.7 Hoogte van de subsidie

Algemeen

De kosten van de managementmaatregelen worden berekend op basis van gemiddelde extra kosten en gederfde inkomsten in plaats van op basis van individuele kosten en gederfde inkomsten. De standaardvergoedingen voor de extra kosten en gederfde inkomsten zijn berekend door een onafhankelijk adviesbureau (DLV Advies, ‘Onderbouwing bedragen subsidie Gelderland’, 25 oktober 2023). Dit is gebeurd op basis van gegevens uit het handboek Kwantitatieve Informatie Veehouderij (KWIN-V), onderzoeken van Wageningen University & Research (WUR) en informatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

 

Artikel 2.25.8 Verplichtingen

Eerste lid

De agromilieuklimaatverbintenis bevat (nadere) afspraken over de managementmaatregelen die de melkveehouder zal treffen, zoals over het aantal koeien en het aantal hectaren. De agromilieuklimaatverbintenis is een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36, eerste lid, van de Awb.

 

Artikel 2.25.9 Weigeringsgrond

Deze bepaling is er in het bijzonder op gericht te voorkomen dat cumulatie plaatsvindt met betalingen op basis van de Eco-regeling in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Die beperking is specifiek voor agromilieuklimaatverbintenissen van belang vanwege het bepaalde in artikel 8, zesde lid van de LVV.

 

Artikel 2.25.12 Communautair toetsingskader

De Rijksoverheid voorziet er met onder meer SABE-vouchers voor bedrijfsadviezen in dat bedrijven die steun ontvangen met toepassing van artikel 34 van de LVV, toegang hebben tot de voor de uitvoering van de agromilieuklimaatverbintenis vereiste kennis en informatie en dat zij indien nodig een passende opleiding kunnen volgen en toegang tot deskundigheid krijgen. Daarmee wordt voldaan aan artikel 34, zesde lid, van de LVV.

 

I

In de toelichting op artikel 2.26.2 wordt “bedoeld in artikel 1 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht, dan wel, na inwerkingtreding van de Omgevingswet” geschrapt.

 

J

De toelichting op artikel 2.27.9 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de eerste zin wordt “in artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming of omgevingsvergunning voor een Natura 2000- activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, onderdeel a, van het Besluit omgevingsrecht (vanaf 1 januari 2024: omgevingsvergunning als bedoeld” geschrapt.

  • 2.

    De tweede zin komt te luiden:

    Aanvrager dient een wijziging van het legalisatieverzoek in. Als gevolg daarvan kan aanvrager:

    • -

      een natuurvergunning ontvangen en wijziging van het legalisatieverzoek,

    • -

      een positieve weigering omdat geen natuurvergunning nodig blijkt, of

    • -

      geen vergunning omdat niet wordt voldaan aan de daarvoor gestelde vereisten.

  • 3.

    “De natuurvergunning is de vergunning als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming of omgevingsvergunning voor een Natura 2000- activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, onderdeel a, van het Besluit omgevingsrecht (vanaf 1 januari 2024: omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, onderdeel e, van de Omgevingswet).

K

In de toelichting op artikel 2.28.2 wordt “, bedoeld in artikel 1 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht, dan wel, na inwerkingtreding van de Omgevingswet” geschrapt.

 

L

In de toelichting op artikel 3.4.1 komt de eerste zin te luiden:

 

Onder een rapport kan bijvoorbeeld ook worden verstaan een visie, verkenning, oriëntatie, kaartenatlas of bodemboek. Het rapport kan bijvoorbeeld gericht zijn op: a. het in beeld brengen en delen van bodem- en ondergrondaspecten die gebruikt worden voor een planvormingstadium van een ruimtelijke ingreep, het opstellen van een omgevingsvisie of omgevingsplan.

 

M

In de toelichting op artikel 8.3.1 wordt “lokaal duurzaam energiebedrijf” vervangen door: hernieuwbare-energiegemeenschap.

 

N

In de toelichting op artikel 8.3.5 wordt “de Wet ruimtelijke ordening verband houden met de kosten van de grondexploitatie” vervangen door: afdeling 16.3 van de Omgevingswet verband houden met de kostenverhaalplicht en “inpassingsplan” door: projectbesluit.

 

O

Na Bijlage 5 wordt een nieuwe bijlage ingevoegd, die luidt:

 

Bijlage 6. Subsidiebedragen paragraaf 2.25 Managementmaatregelen melkveehouderij

Subsidiebedragen per maatregel behorend bij paragraaf 2.25 Managementmaatregelen melkveehouderij, artikel 2.25.7, eerste en tweede lid, van de Regels Subsidieverlening Gelderland 2023.

 

Verminderen van eiwit in het rantsoen (artikel 2.25.2, onder a)

Gram ruw eiwit per kg droge stof

Vergoeding per koe

Maximum subsidie melkveehouder per jaar

Meer dan 160

€ 0

€ 0

159 - 160

€ 19

€ 2.090

157 - 158

€ 38

€ 4.180

155 - 156

€ 57

€ 6.270

153 - 154

€ 76

€ 8.360

Minder dan 153

€ 95

€ 10.450

 

Meer uren weidegang (artikel 2.25.2, onder b)

Uren weidegang

Vergoeding per hectare

Maximum per melkveehouder, per jaar

820 tot 920 uur per jaar, per koe

€ 17,79

€ 1.334,00

920 tot 1020 uur per jaar, per koe

€ 35,58

€ 2.669,00

1020 tot 1120 uur per jaar, per koe

€ 53,37

€ 4.003,00

1120 tot 1220 uur per jaar, per koe

€ 71,16

€ 5.337,00

1220 tot 1320 uur per jaar, per koe

€ 88,95

€ 6.671,00

1320 tot 1420 uur per jaar, per koe

€ 106,74

€ 8.006,00

1420 tot 1520 uur per jaar, per koe

€ 124,53

€ 9.340,00

1520 tot 1620 uur per jaar, per koe

€ 142,32

€ 10.674,00

1620 tot 1720 uur per jaar, per koe

€ 160,11

€ 12.008,00

1720 tot 1820 uur per jaar, per koe

€ 177,90

€ 13.343,00

1820 tot 1920 uur per jaar, per koe

€ 195,69

€ 14.677,00

1920 tot 2020 uur per jaar, per koe

€ 213,48

€ 16.011,00

2020 tot 2120 uur per jaar, per koe

€ 231,27

€ 17.345,00

2120 tot 2220 uur per jaar, per koe

€ 249,06

€ 18.680,00

2220 tot 2320 uur per jaar, per koe

€ 266,85

€ 20.014,00

2320 tot 2420 uur per jaar, per koe

€ 284,64

€ 21.348,00

2420 tot 2520 uur per jaar, per koe

€ 302,43

€ 22.682,00

2520 tot 2620 uur per jaar, per koe

€ 320,22

€ 24.017,00

2620 tot 2720 uur per jaar, per koe

€ 338,01

€ 25.351,00

2720 tot 2820 uur per jaar, per koe

€ 355,80

€ 26.685,00

2820 tot 2920 uur per jaar, per koe

€ 373,59

€ 28.019,00

2920 tot 3020 uur per jaar, per koe

€ 391,38

€ 29.354,00

3020 of meer uur per jaar, per koe

€ 409,17

€ 30.688,00

Artikel III  

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2024.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, treden artikel I, onderdelen II, QQQ, RRR EN SSS in werking op 29 november 2023.

 

Gedeputeerde Staten van Gelderland

Henri Lenferink

Commissaris van de Koning

Frederik van Ardenne

Secretaris

Naar boven