Bijlage 1 bij GS nota Wijzigingen Ubs 2022, januari 2023

Gedeputeerde Staten van Overijssel delen mee dat het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2022 als volgt is gewijzigd:

Artikel I

Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2022

 

1.1 Inhoud, geldigheid en begrippen

 

Wet- en regelgeving

- Landbouwvrijstellingsverordening:

‘25 juni 2014’ wordt vervangen door: 14 december 2022’

‘nummer 702/2014’ wordt vervangen door: nummer 2022/2472

‘publicatienummer Pb L193/1’ door: Pb L 327/1

 

Artikel 1.2.10 Staatssteun

 

Lid 5: komt als volgt te luiden:

  • 5.

    Als sprake is van subsidieverlening op basis van de AGVV of LVV dan maakt de provincie binnen 6 maanden na subsidieverlening de volgende gegevens bekend: de naam van de subsidieontvanger, de verleende subsidie, de vorm en het bedrag per eindbegunstigde, de datum waarop de subsidie is verleend, of het gaat om een Mkb-onderneming of grote onderneming, de regio waarin de subsidieontvanger is gevestigd en de voornaamste economische sector waarin de subsidieontvanger actief is.

Een nieuw lid 6 wordt toegevoegd:

  • 6.

    De in lid 5 genoemde gegevens worden bekend gemaakt voor:

    • a.

      de AGVV subsidies van € 60.000,- of meer, als de subsidieontvanger een landbouwonderneming is;

    • b.

      de AGVV subsidies van € 30.000,- of meer, als de subsidieontvanger een onderneming uit de visserij is;

    • c.

      de AGVV subsidies van € 500.000,- of meer voor overige subsidieontvangers;

    • d.

      de LVV subsidies van € 10.000,- of meer als de subsidieontvanger een landbouwonderneming is;

    • e.

      de LVV subsidies van € 100.000,- of meer voor overige subsidieontvangers.

1.2 De algemene voorwaarden

 

Artikel 1.2.17 Berekening subsidiebedrag

Lid 2: ‘€ 1.000,- of minder’ wordt vervangen door: minder dan € 1.000,-

 

2.3 Klimaatadaptatie

 

Artikel 2.3.6 Hoogte van de subsidie

Lid 4 komt als volgt te luiden:

  • 4.

    De aanvrager mag in de jaren 2021, 2022 en 2023 samen, maximaal twee keer subsidie ontvangen op basis van deze subsidieregeling.

2.5 Deltaprogramma zoetwater regio Oost 2022-2027

 

Artikel 2.5.2 komt als volgt te luiden:

Artikel 2.5.2 Doel van de subsidieregeling

Met deze subsidieregeling willen provincies, waterschappen, gemeenten, drinkwaterbedrijven, terreinbeheerders en de land- en tuinbouworganisatie bijdragen aan het vergroten van grondwatervoorraden, het optimaliseren van watersystemen en zorgen voor een efficiënt gebruik van water.

 

Artikel 2.5.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

Lid 3: ‘mogen’ wordt vervangend door: mag

‘LTO noord’ wordt vervangen door : LTO Noord

 

Artikel 2.5.4 Aanvrager

Lid 2: ‘LTO noord’ wordt vervangen door : LTO Noord

 

Artikel 2.5.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen

Lid 3: de volgende zin wordt toegevoegd: Dit geldt niet voor maatregelen of een gezamenlijke aanvraag van LTO Noord.

 

Artikel 2.5.6 Hoogte van de subsidie

Lid 2: na 26 wordt toegevoegd: en 27

 

Artikel 2.5.8 Aanvraag

Lid 1: ‘3 april’ wordt vervangen door 1 mei

 

Artikel 2.5.12 Voortgangsrapportage

Lid 2 , na punt e wordt toegevoegd:

Met uitzondering van de voortgang over het jaar 2022. Over 2022 zal een beperkte voortgang worden gevraagd door het programmabureau.

 

2.11 Klimaatadaptatiemaatregelen 2021-2027

 

Artikel 2.11.6 Hoogte van de subsidie

Lid 1: het woord ‘maximaal’ wordt verwijderd.

Lid 2: ‘Rijksbijdrage netto’ wordt vervangen door: Bijdrage provincie Overijssel.

 

Artikel 2.11.7 Eigen bijdrage

Lid 1: na ‘eigen bijdrage’ wordt toegevoegd: ,een bijdrage van de provincie Overijssel.

 

3.5 Opruiming drugsafval Overijssel 2021-2024

 

Artikel 3.5.6 komt als volgt te luiden:

Artikel 3.5.6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie aan een gemeente, omgevingsdienst of waterschap is:

    • a.

      maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 24.999,-;

    • b.

      maximaal 100% van de subsidiabele kosten, als de kosten meer bedragen dan € 50.000,-. In dit geval is de subsidie nooit meer dan € 200.000,-

  • 2.

    De subsidie is maximaal 100% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 200.000,- voor overige aanvragers.

  • 3.

    De minimum subsidie van € 1.000,- die in artikel 1.2.17 lid 2 staat is niet van toepassing.

  • 4.

    De aanvrager mag voor dezelfde dumping maximaal 1 keer subsidie ontvangen op basis van deze subsidieregeling. Dit geldt niet voor subsidieontvangers die in 2021 of 2022 een subsidie hebben ontvangen op basis van deze subsidieregeling en de subsidiabele kosten van het gedumpte drugsafval meer bedroegen dan € 24.999,-. Deze subsidieontvangers mogen in 2023 een aanvraag indienen voor de nog niet gesubsidieerde kosten van het in 2021 of 2022 gedumpte drugsafval. De in 2021 of 2022 ontvangen subsidie wordt dan in mindering gebracht op de te verlenen subsidie in 2023.

3.10 Uitvoering Programma Nieuwe Energie Overijssel 2017-2023

 

Artikel 3.10.9 Aanvullende verplichtingen

Onderdeel a: ‘2023’ wordt vervangen door: ‘2024’.

 

4.5 Verbeteren condities voor aandachtsoorten 5.0

 

Artikel 4.5.1 Betekenis van de begrippen

Na het begrip ‘Aandachtsoortenlijst Overijssel’ wordt de volgende begripsbepaling toegevoegd:

Artikel 4.5.6 Extra voor de maatregelen Erven

In de titel van dit artikel wordt na ‘Extra’ ingevoegd: voorwaarden

 

Aan onderdeel c worden aan het einde van de tekst de volgende zinnen toegevoegd: Voor activiteiten die bijdragen aan beheer en behoud van waardevolle en karakteristieke landschappen is ook subsidie beschikbaar via de Subsidieregeling Streekeigen Landschapsbeheer. Verenigingen, coöperaties en stichtingen kunnen daarvoor een aanvraag indienen.

 

Er wordt een nieuw onderdeel d toegevoegd:

  • d.

    de maatregelen leiden op ieder erf tot een “aangekleed erf”.

Huidig onderdeel d wordt omgenummerd naar onderdeel e.

Huidig onderdeel e wordt omgenummerd naar onderdeel f.

Huidig onderdeel f wordt omgenummerd naar onderdeel g.

Huidig onderdeel g wordt omgenummerd naar onderdeel h.

 

Onderdeel e komt als volgt te luiden:

  • e.

    de maatregelen kunnen aangelegd worden op, en in directe verbinding met, erven waarbij ieder erf een “aangekleed erf” betreft, dat kan functioneren als leefgebied voor genoemde doelsoorten.

Onderdeel f komt als volgt te luiden:

  • f.

    de maatregelen betreffen geen onderhoudsmaatregelen, dunnen, opschonen van dichtgegroeide poelen, afrasteringen, bijenhotels en vleermuizenkasten en minder kostbare maatregelen zoals takkenrillen.

Onderdeel g komt als volgt te luiden:

  • g.

    vooral landbouwbedrijven met veel gebouwen of sleufsilo’s en verharding, waar nauwelijks groen aanwezig is, komen niet in aanmerking voor subsidie. Dit geldt niet als hiervoor een aanliggende huiskavel als een aangekleed erf wordt ingericht en de toevoegingen bijdragen aan het versterken van het leefgebied van de erfvogels.

Artikel 4.5.10 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen

Na lid 2 wordt een nieuw lid 3 toegevoegd:

  • 3.

    Als er sprake is van maatregel ‘Erven’ zijn de kosten voor het aanplanten van houtwallen, heggen en knotwilgen tussen erven alleen subsidiabel als deze elementen direct grenzen aan een aangekleed erf.

Huidige lid 3 wordt omgenummerd naar lid 4.

Huidige lid 4 wordt omgenummerd naar lid 5.

 

4.8 Groene schoolpleinen

 

Artikel 4.8.8 Eigen bijdrage

Dit artikel wordt omgenummerd naar artikel 4.8.7.

 

Artikel 4.8.9 Aanvraag

Dit artikel wordt omgenummerd naar artikel 4.8.8.

 

Lid 3: vervallen

Lid 4 sub d wordt toegevoegd:

  • d.

    een offerte van de aanleg van het groene schoolplein als deze beschikbaar is of een kostenraming;

Artikel 4.8.10 Beschikbaar budget voor de subsidieregelging

Dit artikel wordt omgenummerd naar artikel 4.8.9.

 

Artikel 4.8.11 Aanvullende verplichtingen

Dit artikel wordt omgenummerd naar artikel 4.8.10.

 

Artikel 4.8.12 Geen staatssteun

Dit artikel wordt omgenummerd naar artikel 4.8.11.

 

Artikel 4.8.13 Looptijd

Dit artikel wordt omgenummerd naar artikel 4.8.12.

 

4.13 Iedereen een boom- grootschalige boomaanplant

 

Artikel 4.13.10 Aanvullende verplichtingen

Sub b: ‘2023’ wordt vervangen door ‘2024’.

 

Artikel 4.13.12 Looptijd

’28 februari 2023’ wordt vervangen door: 30 november 2023.

 

Paragraaf 4.14 komt als volgt te luiden:

4.14 Gemeentelijk soortenmanagementplan voor woningverduurzaming

 

Artikel 4.14.1 Betekenis van begrippen

In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.

  • -

    Beschermde soorten: vogels en in het wild levende dieren die op grond van de artikelen 3.1, 3.5 en 3.10 van de Wet natuurbescherming beschermd zijn. Deze wet moet ervoor zorgen dat de verschillende planten- en diersoorten in de natuur blijven bestaan. Provincies bepalen voor hun gebied wat wel en niet mag in de natuur. Dat doen zij aan de hand van nationale en internationale regels. Provincies geven ook subsidie voor activiteiten in de buurt van natuurgebieden.

  • -

    Gebiedsontheffing: door Gedeputeerde Staten te verstrekken ontheffing van de verboden, die in de artikelen 3.1, 3.2, zesde lid, 3.5, 3.6, tweede lid en 3.10, eerste lid, van de Wet natuurbescherming genoemd zijn. Het gaat om een ontheffing voor overtredingen in een (groter) plangebied, waarbij maatregelen worden getroffen om het functioneel leefgebied van de beschermde soorten te versterken. Voor meer informatie: Handreiking Soortenbescherming in Overijssel, te vinden op regelen.overijssel.nl onder Vergunningen: Loket - Loket provincie Overijssel.

  • -

    Soortenmanagementplan (hierna: SMP): een plan van de gemeente waarin zowel de activiteiten staan omschreven waarvoor de provincie ontheffing kan verlenen als de maatregelen die over het verbeteren van de staat van instandhouding van beschermde soorten gaan. Dit plan bevat ook de ecologische onderbouwing voor een gebiedsontheffing op grond van de Wet natuurbescherming.

  • -

    Pre-SMP-methodiek: een werkwijze die voorziet in de bescherming van groepen gebouw bewonende soorten met de bijbehorende compenserende maatregelen en natuurvriendelijk isoleren van particuliere woningen gedurende het opstellen van een soortenmanagementplan (SMP). Een pre-SMP kan gebruikt worden als ecologische onderbouwing voor een tijdelijke gebiedsontheffing op grond van de Wet Natuurbescherming. De methodiek is uitgewerkt in het provinciaal Beleidskader Natuurvriendelijk isoleren van particuliere woningen onder het pre-soortenmanagementplan. Dit beleidskader is te vinden op www.overijssel.nl/natuurvriendelijkisoleren.

  • -

    Natuurvriendelijk isoleren van particuliere woningen: het isoleren van en plaatsen van zonnepanelen op particuliere woningen volgens de handreiking ‘Natuurvriendelijk isoleren onder het pre-soortenmanagementplan’ die te vinden is op www.overijssel.nl/natuurvriendelijkisoleren.

Artikel 4.14.2. Doel van de subsidieregeling

Met deze subsidieregeling wil de provincie bevorderen dat gemeenten een soortenmanagementplan opstellen. Hiermee kan de gewenste samenhangende aanpak voor het behoud van de beschermde flora en fauna worden gerealiseerd. De na-isolatie van bestaande particuliere woningen kan daarmee ook op een natuurinclusieve manier worden gerealiseerd. Dit draagt bij aan behoud en versterking van de biodiversiteit.

 

Artikel 4.14.3. Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie wordt verleend voor het opstellen van een SMP.

  • 2.

    Het SMP voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      het SMP dient als ecologische onderbouwing voor een gebiedsontheffing.

    • b.

      het SMP is erop gericht dat alle eigenaren van bestaande, individuele grondgebonden woningen in particulier eigendom, in minimaal de hele bebouwde kom van de betreffende gemeente gedurende 10 jaar gebruik kunnen maken van de beoogde gebiedsontheffing bij het isoleren van hun woning.

    • c.

      het SMP mag opgesteld zijn na 1 januari 2022. Dit is een afwijking van artikel 1.2.3;

    • d.

      het SMP bevat in elk geval de volgende informatie:

      • 1.

        beschrijving van de geplande activiteiten en ontheffinggebruikers;

      • 2.

        uitleg om welke verbodsbepalingen en om welke beschermde soorten het SMP gaat;

      • 3.

        onderbouwing van het wettelijk belang;

      • 4.

        onderbouwing van de alternatieve afweging;

      • 5.

        resultaten van een gebied dekkend (ecologisch) onderzoek;

      • 6.

        kansen- en knelpuntenanalyse voor voorkomende soorten;

      • 7.

        effectbepaling;

      • 8.

        mitigatie- en compensatieplan met beperkingen om soorten te beschermen en leefgebieden te versterken;

      • 9.

        monitoringsplan en bijsturing;

      • 10.

        managementplan voor beheersing en administratie.

Deze punten worden in hoofdstuk 12 van de Handreiking soortenbescherming Overijssel toegelicht. Deze is te vinden op regelen.overijssel.nl onder Vergunningen: Loket - Loket provincie Overijssel.

 

Artikel 4.14.4 Aanvrager

De aanvrager is een Overijsselse gemeente.

 

Artikel 4.14.5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.

  • 2.

    De kosten van de activiteiten die zijn uitgevoerd voordat de aanvraag is ontvangen zijn wel subsidiabel, maar alleen als de activiteit is uitgevoerd na 1 januari 2022. Artikel 1.2.8 onderdeel a is niet van toepassing.

Artikel 4.14.6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie is maximaal 50% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    De subsidie is maximaal € 70.000,- per subsidieaanvraag.

  • 3.

    De subsidie is maximaal € 70.000,- per gemeente.

Artikel 4.14.7 Subsidieaanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie kan het hele jaar worden ingediend.

  • 2.

    De aanvrager maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier ‘Gemeentelijke soortenmanagementplannen voor woningverduurzaming’

  • 3.

    De aanvrager levert aanvullend de volgende stukken in:

    • a.

      de offerte van het ecologisch adviesbureau dat het SMP gaat opstellen;

    • b.

      de offerte-uitvraag van de gemeente aan het ecologisch adviesbureau;

    • c.

      een kaart van het gebied waar het SMP betrekking op heeft. Als het een digitale kaart is dan moet het bestand voldoen aan de voorwaarden als opgenomen in de Eisen van Levering Geografische Informatie die te vinden is op regelen.overijssel.nl: Loket - Loket provincie Overijssel

  • 4.

    De aanvrager hoeft geen begroting en dekkingsplan in te leveren. Artikel 1.2.13 lid 2 is niet van toepassing.

  • 5.

    De gemeente kan vaker een aanvraag indienen, tot maximaal € 70.000,- subsidie per gemeente.

Artikel 4.14.8 Beschikbaar budget

Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2023 en 2024.

 

Artikel 4.14.9 Aanvullende verplichtingen

De subsidieontvanger is verplicht:

  • a.

    binnen uiterlijk 2 jaar na subsidieverlening het SMP vast te stellen en op basis daarvan een aanvraag in te dienen voor een gebiedsontheffing voor alle particuliere woningen in de hele bebouwde kom van de betreffende gemeente. De termijn die is gesteld in de gebiedsontheffing die is verleend op grond van de pré-SMP is leidend en kan dus leiden tot een kortere periode dan 2 jaar;

  • b.

    tijdens de subsidieperiode gebruik te maken van de pre-SMP-methodiek;

  • c.

    een aanvraag voor een tijdelijke ontheffing op basis van een pre-SMP in te dienen, uiterlijk binnen 1 week na het indienen van de aanvraag voor subsidieverlening op basis van deze subsidieregeling;

  • d.

    de voor het SMP verzamelde ecologische gegevens in te voeren in de Nationale Databank Flora en Fauna. Deze is te vinden op Nationale Databank Flora en Fauna (ndff.nl).

Artikel 4.14.10 Geen staatssteun

De subsidie van de provincie aan een gemeente levert geen staatssteun op.

 

Artikel 4.14.11 Looptijd

Deze subsidieregeling vervalt op 30 november 2024 om 17.00 uur.

 

4.17 Aanpak van invasieve exoten 2.0

 

Artikel 4.17.1 Betekenis van de begrippen

De begripsbepaling voor ‘Beheersing’ wordt verwijderd.

De begripsbepaling voor ‘Bestrijding’ wordt verwijderd.

 

Na ‘Invasieve exoten’ wordt toegevoegd:

  • -

    Invloedsgebieden van N2000: aanvoerende watergangen of direct naastgelegen percelen buiten Natura 2000-gebieden, als vanuit deze plekken infectiebronnen van invasieve exoten richting een N2000-gebied bestaan;

  • -

    Natura 2000-gebieden komt als volgt te luiden:

  • -

    Natura 2000-gebieden (hierna: N2000-gebieden): de in bijlage 2 opgenomen gebieden in Overijssel.

Na ‘Natuurnetwerk Nederland (NNN)’ wordt toegevoegd:

  • -

    Verwijderen: het volledig bestrijden of zo goed mogelijk terugdringen (beheersen) van invasieve exoten.

De tekst van artikel 4.17.2. komt als volgt te luiden:

Artikel 4.17.2 Doel van de subsidieregeling

Met deze subsidieregeling wil de provincie Overijssel de verwijdering van aangewezen invasieve exoten stimuleren.

 

Artikel 4.17.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

 

Lid 1 komt als volgt te luiden:

  • 1.

    De subsidie wordt verleend voor de verwijdering van invasieve exoten en de hybriden daarvan:

    • a.

      die opgenomen zijn in bijlage 1A en die worden verwijderd buiten de begrenzing van N2000-gebieden, buiten de invloedsgebieden van N2000 en buiten het NNN;

    • b.

      die opgenomen zijn in bijlage 1B en die worden verwijderd binnen het NNN, maar niet binnen N2000-gebieden en niet in de invloedsgebieden van N2000;

    • c.

      die opgenomen zijn in bijlage 1B en die worden verwijderd binnen de begrenzing van N2000-gebieden of de invloedsgebieden van N2000, waarvan de aanpak niet past binnen het reguliere beheer, zoals weergegeven in de beheerplannen van het betreffende N2000-gebied.

Lid 2: zinsdeel ‘bestrijding of beheersing’ wordt vervangen door ‘verwijdering van de aangewezen soorten’.

Sub d: ‘bestrijden of beheersen’ wordt vervangen door ‘verwijderen’.

 

Lid 3 komt als volgt te luiden:

 

  • 3.

    De verwijdering van een invasieve exoot of hybride daarvan voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      het vindt plaats in Overijssel;

    • b.

      het gebeurt zonder biologische of chemische bestrijdingsmiddelen, tenzij Gedeputeerde Staten vinden dat er geen verwijderingsmethoden kunnen worden toegepast. Daarbij moet de aanvrager aantonen dat de inzet van deze biologische of chemische middelen binnen de daarvoor geldende wettelijke kaders valt;

    • c.

      de toegepaste verwijderingsmethoden zijn verantwoord en aantoonbaar effectief. Dit houdt in dat er geen goedkopere en even verantwoorde en effectieve alternatieve verwijderingsmethode bekend en beschikbaar is en dat een eventuele ecologische schade zo klein mogelijk is.

Artikel 4.17.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen

Lid 5: ‘bestrijding of beheersing’ wordt vervangen door: verwijdering.

Lid 6: ‘bestrijding ’ wordt vervangen door: verwijdering.

 

Artikel 4.17.6 komt als volgt te luiden:

Artikel 4.17.6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie voor de verwijdering van invasieve exoten en de hybriden van invasieve exoten die worden verwijderd binnen of buiten het NNN, maar buiten de begrenzing van de N2000-gebieden en invloedsgebieden van N2000. Het gaat hier dus om de activiteiten die zijn opgenomen in artikel 4.17.3 lid 1 sub a en b. Daarvoor bedraagt de subsidie:

    • a.

      maximaal 75% van de subsidiabele kosten; en

    • b.

      maximaal € 50.000,- per subsidieaanvraag.

  • 2.

    De subsidie voor de verwijdering van invasieve exoten en de hybriden van invasieve exoten die worden verwijderd binnen de begrenzing van de N2000-gebieden en binnen de invloedsgebieden van N2000. Het gaat hierbij om de activiteiten als genoemd in artikel 4.17.3 lid 1 onderdeel c. Daarvoor bedraagt de subsidie:

    • a.

      maximaal 100% van de subsidiabele kosten; en

    • b.

      maximaal € 100.000,- per subsidieaanvraag.

  • 3.

    Voor de subsidie voor het opstellen van een uitvoeringsplan voor de aanpak van de invasieve exoot of exoten geldt aanvullend dat de subsidie maximaal € 5.000, per subsidieaanvraag is.

Artikel 4.17.7 Subsidieaanvraag

Lid 4 komt als volgt te luiden:

  • 4.

    De aanvrager levert aanvullend een plan van aanpak in waarin is opgenomen:

    • a.

      een planning;

    • b.

      een topografische overzichtskaart (schaal 1:25.000); en

    • c.

      een detailkaart (schaal 1:1.000) waarop te zien is waar de verwijdering van welke invasieve exoot of hybride(n) daarvan, plaats zal vinden en op welke wijze wordt ingezet op een duurzaam resultaat.

Lid 5: ‘Natura 2000’ wordt vervangen door ‘N2000’.

 

Artikel 4.17.8 komt als volgt te luiden:

Artikel 4.17.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling

  • 1.

    Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2022 en 2023.

  • 2.

    Er geldt een deelplafond voor:

    • a.

      de verwijdering van invasieve exoten en de hybriden van invasieve exoten binnen of buiten NNN, maar buiten de begrenzing van de N2000-gebieden en invloedsgebieden van N2000-gebieden. Het gaat hierbij om activiteiten die zijn opgenomen in artikel 4.17.3. lid 1 sub a en b.

    • b.

      de subsidie voor de verwijdering van invasieve exoten en de hybriden van invasieve exoten binnen de begrenzing van de N2000-gebieden en binnen de invloedsgebieden van N2000. Het gaat hierbij dus om, de activiteiten als genoemd in artikel 4.17.3 lid 1 sub c.

Bijlage 1A

De bijlage wordt vervangen door de volgende bijlage met toelichtende teksten:

 

Bijlage 1A. Soortenlijst subsidieregeling aanpak invasieve exoten Overijssel buiten NNN en buiten de begrenzing van de N2000-gebieden en invloedsgebieden van N2000-gebieden. Het gaat hierbij dus om de activiteiten die zijn opgenomen in artikel 4.17.3. lid 1 sub a) voor onderstaande soorten en hybriden van deze soorten:

 

Cat.

Invasieve uitheemse landplanten (terrestrische planten)

Verplichte aanpak Europese Unie voor:

 

G

Fraai lampenpoetsergras (Pennisetum setaceum)

G

Japans steltgras (Microstegium vimineum)

G

Amerikaans bezemgras (Andropogon virginicus)

G

Roze rimpelgras (Ehrharta calycina)

G

Hoog pampagras (Cortaderia juba)

L

Japanse klimvaren (Lygodium japonicum)

L

Ballonrank (Cardiospermum grandiflorum)

L

Kudzu (Pueraria montana var. lobata)

L

Oosterse hop (Humulus scandens)

L

Aziatische boomwurger (Celastrus orbiculatus)

K

Schijnambrosia (Parthenium hysterophorus)

K

Perzische berenklauw (Heracleum persicum)

K

Sosnowsky's berenklauw (Heracleum sosnowskyi)

K

Reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum)

K

Reuzenbalsemien (Impatiens grandulifera)

V

Zijdeplant (Asclepias syriaca)

V

Gewone gunnera (Gunnera tinctoria)

V

Chinese struikklaver (Lespedeza cuneata)

V

Struikaster (Baccharis halimifolia)

V

Wilgacacia (Acacia saligna)

V

Mesquite (Prosopis juliflora)

V

Talgboom (Triadica sebifera)

V

Hemelboom (Ailanthus altissima)

V

Hakea (Hakea sericea)

 

Aanvullende soorten provincie Overijssel (onmiddellijk gevaar volksgezondheid):

 

K

Alsem-ambrosia (Ambrosia artimisiifolia)

K

Zandambrosia (Ambrosia psilostachya)

K

Driedelige ambrosia (Ambrosia trifida)

K

Canadese guldenroede (Solidago canadensis)

K

Late guldenroede (Solidago gigantea)

 

Aanvullende soorten provincie Overijssel (onmiddellijk gevaar biodiversiteit):

 

H

Trosbosbes (Vaccinium corymbosum)

H

Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina)

H

Rimpelroos (Rosa rugosa)

H

Zwarte appelbes (Aronia x prunifolia)

H

Pontische (= Europese) rododendron (Rhododendron ponticum)

 

Toelichting categorieën: G=gras, L=klimplant, K=kruidachtige plant (1-/2-jarigen),

H=houtachtige plant (heester of boom)

 

Cat.

Invasieve uitheemse oever- en waterplanten

Verplichte aanpak EU voor:

 

O

Smalle theeplant (Gymnocoronis spilanthoides)

O

Alligatorkruid (Alternanthera philoxerioides)

O

Moeraslantaarn (Lysichiton americanus)

O

Kleine waterteunisbloem (Ludwigia peploides)

O

Waterteunisbloem (Ludwigia grandiflora)

O/W

Grote waternavel (Hydrocotyle ranunculoides)

W

Verspreidbladige waterpest (Lagarosiphon major)

W

Smalle waterpest (Elodea nuttallii)

W

Parelvederkruid (Myriophyllum aquaticum)

W

Ongelijkbladig vederkruid (Myriophyllum heterophyllum)

W

Waterwaaier (Cabomba caroliniana)

W

Waterhyacint (Eichhornia crassipes)

W

Grote vlotvaren (Salvinia molesta)

W

Watersla (Pistia stratiotes)

 

Aanvullende soorten provincie Overijssel (onmiddellijk gevaar biodiversiteit):

 

O/W

Watercrassula (Crassula helmsii)

 

Toelichting categorieën: O=oeverplant, W=waterplant

 

Invasieve uitheemse zoogdieren

Verplichte aanpak Europese Unie voor:

 

Indische mangoeste (Herpestes javanicus)

Wasbeer (Procyon lotor)

Rode neusbeer (Nasua nasua)

Amerikaanse voseekhoorn (Sciurus niger)

Grijze eekhoorn (Sciurus carolinensis)

Pallas' eekhoorn (Callosciurus erythraeus)

Thaise eekhoorn (Callosciurus finlaysonii)

Axishert (Axis axis)

Muntjak (Muntiacus reevesi)

Wasbeerhond (Nyctereutes procyonoides)

Siberische grondeekhoorn (Tamias sibiricus)

 

Aanvullende soorten provincie Overijssel (onmiddellijk gevaar biodiversiteit):

 

Amerikaanse nerts (Neovison vison)

Amerikaanse rode eekhoorn (Tamiascurius hudsonicus)

Sikahert (Cervus nippon)

 

De Beverrat en Muskusrat ontbreken in deze lijst van invasieve zoogdieren, omdat de bestrijding van deze beide soorten onder verantwoording valt van de waterschappen en hiervoor geen provinciale subsidie aangevraagd kan worden.

 

Invasieve uitheemse vogels

Verplichte aanpak Europese Unie voor:

 

Huiskraai (Corvus splendens)

Treurmaina (Acridotheres tristis)

Roodbuikbuulbuul (Pycnonotus cafer)

Heilige ibis (Threskiornis aethiopicus)

Rosse stekelstaart (Oxyura jamaicensis)

Nijlgans (Alopochen aegyptiacus)

 

Invasieve uitheemse reptielen en amfibieën

Verplichte aanpak Europese Unie voor:

 

Letterschildpadden (Trachemys scripta):

  • 1.

    Geelbuikschildpad (Tr. scripta scripta)

  • 2.

    Geelwangschildpad (Tr. scripta troostii)

  • 3.

    Roodwangschildpad (Tr. scripta elegans)

Gewone koningsslang (Lampropeltis getula)

Amerikaanse stierkikker (Lithobates catesbeianus, syn. Rana catesbeiana)

Afrikaanse klauwkikker (Xenopus leavis)

 

Aanvullende soorten provincie Overijssel (onmiddellijk gevaar biodiversiteit):

 

Italiaanse kamsalamander (Triturus carnifex)

Marmersalamander (Triturus marmoratus)

 

Invasieve uitheemse vissen

Verplichte aanpak Europese Unie voor:

 

Amoergrondel (Perccottus glenii)

Noordelijke slangenkopvis (Channa argus)

Oosterse muskietenvis (Gambusia holbrooki)

Westerse muskietenvis (Gambusia affinis)

Zwarte dwergmeerval (Ameiurus melas)

Amerikaanse baars (Morone americana)

Fundulus (Fundulus heteroclitus)

Blauwband (Pseudorasbora parva)

Zonnebaars (Lepomis gibbosus)

 

Aanvullende soorten provincie Overijssel (onmiddellijk gevaar biodiversiteit):

 

Kesslers grondel (Ponticola kessleri)

Marmergrondel (Proterorhinus semilunaris)

Pontische stroomgrondel (Neogobius fluviatilis)

Zwartbekgrondel (Neogobius melanostomus)

 

Invasieve uitheemse terrestrische invertebraten

Verplichte aanpak EU voor:

 

Aziatische hoornaar (Vespa velutina)

Dwergvuurmier (Wasmannia auropunctata)

Rode vuurmier (Solenopsis invicta)

Tropische vuurmier (Solenopsis geminata)

Zwarte vuurmier (Solenopsis richteri)

Nieuw-Zeelandse landplatworm (Arthurdendyus triangulates)

 

De invasieve uitheemse aquatische invertebraten van de Unielijst zijn in deze bijlage niet vermeld, omdat de bestrijding van deze soorten onder verantwoording van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (op basis van de Visserijwet) en niet van de provincie en hiervoor geen subsidie aangevraagd kan worden. Het gaat om: Gouden mossel ( Limnoperna fortune ), Chinese wolhandkrab ( Eriocheir sinensis ) en zes Amerikaanse rivierkreeften: Californische rivierkreeft ( Pacifastacus leniusculus ), Marmerkreeft ( Procambarus virginalis ), Rode Amerikaanse rivierkreeft ( Procambarus clarkii ), Gevlekte Am. rivierkreeft ( Faxonius limosus ), Roestbruine Am. rivierkreeft ( Faxonius rusticus ) en Geknobbelde Am. rivierkreeft ( Faxonius virilis ).

 

Bijlage 1B

De bijlage wordt vervangen door de volgende bijlage met toelichtende teksten:

 

Bijlage 1B. Soortenlijst subsidieregeling aanpak invasieve exoten Overijssel

binnen NNN (inclusief N2000-gebieden en de invloedsgebieden van N2000). Dat wil zeggen voor de activiteiten als genoemd in artikel 4.17.3 lid 1 onderdeel b (NNN) en onderdeel c (N2000 en invloedsgebieden van N2000)

 

Bijlage 1B omvat alle soorten als genoemd in bijlage 1A, inclusief onderstaande soorten en hun hybriden:

 

Extra soorten binnen NNN-gebieden (incl. N2000)

 

Amerikaanse eik (Quercus rubra)

Amerikaanse rododendron (Rhododendron catawbiense)

Bonte gele dovenetel (Lamium galeobdolon subsp. argentatum)

Japanse bamboe (Pseudosasa japonica)

Sneeuwbes (Symphoricarpos albus)

Stijve zonnebloem (Helianthus laetiflorus)

 

6.2 MIT-Haalbaarheidsprojecten

 

Artikel 6.2.1 Betekenis van begrippen

 

‘Maatschappelijke Kennis en Innovatieagenda’s (KIA’s)’ komt als volgt te luiden:

  • -

    Maatschappelijke Kennis en Innovatieagenda’s (KIA’s): uitdagingen die de topsectoren voor elk maatschappelijk thema, sleuteltechnologieën en voor het maatschappelijk verdienvermogen van Nederland hebben gemaakt. Dit met als doel die maatschappelijke uitdagingen te koppelen aan het Mkb, zoals gepubliceerd op: https://www.topsectoren.nl/missiesvoordetoekomst.

Artikel 6.2.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

Lid 2 sub f: vervallen

Sub h: ‘artikel 1, eerste lid’ wordt vervangen door: artikel 1 lid 1

 

Artikel 6.2.7 Subsidieaanvraag

Lid 1:

‘12 april 2022’ wordt vervangen door: 4 april 2023

’13 september 2022’ wordt vervangen door: 12 september 2023

 

Lid 2:

‘het digitale aanvraagformulier MIT Overijssel-haalbaarheidsprojecten’ wordt vervangen door: het digitale aanvraagformulier MIT-Haalbaarheidsprojecten

 

Lid 3:

‘format modelprojectplan MIT Overijssel-haalbaarheidsprojecten 2022’ wordt vervangen door: Overijsselse model projectplan MIT-Haalbaarheidsprojecten 2023

‘Het format projectplan is te vinden op www.overijssel.nl/subsidie’ wordt vervangen door: Het Overijsselse model projectplan is te vinden op regelen.overijssel.nl: Loket - Loket provincie Overijssel.

 

Lid 5 komt als volgt te luiden:

  • 5.

    De aanvrager mag per indieningstermijn zoals genoemd in lid 1 maximaal 1 keer subsidie aanvragen op basis van deze subsidieregeling. Als de aanvragende Mkb-onderneming onderdeel van een partneronderneming of verbonden onderneming is, dan geldt dat per partneronderneming of verbonden onderneming maximaal 1 keer een subsidie aangevraagd mag worden per indieningstermijn zoals genoemd in lid 1. Voor de uitleg van partnerondernemingen en verbonden ondernemingen geldt Bijlage I, artikel 3 lid 2 en 3 van de AGVV.

Lid 6 wordt toegevoegd:

  • 6.

    Als een Mkb-onderneming, een partneronderneming of een verbonden onderneming meer dan 1 aanvraag indient, dan wordt de aanvraag die als eerst is ontvangen in behandeling genomen. De andere aanvragen worden afgewezen.

Lid 7 wordt toegevoegd:

  • 7.

    Het is belangrijk dat het projectplan alle informatie bevat die van belang is om de criteria zoals genoemd in artikel 6.2.3 te beoordelen. In artikel 1.2.14 lid 2 staat dat de provincie nadat een aanvraag compleet is, om een toelichting op de ingediende informatie kan vragen. Bij deze subsidieregeling wordt geen inhoudelijke toelichting op het ingediende projectplan gevraagd. Nieuwe informatie is namelijk van invloed op de ontvangstdatum van de aanvraag en daarmee ook op de verdeling van het subsidieplafond.

Paragraaf 6.3 komt als volgt te luiden:

6.3 MIT-R&D-samenwerkingsprojecten

 

Artikel 6.3.1 Betekenis van de begrippen

In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.

  • -

    Experimentele ontwikkeling: het verwerven, combineren, vormgeven en gebruiken van bestaande wetenschappelijke, technologische, zakelijke en andere relevante kennis en vaardigheden, gericht op het ontwikkelen van nieuwe of verbeterde producten, procedés of diensten.

  • -

    Industrieel onderzoek: planmatig of kritisch onderzoek dat is gericht op het opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden met het oog op ontwikkeling van nieuwe producten, procedés of diensten, of om bestaande producten, procedés of diensten aanmerkelijk te verbeteren; het omvat de creatie van onderdelen voor complexe systemen en kan ook de bouw omvatten van prototypes in een laboratoriumomgeving of in een omgeving met gesimuleerde interfaces voor bestaande systemen, alsmede pilotlijnen, wanneer dat nodig is voor het industriële onderzoek en met name voor de validatie van generieke technologie.

  • -

    Maatschappelijke Kennis en Innovatieagenda’s (hierna KIA’s): uitdagingen die de topsectoren voor elk maatschappelijk thema, sleuteltechnologieën en voor het maatschappelijk verdienvermogen van Nederland hebben gemaakt. Dit met als doel die maatschappelijke uitdagingen te koppelen aan het Mkb, zoals gepubliceerd op https://www.topsectoren.nl/missiesvoordetoekomst.

  • -

    MIT-R&D-samenwerkingsproject: project, bestaande uit industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling of een combinatie hiervan, in daadwerkelijke samenwerkingen voor gezamenlijke rekening en risico uitgevoerd door een MIT-R&D-samenwerkingsverband.

  • -

    MIT-R&D-samenwerkingsverband: verband dat geen rechtspersoonlijkheid bezit, bestaande uit twee of meer niet verbonden Mkb-ondernemingen, dat is opgericht om een R&D-samenwerkingsproject uit te voeren. Voor de uitleg van verbonden ondernemingen geldt Bijlage I, artikel 3 lid 3 van de AGVV.

Artikel 6.3.2 Doel van de subsidieregeling

Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het bevorderen van innovatie en ondernemerschap bij het midden- en kleinbedrijf over regiogrenzen heen, door innovatie in de Topsectoren te stimuleren aansluitend op de landelijke KIA’s.

 

Artikel 6.3.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie wordt verleend voor de uitvoering van een MIT-R&D-samenwerkingsproject passend bij tenminste één van volgende maatschappelijke KIA’s:

    • a.

      Energie & Duurzaamheid;

    • b.

      Gezondheid en Zorg;

    • c.

      Landbouw, Water en Voedsel;

    • d.

      Veiligheid;

    • e.

      Sleuteltechnologieën;

    • f.

      Maatschappelijk verdienvermogen.

  • 2.

    De activiteit voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      meer dan 50% van de subsidiabele kosten, van het MIT-R&D-samenwerkingsproject komt voor rekening van de aan het MIT-R&D-samenwerkingsverband deelnemende Mkb-ondernemingen met een vestiging in Overijssel;

    • b.

      per MIT-R&D-samenwerkingsverband mag een deelnemende Mkb-onderneming niet meer dan 70% van de subsidiabele kosten van het MIT-R&D-samenwerkingsproject voor zijn rekening nemen;

    • c.

      voor de activiteit is geen subsidie aangevraagd bij of ontvangen van een andere overheid;

    • d.

      de activiteit wordt uitgevoerd bij een vestiging in de provincie Overijssel. Voor de definitie van vestiging geldt artikel 1, lid 1, aanhef en onder j van de Handelsregisterwet 2007.

Artikel 6.3.4 Aanvrager

  • 1.

    De aanvrager is een MIT-R&D-samenwerkingsverband, waarvan de penvoerder een Mkb-onderneming is.

  • 2.

    Alle aan het MIT-R&D-samenwerkingsverband deelnemende Mkb-ondernemingen zijn elk voor hun eigen deel in de samenwerking subsidieontvanger.

Artikel 6.3.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De kosten die subsidiabel zijn:

    • a.

      personeelskosten en de kosten van derden. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.8 zijn van toepassing;

    • b.

      de kosten van machines en apparatuur. Deze zijn naar rato van het gebruik subsidiabel indien deze rechtstreeks aan de subsidiabele activiteit toe te rekenen zijn. Dit geldt voor zowel machines en apparatuur die in bezit zijn, als voor machines en apparatuur die nog worden aangeschaft ten behoeve van de te subsidiëren activiteit. Daaronder vallen ook bijkomende kosten zoals licenties voor software en de onderhoudskosten van een machine of apparatuur. Voor de aankoopkosten van machines geldt dat deze niet volledig subsidiabel zijn. Dit is een afwijking van artikel 1.2.7 lid 1, onderdeel c;

    • c.

      de kosten van gebouwen en gronden voor zover en zolang zij worden gebruikt voor het project.

  • 2.

    Voor de kosten van gebouwen geldt dat alleen de afschrijvingskosten overeenstemmend met de looptijd van het project, berekend volgens algemeen erkende boekhoudkundige beginselen, subsidiabel zijn.

  • 3.

    Voor de kosten van gronden geldt dat alleen de verkoopkosten of de daadwerkelijk gemaakte financieringskosten, subsidiabel zijn.

  • 4.

    Voor de kosten van contractonderzoek, kennis en octrooien geldt dat die alleen subsidiabel zijn als op arm's length-voorwaarden worden gekocht bij of waarvoor een licentie wordt verleend door externe bronnen. Dit betekent dat de afspraken tussen de contractpartijen niet afwijken van die welke zouden zijn overeengekomen tussen onafhankelijke ondernemingen. Er is sprake van open, transparante en niet-discriminerende afspraken.

Artikel 6.3.6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie per MIT-R&D-samenwerkingsproject is maximaal 35% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    De subsidie is minimaal € 50.000,- en maximaal € 350.000,- per MIT-R&D-samenwerkingsproject. De subsidie wordt niet verleend als de berekende totale subsidie per MIT- R&D-samenwerkingsproject € 49.999,- of minder is. Dit is een afwijking van artikel 1.2.17 lid 2.

  • 3.

    Als de subsidie voor het MIT-R&D-samenwerkingsproject € 200.000,- of minder is, dan is de subsidie per Mkb-ondernemer minimaal € 25.000,- en maximaal € 100.000,-. De subsidie wordt niet verleend als de berekende subsidie per Mkb-ondernemer € 24.999,- of minder is. Dit is een afwijking van artikel 1.2.17 lid 2.

  • 4.

    Als de subsidie voor het MIT-R&D-samenwerkingsproject meer dan € 200.000,- is, dan is de te verlenen subsidie per Mkb-ondernemer minimaal € 25.000,- en maximaal € 175.000,-. De subsidie wordt niet verleend als de berekende subsidie per Mkb-ondernemer € 24.999,- of minder is. Dit is een afwijking van artikel 1.2.17 lid 2.

  • 5.

    Het MIT-R&D-samenwerkingsverband kan per indieningstermijn zoals genoemd in artikel 6.3.9 lid 1 niet vaker dan 1 keer subsidie aanvragen op basis van deze subsidieregeling.

  • 6.

    Een Mkb-ondernemer kan per indieningstermijn zoals genoemd in artikel 6.3.9 lid 1 wel vaker dan 1 keer subsidie aanvragen, als deze deelneemt aan verschillende MIT-R&D- samenwerkingsprojecten.

Artikel 6.3.7 Tenderregeling

  • 1.

    De subsidieregeling is een tenderregeling.

  • 2.

    Bij een tenderregeling krijgt elke complete aanvraag punten op basis van de beoordeling van de kwaliteitsvoorwaarden zoals genoemd in artikel 6.3.8 eerste lid. De beoordeelde aanvragen worden vervolgens in volgorde geplaatst op basis van het behaalde puntenaantal.

Artikel 6.3.8 Puntenscore voor de kwaliteit

  • 1.

    Een aanvraag die voldoet aan de voorwaarden die genoemd zijn in de artikelen 6.3.3 en 6.3.4 krijgt maximaal 100 punten voor de volgende kwaliteitsvoorwaarden:

    • a.

      er wordt meer technologische vernieuwing of wezenlijke nieuwe toepassingen van een bestaand product, proces, of dienst verwacht, maximaal 25 punten;

    • b.

      er wordt meer economische waarde gecreëerd voor de deelnemers in het MIT-R&D-samenwerkingsverband, de Topsectoren, of de Overijsselse economie, maximaal 25 punten;

    • c.

      de kwaliteit van de MIT-R&D-samenwerking wordt hoger, ten minste blijkend uit de kwaliteit van het projectplan, de mate van complementariteit van de deelnemers, de capaciteiten van de deelnemers en de kwaliteit van de projectorganisatie, maximaal 25 punten;

    • d.

      de verwachte impact die wordt gerealiseerd op een of meer van de betreffende maatschappelijke Kennis en Innovatieagenda’s, maximaal 25 punten.

  • 2.

    De aanvraag scoort per kwaliteitsvoorwaarde minimaal 10 punten.

  • 3.

    De totale score van de aanvraag is minimaal 50 punten.

  • 4.

    Er wordt geloot als twee of meer aanvragen dezelfde eindscore hebben en er niet voldoende subsidieplafond is voor alle aanvragen. De loting wordt uitgevoerd door een notaris.

Artikel 6.3.9 De subsidieaanvraag

  • 1.

    De aanvraag kan ingediend worden vanaf 6 juni 2023 9:00 uur en moet uiterlijk op 12 september 2023 vóór 17.00 uur zijn ontvangen.

  • 2.

    De aanvrager maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier MIT-R&D-samenwerkingsprojecten.

  • 4.

    De aanvrager levert aanvullend een begroting in. Het is verplicht om het beschikbaar gestelde begrotingsformat te gebruiken. Het begrotingsformat is te vinden op regelen.overijssel.nl: Loket - Loket provincie Overijssel.

  • 5.

    De aanvrager levert aanvullend een projectplan in waaruit blijkt op welke wijze aan de criteria zoals genoemd in de artikelen 6.3.3 en 6.3.4 wordt voldaan. Het is verplicht om bij het opstellen van het projectplan gebruik te maken van het Overijsselse model projectplan MIT-R&D-samenwerkingsprojecten 2023. Het Overijsselse model projectplan is te vinden op regelen.overijssel.nl: Loket - Loket provincie Overijssel.

  • 6.

    De subsidieaanvraag moet vóór de sluitingsdatum volledig zijn.

  • 7.

    Na sluitingsdatum kunnen er geen inhoudelijke en financiële aanvullingen of wijzigingen meer ingediend worden.

Artikel 6.3.10 Beschikbaar budget voor de regeling

  • 1.

    Het subsidieplafond geldt voor de openstellingperiode die genoemd is in artikel 6.3.9. lid 1.

  • 2.

    Er gelden twee deelplafonds:

    • a.

      voor de kleine MIT-R&D-samenwerkingsprojecten. Dit zijn de subsidies van € 200.000,- of minder per MIT-R&D-samenwerkingsproject.

    • b.

      voor de grote MIT-R&D-samenwerkingsprojecten. Dit zijn de subsidies van meer dan € 200.000,- per MIT-R&D-samenwerkingsproject.

  • 3.

    Het subsidieplafond wordt verdeeld op basis van vastgestelde volgorde. Dit is een afwijking van artikel 1.2.16 lid 2.

  • 4.

    De verdeling van het subsidieplafond begint bij de aanvraag met de hoogste score en gaat door tot het subsidieplafond bereikt is.

  • 5.

    Als de te verstrekken subsidie voor een aanvraag hoger is dan het resterende bedrag van het subsidieplafond, dan kan de subsidie lager worden verleend. Dit kan alleen na overleg met de aanvrager en onder de voorwaarden dat:

    • a.

      de activiteiten ongewijzigd worden uitgevoerd;

    • b.

      de aanvrager of derden bereid zijn het financiële tekort zelf aanvullend te financieren. De gewijzigde financiële dekking wordt binnen 5 werkdagen ingeleverd.

Artikel 6.3.11 Staatssteun

  • 1.

    De subsidie voldoet aan hoofdstuk I en artikel 25 van de AGVV.

  • 2.

    De totale overheidsbijdrage voor de dekking van de kosten van het MIT-R&D-samenwerkingsproject is maximaal 35%. Voor het MIT-R&D-samenwerkingsproject is geen subsidie aangevraagd bij of ontvangen vaneen andere overheid.

Artikel 6.3.12 Aanvullende verplichtingen

De subsidieontvanger is verplicht:

  • a.

    binnen 6 maanden na de datum waarop de subsidie is verleend, de activiteiten te starten;

  • b.

    binnen 24 maanden na de start de activiteiten te hebben uitgevoerd.

Artikel 6.3.13 Looptijd

Deze subsidieregeling vervalt op 30 november 2023 om 17.00 uur.

 

6.8 Versterken gemeentelijke informatiepositie vakantieparken

 

Artikel 6.8.1 Doel van de subsidieregeling

Sub b: vervallen

 

Artikel 6.8.2 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

Lid 1 sub d: vervallen

Lid 5: vervallen

Lid 6 sub b: vervallen

 

6.12 MKB-Voucher digitalisering cultuur

 

Artikel 6.12.2 Doel van de subsidieregeling

Na het woord Overijssel wordt ‘e’ vervangen door ‘te’.

 

Artikel 6.12.5 De kosten die voor de subsidie in aanmerking komen

Lid 1 komt als volgt te luiden: Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.7 is van toepassing.

 

7.6 Startversneller ondernemers in de culturele sector

 

Artikel 7.6.12 Looptijd

‘28 februari’ wordt vervangen door ’30 november’.

 

7.7 Cultuurparticipatie, mee doen is kunst

 

Artikel 7.7.2 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

Aan lid 2 wordt een nieuw onderdeel d toegevoegd, dat luidt:

De activiteit mag na 9 januari 2023 zijn gestart. Dit is een afwijking van artikel 1.2.3.

 

Artikel 7.7.4 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen

De volgende zin wordt toegevoegd:

De kosten van de activiteiten die zijn uitgevoerd voordat de aanvraag is ontvangen zijn wel subsidiabel, maar alleen als de activiteit is uitgevoerd na 9 januari 2023. Artikel 1.2.8 onderdeel a is niet van toepassing.

 

7.11 Sociale hypotheek 2.0

 

Artikel 7.11.7 Subsidieaanvraag

Lid 1: ‘23 december 2022’ wordt vervangen door ’28 februari 2023’.

Lid 2: toegevoegd wordt achter aan de zin: ‘2.0'.

 

7.15 Een bibliotheek op school

 

Artikel 7.15.1 Betekenis van de begrippen

Aan de begripsbepaling van ‘Bibliotheek op school’ wordt tussen de woorden ‘school’ en ‘, gemeente’ toegevoegd ‘voor primair onderwijs’.

 

Artikel 7.15.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen

lid 2 onderdeel b: de afkorting ‘o.a.’ wordt vervangen door: onder andere

 

Artikel 7.15.6 Hoogte van de subsidie

In lid 5 vervalt het woord ‘zijn’.

 

Artikel 7.15.11 Looptijd

De komma na 2024, vervalt.

 

7.18 Experimenten powered by cultuur

 

Artikel 7.18.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

Lid 1 komt als volgt te luiden:

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt voor het uitvoeren van een experiment ter versterking van het professionele culturele aanbod in Overijssel. De volgende experimenten komen in aanmerking voor de subsidie:

    • a.

      een experiment binnen de culturele sector, of

    • b.

      een experiment binnen de cultuursector en met een cross-over met minimaal één van de volgende sectoren of maatschappelijke vraagstukken: sociale kwaliteit, vrijetijdseconomie, economie, mobiliteit, leefbaar platteland, energietransitie, natuur, milieu, landschap of landbouw. Bij een cross-over met sociale kwaliteit is er:

      • 1.

        een combinatie met de sectoren zorg, sport of welzijn, én daarbinnen;

      • 2.

        een combinatie met de thema’s inclusie of het voorkomen of verminderen van eenzaamheid.

Lid 3 komt als volgt te luiden:

  • 3.

    Het experiment wordt getoetst aan de kwaliteitscriteria zoals genoemd in Puntentabel 1 of 2. Het minimale puntentotaal is:

    • a.

      20 punten voor een activiteit als bedoeld in artikel 7.18.3 lid 1 onderdeel a, waarbij minimaal 10 punten wordt behaald voor artistieke kwaliteit;

    • b.

      15 punten voor een activiteit als bedoeld in artikel 7.18.3 lid 1 onderdeel b, waarbij minimaal 5 punten wordt behaald voor artistieke kwaliteit.

Artikel 7.18.4 Aanvrager

De tekst van dit artikel komt als volgt te luiden: De aanvrager is een organisatie uit de cultuursector met SBI-code 74, 90 of 91. Deze zijn te vinden op www.kvk.nl.

 

Artikel 7.18.6 Hoogte van de subsidie

Lid 2 komt als volgt te luiden:

De subsidie voor een activiteit als bedoeld in artikel 7.18.3 lid 1 onderdeel b, is maximaal 80% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 20.000,- per subsidieaanvraag.

 

Lid 3: vervallen

Lid 4 wordt omgenummerd naar 3.

 

Artikel 7.18.7 Tenderregeling

Lid 2 komt als volgt te luiden:

  • 2.

    Bij een tenderregeling krijgt elke complete aanvraag die voldoet aan artikel 7.18.3. lid 1 een score voor wat betreft de mate waarin de aanvraag voldoet aan de in artikel 7.18.3 lid 2 onderdeel a tot en met d gestelde voorwaarden. Deze score betreft het totaal aantal punten op basis van Puntentabel 1 of 2. De beoordeelde subsidieaanvragen worden daarna in volgorde geplaatst op basis van de totaal behaalde punten. Het subsidieplafond wordt verdeeld op basis de totaal behaalde punten, totdat het subsidieplafond is bereikt. Als de te verstrekken subsidie voor een aanvraag hoger is dan het resterende bedrag van het subsidieplafond, dan kan de subsidie lager worden verleend. Dit kan alleen na overleg met de aanvrager en onder de voorwaarden dat:

    • a.

      de activiteiten ongewijzigd worden uitgevoerd;

    • b.

      de aanvrager of derden bereid zijn het financiële tekort zelf aanvullend te financieren. De gewijzigde financiële dekking wordt binnen 5 werkdagen ingeleverd.

Artikel 7.18.8 Subsidieaanvraag

Lid 1 komt als volgt te luiden:

  • 1.

    De subsidieaanvraag kan ingediend worden vanaf 6 februari 2023 9.00 uur en moet uiterlijk 28 april 2023 vóór 17.00 uur ontvangen zijn.

Lid 4: ‘7.5.3.’ wordt vervangen door ‘7.18.3.’.

 

Artikel 7.18.10 Adviescommissie

Onderdeel a en b komen als volgt te luiden:

  • a.

    de vraag of de activiteit voldoet aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 7.18.3 lid 1 en lid 2; en

  • b.

    de toekenning van de punten, zoals genoemd in artikel 7.18.3 lid 3 op basis van Puntentabel 1 of 2.

Puntentabellen

De puntentabellen worden vervangen door de volgende:

 

Puntentabel 1, bij artikel 7.18.3 lid 1 onderdeel a:

 

Te behalen punten

  • 1.

    Mate van artistieke kwaliteit

Onvoldoende: 0 punten

Voldoende: 5 punten

Goed: 10 punten

  • 2.

    Mate van zakelijke kwaliteit

Onvoldoende: 0 punten

Voldoende: 5 punten

Goed: 10 punten

  • 3.

    Mate waarin het experiment bijdraagt aan de vernieuwing van het cultureel aanbod

Onvoldoende: 0 punten

Voldoende: 5 punten

Goed: 10 punten

Totaal behaalde punten = 1+2+3

 

Puntentabel 2, bij artikel 7.18.3 lid 1 onderdeel b:

 

Te behalen punten

  • 1.

    Mate van artistieke kwaliteit

Onvoldoende: 0 punten

Voldoende: 5 punten

Goed: 10 punten

  • 2.

    Mate van zakelijke kwaliteit

Onvoldoende: 0 punten

Voldoende: 5 punten

Goed: 10 punten

  • 3.

    Mate van maatschappelijke impact.

Toelichting: onder maatschappelijke impact wordt hier verstaan: de toegevoegde waarde van het experiment aan de samenleving. In geval van een cross-over met sociale kwaliteit:

De mate van impact op inclusie of het voorkomen of verminderen van eenzaamheid

Onvoldoende: 0 punten

Voldoende: 5 punten

Goed: 10 punten

Totaal behaalde punten = 1+2+3

Artikel II  

De wijzigingen treden in werking de dag na publicatie in het Provinciaal Blad.

Gedeputeerde Staten van Overijssel

Naar boven