Besluit van gedeputeerde staten van 10 oktober 2023, PZH-2023-839194783 (DOS-2022-0005287) tot wijziging van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland 2016

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland;

 

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

 

Overwegende dat het wenselijk is om een aantal onderdelen van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 te actualiseren en de leesbaarheid van de regeling te verbeteren;

 

Besluiten vast te stellen het volgende besluit:

Artikel I  

De Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

 

Artikel 1.1 Begripsbepalingen, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de begripsbepaling van het begrip bijdrage, vervalt “schapenbijdrage,”.

  • 2.

    Op alfabetische volgorde wordt ingevoegd de begripsbepaling “Gecombineerde opgave” luidende:

    • -

      Gecombineerde opgave: de jaarlijkse opgave van landbouwers om gegevens aan te leveren bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland betreffende de percelen in hun agrarische bedrijfsvoering, waaronder informatie over de beheeractiviteiten in het kader van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer;

  • 3.

    De begripsbepaling gescheperde schaapskudde, vervalt.

  • 4.

    De begripsbepaling grote onderneming, komt te luiden:

    • -

      grote onderneming: onderneming die niet aan de in bijlage I bij Verordening (EU) 2022/2472 vastgestelde criteria voldoet;.

  • 5.

    In de begripsbepaling knooppuntennetwerk, wordt de zinsnede “voor fietsen of wandelen” vervangen door: “voor het fietsen of wandelen, “.

  • 6.

    De begripsbepaling landbouwactiviteit, komt te luiden:

    landbouwactiviteit: produceren van landbouwproducten, met uitzondering van visserijproducten, als bedoeld in bijlage I bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, alsmede hakhout met korte omlooptijd, alsmede natte teelten bij wijze van paludicultuur en het in een staat houden van landbouwgrond die begrazing of teelt mogelijk maakt zonder dat daarvoor voorbereidende activiteiten nodig zijn die verder gaan dan activiteiten op basis van de gebruikelijke landbouwmethoden en -machines;

  • 7.

    De begripsbepaling landbouwsteunkader, komt te luiden:

    landbouwsteunkader: richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden (Pb EU 2022/C485/1);

  • 8.

    In de begripsbepaling regiokaart, wordt “bijlage 5.2” vervangen door “bijlage 2” en vervalt de zinsnede “rechtstreekse betalingen”.

  • 9.

    In de begripsbepaling Verordening (EU) nr. 2021/2116 wordt na “landbouwactiviteit” toegevoegd “en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013”.

  • 10.

    De begripsbepaling Verordening (EU) nr. 2022/1173 wordt ingevoegd luidende:

    Verordening (EU) nr. 2022/1173: verordening van de Europese Commissie tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

B.

 

Artikel 2.1 Subsidiabele activiteiten en prestaties, komt te luiden:

Artikel 2.1 Subsidiabele activiteiten en prestaties

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor:

    • a.

      het beheer van natuurbeheertypen;

    • b.

      het beheer van landschapsbeheertypen.

  • 2.

    In aanvulling op de subsidie, bedoeld in het eerste lid, onder a, kan een bijdrage worden verstrekt voor:

    • a.

      het uitvoeren van metingen en het vastleggen van de ontwikkelingen op het natuurterrein;

    • b.

      het toegankelijk maken en houden voor recreatie op een natuurterrein;

    • c.

      het toezicht houden op een natuurterrein.

  • 3.

    Onverminderd het tweede lid, kan in aanvulling op de subsidie, bedoeld in het eerste lid, een bijdrage worden verstrekt voor transport in verband met het beheer van natuur- en landschapsbeheertypen op een natuurterrein dat alleen varend kan worden bereikt.

C.

 

Artikel 2.2, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid, kan subsidie als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdelen a en b, worden aangevraagd door gemeenten en samenwerkingsverbanden als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen waaraan in meerderheid gemeenten deelnemen, voor zover deze voor het natuurterrein waarvoor subsidie wordt aangevraagd, subsidie ontvangen op basis van deze regeling, waarbij:

    • a.

      de periode waarvoor de subsidie overeenkomstig deze regeling is verstrekt op of na 31 december 2023 eindigt; en

    • b.

      de subsidie natuur- en landschapsbeheer die op basis van deze regeling wordt verstrekt niet later ingaat dan 1 januari van het kalenderjaar, volgend op het jaar waarin de onder a bedoelde subsidie eindigt.

D.

 

Artikel 2.4 Aanvraagvereisten, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het tweede lid komt te luiden:

    • 2.

      De subsidieaanvrager, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder a en b, beschikt over een certificaat als bedoeld in artikel 1.4, eerste lid, onder b, c of d;

  • 2.

    Het derde lid komt te luiden:

    • 3.

      De subsidieaanvrager, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c en d, beschikt over een certificaat als bedoeld in artikel 1.4, eerste lid, onder b, of de natuurlijke personen of rechtspersonen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder a of b, die het beheer uitvoeren beschikken elk afzonderlijk over een certificaat als bedoeld in artikel 1.4, eerste lid, onder c of d;

  • 3.

    Het vierde lid komt te luiden:

    • 4.

      De subsidieaanvrager, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder d, dient bij de subsidieaanvraag afschriften in van de in dat artikel genoemde overeenkomst die hij heeft gesloten met de natuurlijke personen of rechtspersonen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder a of b, die het beheer uitvoeren.

E.

 

Artikel 2.4a, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    Indien de aanvrager een grote onderneming is, gaat de subsidieaanvraag vergezeld van een beschrijving met een onderbouwing van de situatie waarvoor geen steun zou worden verleend.

F.

Artikel 2.5 Weigeringsgronden, komt te luiden:

Artikel 2.5 Weigeringsgronden

In aanvulling op de artikelen 11 en 12 van de Asv wordt subsidie, als bedoeld in artikel 2.1, in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    de subsidieaanvrager een rechtspersoon is die waterwinning als doelstelling heeft;

  • b.

    de subsidieaanvrager een privaatrechtelijke rechtspersoon is die kennelijk is opgericht ten behoeve van het beheer van grond of water, waarvan de eigendom geheel of gedeeltelijk berust bij de rechtspersoon, bedoeld onder a of een publiekrechtelijke rechtspersoon, niet zijnde Staatsbosbeheer;

  • c.

    de subsidieaanvrager een onderneming in financiële moeilijkheden is zoals omschreven in punt 63 van het landbouwsteunkader;

  • d.

    het natuurterrein aan de subsidieontvanger om niet of tegen betaling is overgedragen door:

    • i.

      een gemeente;

    • ii.

      een samenwerkingsverband als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen waaraan in meerderheid gemeenten deelnemen;

    • iii.

      het Rijksvastgoedbedrijf van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

    • iv.

      een waterschap; of

    • v.

      een waterleidingmaatschappij.

G.

Artikel 2.6 Subsidievereisten, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid, onderdeel c wordt na “hectare” de zinsnede toegevoegd “voor de doelgroep, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onderdeel a en b”;

  • 2.

    In het eerste lid worden de onderdelen d en e vervangen door onderdeel d, luidende:

    • d.

      de activiteiten zijn gericht op een beheer van minimaal 5 hectare voor de doelgroep zoals bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onderdeel c;

  • 3.

    Het tweede en vijfde lid vervallen onder vernummering van het derde, vierde en zesde lid tot respectievelijk het tweede, derde en vierde lid.

  • 4.

    Het derde lid komt te luiden:

    • 3.

      De voorzieningenbijdrage kan slechts worden verstrekt voor zover het natuurterrein niet ingevolge artikel 2.11, derde lid, is vrijgesteld van de openstellingsplicht.

H.

 

Artikel 2.7 Subsidiehoogte, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid, onder d, vervalt de zinsnede “of het houden van toezicht op een natuurterrein”.

  • 2.

    Het tweede lid vervalt onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot tweede tot en met vierde lid.

I.

 

In artikel 2.8, tweede lid, vervalt onderdeel d, onder verlettering van de onderdelen d en e tot c en d.

 

J.

 

Artikel 2.9 Subsidieverlening, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid wordt “Subsidie” vervangen door de zinsnede “Het beschikbare subsidiebedrag”.

  • 2.

    In het derde lid wordt de zinsnede ”Dreigt het subsidiebedrag op enige dag te worden overschreden” vervangen door de zinsnede “Indien het subsidieplafond op enige dag wordt bereikt”.

K.

 

Artikel 2.11 Verplichtingen van de subsidieontvanger, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid, onderdeel c, wordt het zinsnede “indien de subsidieontvanger een vergoeding ontvangt als bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, onder c”, vervangen door “indien de subsidieontvanger een monitoringsbijdrage ontvangt”.

  • 2.

    Het derde lid vervalt onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot derde en vierde lid.

  • 3.

    Na het vierde lid wordt een nieuw lid toegevoegd luidende:

    • 5.

      Indien een melding wordt gedaan als bedoeld in het vierde lid en sprake is van overdracht van één of meer percelen aan een nieuwe eigenaar, die naar het oordeel van gedeputeerde staten het subsidiabele beheer kan voortzetten en tijdig over het vereiste certificaat beschikt, wordt de subsidie voor die percelen berekend tot en met het kalenderjaar waarin het perceel is overgedragen.

L.

 

Artikel 2.13a Verhoging tarieven en normbedragen 2021, vervalt.

 

M.

 

Artikel 2.14 Subsidievaststelling, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid wordt “verstrekt” vervangen door “verleend”.

  • 2.

    Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3.

    Het resterende bedrag wordt uitbetaald binnen zes weken na de subsidievaststelling.

N.

 

Artikel 2.15 Transparantie, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In artikel 2.15, onderdeel a, wordt “paragraaf 3.7, onderdeel 128” vervangen door “afdeling 3.2.4, punt 112”.

  • 2.

    In het eerste lid, onderdeel b, onder 1° wordt “€ 60.000” vervangen door “€ 10.000”.

  • 3.

    In het eerste lid, onderdeel b, onder 2° wordt “€ 500.000” vervangen door “€ 100.000”.

O.

 

In artikel 2.16, eerste lid wordt “2.2” vervangen door “2.1”.

 

P.

 

In artikel 3.2 Doelgroep, wordt de zinsnede “wordt uitsluitend verstrekt aan” vervangen door de zinsnede “kan worden aangevraagd door”.

 

Q.

 

Na artikel 3.3 wordt een artikel ingevoegd luidende:

Artikel 3.3a Aanvraagvereisten

Een aanvraag voor subsidie gaat, naast de gegevens, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Asv, vergezeld van een gebiedsaanvraag van het project waarin in ieder geval is opgenomen:

  • a.

    de aanvrager beschikt over een certificaat als bedoeld in artikel 1.4, eerste lid, onder a;

  • b.

    het minimum en maximum aantal hectares waarvoor per leefgebied, of onderdeel van het leefgebied beheeractiviteiten worden uitgevoerd, waarbij het maximum aantal hectares niet meer dan 15 procent meer mag zijn dan het minimum aantal hectares;

  • c.

    per leefgebied, of onderdeel van het leefgebied een projectomschrijving op het niveau van beheerfunctie, een en ander afhankelijk van het gekozen abstractieniveau voor de beoordelingscriteria voor gebiedscriteria in het natuurbeheerplan zoals geldend op het moment van indiening van de subsidieaanvraag;

  • d.

    de te realiseren doelen;

  • e.

    een berekening van de kosten voor het uitvoeren van het project, gesplitst naar leefgebied of onderdeel van het leefgebied waarbij uit die berekening blijkt dat rekening is gehouden met de regiokaart;

  • f.

    één of meer topografische kaarten met een schaal van 1:5.000 waarop de buitengrenzen van de leefgebieden of onderdelen van de leefgebieden waarvoor subsidie wordt aangevraagd zijn aangegeven.

R.

 

Artikel 3.4 Subsidievereisten, komt als volgt te luiden:

Artikel 3.4 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 3.1 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan het vereiste dat het project voldoet aan de beoordelingscriteria voor gebiedsaanvragen zoals die in het natuurbeheerplan, zoals geldend op het moment van indiening van de subsidieaanvraag, zijn opgenomen, inclusief de daarbij aangeduide kaarten.

 

S.

 

Artikel 3.5, onderdelen a tot en met c komen te luiden:

  • a.

    kosten voor het uitvoeren van beheeractiviteiten;

  • b.

    gederfde inkomsten voor het uitvoeren van beheeractiviteiten;

  • c.

    transactiekosten.

T.

 

Artikel 3.7 Subsidiehoogte, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 3.1, wordt bepaald door het maximum aantal hectares per leefgebied dat voldoet aan de aanvraagvereisten en subsidievereisten zoals opgenomen in artikel 3.4 en 3.4a te vermenigvuldigen met de gemiddelde kosten per hectare leefgebied, vermenigvuldigd met zes.

  • 2.

    In het tweede lid wordt “onderdeel c” vervangen door “onderdeel d”.

  • 3.

    In het derde lid wordt “verstrekt” vervangen door “verleend”.

U.

 

De aanhef van het tweede lid van artikel 3.8 komt te luiden:

Indien de binnen de aanvraagperiode ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond te boven gaan, wordt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie een afweging gemaakt tussen de verschillende volledige aanvragen op basis van de volgende criteria:

 

V.

 

Artikel 3.11 Verplichtingen van de subsidieontvanger, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onderdeel d komt als volgt te luiden:

    • d.

      wijzigingen van activiteiten op perceelsniveau die gedurende het kalenderjaar optreden, en wijzigingen als bedoeld in onderdeel e, worden door de subsidieontvanger gemeld aan gedeputeerde staten door die wijzigingen binnen de termijnen, genoemd in bijlage 2 van de Beleidsregel verlagen subsidie GLB door te voeren via het onder b bedoelde systeem. De wijzigingen van activiteiten op perceelsniveau die gedurende het kalenderjaar optreden, kunnen tot uiterlijk 30 september van het lopende beheerjaar worden doorgevoerd;

  • 2.

    In onderdeel e, wordt “op 15 mei” vervangen door “14 dagen na de datum voor het indienen van de Gecombineerde opgave”.

  • 3.

    In onderdeel f, wordt “artikel 3, tweede lid, van Verordening (EU) nr. 809/2014” vervangen door “artikel 7 van Verordening (EU) nr. 2022/1173”.

  • 4.

    In onderdeel h wordt “artikel 3.4, onderdeel a” vervangen door “artikel 3.3a, onderdeel a”.

  • 5.

    Onderdeel j komt als volgt te luiden:

    • j.

      de subsidieontvanger verleent medewerking aan een toezichthouder als bedoeld in artikel 1.7 om toezicht te houden op de naleving van de subsidieverplichtingen en verleent een toezichthouder ongehinderd toegang tot percelen;

  • 6.

    Onderdeel k komt als volgt te luiden:

    • k.

      de subsidieontvanger meldt de in bijlage 2 van de Beleidsregel verlagen subsidie GLB genoemde activiteiten volgens de daarbij genoemde termijnen via het onder b bedoelde systeem;

  • 7.

    In onderdeel n, komt “en” voor de puntkomma te vervallen en wordt de puntkomma vervangen door “.”

  • 8.

    Onderdeel o komt te vervallen.

W.

Het eerste lid van artikel 3.12 komt te luiden:

  • 1.

    Gedeputeerde staten verstrekken na afloop van elk van de eerste vijf kalenderjaren een voorschot op het verleende subsidiebedrag, naar aanleiding van de verantwoording, bedoeld in artikel 3.11, onder g.

X.

 

Artikel 3.12a Voorziening onmiddellijke liquiditeitsbehoefte subsidieontvanger, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid, onderdeel a en onderdeel d vervallen.

  • 2.

    Het eerste lid, onderdeel b en c worden verletterd tot onderdeel a en b.

  • 3.

    In het tweede en derde lid wordt “onder c” vervangen door “onderdeel b”.

Y.

 

Artikel 3.13 Wijziging subsidieverlening, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het derde lid, onderdeel a, wordt “artikel 3.5” vervangen door “artikel 3.3a en subsidievereisten genoemd in artikel 3.4”.

  • 2.

    In het vierde lid wordt “artikel 3.4, onderdeel c” vervangen door “artikel 3.3a, onderdeel a”.

  • 3.

    In het zesde lid wordt “artikel 3.4, onderdelen a en b, en onderdeel c onder 1º en 4º“ vervangen door de zinsnede “artikel 3.3a, onderdeel a onder 1° en 4° en subsidievereisten genoemd in artikel 3.4, onderdeel a en b”.

Z.

 

Na artikel 4.2 Inwerkingtreding, wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4.2a Werkingsduur en overgangsrecht

Deze regeling vervalt op 31 december 2029 met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Den Haag, 10 oktober 2023

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland,

secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

plv. voorzitter,

drs. J.N Baljeu

Toelichting behorende bij het Besluit van gedeputeerde staten van 2 oktober 2023, PZH-2023-839194783 (DOS-2022-0005287) tot wijziging van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland 2016

Algemeen

 

Er zijn een aantal tekstuele en een aantal inhoudelijke wijzigingen in de SNL 2016 doorgevoerd ten opzichte van de versie voor beheerjaar 2023. De belangrijkste wijzigingen worden hieronder nader uiteengezet.

Artikelsgewijs

 

Artikel 2.2 Doelgroep

Per beheerjaar 2024 kunnen alleen gemeenten die de voorgaande beheerperiode hebben beheerd en daarvoor een SNL 2016-subsidie hebben genoten, kunnen voor een navolgende subsidie in aanmerking komen (continuering).

 

Artikel 2.6 Subsidievereisten

Eerste lid, onderdeel d en tweede lid

Om nieuwe natuurbeheercollectieven de mogelijkheid te geven om de SNL in te stromen en de SNL-aanvragen voor zelfrealisatoren te kunnen verzorgen is als subsidievereiste de ondergrens van het aantal hectares waar het beheer op ziet van een natuurterrein verlaagd naar 5 hectare.

Voor natuurlijke personen, rechtspersonen en Staatsbosbeheer blijft de ondergrens ongewijzigd, namelijk 75 hectare.

 

Artikel 2.4a EU richtsnoeren voor staatssteun

In het eerste lid is een datum opgenomen die verband houdt met de einddatum van het Europese goedkeuringsbesluit behorende bij het model-SNL’16 met kenmerk SA.56811. Dit goedkeuringsbesluit is te raadplegen via de website van de Europese Commissie.

 

Het vereiste van het tweede lid van artikel 6a is afkomstig uit het vigerende landbouwsteunkader. In de nieuwe Richtsnoeren is de term ‘nulscenario’ opgenomen in plaats van het contrafeitelijk scenario. Het ‘nulscenario’ is de beschrijving van de situatie als géén subsidie zou worden verleend. Wanneer de provincie een aanvraag van een grote onderneming ontvangt, wordt het nulscenario op zijn geloofwaardigheid getoetst en geverifieerd of de steun het vereiste stimulerende effect heeft. Grote ondernemingen dienen in de aanvraag de situatie beschrijven als er geen steun zou worden verleend (deze situatie moet worden aangeduid als het nulscenario, het alternatieve project of de alternatieve activiteit) en moeten bewijsstukken overleggen om het in de aanvraag beschreven nulscenario te staven.

 

Artikel 2.11 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Per beheerjaar 2024 is dit artikel uitgebreid zodat duidelijk wordt onder welke omstandigheden het geoorloofd is één of meer percelen over te dragen, zonder dat dit invloed heeft op de subsidie voor het uitgevoerde beheer. De essentie is dat vanwege het overdragen van een perceel het doel van de subsidie, het in stand houden van het natuurterrein, niet nadelig wordt beïnvloed. Zulks zal moeten blijken uit het feit dat de koper voornemens en in staat is de instandhouding voor de resterende subsidieperiode voort te zetten. Dit kan blijken uit een subsidieaanvraag van de koper van het perceel, bijvoorbeeld in de vorm van een uitbreidingsaanvraag. Voor het kalenderjaar waarin de overdracht heeft plaatsgevonden wordt ervan uitgegaan dat de oude en nieuwe eigenaar de subsidie onderling verrekenen. Het voorgaande betekent dat de nieuwe eigenaar voor subsidie vanaf 1 januari van het jaar na aktepassering in aanmerking kan komen, waarbij alleen de resterende beheerperiode dient te worden doorlopen. Dit vergt dat de beschikking van de vorige eigenaar tijdig (uiterlijk 31 december) wordt aangepast (ook in het GEO-beschikkingenbestand) om de weg vrij te maken voor subsidie aan de nieuwe eigenaar.

 

Deze nieuwe bepaling probeert niet alle situaties te regelen, het bevat alleen een goedkeuring voor het verkorten van de zesjarige periode onder de genoemde voorwaarden. Voor alle overige situaties is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

 

Artikel 2.13 Wijziging subsidieverlening vanwege vergroting areaal (per beheerjaar 2023)

De aanleiding voor het nieuwe vijfde lid is de wijziging van het beheertype voor moeras (in beheerjaar 2021). De hoofdregel is dat de tarieven of normbedragen zoals gehanteerd in de moederbeschikking worden gevolgd (artikel 2.13, derde lid). Het nieuwe vijfde lid maakt het mogelijk dat tarieven of normbedragen van nieuwe beheertypen, in geval van uitbreidingsaanvragen, als uitgangspunt worden genomen. In het vijfde lid is nu bepaald dat het jaar wordt gehanteerd waarin het tarief of de opslag voor het eerst is vastgesteld. Het kan dus voorkomen dat voorgaande openstellingsbesluiten moeten worden geraadpleegd om te zien waar een nieuw tarief of opslag voor het eerst is geïntroduceerd tijdens de subsidieperiode waarvoor de beschikking is afgegeven.

 

Artikel 2.15 Transparantie

In dit artikel zijn de drempelbedragen aangepast conform de nieuwe bedragen die zijn opgenomen in de nieuwe Richtsnoeren voor de landbouw en bosbouwsector. Door de verlaging van de drempelbedragen zullen provincies eerder een TAM-melding moeten invoeren.

 

Artikel 3.11 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Vertraging in de termijn voor het indienen van activiteiten onder de eco-regeling had tot gevolg dat de termijn voor het indienen van jaarlijks beheer ANLb niet kon worden gehaald. Om deze afhankelijkheid te verduidelijken wordt de datum voor indiening weer gekoppeld aan de uiterlijke datum voor het indienen van de gecombineerde data inwinning. Dit betekent dat de in artikel 3.11, onderdeel e, bedoelde wijzigingen uiterlijk worden doorgevoerd 14 dagen na de datum voor het indienen van de Gecombineerde opgave.

Naar boven