Provinciaal blad van Noord-Brabant
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2023, 11558 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2023, 11558 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 25 september 2023 tot wijziging van de Subsidieregeling Levendig Brabant in verband met diverse wijzigingen van de paragrafen 1 en 2 van die regeling, met betrekking tot de Pilots Levendig Brabant en Stimulans van Bewegen (Eerste wijziging Subsidieregeling Levendig Brabant)
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling Levendig Brabant te wijzigen in verband met diverse wijzigingen van de paragrafen 1 en 2 van die regeling, met betrekking tot de Pilots Levendig Brabant en Stimulans van Bewegen;
Artikel I Wijziging Subsidieregeling Levendig Brabant
De Subsidieregeling Levendig Brabant wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1.1 worden onder vervanging van de punt aan het slot van de eerste begripsbepaling door een puntkomma, de volgende begripsbepalingen, met inachtneming van een alfabetische rangschikking, ingevoegd, luidende:
arbeids- en personeelsuren: uren van personeel van de subsidieaanvrager dat al dan niet in loondienst is, niet zijnde kosten derden;
onderneming die door een natuurlijk persoon wordt gedreven: eenmanszaak, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap of maatschap.
Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door een:
Artikel 1.5 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1.6 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1.7, tweede lid, komt te luiden:
Voor de berekening van subsidiabele uurtarieven van arbeids- en personeelsuren als bedoeld in het eerste lid, onder a, van de subsidieaanvrager, past de subsidieaanvrager de berekeningswijze, genoemd in artikel 3, eerste lid, onder c, van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen uurtarieven subsidies Noord-Brabant toe, waarbij hij op grond van artikel 6, tweede lid, van die regeling, een uurtarief hanteert van maximaal € 80,00.
Artikel 1.8 Niet subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 1.7 komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:
In artikel 1.11, eerste lid, vervalt “maximaal”.
Artikel 1.13, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1.14, eerste lid, wordt na “activiteitenverslag” toegevoegd “of foto’s of videomateriaal”.
Artikel 1.15 Bevoorschotting en betaling
In artikel 2.1 worden onder vervanging van de punt aan het slot van de eerste begripsbepaling door een puntkomma, de volgende begripsbepalingen, met inachtneming van een alfabetische rangschikking, ingevoegd, luidende:
arbeids- en personeelsuren: uren van personeel van de subsidieaanvrager dat al dan niet in loondienst is, niet zijnde kosten derden;
onderneming die door een natuurlijk persoon wordt gedreven: eenmanszaak, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap of maatschap.
Artikel 2.2 komt als volgt te luiden:
Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door een:
Artikel 2.4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten die erop zijn gericht dat meer inwoners van Brabant gaan voldoen aan de beweegnorm en ook na afloop van de projectperiode structureel meer blijven bewegen.
Artikel 2.5 wordt als volgt gewijzigd:
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Artikel 2.7, tweede lid, komt te luiden:
Voor de berekening van subsidiabele uurtarieven van arbeids- en personeelsuren als bedoeld in het eerste lid, onder a, van de subsidieaanvrager, past de subsidieaanvrager de berekeningswijze, genoemd in artikel 3, eerste lid, onder c, van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen uurtarieven subsidies Noord-Brabant toe, waarbij hij op grond van artikel 6, tweede lid, van die regeling, een uurtarief hanteert van maximaal € 80,00.
Artikel 2.8 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 2.10, onderdeel b, wordt “€ 350.000” vervangen door “€ 700.000”.
Artikel 2.11 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Indien het project wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de termijn, genoemd in het eerste lid, onder b, en de subsidieontvanger verlenging van die termijn wenselijk acht, kan hij uiterlijk een maand voor het verstrijken van die termijn schriftelijk een gemotiveerd verzoek indienen bij Gedeputeerde Staten tot verlenging met maximaal zes maanden”.
In artikel 2.14, eerste lid, wordt na “activiteitenverslag” toegevoegd “of foto’s of videomateriaal”.
Artikel 2.15 Bevoorschotting en betaling
Op subsidieaanvragen als bedoeld in paragraaf 1 en paragraaf 2 van de Subsidieregeling Levendig Brabant, die zijn ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling en waarop nog niet onherroepelijk is beslist, blijven paragraaf 1 en paragraaf 2 van de Subsidieregeling Levendig Brabant, zoals die luidden de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling, van toepassing.
’s-Hertogenbosch, 25 september 2023
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter,
mr. I.R. Adema
de secretaris,
drs. P.J. Buijtels
Toelichting behorende bij de Eerste wijziging Subsidieregeling Levendig Brabant
De Eerste wijziging van de Subsidieregeling Levendig Brabant bevat een aantal subsidie-technische wijzigingen in de paragrafen 1 en 2.
Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant (Asv). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in de subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Asv. In de Asv staat onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht.
Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is dus bestudering van de Asv noodzakelijk. Ook de Algemene wet bestuursrecht bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling.
Onder A, B, K en L (artikelen 1.1, 1.2, 2.1 en 2.2)
Gedeputeerde Staten willen ook kleinschalige initiatieven ondersteunen die worden geïnitieerd door zelfstandigen. Om die reden is ervoor gekozen ook geld beschikbaar te stellen aan ondernemingen die door natuurlijke personen worden gedreven: eenmanszaak, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap en maatschap. Zij kunnen dus als aanvrager optreden.
Subsidie kan niet meer door een samenwerkingsverband van privaatrechtelijke rechtspersonen worden aangevraagd.
Onder D (artikel 1.6, onder d)
Door gebruik van het woord “meerjarig” is verduidelijkt dat het project toekomstbestendig moet zijn.
Onder D en O (artikel 1.6, onder e en 2.6, onder d)
Aanvrager dient verplicht gebruik te maken van het door Gedeputeerde Staten vastgestelde format van een projectplan. Aanvrager dient in het format van een projectplan in te vullen op welke wijze ingezet wordt op het structureel meer laten bewegen van inwoners van Brabant, zowel tijdens als na afloop van de projectperiode.
Onder F en Q (artikel 1.8 en 2.8)
In de eerste tranche was al een aantal kosten benoemd die niet voor subsidie in aanmerking kwamen. Met de tweede openstelling zijn ook de volgende kosten niet subsidiabel. Voor paragraaf 1 (artikel 1.8) zijn toegevoegd vervoers-, transport- en reiskosten en de kosten voor voeding en dranken. Voor paragraaf 2 (artikel 2.8) zijn toegevoegd aanschaf of afschrijving van toestellen, vervoers-, transport- en reiskosten, kosten voor sportkleding en sportmaterialen en de kosten voor voeding en dranken.
Onder H en T (artikel 1.13, eerste lid en 2.13, eerste lid)
De subsidieontvanger krijgt meer tijd om met het project te starten, maar ook om het project af te ronden. De verplichting om te starten binnen 3 maanden na verlening is opgehoogd naar 6 maanden en de afronding van het project is opgehoogd van 15 maanden naar 2 jaar. Reden hiervoor is dat projecten soms wat later starten omdat ze aansluiten bij een bepaalde gebeurtenis of schooljaar.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2023-11558.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.