Provinciaal blad van Groningen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Groningen | Provinciaal blad 2023, 14032 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Groningen | Provinciaal blad 2023, 14032 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Regeling maatwerk investeringen Agroprogramma 2023
Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen:
op 6 november 2020 door de colleges van de provincie Groningen en gemeenten Eemsdelta, Het Hogeland, Groningen, Midden-Groningen en Oldambt met de minister van Economische Zaken en Klimaat bestuurlijke afspraken zijn gemaakt die onder meer tot doel hebben inwoners van het aardbevingsgebied een tegemoetkoming te geven, het gebied beter achter te laten en toekomstperspectief te bieden aan sectoren en de algehele economische structuur van de regio;
de uitvoeringsinstanties, te weten: het Instituut Mijnbouwschade Groningen en de Dienst Nationaal Coördinator Groningen, hun procedures voor versterking en schadeherstel mede gelet op het sterk locatiegebonden karakter van agrarische bedrijven en de grote diversiteit van agrarisch bedrijfsvastgoed en bijbehorende voorzieningen als 'complex' aanmerken en dat deze procedures als gevolg van die complexiteit lang duren;
agrarische ondernemers daardoor gedurende lange tijd in onzekerheid verkeerden en verkeren over de gevolgen van schadeherstel en versterking voor hun bedrijfsvoering, waardoor zij investeringen in hun agrarische onderneming uitgesteld hebben en uitstellen als gevolg waarvan zij financiële nadelen ondervinden;
dit geheel aan feiten en omstandigheden maakt, dat de agrarische sector in het aardbevingsgebied in het bijzonder geraakt is door de nadelige gevolgen van gaswinning, welke geraaktheid een negatieve invloed heeft op het effect van andere subsidieregelingen, waaronder de Subsidieregeling verduurzaming, onderhoud en verbetering gebouwen aardbevingsgebied Groningen;
er daarom ter uitvoering van het Agroprogramma een subsidieregeling wordt vastgesteld op grond waarvan aan bedoelde agrarische ondernemingen een investeringssubsidie verstrekt kan worden als tegemoetkoming voor het nadeel dat zij ondervonden en ondervinden van de afhankelijkheid van het ritme van de realisatie van bedrijfsinvesteringen van het uitvoeringstempo van versterking of schadeherstel;
Besluiten vast te stellen de volgende regeling:
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
karakteristiek pand: een in het aardbevingsgebied gelegen gebouw ten behoeve van een agrarische onderneming, niet zijnde een woongebouw, dat a) op grond van het bestemmingsplan, de beheersverordening of het omgevingsplan als karakteristiek of beeldbepalend is bestemd dan wel b) een monument als bedoeld in de Erfgoedwet is;
niet-biologische gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen, bodemverbeteraars en nutriënten: andere gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen, bodemverbeteraars en nutriënten dan die, waarvan het gebruik ingevolge Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1165 van de Commissie van 15 juli 2021 (Publicatieblad 16 juli 2021, L 253/13) is toegestaan in de in die Uitvoeringsverordening bedoelde de biologische productie;
versterking: versterking als bedoeld in i) het Besluit versterking gebouwen Groningen, en ii) hoofdstuk 5 van de Tijdelijke wet Groningen, zoals dat komt te luiden als het bij koninklijke boodschap van 13 oktober 2020 ingediende voorstel van wet houdende wijzigingen van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen (Kamerstukken 35 603), tot wet is verheven en in werking is getreden;
Gedeputeerde Staten kunnen aan de doelgroep van deze regeling investeringssubsidies verstrekken als tegemoetkoming voor het nadeel dat de doelgroep ondervindt en heeft ondervonden omdat het ritme van de realisatie van bedrijfsinvesteringen afhankelijk is of is geweest van de uitvoering van versterking of schadeherstel.
Tot de doelgroep van deze regeling behoort een agrarische onderneming waarvoor geldt dat het ritme waarin investeringen gerealiseerd kunnen worden, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten in doorslaggevende mate vertraagd is als gevolg van de uitvoering van versterking of schadeherstel of het besluit van het Instituut inzake de aanspraak op een vergoeding van schade als bedoeld in artikel 2 van de Tijdelijke wet Groningen.
Artikel 5. Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor een investeringsproject dat bestaat uit één of meer van de in Bijlage 1 omschreven investeringen.
Artikel 10. Aanvullende weigeringsgronden subsidies verwerking en afzet van landbouwproducten als bedoeld in artikel 17 van de LVV
Onverminderd het bepaalde in artikel 9 wordt een subsidie die is aangevraagd voor een investering die betrekking heeft op de verwerking van landbouwproducten of afzet van landbouwproducten als bedoeld in artikel 17 van de LVV, geweigerd indien:
Gedeputeerde Staten stellen voor verstrekking van subsidies op grond van deze regeling een subsidieplafond vast.
Artikel 13. Publicatie van de subsidieverstrekking
Gedeputeerde Staten publiceren de verstrekking van een subsidie indien:
Artikel 15. Verplichtingen van de subsidieontvanger
Groningen, 21 november 2023
Gedeputeerde Staten voornoemd:
F.J. Paas, voorzitter.
J. Schrikkema, secretaris.
De in kolom 1 van de tabellen omschreven kosten zijn subsidiabel, mits de met die kosten gerealiseerde investering voldoet aan de daaraan in kolom 2 gestelde voorwaarde of voorwaarden.
Tabel A: Investeringen in bedrijfsgebouwen, machines, installaties, perceelverhardingen of ontsluitingsvoorzieningen |
|||
Kolom 2: voorwaarde(n) waaraan de investering dient te voldoen zodat de in kolom 1 omschreven kosten subsidiabel zijn |
|||
Bij investeringen in bedrijfsgebouwen:
|
Een investering verband houdende met de primaire landbouwproductie heeft ten minste één van de volgende gevolgen:
Een investering in materiële of immateriële activa voor de verwerking van landbouwproducten of de afzet van landbouwproducten leidt ten minste tot:
|
Ad 1 en ad 2: zie artikel 14 lid 3 onder a van de LVV. Ad 3: zie artikel 14 lid 3 onder b en f van de LVV. Ad 4a: zie artikel 14 lid 3 onder e en f van de LVV. Ad 4b: zie artikel 14 lid 3 onder b van de LVV. Ad 4c: zie artikel 14 lid 3 onder b en e van de LVV. Ad 4d: zie artikel 14 lid 3 onder b van de LVV. Ad 5: zie artikel 14 lid 3 onder b van de LVV. Ad 6: deze voorwaarde ziet specifiek op steun als bedoeld in artikel 17 van de LVV. Dergelijke steun hoeft dus niet te voldoen aan de onder 1 tot en met 5 genoemde voorwaarden (dat volgt uit ‘of’ na ad 5). |
|
Bij investeringen in machines en installaties:
|
|||
Bij investeringen in perceelverhardingen of ontsluitingsvoorzieningen van landbouwpercelen en bedrijfspercelen:
|
|||
Bij alle in deze tabel omschreven investeringen:
|
De Regeling maatwerk investeringen Agroprogramma 2023 (hierna ook: de regeling of de subsidieregeling) is een subsidieregeling die wordt uitgevoerd door Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen als onderdeel van het zogenoemde Agroprogramma. Het Agroprogramma is ontwikkeld door de agrarische sector in het aardbevingsgebied, de aardbevingsgemeenten, de provincie Groningen en het Rijk. Met het Agroprogramma worden agrariërs in het aardbevingsgebied op allerlei wijzen ondersteund.
Schadeherstel en versterkingsvraagstukken bij agrariërs zijn als gevolg van het sterk locatiegebonden karakter van hun bedrijven en de grote diversiteit van agrarisch bedrijfsvastgoed en bijbehorende voorzieningen complex en voor de betrokken ondernemers ingrijpend. Bijgevolg duren schadeherstel- en versterkingstrajecten lang, waardoor investeringen worden uitgesteld en het concurrentievermogen van agrarische ondernemingen beschadigd raakt. Dit werkt door in de economische en maatschappelijke structuren waarvan die ondernemingen deel uitmaken.
Met de regeling kan aan agrarische ondernemingen een subsidie worden verstrekt, waarmee zij de investeringen in hun bedrijf weer op gang kunnen helpen. De subsidie is daarmee ook een tegemoetkoming voor het nadeel dat agrarische ondernemingen in het aardbevingsgebied hebben ondervonden en nog ondervinden. Dit nadeel bestaat uit het feit dat bedrijfsinvesteringen als gevolg van het uitvoeringstempo van versterking of schadeherstel niet of vertraagd gerealiseerd konden of kunnen worden.
De uitvoering van deze regeling wordt betaald uit het budget van het Agroprogramma. Het Rijk verstrekt de provincie in totaal € 240 miljoen voor de uitvoering van het Agroprogramma.
Opgemerkt wordt, dat de subsidies niet worden verstrekt met het oogmerk om schade te vergoeden of versterkingsmaatregelen te financieren: schadeherstel (en schadevergoeding) en versterken blijven de verantwoordelijkheid van onderscheidenlijk IMG en NCG.
De juridische grondslag van deze regeling is artikel 3, derde lid, van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017 (hierna: de Kaderverordening). In die bepaling hebben Provinciale Staten aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid tot het stellen van nadere regels over subsidieverstrekking en de daarmee gepaard gaande procedure gedelegeerd.
Verder zijn in het bijzonder de bepalingen van titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018 (hierna: de Procedureregeling) van belang.
Subsidieverstrekking aan agrarische ondernemingen zijn een vorm van staatssteun. De regeling is ontworpen om overeenkomstig de regels over staatssteun subsidies te kunnen verstrekken. Het toepasselijke steunkader wordt gevormd door de Landbouwvrijstellingsverordening (hierna: LVV). Omdat de regeling past binnen het kader van de LVV hoeft zij niet genotificeerd (en de afzonderlijke subsidieverstrekkingen evenmin), maar volstaat een kennisgeving op grond van artikel 11 van de LVV (binnen twintig dagen na inwerkingtreding van de subsidieregeling).
Dit artikel bevat de begripsbepalingen. Begrippen waarvan de betekenis op grond van de Algemene wet bestuursrecht, de Kaderverordening of de Procedureregeling voldoende duidelijk zijn, zijn niet opnieuw in artikel 1 gedefinieerd.
In artikel 2 is het doel van de regeling omschreven. Daarmee vormt dit artikel een verbinding met het doel van het Agroprogramma.
Dit artikel bevat een beschrijving van de doelgroep.
Het algemene beleidsdoel van de subsidieregeling is in het eerste lid opgenomen als toetsingskader waarmee bepaald wordt, of een aanvrager tot de doelgroep van de regeling behoort.
In de praktijk wordt eerst aan de hand van de meer concrete criteria in het tweede lid – die een uitwerking zijn van het algemene beleidsdoel – beoordeeld, of een aanvrager tot de doelgroep van de regeling behoort. Als dat zo is, wordt niet meer aan het eerste lid getoetst.
Een toets aan het eerste lid is voorbehouden aan situaties die weliswaar gelet op het tweede lid niet tot de doelgroep behoren, maar waar mogelijk toch sprake is van de in het eerste lid bedoelde vertraging van het investeringsritme. De toets aan het eerste lid vindt plaats door een maatwerkbeoordeling van specifieke omstandigheden, waaronder de financiële en bedrijfsmatige situatie, van de onderneming van aanvrager.
De subsidie wordt verstrekt in de vorm van een geldbedrag. Er wordt geen subsidie verstrekt in de vorm van bijvoorbeeld een borgstelling.
De subsidie wordt verstrekt voor investeringsprojecten die bestaan uit één of meer van de in Bijlage 1 omschreven investeringen. Bij de in Bijlage 1 opgenomen omschrijving van investeringen is aangegeven, welke bepalingen uit de LVV het toepasselijk steunkader vormen.
In het eerste lid wordt voor de subsidiabele kosten naar de tabellen van Bijlage 1 verwezen. In het tweede lid worden een aantal kostensoorten niet als subsidiabele kosten aangemerkt. Deze uitsluitingen vloeien voort uit de LVV.
De uiteindelijke hoogte van de toe te kennen subsidie wordt bepaald door a) de hoogte van de subsidiabele kosten, b) het maximale subsidiebedrag en c) de maximale subsidie-intensiteit. Kort gezegd komen 65 % van de subsidiabele kosten voor subsidiering in aanmerking, tot en met het op de aanvraag van toepassing zijnde maximale subsidiebedrag. Van een hoger subsidiebedrag dan het op de aanvraag toepasselijke maximale subsidiebedrag of een hogere subsidie-intensiteit dan 65 % van de subsidiabele kosten kan dus geen sprake zijn. Zie ook artikel 9, eerste lid, onder e en f.
Het maximale subsidiebedrag wordt aan de hand van een staffelmethode bepaald. Met die methode loopt het bedrag op tot maximaal € 480.000.
De in het eerste lid, onder a, b en c, genoemde bedragen van de staffel behoeven niet besteed te worden aan investeringen in de bij die bedragen genoemde zaken.
Voor het tweede lid is dat anders. Het in het tweede lid, onder a, genoemde bedrag dient tenminste voor 65 % besteed te worden aan asbestverwijdering. Het in het tweede lid, onder b, genoemde bedrag dient tenminste voor 65 % besteed te worden aan investeringen om de in kolom 2, onder 3, 4 of 5, van tabel A van Bijlage 1 genoemde doelen (op het gebied van duurzaamheid, milieubescherming en dierwelzijn) te bereiken. Zie hiervoor ook artikel 15, derde lid van deze regeling.
Wellicht ten overvloede wordt opgemerkt dat de subsidies niet worden verstrekt met het oogmerk om schade te vergoeden of versterkingsmaatregelen te financieren: schadeherstel (en schadevergoeding) en versterken blijven de verantwoordelijkheid van onderscheidenlijk IMG en NCG.
Gedeputeerde Staten stellen het aanvraagformulier vast. Op het aanvraagformulier wordt aangegeven welke stukken in ieder geval met de aanvraag ingediend moeten worden. Indien dat nodig is voor de beoordeling van de aanvraag, kunnen Gedeputeerde Staten de aanvrager ook verzoeken andere stukken in te dienen.
Dit artikel bevat de gronden waarop de aangevraagde subsidie geweigerd kan worden. De hier genoemde weigeringsgronden zijn aanvullend op die in artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 2.4 tot en met 2.6 van de Procedureregeling.
In de aanhef van het eerste lid is met 'voor zover' aangegeven, dat de aangevraagde subsidie ook gedeeltelijk geweigerd kan worden. Dit is bijvoorbeeld van belang in situaties waarbij een hoger bedrag aan subsidie is aangevraagd dan gelet op het maximale subsidiebedrag of de maximale subsidie-intensiteit kan worden toegekend. Het is bij gedeeltelijke weigering - en dus: gedeeltelijke verlening - wel van belang, dat de aanvrager kan aantonen dat ook bij het lagere subsidiebedrag het investeringsproject uitgevoerd kan worden.
Dit artikel bevat aanvullende weigeringsgronden voor subsidies waarop het steunkader van artikel 17 van de LVV van toepassing is. De weigeringsgronden zijn ontleend aan dat artikel van de LVV.
Om subsidies te kunnen verstrekken, stellen Gedeputeerde Staten voor een bepaald tijdvak (bijvoorbeeld: een jaar) een subsidieplafond vast. Subsidies kunnen vervolgens gedurende dat tijdvak verleend worden, zolang dat plafond niet bereikt is.
Het besluit waarmee het subsidieplafond wordt vastgesteld, wordt gepubliceerd in het Provinciaal Blad. Daarbij wordt ook de systematiek die gehanteerd wordt bij verdeling van de subsidies (zie artikel 12) bekendgemaakt.
Dit artikel beschrijft de systematiek waarmee de subsidies verdeeld worden. Een dergelijke systematiek is nodig, omdat voor verstrekking van subsidies een beperkt bedrag - het zogenoemde subsidieplafond (zie artikel 11) - beschikbaar is.
De hoofdregel is, dat subsidies verdeeld worden op volgorde van binnenkomst van volledige subsidieaanvragen. Met volledig wordt bedoeld, dat de aanvraag met het correcte en volledig ingevulde aanvraagformulier is ingediend en voorzien is van de juiste bescheiden (zie artikel 8). Dreigt het subsidieplafond te worden overschreden en biedt de dag van binnenkomst geen uitsluitsel, dan wordt geloot.
Gelet op artikel 9 van de LVV moeten subsidieverstrekkingen bij overschrijding van de in artikel 13 genoemde bedragen gepubliceerd worden.
Subsidies van meer dan € 25.000 worden eerst verleend (met de beschikking tot subsidieverlening) en vervolgens, na realisatie van de subsidiabele activiteiten, vastgesteld (met de beschikking tot subsidievaststelling). Door uitbetaling van voorschotten kan de subsidieontvanger tijdens de uitvoering van de activiteiten al de daarmee gemoeide kosten betalen.
Een aanvraag om een voorschot gaat vergezeld van een voortgangsrapportage. Aan de inhoud daarvan kunnen in de beschikking tot subsidieverlening eisen worden gesteld.
In dit artikel zijn verplichtingen voor de subsidieontvanger opgenomen. Daarnaast kunnen ook in de beschikking tot subsidieverlening verplichtingen opgenomen worden.
Eén van de uitgangspunten van deze subsidieregeling is, dat agrarische bedrijven in beginsel maar één keer in aanmerking komen voor een investeringssubsidie. Zo komt het budget waarmee de provincie deze regeling uitvoert, beschikbaar voor een zo groot mogelijke groep verschillende agrarische bedrijven. Zie artikel 9, eerste lid, onder o en p.
Gedeputeerde Staten hebben op 25 oktober 2022, op 9 mei 2023 en op 14 november 2023 besloten om, bij wijze van pilot ter voorbereiding op deze subsidieregeling, een aantal subsidies (hierna: pilotsubsidies) te verstrekken. Bij deze pilotsubsidies is de in artikel 7 opgenomen staffelmethodiek voor de bepaling van het maximale subsidiebedrag nog niet gebruikt. Belangrijke in de staffelmethodiek opgenomen bouwstenen voor het maximale subsidiebedrag is de gemelde kelderproblematiek (zie artikel 7, eerste lid, onder a), de funderingsproblematiek en/of het hebben van een karakteristiek pand. Ook is, als gevolg van een wijziging van de LVV, het maximale subsidiepercentage van 40 % tijdens de pilots nu verhoogd naar 65 %.
Bedrijven die wel een pilotsubsidie hebben gekregen, kunnen nu voor een nieuw investeringsproject opnieuw een subsidie aanvragen mits zij bij het IMG schade aan de mestkelder, koelkelder of melkkelder hebben gemeld, zij funderingsschade hebben of een karakteristiek pand hebben. Het maximale subsidiebedrag bedraagt dan € 100.000 (bij mest-, koel- of melkkelderschade) of € 50.000 (bij funderingsschade of een karakteristiek pand). Overigens moeten de aanvragen ook aan de overige criteria voldoen. Dit betekent onder meer dat de hoogte van het toe te kennen subsidiebedrag afhangt van de subsidiabele kosten en de maximale subsidie-intensiteit van 65 %.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2023-14032.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.