Besluit intrekking en wijziging regelingen en besluiten Provinciale Staten in verband met de Omgevingswet

Provinciale Staten van Limburg

 

Gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten van 18 oktober 2022, kenmerk G-22-037

 

Gelet op artikel 105, eerste lid, juncto artikel 143, eerste lid Provinciewet

 

BESLUITEN

 

vast te stellen:

 

Besluit intrekking en wijziging regelingen en besluiten Provinciale Staten in verband met de Omgevingswet

 

Hoofdstuk 1 Wijziging regelingen

 

Artikel 1.1 Heffingsverordening ontgrondingen provincie Limburg 2009

De Heffingsverordening ontgrondingen provincie Limburg 2009 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

  • 1.

    Artikel 1, onderdeel a, komt te luiden:

    • a.

      vergunning: omgevingsvergunning voor een ontgrondingsactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Omgevingswet;

  • 2.

    b en c komen te vervallen.

  • 3.

    d wordt verletterd tot b.

  • 4.

    In onderdeel b (nieuw) komt op twee plaatsen ‘of machtiging’ te vervallen.

B

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2 Aard van de heffing

Onder de naam “ontgrondingenheffing” wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van kosten van de vergoeding van schade als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in samenhang met artikel 15.1, eerste lid, van de Omgevingswet, die wordt veroorzaakt door een vergunning.

 

C

In artikel 3 komt ‘en machtigingen’ te vervallen.

 

D

In artikel 4 komt op twee plaatsen ‘of machtiging’ te vervallen.

 

E

In artikel 6, tweede lid, komt ‘of machtiging’ te vervallen.

 

F

In artikel 8 komt ‘of machtiging’ te vervallen.

 

G

In artikel 11, eerste lid, komt op drie plaatsen ‘of machtiging’ te vervallen.

 

Artikel 1.2 Reglement voor het waterschap Limburg

Het Reglement voor het waterschap Limburg wordt als volgt gewijzigd:

 

A

Artikel 1, onderdeel f, komt te luiden:

  • f.

    watersysteem: samenhangend geheel van één of meer oppervlaktewaterlichamen en grondwaterlichamen, met bijbehorende bergingsgebieden, waterkeringen en ondersteunende kunstwerken als bedoeld in de bijlage bij artikel 1.1 van de Omgevingswet;

B

Artikel 4, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    De taak, bedoeld in het eerste lid, omvat:

    • a.

      het beheer van watersystemen;

    • b.

      het zuiveren van stedelijk afvalwater gebracht in een openbaar vuilwaterriool, hieronder mede begrepen het stedelijk afvalwater dat afkomstig is vanuit het beheersgebied van een aangrenzende waterkwaliteitsbeheerder en dat om doelmatigheidsredenen wordt gezuiverd op een zuiveringstechnisch werk dat in beheer is bij het waterschap.

C

In de artikelsgewijze toelichting komt de toelichting onder de kop ‘Begripsbepalingen’ te luiden:

Begripsbepalingen

 

Op grond van artikel 1, tweede lid, van de wet kunnen als “hoofdtaken” aan de waterschappen het beheer van watersystemen en de zuivering van stedelijk afvalwater op de voet van artikel 2.17 van de Omgevingswet worden opgedragen. In dit reglement is het begrip watersysteem nader gedefinieerd en is aansluiting gezocht bij de terminologie van de Omgevingswet. Het zuiveren van het afvalwater is niet nader gedefinieerd omdat deze definitie afdoende is geregeld in de Waterschapswet en de Omgevingswet.

 

D

In de artikelsgewijze toelichting komt de toelichting onder de kop ‘Gebied, zetel en taak van het waterschap’, onderdeel ‘Artikel 4 Taak van het waterschap’ te luiden:

 

Artikel 4 Taak van het waterschap

In artikel 1, eerste lid, van de wet is het functionele karakter van de waterschappen vastgelegd: hun taak is de waterstaatkundige verzorging van een bepaald gebied. Deze taak wordt vervolgens in het tweede lid nader gespecificeerd in het beheer van watersystemen en de zuivering van stedelijk afvalwater gebracht in een openbaar vuilwaterriool op de voet van artikel 2.17 van de Omgevingswet. In de wet worden de zorg voor de waterkering en de zorg voor de waterhuishouding dus niet meer als aparte taken onderscheiden. In artikel 4 is aangesloten bij de wet en de huidige situatie door aan het waterschap het beheer van watersystemen en het zuiveren van stedelijk afvalwater gebracht in een openbaar vuilwaterriool op te dragen. De begrippen stedelijk afvalwater en openbaar vuilwaterriool zijn gedefinieerd in bijlage 1 van de Omgevingswet. Het beheer van watersystemen omvat de zorg voor de waterkering en de zorg voor de waterhuishouding, waaronder ook de zorg voor de waterkwaliteit. Onder de zorg voor de waterhuishouding moet ook het regelen van de grondwaterstanden via het peilbeheer van het oppervlaktewater worden gerekend. Het gebruik van de term “beheer van watersystemen” benadrukt dat de tot op heden afzonderlijk benoemde taken een nauwe onderlinge samenhang kennen en als één integrale taak moeten worden uitgevoerd. De toekenning van “het beheer van watersystemen” aan het waterschap impliceert overigens niet dat alle zorg voor het watersysteem of de watersystemen in het waterschapsgebied aan het waterschap wordt toegekend. Ook andere overheden oefenen taken ter zake uit, zoals Rijkswaterstaat voor de Maas en de rijkskanalen. In het eerste lid van artikel 4 is daarom aangegeven dat het waterschap verantwoordelijk is voor de waterstaatkundige verzorging van zijn gebied, voor zover deze taak niet bij andere publiekrechtelijke lichamen berust. Artikel 4, eerste lid, kent een duidelijke relatie met artikel 3:4, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In artikel 3:4, eerste lid, van die wet is namelijk geregeld dat het bestuursorgaan de rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen afweegt, voor zover niet uit een wettelijk voorschrift of uit de aard van de uit te oefenen bevoegdheid een beperking voortvloeit. Wanneer een bestuursorgaan van het waterschap derhalve een besluit of handeling overweegt, dient het over te gaan tot een afweging van alle bij de concrete beslissing of handeling betrokken belangen. Met artikel 4, eerste lid, wordt aangegeven dat het waterschap zich bij de belangenafweging primair moet laten leiden door de waterhuishoudkundige belangen. Het behartigt die belangen en weegt ze bij de besluitvorming af tegen andere belangen en de belangen van direct betrokkenen. In artikel 4, tweede lid, is ook de zuivering van stedelijk afvalwater aan het waterschap opgedragen. Sinds 2002 ligt de zorgplicht voor de zuivering van stedelijk afvalwater wettelijk bij het waterschap.

 

Hoofdstuk 2 Intrekking regelingen en besluiten

 

Artikel 2.1 intrekken regelingen en besluiten

De volgende regelingen en besluiten worden ingetrokken:

  • a.

    Besluit instelling Provinciale Commissie Omgevingsvraagstukken Limburg;

  • b.

    Besluit Instelling Provinciale Commissie Platteland in Uitvoering;

  • c.

    Besluit tot aanwijzing van zeer kwetsbare gebieden als bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Wet Ammoniak en Veehouderij;

  • d.

    Kiesreglement voor de Limburgse waterschappen 2004;

  • e.

    Verordening kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving omgevingsrecht provincie Limburg 2016;

  • f.

    Verordening procedure vergunningverlening Natuurbeschermingswet 1998;

  • g.

    Verordening provinciale geluidhinderdienst;

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 3.1 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dag waarop het in het Provinciaal Blad bekend is gemaakt, maar niet eerder dan de dag waarop de Omgevingswet in werking treedt.

Artikel 3.2 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit intrekking en wijziging regelingen en besluiten Provinciale Staten in verband met de Omgevingswet

Maastricht, d.d. 16 december 2022

Provinciale Staten voornoemd

De heer mr. A.O.J. Pregled, griffier

De heer E.M.G. Roemer, voorzitter

Toelichting  

Hoofdstuk 1 Wijziging regelingen

 

Met dit besluit worden twee regelingen van Provinciale Staten gewijzigd:

  • 1.

    Heffingsverordening ontgrondingen provincie Limburg 2009 (artikel 1.1);

  • 2.

    Reglement voor het waterschap Limburg (artikel 1.2).

Het gaat niet om inhoudelijke wijzigingen maar slechts om juridisch-technische aanpassingen, zoals de verwijzing naar wetsartikelen en in de wet opgenomen omschrijvingen en begrippen. Hieronder wordt een korte toelichting op de wijzigingen gegeven.

 

Artikel 1.1 Heffingsverordening ontgrondingen provincie Limburg 2009

De Ontgrondingenwet gaat op in de Omgevingswet. De ontgrondingsvergunning wordt een omgevingsvergunning voor een ontgrondingsactiviteit. Taken van de provincie blijven nagenoeg ongewijzigd.

Grondslag voor het opleggen van een heffing aan de verkrijger van een vergunning was artikel 21f Ontgrondingenwet en wordt artikel 13.4a Omgevingswet. De heffing kan worden gebruikt voor de bestrijding van de kosten van schade die wordt veroorzaakt door een omgevingsvergunning voor een ontgrondingsactiviteit, voor onderzoek naar het verband tussen een ontgrondingsactiviteit waarvoor een omgevingsvergunning is verleend en schade aan onroerende zaken en voor de bepaling van de omvang van de schade.

Wijzigingen van de Heffingsverordening hebben betrekking op de verwijzing naar de juiste artikelen van de Omgevingswet. Verwijzingen naar de ‘machtiging’ zijn geschrapt. Onder de Ontgrondingenwet trad een ontgrondingsvergunning niet in werking zodra bij de rechter een verzoek om voorlopige voorziening werd gedaan. De aanvrager van de vergunning kon dan een machtiging bij de provincie vragen om toch met de ontgronding te mogen beginnen zolang de vergunning nog niet onherroepelijk was. Ook voor het verkrijgen van een machtiging werd een heffing opgelegd. De Omgevingswet kent echter de figuur van de machtiging niet meer.

Voorstellen voor wijziging van andere heffingenverordeningen, de Grondwaterheffingsverordening Limburg en de Legesverordening Limburg, worden separaat aan Provinciale Staten ter besluitvorming voorgelegd omdat daarbij waarschijnlijk ook sprake zal zijn van inhoudelijke wijzigingen.

 

Artikel 1.2 Reglement voor het waterschap Limburg

De Waterwet gaat op in de Omgevingswet. De begripsomschrijving van ‘watersysteem’ blijft ongewijzigd maar de verwijzing naar de Waterwet wordt vervangen door een verwijzing naar de begripsomschrijving opgenomen in Bijlage I van de Waterwet.

De omschrijving is aangepast aan de terminologie van de Omgevingswet waarbij gesproken wordt over ‘het beheer van watersystemen’. De Invoeringswet Omgevingswet wijzigt dit ook in de Waterschapswet. Het voorkomen van schade aan waterstaatswerken veroorzaakt door muskus- en beverratten is niet meer zoals in artikel 3.2a Waterwet apart vermeld als onderdeel van de waterschapstaken voor het beheer van het watersysteem. Dat brengt echter geen verandering in de taak van het waterschap op dit punt. Volgens de Memorie van toelichting bij de Invoeringswet Omgevingswet (Tweede Kamer, vergaderjaar 2017–2018, 34 986, nr. 3, pag. 565) is geen aparte regel nodig, maar maakt de bestrijding wel deel uit van watersysteembeheer. Dit volgt ook uit artikel 1, derde lid, van de Waterschapswet.

 

Hoofdstuk 2 Intrekking regelingen en besluiten

 

Artikel 2.1 intrekken regelingen en besluiten

Met dit besluit worden 7 regelingen van Provinciale Staten ingetrokken. Het gaat deels om regelingen waarvan de intrekking direct samenhangt met de inwerkingtreding van de Omgevingswet en deels om regelingen die feitelijk al langer geen functie meer hebben, maar die nog niet formeel waren ingetrokken.

Hieronder wordt per regeling of besluit kort vermeld wat de reden van intrekking is.

 

Naam regeling/besluit

Reden van intrekking

  • a.

    Besluit instelling Provinciale Commissie Omgevingsvraagstukken Limburg

De instelling van de Provinciale Commissie Omgevingsvraagstukken Limburg (PCOL) had als provinciale planologische commissie een grondslag in de Wet ruimtelijke ordening. De Omgevingswet kent een dergelijke wettelijk verplichte adviescommissie niet meer. De PCOL is eind 2021 reeds op de hoogte gesteld van de opheffing met ingang van de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

  • b.

    Besluit Instelling Provinciale Commissie Platteland in Uitvoering

Deze commissie (een samenvoeging van de Reconstructiecommissie Noord- en Midden-Limburg en de Stuurgroep Zuid-Limburg Vitaal Platteland) is al jaren niet meer actief.

  • c.

    Besluit tot aanwijzing van zeer kwetsbare gebieden als bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Wet Ammoniak en Veehouderij

De Wet ammoniak en veehouderij (Wav) vervalt bij inwerkingtreding van de Omgevingswet. De aanwijzing van de zeer kwetsbare gebieden, een verplichting van Provinciale Staten op grond van de Wav, heeft daarmee geen juridische grondslag en dus geen betekenis meer. Voor de duidelijkheid wordt het besluit ingetrokken.

  • d.

    Kiesreglement voor de Limburgse waterschappen 2004

Dit reglement vulde een aantal lacunes in waarin inmiddels door rijkswetgeving is voorzien.

  • e.

    Verordening kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving omgevingsrecht provincie Limburg 2016

Deze verordening is vervangen door hoofdstuk 15 van de Omgevingsverordening Limburg (2021) en wordt daarom ingetrokken.

  • f.

    Verordening procedure vergunningverlening Natuurbeschermingswet 1998

De verordening had betrekking op vergunningsprocedures op grond van de per 1 januari 2017 vervallen Natuurbeschermingswet 1998. Op die datum is deze wet vervangen door de Wet natuurbescherming, die zelf de procedurele vereisten regelt. Dat geldt ook voor de Omgevingswet, die de Wet natuurbescherming weer vervangt.

  • g.

    Verordening provinciale geluidhinderdienst

Deze geluidhinderdienst maakte tot 2013 deel uit van de provinciale organisatie maar is toen opgeheven. Deze verordening heeft daarom geen betekenis meer.

 

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

 

Artikel 3.1 Inwerkingtreding

De wijzigingen en intrekkingen van provinciale regelingen waarin dit besluit voorziet, houden voor een belangrijk deel direct verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Volgens de huidige planning is de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet 1 januari 2023 , maar deze datum is nog niet zeker en kan nog verschoven worden naar een later tijdstip. In artikel 3.1 is er daarom voor gekozen de datum van inwerkingtreding van de wijzigingen en intrekkingen te koppelen aan de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet, in plaats van aan de vaste datum van 1 januari 2023. Alleen indien de bekendmaking van dit besluit later dan inwerkingtreding van de Omgevingswet plaatsvindt, staat de datum van inwerkingtreding van dit besluit op de dag na bekendmaking ervan in het Provinciaal Blad.

Naar boven