Besluit tot wijziging van de Regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Overijssel

Gedeputeerde Staten van Overijssel,

 

BESLUITEN

 

 

Overwegende dat de Europese Commissie op 13 december 2022 het Nederlands Nationaal Strategisch Plan in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 2023-2027 heeft goedgekeurd;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten bij de Regeling Europese Landbouwsubsidies 2023–2027 zijn aangewezen als intermediaire instantie als bedoeld in artikel 123, vierde lid, van verordening 2021/2115;

 

Onderstaande paragraaf met bijlage 1 toe te voegen aan de Regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Overijssel door in Paragraaf 4 Niet-productieve investeringen op niet-landbouwbedrijven de tekst Gereserveerd te vervangen door onderstaande.

Algemene Toelichting

 

Watermaatregelen hebben een steeds belangrijkere rol gekregen in de Europese subsidies vanuit het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB). De reden is dat de Europese Commissie het bereiken van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) prioriteert en dat door klimaatverandering droogte en wateroverlast vaker optreedt. De landbouw en de waterschappen hebben een belangrijke rol bij het bereiken van de KRW-doelen en het klimaatrobuust maken van het watersysteem.

 

Om de Europese subsidies effectief in te zetten is een bestuursovereenkomst afgesloten tussen provincie Overijssel, waterschappen Drents Overijsselse Delta, Vechtstromen en Rijn en IJssel. Tot tevredenheid van alle partijen zijn koepelprojecten opgezet voor de landbouw (onder het Deltaplan Agrarische Waterbeheer (DAW) en hebben de waterschappen KRW-maatregelen getroffen. Het DAW is een initiatief van LTO dat de provincie van het begin af aan ondersteund heeft omdat het de gezamenlijke doelen van overheid en landbouw dient. Hiervoor zijn de Europese gelden uit het GLB ingezet en zijn deze DAW-koepelprojecten samen met de Overijsselse waterschappen gefinancierd. LTO-noord heeft een aantal grote koepelprojecten uitgevoerd, waarbinnen boeren subsidie voor water kwantiteits- en waterkwaliteitsmaatregelen konden aanvragen.

 

Deze regeling is gericht op investeringen in het landelijk gebied die betrekking hebben op de (her)inrichting/transformatie en het beheer van het watersysteem voor landbouw -, water - en klimaatdoelen. Deze regeling is inzetbaar voor het gehele plattelandsgebied van Overijssel, ook in gebieden met een meer intensieve landbouw die gekenmerkt worden door een lage waterkwaliteit en een daaruit voortvloeiende lage ecologische kwaliteit. Alle investeringen en samenwerkingen dienen altijd een aangetoonde link met de landbouw te hebben. Niet productieve investeringen zijn die investeringen die geen aanmerkelijke stijging van de waarde of rentabiliteit van een bedrijf tot gevolg hebben. Productieve investeringen hebben dat wel. Het gaat bij niet productieve investeringen bijvoorbeeld om investeringen gericht op verbetering van de waterkwaliteit en -kwantiteit om daarmee een bijdrage te leveren aan doelstellingen zoals beschreven in de Kaderrichtlijn Water, de Nitraatrichtlijn, de bestuursovereenkomst en het werkprogramma Zoetwatervoorziening Oost-Nederland en de doelen van Provinciaal Programma Landelijk Gebied Overijssel (PPLG).

 

Artikel 2.4.1 Subsidiabele activiteit

 

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor niet- productieve investeringen op niet-landbouwbedrijven.

  • 2.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt als de activiteit bijdraagt aan minimaal één van de volgende doelen:

    • a.

      matiging van en aanpassing aan klimaatverandering of bevorderen van duurzame energie;

    • b.

      bevorderen van duurzame ontwikkeling of efficiënt beheer van natuurlijke hulpbronnen;

    • c.

      het tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies, versterking van ecosysteemdiensten of instandhouding van habitats of landschappen.

Artikel 2.4.2 Aanvrager

 

Subsidie kan worden verstrekt aan:

 

  • a.

    natuurlijke en rechtspersonen;

  • b.

    samenwerkingsverbanden van natuurlijke en rechtspersonen.

Artikel 2.4.3 Subsidiabele kosten

 

  • 1.

    In afwijking van artikel 1.8 komen alleen kosten als bedoeld in artikel 1.8, onder a, b en e, voor subsidie in aanmerking.

  • 2.

    De loonkosten en kosten eigen arbeid als bedoeld in artikel 1.8, onder a en b worden berekend met de vereenvoudigde kostenoptie voor arbeidskosten als bedoeld in artikel 1.9b.

Artikel 2.4.4 Niet subsidiabele kosten

 

In aanvulling op artikel 1.10 komen investeringen in het watersysteem waar uitsluitend landbouwers van profiteren niet voor subsidie in aanmerking.

 

Artikel 2.4.5 Subsidiepercentage

 

  • 1.

    De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt de subsidie 70% van de subsidiabele kosten voor investeringen die gericht zijn op de waterkwantiteit.

  • 3.

    Indien toepassing van dit artikel ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 200.000,- wordt de subsidie niet verstrekt.

Artikel 2.4.6. Selectiecriteria

 

  • 1.

    Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, worden gerangschikt op basis van de volgende criteria:

    • a.

      de mate van effectiviteit van de activiteit;

    • b.

      de mate van efficiëntie van uitvoering van de activiteit;

    • c.

      de haalbaarheid van de activiteit;

    • d.

      de mate van urgentie.

  • 2.

    Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, worden door een adviescommissie, als bedoeld in artikel 1.13, beoordeeld op basis van de selectiecriteria uit het eerste lid, conform de richtlijnen zoals opgenomen in de toelichting bij dit artikel. Voor ieder criterium kunnen 0 tot en met 5 punten worden behaald. De punten worden toegekend door de adviescommissie.

  • 3.

    De criteria hebben de volgende wegingsfactoren:

    • a.

      het criterium bedoeld in het eerste lid, onder a, heeft een wegingsfactor van 3;

    • b.

      het criterium bedoeld in het eerste lid, onder b, heeft een wegingsfactor van 3;

    • c.

      het criterium bedoeld in het eerste lid, onder c, heeft een wegingsfactor van 2;

    • d.

      het criterium bedoeld in het eerste lid, onder d, heeft een wegingsfactor van 2.

  • 4.

    Indien een aanvraag minder dan 30 punten behaalt, wordt de aanvraag niet gehonoreerd.

  • 5.

    Als twee of meer aanvragen een gelijk aantal punten hebben verkregen en hun plaats in de rangschikking zodanig is dat de som van de toe te kennen maximale subsidiebedragen het subsidieplafond overstijgt, wordt, in afwijking van artikel 1.12 zesde lid, met inachtneming van het subsidieplafond subsidie verleend voor de aanvraag om subsidie:

    • a.

      met het hoogste aantal punten behaald op het criterium, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, indien de aanvragen, bedoeld in sub a, een gelijk aantal punten hebben behaald op het criterium, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a;

    • b.

      met het hoogste aantal punten behaald op het criterium, bedoeld in het eerste lid onderdeel c, indien de aanvragen, bedoeld in sub b, een gelijk aantal punten hebben behaald op de criteria, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b;

    • c.

      met het hoogste aantal punten behaald op het criterium, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, indien de aanvragen, bedoeld in sub c, een gelijk aantal punten hebben behaald op de criteria, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, b en c.

  • 6.

    Indien toepassing van het vijfde lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

Toelichting

 

De aanvragen worden door een adviescommissie beoordeeld op basis van de selectiecriteria conform de volgende richtlijnen.

 

De mate van Effectiviteit

 

De effectiviteit van de activiteit is afhankelijk van de te bereiken, in artikel 2.4.1 gespecificeerde doelstellingen in de urgente gebieden, zoals weergegeven in Bijlage 1 bij deze regeling, en de mate waarin de activiteit beoogt aan het bereiken van die doelstelling(en) bij te dragen. De hoogte van het gevraagde subsidiebedrag wordt hierbij in ogenschouw genomen. De mate van effectiviteit wordt bepaald op basis van het aantal doelen waaraan met het project wordt bijgedragen. Ter illustratie: Een project dat zowel bijdraagt aan landschap als aan biodiversiteit, is effectiever en krijgt dus meer punten dan een project dat aan slechts één doel bijdraagt.

 

Bij het criterium Effectiviteit worden de scores conform voorgaande als volgt bezien:

 

0 punten: De activiteiten worden niet in één van de genoemde urgente gebieden uitgevoerd, er wordt dus in deze gebieden geen impact op de doelen in artikel 2.4.1 gerealiseerd.

1 punt: De activiteiten worden in één of meer van de genoemde urgente gebieden uitgevoerd, maar er wordt slechts op één van de drie doelen in artikel 2.4.1 impact gerealiseerd

2 punten: De activiteiten worden in één of meer van de genoemde urgente gebieden uitgevoerd, maar er wordt slechts op twee van de drie doelen in artikel 2.4.1 impact gerealiseerd

3 punten: De activiteiten worden in één of meer van de genoemde urgente gebieden uitgevoerd en er wordt voldoende impact gerealiseerd op drie van de drie doelen in artikel 2.4.1.

4 punten: De activiteiten worden in één of meer van de genoemde urgente gebieden uitgevoerd en er wordt goede impact gerealiseerd op drie van de drie doelen in artikel 2.4.1.

5 punten: De activiteiten worden in één of meer van de genoemde urgente gebieden uitgevoerd en er wordt zeer goede impact gerealiseerd op drie van de drie doelen in artikel 2.4.1.

 

Mate van Efficiëntie

 

Bij dit criterium wordt beoordeeld of de input (geld, kennis, kunde en overige middelen) efficiënt wordt ingezet om de gewenste output te realiseren. Daarbij wordt bezien of de opgevoerde kosten passend zijn (worden de resultaten met de juiste middelen gehaald?) en wordt bezien of binnen het project op een goede manier gebruik gemaakt wordt van reeds bestaande kennis en kunde.

 

Bij het criterium Efficiëntie worden de scores conform voorgaande als volgt bezien:

 

0 punten: De kosten worden niet doelmatig gemaakt en er wordt geen gebruik gemaakt van de input .

1 punt: De kosten worden niet doelmatig gemaakt. Er is wel input ingezet voor het basis projectplan.

2 punten: De kosten worden niet doelmatig gemaakt. Er wordt wel input ingezet voor het basisprojectplan en de uitvoering van het projectplan

3 punten: De kosten worden doelmatig gemaakt. Aanwezige input is nauwelijks ingezet voor het basis projectplan en wordt nauwelijks ingezet voor de uitvoering van het projectplan.

4 punten: De kosten worden doelmatig gemaakt. Aanwezige input is wel ingezet voor het basis projectplan, maar wordt nauwelijks ingezet voor de uitvoering van het projectplan.

5 punten: De kosten worden doelmatig gemaakt. Aanwezige input is ingezet voor het basis projectplan en wordt eveneens ingezet voor de uitvoering van het projectplan.

 

Haalbaarheid van de activiteit

 

Of een project haalbaar is, kan worden bepaald aan de hand van de kwaliteit van het projectplan en is mede afhankelijk van de concrete situatie/omstandigheden waar het project plaats zal vinden.

 

Er wordt in samenhang gekeken naar de volgende aspecten:

 

  • de in het plan opgenomen vereiste kwaliteit (deskundigheid, ervaring) van de projectleider,

  • hoe realistisch is het plan (mate waarin het project al is voorbereid – bijvoorbeeld grond reeds is verworven en natschade is geregeld / snel in uitvoering kan worden genomen),

  • zijn relevante partijen in voldoende mate bij de uitvoering van het plan betrokken / is voldoende aannemelijk dat rechthebbenden mee zullen werken,

  • kent het project een realistische planning, opzet en begroting.

Bij het criterium haalbaarheid/ kans op succes worden de scores conform voorgaande als volgt bezien:

 

0 punten: De haalbaarheid is zeer gering. Er is geen vertrouwen dat de activiteit kan worden uitgevoerd omdat aan geen van de bovengenoemde aspecten is voldaan.

1 punt: De haalbaarheid is gering. Er is weinig vertrouwen dat de activiteit kan worden uitgevoerd omdat slechts aan één van de vier bovengenoemde aspecten is voldaan.

2 punten: De haalbaarheid is matig. Om de activiteit te kunnen uitvoeren, moet nog aan een aantal van bovenstaande aspecten (bijvoorbeeld vergunningen) worden voldaan, waarbij het nog onzeker is of aan de voorwaarden voldaan kan worden.

3 punten: De haalbaarheid is voldoende. De activiteit kan worden uitgevoerd en alle bovenstaande aspecten zijn meegenomen, de risico’s zijn inzichtelijk gemaakt, maar nog niet concreet beheersbaar gemaakt.

4 punten: De haalbaarheid is goed. De activiteit kan worden uitgevoerd, de risico’s zijn benoemd en beheersbaar gemaakt.

5 punten: De haalbaarheid is zeer goed. De activiteit kan worden uitgevoerd, ook als er zich gedurende de uitvoering financiële tegenvallers voordoen.

 

De mate van Urgentie

 

Bij dit criterium gaat het om de vraag in hoeverre de opgave(n) die aangepakt worden geïdentificeerd zijn als opgaven die noodzakelijk aangepakt dienen te worden en op welke termijn die aanpak noodzakelijk is. De meest urgente gebieden in Overijssel zijn opgenomen in bijlage 1. Daarnaast wordt urgentie beoordeeld op basis van de termijn die door de Europese Commissie is gesteld realisatie van KRW-doelen. (eind 2027). Het klimaat robuust maken van het watersysteem en het vergroten van de waterbeschikbaarheid heeft in de genoemde gebieden urgentie door te toenemende weersextremen (droogte en wateroverlast) en de gevolgen daarvan voor het regionale watersysteem en de landbouw en andere functies.

 

Bij het criterium ‘urgentie’ worden de scores op de volgende manier uitgewerkt:

 

0 punten: De urgentie is zeer gering. De activiteiten worden niet in de in bijlage 1 weergegeven gebieden uitgevoerd.

1 punt: De urgentie is gering. De activiteiten worden in ten minste één van de in bijlage 1 weergegeven gebieden uitgevoerd, maar er is geen datum van afronding aan te geven.

2 punten: De urgentie is matig. De activiteiten worden in de in bijlage 1 weergegeven gebieden uitgevoerd, maar zullen niet volledig worden afgerond voor 1 april 2029.

3 punten: De urgentie is voldoende. De activiteiten worden in de in bijlage 1 weergegeven gebieden uitgevoerd, maar zullen niet volledig worden afgerond voor eind 2028.

4 punten: De urgentie is hoog. De activiteiten worden in de in bijlage 1 weergegeven gebieden uitgevoerd., maar zullen niet volledig worden afgerond voor eind 2027.

5 punten: De urgentie is zeer hoog. De activiteiten worden in de in bijlage 1 weergegeven gebieden uitgevoerd en de activiteiten zullen worden afgerond voor eind 2027.

Bijlage 1  

 

 

Figuur 1 Urgentie is bepaald voor het gebied binnen de blauwe lijn.

 

 

Figuur 2 Ligging van het gebied zoals weergegeven in figuur 1.

 

 

Figuur 3 Urgentie is bepaald voor de gebieden binnen de stippellijnen om de vier genoemde waterlichamen

 

 

Figuur 4 Urgentie is bepaald voor de gebieden binnen de stippellijnen om de twee genoemde waterlichamen

 

 

Figuur 5 Urgentie is bepaald voor het gebied binnen de rode lijn

 

 

Figuur 6 Urgentie is bepaald voor het gebied binnen de rode lijn

 

 

Figuur 7 Urgentie is bepaald voor het gebied binnen de rode lijn

 

Dit besluit treedt in werking 1 dag na publicatie van dit provinciaal blad.

 

Gedeputeerde Staten voornoemd.

Naar boven