Verkeersbesluit snelheidsbeperking N470

PZH-2022-817710429 / DOS-2022-0006166

Inleiding

De N470 is een provinciale weg die tussen de A4 en de A12 loopt. Tussen hectometer 3.9 en 5.2, ter hoogte van Delft, is de N470 ingericht als Autoweg, waarop in de huidige situatie een maximumsnelheid van 100 km/h geldt conform artikel 21 RVV 1990. Aan beide zijden grenst dit traject aan locaties waar vanuit verkeersveiligheidsoverwegingen eerder al een snelheidsbeperking tot 50 km/h is ingesteld. Op grond van bepalingen in de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens is het niet toegestaan een maximumsnelheid aan te duiden die meer dan 30 km/h lager is dan de voorgaande snelheidslimiet. Hierdoor is er in de huidige situatie al sprake van het getrapt terugbrengen van de maximumsnelheid van 100 km/h via 70 km/h naar 50 km/h. In combinatie met de relatief korte lengte van het wegvak roept deze situatie in de praktijk vragen op bij zowel weggebruikers als de omgeving.

 

Op het niet-autoweg gedeelte van de N470 Kruithuisweg is er sprake van een snelheidslimiet van 80 km/h (zoals gebruikelijk voor een voorrangsweg buiten de bebouwde kom), waarbij voor verkeer dat de met verkeerslichten geregelde kruisingen nadert een snelheidsbeperking tot 50 km/h wordt ingesteld. Door ook op het autoweg gedeelte van de N470 een maximumsnelheid van 80 km/h in te stellen ontstaat er een meer uniform en voor de weggebruiker herkenbaar snelheidsregime. Voor in het instellen van deze maximumsnelheid is een verkeersbesluit verplicht.

 

Bevoegdheid

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben de bevoegdheid om op grond van artikel 18, eerste lid, sub b van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) verkeersbesluiten te nemen voor wegen die bij haar in beheer zijn. Krachtens het ambtelijk mandaatbesluit voor de provinciale organisatie 2022, is deze bevoegdheid door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gemandateerd aan het hoofd van de eenheid Advies Beheer Assets.

 

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Krachtens artikel 15, eerste lid, van de WVW dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het BABW inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

 

Motivering

Uit het oogpunt van (zoals genoemd in de artikelen 2 lid 1en 2 lid 2a van de WVW):

  • het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • het beschermen van weggebruikers en passagiers;

  • het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

  • het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer;

is het gewenst om op de N470, tussen hectometer 3.9 en 5.2, de snelheidslimiet te verlagen van 100 km/h naar 80 km/h, zodat een uniforme snelheidslimiet ontstaat en de uitstoot van het verkeer af zal nemen.

Belangenafweging

Door het instellen van een verlaging van de maximumsnelheid van 100 km/h naar 80 km/h ontstaat er op de N470 Kruithuisweg een meer uniform en herkenbaar snelheidsregime. Met het instellen van deze maatregel is op het gehele traject van de N470 door Delft dan namelijk sprake van een snelheidslimiet van 80 km/h op wegvakken, die voor verkeer dat de met verkeerslichten geregelde kruisingen nadert wordt teruggebracht naar 50 km/h. De in de huidige situatie ook aanwezige snelheidslimieten van 100 km/h en 70 km/h komen daarbij te vervallen.

 

Op grond van de in de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens benoemde voorschriften voor bord A1 (maximumsnelheid) is het toegestaan om buiten de bebouwde kom op autowegen een wegvaksnelheid van 80 km/h in te stellen. Omdat dit een snelheid is die afwijkt van de algemene snelheidslimiet uit art. 21 RVV 1990 zal deze snelheidsbeperking met borden A1 aangeduid moeten worden. Dat draagt bij aan het wegnemen mogelijke onduidelijkheid over de geldende snelheidslimiet bij weggebruikers.

 

Door het creëren van een meer uniform en herkenbaar snelheidsregime wordt het voor weggebruikers duidelijker welk verkeersgedrag van hen wordt verwacht. Dit zal leiden tot een meer voorspelbaar verkeersbeeld en minder onderlinge verschillen in gedrag tussen weggebruikers onderling. Daarmee draagt dit bij aan het bevorderen van de verkeersveiligheid op de N470.

 

Hierdoor wordt ook de bruikbaarheid van de weg en de vrijheid van het verkeer gewaarborgd. Daarnaast heeft een snelheidsverlaging een gunstige uitwerking op de directe leefomgeving van de N470. Alles tegen elkaar afgewogen zijn de te nemen maatregelen dus in ieders belang.

 

Overleg

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is er overleg gepleegd met de korpschef. Deze heeft ingestemd met de maatregel(en).

 

Besluit

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, gelet op het voorgaande besluiten, gelet op het voorgaande en overeenkomstig bijgevoegde situatietekening, besluiten voor de provinciale weg N470 in de gemeente Delft het volgende:

  • 1.

    Alle eerder genomen verkeersbesluiten in te trekken die strijdig of gelijk zijn met de hieronder beschreven verkeersmaatregelen die betrekking hebben op het instellen c.q. aanwijzen van verkeersmaatregelen aan desbetreffende wegen of weggedeelten opgenomen in dit besluit;

  • 2.

    Voor het in de gemeente Delft buiten de bebouwde kom gelegen gedeelte van de provinciale weg N470 tussen hectometer 3.9 en 5.2 de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen overeenkomstig bijgaande tekeningen met tekeningnummers, N470 02.9 – 03.4 -TEK-2523, N470 03.4 – 03.8 -TEK-2524, N470 03.8 – 04.2-TEK-2525, N470 04.2 – 04.7 -TEK-2526, N470 04.7 – 05.1 -TEK-2527 en N470 05.1 – 05.6 -TEK-2528:

    • a.

      Door plaatsing van borden G03 + A01-80 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) op N470 Re 3.2;

    • b.

      Door plaatsing van borden G03 + A01-80 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) bij toeritten op N470 Li 3.8 en N470 Re 3.9;

    • c.

      Door plaatsing van borden G03 + A01-80 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) op N470 Li 5.2;

    • d.

      Door plaatsing van borden G04 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) onderaan afritten N470 Re 3.6, N470 Li 4.0, N470 Re 4.7 en N470 Li 5.1;

    • e.

      Door plaatsing van borden C02 + C16 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) onderaan afritten N470 Re 3.8, N470 Li 3.8, N470 Re 4.9 en N470 Li 4.9;

    • f.

      Door plaatsing van borden A01-50 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) onder aan afritten voor kruisingen (of binnen de bebouwde kom) op N470 Li 3.9 en N470 Re 5.2;

    • g.

      Door plaatsing van borden A01-50 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) op hoofdrijbaan voor aansluiting Schoemakerstraat, N470 Re 4.9;

    • h.

      Door plaatsing van borden G03 + A01-80 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) op N470 Li 5.25.

  • 3.

    Te bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant.

  •  

Bezwaar en voorlopige voorziening

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bij ons een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit worden toegezonden, onder vermelding van “Awb-Bezwaar” in de linkerbovenhoek van enveloppe en bezwaarschrift. Het bezwaar moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, t.a.v. het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Krachtens artikel 6:16 van de Awb schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan – als tegen dit besluit bezwaar wordt gemaakt – ingevolge artikel 8:81 van de Awb bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag (bezoekadres: Prins Clauslaan 60 te Den Haag), een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend. Voor het verzoek zal griffierecht worden geheven.

Wij verzoeken u een kopie van dit verzoek om een voorlopige voorziening toe te zenden aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

Naar boven