Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 12 september 2023 tot wijziging van de Subsidieregeling wonen, bouwen en leefomgeving Noord-Brabant in verband met het doorvoeren van enkele wijzigingen teneinde het subsidieproces te verbeteren (Eerste wijziging Subsidieregeling wonen, bouwen en leefomgeving Noord-Brabant)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat het wenselijk is enkele technisch-juridische wijzigingen door te voeren in de Subsidieregeling wonen, bouwen en leefomgeving Noord-Brabant teneinde het subsidieproces te verbeteren;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel I Wijziging Subsidieregeling wonen, bouwen en leefomgeving Noord-Brabant

De Subsidieregeling wonen, bouwen en leefomgeving Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De definitie van het begrip “woningbouwproject” komt te luiden:

    woningbouwproject: de realisatie van minimaal vijf zelfstandige woningen door een sociale onderneming of door een collectief wooninitiatief, waarin de deelnemers gaan wonen;

  • 2.

    Er wordt een begrip toegevoegd, luidende:

    zelfstandige woning: woning die een eigen toegang heeft en die de bewoner kan bewonen zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten de woning.

B.

Artikel 1.5 komt te luiden:

Artikel 1.5 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd:

  • a.

    indien de aanvrager niet als opdrachtgever het woningbouwproject beoogt te realiseren;

  • b.

    indien een activiteit als bedoeld in artikel 1.4, onder c, reeds is voltooid vóór indiening van de aanvraag;

  • c.

    indien de aanvrager een onderneming is en over een periode van drie belastingjaren reeds het maximale bedrag voor de-minimissteun heeft ontvangen.

C.

Artikel 1.6 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid, onderdeel f, onder 3°, wordt na “verklaring” ingevoegd “van de subsidieaanvrager”.

  • 2.

    In het eerste lid, onderdeel f, onder 4°, wordt na “begroting” ingevoegd “voor het uitvoeren van de subsidiabele activiteiten”.

  • 3.

    Onder vernummering van het tweede lid tot het derde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

    • 2.

      Onverminderd het eerste lid, voldoet een subsidieaanvraag voor activiteiten als bedoeld in artikel 1.4, onder b, aan de volgende vereisten:

      • a.

        op het moment van aanvraag is het duurzaam woningbouwplan nog niet opgesteld dan wel niet ouder dan zes maanden;

      • b.

        een reeds opgesteld duurzaam woningbouwplan voldoet aan de in het derde lid, onder b, genoemde vereisten;

      • c.

        op het moment van aanvraag is nog niet gestart met de bouw;

      • d.

        de te bouwen woningen voldoen aan de betaalbaarheidseisen van de onderdelen d en e van het derde lid.

  • 4.

    In het derde lid (nieuw), onder f, wordt na “verkopen,” ingevoegd “dan wel de grond in erfpacht te geven of daarop een opstalrecht te vestigen,”.

D.

Artikel 1.15 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het tweede lid, onder b, wordt “artikel 1.11, derde lid” vervangen door “artikel 1.10, derde lid”.

  • 2.

    In het derde lid wordt na “Indien” ingevoegd “het project niet kan worden afgerond binnen de termijn, bedoeld in het eerste lid, onder a, of als”.

E.

Artikel 1.16 komt te luiden:

Artikel 1.16 Verantwoording

  • 1.

    Bij subsidies als bedoeld in artikel 1.4, onder b, toont de subsidieontvanger desgevraagd aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van een activiteitenverslag.

  • 2.

    Bij subsidies als bedoeld in artikel 1.4, onder c, toont de subsidieontvanger bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van een activiteitenverslag en een afschrift van de hypotheekakte.

F.

Artikel 1.17 komt te luiden:

Artikel 1.17 Subsidievaststelling

  • 1.

    Subsidies als bedoeld in artikel 1.4, onder a, worden direct vastgesteld.

  • 2.

    Subsidies als bedoeld in artikel 1.4, onder b, worden ambtshalve vastgesteld.

  • 3.

    Subsidies als bedoeld in artikel 1.4, onder c, worden vastgesteld na afronding van het project en na aflossing van de geldlening.

Artikel II Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

’s-Hertogenbosch, 12 september 2023

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. P.J. Buijtels

Toelichting behorende bij de Eerste wijziging Subsidieregeling wonen, bouwen en leefomgeving Noord-Brabant

I. Algemeen

 

Gedurende het eerste half jaar van openstelling van de subsidieregeling, zijn enkele tekortkomingen aan het licht gekomen. Om die reden is de tekst op enkele punten aangescherpt.

 

II Artikelsgewijs

 

Onder B (artikel 1.5, onder a)

Verduidelijkt is dat aanvragers alleen voor een subsidie in aanmerking kunnen komen als zij zelf ook daadwerkelijk als opdrachtgever voor het woningbouwproject fungeren. Met deze aanvulling wordt beoogd te voorkomen dat het initiatief ligt bij een derde partij, zoals een corporatie of ontwikkelaar. Het initiatief en het opdrachtgeverschap dient vanuit een collectief of sociale onderneming te komen.

 

Onder B (artikel 1.5, onder b) en C (artikel 1.6)

Indien een programma van eisen, een voorlopig ontwerp, een definitief ontwerp of een bestek reeds is opgesteld voordat de subsidieaanvraag is ingediend, wordt deze niet gesubsidieerd. Voor het opstellen van een woningbouwplan, geldt deze voorwaarde niet meer. Het woningbouwplan (mits het voldoet aan de vereisten uit artikel 1.6, tweede lid) kan worden gesubsidieerd mits het plan niet ouder is dan zes maanden. De subsidie voor het oprichten van een CPO kan wél worden aangevraagd na oprichting.

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

 

de secretaris,

drs. P.J. Buijtels

 

Naar boven