Nota van wijzigingen 2014 voor de beleidsregel ‘Beheerbeleid voor provinciale vaarwegen, onderdeel Vaarwegbewegwijzering en informatieborden

[Deze bekendmaking is slechts een tekstplaatsing. De oorspronkelijke publicatie is op 1 juli 2014 bekendgemaakt, beschikbaar via Provinciaal blad 2014, 946.]

 

Gedeputeerde Staten maken bekend dat zij op 17 juni 2014, bij besluit kenmerk 1133242 hebben vastgesteld, de Nota van wijzigingen 2014 voor de beleidsregel ‘Beheerbeleid voor provinciale vaarwegen, onderdeel Vaarwegbewegwijzering en informatieborden’. Deze Nota treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

 

Aanvulling Nota Beheerbeleid voor provinciale vaarwegen 2014

 

Deel II paragraaf 10

 

10 Vaarwegbewegwijzering en informatieborden

 

Vaarwegbewegwijzering komt op, langs en boven de Friese vaarwegen weinig voor. De informatieborden betreffen vooral verkeerstekens en staan vooral opgesteld op strategische plaatsen. Langs een vaarweg mogen alleen verkeerstekens worden aangebracht door de bevoegde autoriteit als bedoeld in het Binnenvaartpolitiereglement (BPR). Voor de provinciale vaarwegen is dat het college van Gedeputeerde Staten. Verkeerstekens worden geplaatst om een gebod of verbod kenbaar te maken, om aanwijzingen te geven, dan wel om overige nautische informatie te verstrekken (zie deel II onder 6). Daarnaast komen informatieborden voor die zorgen voor toeristische informatie.

 

Als algemene uitgangspunten gelden de volgende:

 

  • a)

    het Binnenvaartpolitiereglement, de Richtlijnen Vaarwegen 2011 en de Richtlijnen Scheepvaarttekens 2008 van het Directoraat-Generaal van Rijkswaterstaat 2011, vinden toepassing ten behoeve van vorm, maatvoering en locatie van borden;

  • b)

    artikel 30, Scheepvaartverkeerswet (Svw), waarin onder meer is verboden een voorwerp aan te brengen of te houden, dat het scheepvaartverkeer op de vaarweg in verwarring of gevaar zou kunnen brengen, vindt toepassing;

  • c)

    borden die een route of object aangeven, worden in ieder geval geplaatst indien het nalaten daarvan verwarring of gevaar kan veroorzaken;

  • d)

    de provincie streeft naar het stimuleren van de recreatievaart en realiseert in dit verband onder meer recreatieve vaarroutes en andere projecten (FrieseMerenProjecten);

  • e)

    vanuit de doelstellingen van Gastvrij Fryslân is het gewenst om de recreatieve vaarweggebruiker te faciliteren door te voorzien in uniforme bewegwijzering van routes en informatieborden ten behoeve van bepaalde objecten.

10. 1 Beleidsregels

Verkeerstekens worden alleen geplaatst indien dit strikt noodzakelijk wordt geacht.

 

10.1.1 Commerciële borden

 

Specifieke commerciële borden ten behoeve van bedrijven of voorzieningen worden uitsluitend met ontheffing toegestaan als:

 

  • a.

    blijkt dat het bord functioneel niet buiten de beheergrens van de vaarweg kan worden geplaatst;

  • b.

    door het bord de veiligheid op de vaarweg niet in het geding is (artikel 30 Svw);

  • c.

    het nalaten daarvan kan leiden tot verwarrende of onveilige situaties op het water.

10.1.2 Dynamische toeristische informatieborden bij dorpen en steden

 

Incidenteel worden aanvragen ingediend om ontheffing voor specifieke dynamische informatieborden (zogenaamde digitale lichtkranten) die verbonden zijn aan een stad of dorp. Voor het beoordelen van deze aanvragen wordt getoetst aan de volgende criteria:

 

  • a.

    de locatie van het informatiebord veroorzaakt geen hinder of gevaar voor

  • a.

    het scheepvaartverkeer;

  • b.

    het bord dient ter aanduiding van een activiteit die een maatschappelijk

  • c.

    draagvlak heeft en gerelateerd is aan een dorp of stad;

  • d.

    Aanvulling Nota Beheerbeleid voor provinciale vaarwegen 2014 3

  • b.

    de informatie is niet commercieel van karakter;

  • c.

    de informatie heeft geen misleidende werking voor de vaarweggebruiker;

  • d.

    de aanleg-, onderhouds- en toekomstige verwijderings- of vervangingskosten komen voor rekening van de aanvrager;

  • e.

    de gemeente heeft eveneens ingestemd met deze informatieborden.

10.1.3 Routeborden

 

Ten behoeve van de recreatievaart is bewegwijzering mogelijk van thematische routes, zoals de Elfstedentocht, onder de volgende voorwaarden:

 

  • a.

    voor de uitvoering vindt de Richtlijnen Scheepvaarttekens 2008 toepassing voor de kleurstelling, lettertype, afmetingen en locaties;

  • b.

    binnen het hiervoor genoemde punt, bestaat ruimte voor specifieke symbolen om een route mee aan te duiden;

  • c.

    voor zover de route (deels) buiten de reikwijdte van het provinciaal beheer

  • a.

    valt, geeft de aanvrager inzicht in de bereidheid van andere overheden of

  • b.

    particulieren, om mee te werken aan de routering;

  • c.

    de aanvrager toont aan hoe het beheer en onderhoud van de routeborden

  • d.

    is geregeld en wie daarop aanspreekbaar is.

10.1.4 Toeristische informatieborden

 

Om de pleziervaarders goed te kunnen informeren over de recreatiemogelijkheden op het water en op de vaste wal, zijn informatieborden toegestaan, onder de volgende voorwaarden:

 

  • a.

    de locatie biedt in de directe nabijheid voldoende aanlegmogelijkheden, opdat de borden en de hierop aangeduide routes of objecten goed bereikbaar zijn. In overleg met de nautische beheerder wordt geïndiceerd hoeveel aanlegplaatsen gewenst zijn. Dit is afhankelijk van aard en omvang van voorzieningen;

  • b.

    de locatie voldoet nautisch qua inrichting aan de van toepassing zijnde

  • c.

    veiligheidsrichtlijnen. Hierover vindt vroegtijdig overleg plaats met de nautische beheerder;

  • a.

    de aanvrager biedt in de lijn van Gastvrij Fryslân inzicht in de wijze waarop een uniforme vormgeving van borden is geborgd. Voor de uitvoering

  • d.

    verwijzen de Richtlijnen Scheepvaarttekens voor referenties naar meerdere publicaties;

  • b.

    de aanleg-, onderhouds- en toekomstige verwijderings- of vervangingskosten komen voor rekening van de aanvrager;

  • e.

    het betreft een recreatiegebied, stads- of dorpskern, met een bundeling van voorzieningen;

  • f.

    het betreft een locatie die raakt aan het wandel- of fietsnetwerk op het land;

  • g.

    het betreft een Toeristisch overstappunt (indien beleidsmatig vanuit recreatie en toerisme van toepassing);

  • h.

    het betreft een gebied of object van een specifieke kwaliteit zoals beschermde natuurgebieden, Werelderfgoed, geregistreerde musea of archeologische steunpunten.

Opmerking:

 

Het Nederlands Museumregister is een maatstaf om de kwaliteit in de musea zichtbaar te maken. Het initiatief vanuit de Museumvereniging en het Landelijk Contact van Museumconsulenten heeft als doel een bijdrage te leveren aan een verantwoord beheer van het culturele erfgoed. Museumfederatie Fryslân controleert of de musea aan alle eisen van de museumregistratie voldoen om een officiële erkenning als geregistreerd museum te krijgen.

 

10.1.5 Mottoborden

Mottoborden worden een enkele keer geplaatst (alleen door de nautische beheerder), met als enige doel het bevorderen van de veiligheid op de vaarweg.

 

10.1.6 Ideële aanduidingen

 

Dergelijke aanduidingen kunnen op grond van jurisprudentie niet op voorhand worden gereguleerd, in verband met het grondrecht vrijheid van meningsuiting. Een weigeringsgrond is aanwezig als één van de volgende criteria van toepassing is:

  • a.

    de veiligheid op de vaarweg, waarbij getoetst wordt aan uitzicht en de afleidende werking (artikel 30 Svw);

  • b.

    verwachte schade aan waterstaatswerken en/of vaarwegmeubilair;

  • c.

    naar het oordeel van de vaarwegbeheerder aantoonbaar is gemaakt dat deze aanduidingen functioneel niet buiten de beheergrens van de vaarweg kunnen worden geplaatst.

Voor dergelijke aanduidingen wordt na toetsing aan de hiervoor genoemde aspecten, slechts toestemming verleend voor een periode van maximaal een half jaar. De te maken kosten van plaatsing en opruiming komen voor rekening van de veroorzaker.

 

Melding

 

Bij de borden zoals bedoeld onder 10.1.3 tot en met 10.1.6 kan worden volstaan met een melding. Voor een zorgvuldige afhandeling van een melding is voorwaarde dat deze tenminste vier weken voorafgaand de voorgenomen plaatsing wordt gedaan. De vaarwegbeheerder antwoordt binnen vier weken na ontvangst van de melding of de plaatsing al dan niet akkoord is. Aan een melding kunnen voorwaarden worden verbonden.

 

Voorbeelden voor route- en objectaanduidingen

 

  • A.

    Uit Richtlijnen Scheepvaarttekens, referentie 5, PIANC, ICOMIA en Euromarina: Pictograms for Pleasure Navigation

  •  

  •  

  • B.

    Voorbeeld strokenbord, zoals toegepast langs provinciale wegen

Naar boven