Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 25 september 2023 tot wijziging van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016 in verband met een nieuwe openstelling van paragraaf 2 en het doorvoeren van enkele wijzigingen (Negentiende wijziging Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016 op een aantal onderdelen te actualiseren, de leesbaarheid van de regeling te verbeteren en paragraaf 2 van de regeling opnieuw open te stellen;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

 

Artikel I Wijziging Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016

 

De Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de aanhef wordt “deze beleidsregel” vervangen door “deze regeling”.

  • 2.

    De definitie van het begrip “grote onderneming” komt te luiden:

  • grote onderneming: onderneming die niet aan de in bijlage I bij Verordening (EU) 2022/2472 vastgestelde criteria voldoet;.

  • 3.

    In de definitie van het begrip “knooppuntennetwerk” wordt “het” ingevoegd voor “fietsen” en wordt een komma ingevoegd na “wandelen”.

  • 4.

    De begrippen “koppeltabel” en “knooppuntennetwerk” worden in alfabetische volgorde geplaatst.

  • 5.

    De definitie van het begrip “landbouwactiviteit” komt te luiden:

  • landbouwactiviteit: produceren van landbouwproducten, met uitzondering van visserijproducten, als bedoeld in bijlage I bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, alsmede hakhout met korte omlooptijd en natte teelten bij wijze van paludicultuur en het in een staat houden van landbouwgrond die begrazing of teelt mogelijk maakt zonder dat daarvoor voorbereidende activiteiten nodig zijn die verder gaan dan activiteiten op basis van de gebruikelijke landbouwmethoden en –machines;.

  • 6.

    De definitie van het begrip “landbouwer” komt te luiden:

  • landbouwer: natuurlijk persoon of rechtspersoon, of een groep van natuurlijke personen of rechtspersonen, die een minimumniveau aan landbouwactiviteiten uitvoert;.

  • 7.

    De definitie van het begrip “landbouwsteunkader” komt te luiden:

  • landbouwsteunkader: Richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden (Pb EU 2022/C485/1);.

  • 8.

    In de definitie van “regiokaart” wordt “bijlage 5.2” vervangen door “bijlage 2” en wordt “rechtstreekse betalingen” vervangen door “GLB 2023”.

  • 9.

    De volgende begrippen worden op alfabetische volgorde ingevoegd:

  • toezichtsbijdrage: extra vergoeding voor het toezicht houden op een natuurterrein;

  • vaarbijdrage: extra vergoeding voor transportkosten in verband met het beheer van natuur- en landschapsbeheertypen op een natuurterrein dat alleen varend kan worden bereikt;

  • 10.

    De definitie van het begrip voorzieningenbijdrage komt te luiden:

  • voorzieningenbijdrage: extra vergoeding voor het toegankelijk maken en houden van een natuurterrein voor recreatie.

B.

Artikel 1.3a, eerste lid, komt te luiden:

  • 1.

    Zolang een subsidieaanvrager nog niet beschikt over het vereiste certificaat 2023, mag hij op basis van een bestaand certificaat een subsidieaanvraag indienen.

C.

Artikel 2.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid, kan subsidie als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid en tweede lid, onderdelen a en b, worden aangevraagd door gemeenten en samenwerkingsverbanden als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen waaraan in meerderheid gemeenten deelnemen, voor zover deze voor het natuurterrein waarvoor subsidie wordt aangevraagd, subsidie ontvangen op basis van deze regeling, waarbij:

    • a.

      de periode waarvoor de subsidie overeenkomstig deze regeling is verstrekt op of na 31 december 2023 eindigt; en

    • b.

      de subsidie natuur- en landschapsbeheer die op basis van deze regeling kan worden verstrekt niet later ingaat dan 1 januari van het kalenderjaar, volgend op het jaar waarin de onder a bedoelde subsidie eindigt.

  • 2.

    In het derde lid wordt “Onverminderd het eerst” vervangen door “Onverminderd het eerste” en wordt “erfpachter is” vervangen door “erfpachter zijn”.

D.

Artikel 2.2 komt te luiden:

Artikel 2.2 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor:

    • a.

      het beheer van natuurbeheertypen;

    • b.

      het beheer van landschapsbeheertypen.

  • 2.

    In aanvulling op de subsidie, bedoeld in het eerste lid, onder a, kan een bijdrage worden verstrekt voor:

    • a.

      begrazing van het natuurterrein door een gescheperde schaapskudde;

    • b.

      het uitvoeren van metingen en het vastleggen van de ontwikkelingen op het natuurterrein;

    • c.

      het toegankelijk maken en houden van een natuurterrein voor recreatie;

    • d.

      het toezicht houden op een natuurterrein.

  • 3.

    Onverminderd het tweede lid, kan in aanvulling op de subsidie, bedoeld in het eerste lid, onder a en b, een bijdrage worden verstrekt voor transport in verband met het beheer van natuur- en landschapsbeheertypen op een natuurterrein dat alleen varend kan worden bereikt.

E.

Artikel 2.3, eerste lid, onder c, komt te luiden:

  • c.

    de subsidieaanvrager een onderneming in financiële moeilijkheden is zoals omschreven onder punt (33) 63 van het landbouwsteunkader;

F.

Artikel 2.4 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid, onder g, vervallen de onderdelen 3° en 4°, onder vernummering van de onderdelen 5° tot en met 7, tot 3° tot en met 5°.

  • 2.

    In het derde lid, wordt “subsidie als bedoeld in artikel 2.2, onder c,” vervangen door “een schapenbijdrage”.

  • 3.

    In het vierde lid wordt “subsidie als bedoeld in artikel 2.2, onder d,” vervangen door “een monitoringsbijdrage”.

  • 4.

    Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      In de aanhef wordt “subsidie als bedoeld in artikel 2.2, onder e,” vervangen door “een voorzieningenbijdrage”.

    • b.

      Onderdeel b, komt te luiden:

      • b.

        het natuurterrein voldoet aan de openstellingsplicht van artikel 2.9, eerste lid, onder c, tenzij er een vrijstellingsgrond van artikel 2.9, zesde lid, onder a of d, van toepassing is en de afsluiting in een jaar maximaal zes maanden duurt.

    • c.

      De onderdelen c en d vervallen.

  • 5.

    Het zevende lid komt te luiden:

    • 7.

      Indien de subsidieaanvrager een grote onderneming is, dient de subsidieaanvraag vergezeld te gaan van een beschrijving met onderbouwing van de situatie waarin geen steun zou worden verleend voor de kosten waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 6.

    Het achtste lid vervalt.

G.

Artikel 2.5 komt te luiden:

Artikel 2.5 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor subsidie als bedoeld in artikel 2.2, onder a, komen in aanmerking:

    • a.

      kosten voor het beheer van een natuurterrein;

    • b.

      kosten voor het transport in verband met het beheer van natuurbeheertypen op een natuurterrein dat alleen varend kan worden bereikt.

  • 2.

    Voor subsidie als bedoeld in artikel 2.2, onder b, komen in aanmerking:

    • a.

      kosten voor het beheer van landschapsbeheertypen;

    • b.

      kosten voor het transport in verband met het beheer van landschapsbeheertypen op een natuurterrein dat alleen varend kan worden bereikt.

  • 3.

    Voor subsidie bestaande uit een schapenbijdrage, komen de kosten voor de inzet van gescheperde schaapskuddes op een natuurterrein in aanmerking.

  • 4.

    Voor subsidie bestaande uit een monitoringsbijdrage, komen de kosten voor monitoring in aanmerking.

  • 5.

    Voor subsidie bestaande uit een voorzieningenbijdrage, komen de kosten voor het toegankelijk maken en houden van het betreffende natuurterrein voor recreatie in aanmerking.

H.

Artikel 2.5a komt te luiden

Artikel 2.5a Niet-subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 2.5 komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten waarvoor voor het betreffende natuurgebied al op grond van deze of enige andere regeling voor dezelfde periode of een deel van de periode een subsidie is verstrekt met betrekking tot natuurbeheer of agrarisch natuurbeheer;

  • b.

    kosten die zijn gemaakt voordat de subsidieaanvraag is ingediend.

I.

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 2.5b, onder e, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • f.

    van 15 november 2023 tot en met 31 december 2023.

J.

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 2.5c, onder e, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • f.

    € 14.025.000 voor de periode genoemd in artikel 2.5b, onder f.

K.

In artikel 2.6, eerste lid, wordt “artikel 2.2, onder a en b,” vervangen door “artikel 2.2, eerste lid,”.

 

L.

Artikel 2.9 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het vierde lid, wordt “van subsidie als bedoeld in artikel 2.2, onder d” vervangen door “die een monitoringsbijdrage ontvangt”.

  • 2.

    In het vijfde lid, wordt “van subsidie als bedoeld in artikel 2.2, onder e” vervangen door “die een voorzieningenbijdrage ontvangt”.

  • 3.

    Er wordt een negende lid toegevoegd, luidende:

    • 9.

      Indien een melding wordt gedaan als bedoeld in het zevende lid en sprake is van overdracht van een of meer percelen aan een nieuwe eigenaar, die naar het oordeel van Gedeputeerde Staten het subsidiabele beheer kan voortzetten en tijdig over het vereiste certificaat beschikt, wordt de subsidie voor die percelen berekend tot en met het kalenderjaar waarin het perceel is overgedragen.

M.

Artikel 2.13a vervalt.

 

N.

Artikel 3.11, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In onderdeel d, wordt “bedoeld in bijlage 8, onder 1, tweede kolom, bij deze regeling” vervangen door “genoemd in bijlage 2 van de Beleidsregel verlagen subsidie GLB”.

  • 2.

    Onderdeel l, komt te luiden:

    • I.

      de subsidieontvanger meldt de in bijlage 2 van de Beleidsregel verlagen subsidie GLB genoemde activiteiten conform de in die bijlage genoemde termijnen, via het systeem, bedoeld onder b;

O.

In artikel 3.12a vervalt het vierde lid.

 

P.

Bijlage 3 bij de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016 wordt vervangen door bijlage 1 bij deze regeling.

 

Q.

Bijlage 4 bij de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016 wordt vervangen door bijlage 2 bij deze regeling.

 

R.

Bijlage 5 bij de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016 wordt vervangen door bijlage 3 bij deze regeling.

 

S.

Bijlage 8 bij de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016 vervalt.

Artikel II Overgangsrecht

De Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016 zoals die luidde de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling, blijft van toepassing op subsidieaanvragen die zijn ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling en waarop nog niet onherroepelijk is beslist en op subsidies die zijn verleend voor de inwerkingtreding van deze regeling en nog niet zijn vastgesteld.

Artikel III Terinzagelegging

  • 1.

    Deze regeling zal in het Provinciaal Blad worden geplaatst met uitzondering van bijlage 1 en 2 bij deze regeling, die ter inzage wordt gelegd.

  • 2.

    Van deze terinzagelegging zal mededeling worden gedaan in het Provinciaal Blad.

Artikel IV Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

’s-Hertogenbosch, 25 september 2023

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. P.J. Buijtels

Bijlage 1 bij de Negentiende wijziging van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016

 

Bijlage 3 behorende bij artikel 1.1 van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016

 

Deze bijlage ligt overeenkomstig de Bekendmakingswet digitaal ter inzage bij de Provincie Noord-Brabant en is raadpleegbaar via onderstaande link.

 

https://www.brabant.nl/SubsidieregelingSNLBijlage3

 

Bijlage 2 bij de Negentiende wijziging van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016

 

Bijlage 4 behorende bij artikel 3.12, zesde lid en 3.14, vijfde lid van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016

 

Deze bijlage ligt overeenkomstig de Bekendmakingswet digitaal ter inzage bij de Provincie Noord-Brabant en is raadpleegbaar via onderstaande link.

 

https://www.brabant.nl/SubsidieregelingSNLbijlage4tarieven2023

Bijlage 3 bij de Negentiende wijziging van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016

 

Bijlage 5 behorende bij artikel 1.1 van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016

 

Subsidietarieven beheerjaar 2024

 

Natuurtype en Landschapstypen Nr

Beheertype

Subsidietarief 2024 op basis van 84% SKP)

 

L01.01

Poel en klein historisch water

stuks

€ 188,24

L01.02

Houtwal en houtsingel

ha

€ 4.448,87

L01.03

Elzensingel

100 m

€ 137,81

L01.05

Knip- en scheerheg

100 m

€ 316,02

L01.06

Struweelhaag

100 m

€ 405,06

L01.07

Laan

100 m

€ 378,50

L01.08

Knotboom

stuks

€ 16,63

L01.09

Hoogstamboomgaard

ha

€ 2.388,86

L01.16

Bossingel

ha

€ 2.249,91

L02.01

Fortterrein

ha

€ 1.116,75

L02.02

Historisch bouwwerk en erf

ha

€ 50,52

L02.03

Historische tuin

ha

€ 6.606,75

L03.01

Aardwerk en groeve

ha

€ 1.226,40

 

Natuurtypen

 

N01.01

Zee en wad

ha

€ 0,52

N01.02

Duin- en kwelderlandschap

ha

€ 89,92

N01.03

Rivier- en moeraslandschap

ha

€ 147,31

N01.04

Zand- en kalklandschap

ha

€ 106,99

N02.01

Rivier

ha

€ 5,66

N03.01

Beek en bron

ha

€ 116,55

N04.01

Kranswierwater

ha

€ 63,79

N04.02

Zoete plas

ha

€ 64,23

N04.03

Brak water

ha

€ 80,39

N04.04

Afgesloten zeearm

ha

€ 0,52

N05.02

Gemaaid rietland (met ingebruikgeving)

ha

€ 688,27

N05.03

Veenmoeras

ha

€ 699,07

N05.04

Dynamisch moeras

ha

€ 512,23

N06.01

Veenmosrietland en moerasheide

ha

€ 1.421,73

N06.02

Trilveen

ha

€ 2.948,49

N06.03

Hoogveen

ha

€ 215,04

N06.04

Vochtige heide

ha

€ 342,75

N06.05

Zwakgebufferd ven

ha

€ 81,89

N06.06

Zuur ven of hoogveenven

ha

€ 109,68

N07.01

Droge heide

ha

€ 224,58

N07.02

Zandverstuiving

ha

€ 137,86

N08.01

Strand en embryonaal duin

ha

€ 13,13

N08.02

Open duin

ha

€ 348,79

N08.03

Vochtige duinvallei

ha

€ 1.565,75

N08.04

Duinheide

ha

€ 264,31

N09.01

Schor of kwelder

ha

€ 161,98

N10.01

Nat schraalland

ha

€ 2.549,63

N10.02

Vochtig hooiland

ha

€ 1.505,94

N11.01

Droog schraalland

ha

€ 925,79

N12.01

Bloemdijk

ha

€ 2.718,26

N12.02

Kruiden- en faunarijk grasland (met IGG)

ha

€ 283,69

N12.03

Glanshaverhooiland

ha

€ 592,66

N12.04

Zilt- en overstromingsgrasland

ha

€ 656,27

N12.05

Kruiden- en faunarijke akker [met IGG]

ha

€ 925,82

N12.06

Ruigteveld

ha

€ 127,38

N13.01

Vochtig weidevogelgrasland (met IGG)

ha

€ 830,24

N13.02

Wintergastenweide (met IGG)

ha

€ 41,39

N14.01

Rivier- en beekbegeleidend bos

ha

€ 50,03

N14.02

Hoog- en laagveenbos

ha

€ 25,61

N14.03

Haagbeuken- en essenbos

ha

€ 76,56

N15.01

Duinbos

ha

€ 82,74

N15.02

Dennen-, eiken- en beukenbos

ha

€ 133,83

N16.03

Droog bos met productie

ha

€ 36,53

N16.04

Vochtig bos met productie

ha

€ 65,23

N17.02

Droog hakhout

ha

€ 569,60

N17.03

Park- en stinzenbos

ha

€ 376,39

N17.04

Eendenkooi

ha

€ 3.198,14

N17.05

Wilgengriend

ha

€ 4.578,41

N17.06

Vochtig en hellinghakhout

ha

€ 804,36

 

Bijdragen:

Voorzieningenbijdrage

€ 55,34

Toezichtsbijdrage

€ 0,00

Schapenbijdrage hoog:

N06.03 (Hoogveen), N09.01 (Schor of kwelder), N11.01 (Droog schraalland) of N12.01 (Bloemdijk)

€ 670,27

Schapenbijdrage laag:

N06.04 (Vochtige heide), N07.01 (Droge heide), N07.02 (Zandverstuiving), N08.02 (Open duin) of N08.04 (Duinheide)

€ 418,64

Vaarbijdrage

€ 711,29

 

Monitoring

 

N01.02

Duin- en kwelderlandschap

ha

€ 25,90

N01.03

Rivier- en moeraslandschap

ha

€ 22,91

N01.04

Zand- en kalklandschap

ha

€ 20,42

N05.02

Gemaaid rietland

ha

€ 28,05

N05.03

Veenmoeras [NIEUW]

ha

€ 43,03

N05.04

Dynamisch moeras [NIEUW]

ha

€ 33,93

N06.01

Veenmosrietland en moerasheide

ha

€ 42,32

N06.02

Trilveen

ha

€ 35,55

N06.03

Hoogveen

ha

€ 52,38

N06.04

Vochtige heide

ha

€ 27,39

N06.05

Zwakgebufferd ven

ha

€ 31,03

N06.06

Zuur ven of hoogveenven

ha

€ 40,38

N07.01

Droge heide

ha

€ 25,54

N07.02

Zandverstuiving

ha

€ 25,54

N08.01

Strand en embryonaal duin

ha

€ 18,99

N08.02

Open duin

ha

€ 36,55

N08.03

Vochtige duinvallei

ha

€ 40,79

N08.04

Duinheide

ha

€ 25,54

N09.01

Schor of kwelder

ha

€ 25,90

N10.01

Nat schraalland

ha

€ 50,06

N10.02

Vochtig hooiland

ha

€ 32,68

N11.01

Droog schraalland

ha

€ 42,32

N12.01

Bloemdijk (overig)

ha

€ 27,90

N12.02

Kruiden- en faunarijk grasland

ha

€ 14,48

N12.03

Glanshaverhooiland

ha

€ 25,76

N12.04

Zilt- en overstromingsgrasland

ha

€ 25,90

N12.05

Kruiden- en faunarijke akker

ha

€ 16,47

N12.06

Ruigteveld

ha

€ 10,49

N13.01

Vochtig weidevogelgrasland

ha

€ 18,23

N14.01

Rivier- en beekbegeleidend bos

ha

€ 45,69

N14.02

Hoog- en laagveenbos

ha

€ 24,76

N14.03

Haagbeuken- en essenbos

ha

€ 36,33

N15.01

Duinbos

ha

€ 21,37

N15.02

Dennen-, eiken- en beukenbos

ha

€ 16,21

N16.03

Droog bos met productie

ha

€ 12,90

N16.04

Vochtig bos met productie

ha

€ 12,90

N17.02

Droog hakhout

ha

€ 10,49

N17.03

Park- en stinzenbos

ha

€ 10,49

N17.05

Wilgengriend

ha

€ 24,50

N17.06

Vochtig en hellinghakhout

ha

€ 24,50

 

De tarieven zijn inclusief 8,57%, op de consumentenprijsindex gebaseerde, opslag

om de kostenstijging gedurende de looptijd van de beschikking te compenseren

 

Toelichting behorende bij de Negentiende wijziging van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016

I. Algemeen

 

Er is een aantal tekstuele en een aantal inhoudelijke wijzigingen in de subsidieregeling doorgevoerd ten opzichte van het beheerjaar 2023. De belangrijkste wijzigingen worden hieronder nader uiteengezet.

 

II. Artikelsgewijs

 

Artikel I (Wijziging Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016)

 

Onder C (artikel 2.1)

Dit artikel is geactualiseerd. Alleen gemeenten die de voorgaande beheerperiode hebben beheerd en daarvoor een subsidie hebben genoten, kunnen voor een navolgende subsidie in aanmerking komen (continuering).

 

Onder D (artikel 2.2)

Verduidelijkt is dat een bijdrage alleen in aanvulling op een beheersubsidie kan worden verstrekt.

 

Onder F (artikel 2.4)

Het zevende lid is aangepast aan de terminologie van de nieuwe landbouwrichtsnoeren. Ongewijzigd blijft dat grote ondernemingen bewijsstukken moeten overleggen waaruit blijkt dat in het “nulscenario” (de situatie waarin geen steun zou worden verleend) de subsidiabele activiteit niet verricht kan worden.

 

Onder L (artikel 2.9)

Dit artikel is uitgebreid met een negende lid zodat duidelijk wordt onder welke omstandigheden het geoorloofd is een of meer percelen over te dragen, zonder dat dit invloed heeft op de subsidie voor het uitgevoerde beheer. De essentie is dat vanwege het overdragen van een perceel het doel van de subsidie, het in stand houden van het natuurterrein, niet nadelig wordt beïnvloed. Zulks zal moeten blijken uit het feit dat de koper voornemens en in staat is de instandhouding voor de resterende subsidieperiode voort te zetten. Dit kan blijken uit een subsidieaanvraag van de koper van het perceel, bijvoorbeeld in de vorm van een uitbreidingsaanvraag. Voor het kalenderjaar waarin de overdracht heeft plaatsgevonden wordt ervan uitgegaan dat de oude en nieuwe eigenaar de subsidie onderling verrekenen. Het voorgaande betekent dat de nieuwe eigenaar voor subsidie vanaf 1 januari van het jaar na aktepassering in aanmerking kan komen, waarbij alleen de resterende beheerperiode dient te worden doorlopen. Dit vergt dat de beschikking van de vorige eigenaar tijdig (uiterlijk 31 december) wordt aangepast (ook in het GEO-beschikkingenbestand) om de weg vrij te maken voor subsidie aan de nieuwe eigenaar.

Deze nieuwe bepaling zal niet alle situaties regelen. Zij bevat alleen een goedkeuring voor het verkorten van de zesjarige periode onder de genoemde voorwaarden. Voor alle overige situaties moet teruggevallen worden op de Algemene wet bestuursrecht.

 

Onder N en S (artikel 3.11 en bijlage 8)

De verplichtingen in artikel 3.11, eerste lid, onder d en l, dienen te verwijzen naar de activiteiten en bijbehorende termijnen zoals genoemd in bijlage 2 van de Beleidsregel verlagen subsidie GLB. Deze beleidsregel is per 1 januari 2023 in werking getreden. Bijlage 8 komt dientengevolge te vervallen.

 

Onder O (artikel 3.12a)

Vertraging in de termijn voor het indienen van activiteiten onder de eco-regeling had tot gevolg dat de termijn voor het indienen van jaarlijks beheer ANLb niet kon worden gehaald. Om deze afhankelijkheid te verduidelijken wordt in de versie vanaf 2024 de datum voor indiening weer gekoppeld aan de uiterlijke datum voor het indienen van de gecombineerde data inwinning.

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

 

de secretaris,

drs. P.J. Buijtels

Naar boven