Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013

Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 12 juli 2022, nummer 163650, houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013.

 

Gedeputeerde staten van Zeeland,

  • overwegende dat voor verstrekking van subsidies voor planvorming ten behoeve van toekomstbestendige bedrijventerreinen bijzondere bepalingen in het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 zijn opgenomen;

  • overwegende dat in deze bijzondere bepalingen naar aanleiding van een evaluatie wijzigingen worden aangebracht om knelpunten in de uitvoering op te lossen en gewenste beleidswijzigingen te implementeren;

  • gelet op artikel 8 van de Algemene subsidieverordening Zeeland 2013;

besluiten vast te stellen de navolgende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013:

 

Artikel I  

Het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Onder verlettering van onderdeel k tot l wordt in artikel 24.1 een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • k.

    zeehaventerrein: terrein dat onderdeel is van het beheersgebied van North Sea Port;

 

B.

Artikel 24.3 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      Subsidie wordt slechts verstrekt aan:

      • a.

        ondernemingen gevestigd op het bedrijventerrein waarop de subsidiabele activiteit ziet;

      • b.

        gemeenten binnen de provincie Zeeland.

  • 2.

    Onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot vierde tot en met zesde lid worden twee leden ingevoegd, luidende:

    • 2.

      Subsidie wordt slechts verstrekt als de collectiviteit van de activiteiten voldoende wordt aangetoond.

    • 3.

      Onverminderd het eerste lid wordt, indien subsidie wordt aangevraagd door ondernemingen, subsidie slechts verstrekt als de activiteit wordt ondersteund door de gemeente waarin het bedrijventerrein zich bevindt.

  • 3.

    Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma wordt aan het vijfde lid (nieuw) een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • d.

      de activiteit plaatsvindt op een zeehaventerrein.

  • 4.

    In het zesde lid (nieuw) wordt ‘het in het derde lid, aanhef en onderdeel b bepaalde’ vervangen door ‘het in het vijfde lid, aanhef en onderdeel b bepaalde’.

 

C.

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma wordt aan artikel 24.7 een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d.

    indien subsidie wordt aangevraagd door ondernemingen: een ondersteuningsbrief van de gemeente waarin het bedrijventerrein zich bevindt.

 

D.

Onder vernummering van de artikelen 24.8 en 24.9 tot 24.9 respectievelijk 24.10, wordt een artikel ingevoegd luidende:

 

Artikel 24.8

  • 1.

    Gedeputeerde staten toetsen voor subsidieverlening of die is aan te merken als steunmaatregel in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag inzake de werking van de Europese Unie.

  • 2.

    Indien sprake is van een steunmaatregel, dan wordt deze verleend op basis van de Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op deminimissteun (PbEU 2013, L352 /1) en uitsluitend voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden van die verordening.

  • 3.

    Wanneer de subsidieverlening is aan te merken als een steunmaatregel, legt de aanvrager op verzoek van gedeputeerde staten een de-minimisverklaring over met een opgave van alle andere ontvangen de-minimissteun in de twee voorgaande belastingjaren en het lopende belastingjaar.

 

E.

De toelichting op hoofdstuk 24 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de Algemene toelichting wordt na ‘de Zeeuwse gemeenten’ ingevoegd ‘en de op de bedrijventerreinen gevestigde ondernemingen’.

  • 2.

    De toelichting op artikel 24.3 komt te luiden:

     

    Artikel 24.3

    Op basis van het tweede lid dient in het aanvraagformulier aannemelijk te worden gemaakt dat de activiteit impact heeft op een (groot) deel van het bedrijventerrein en meerdere van de daarop gevestigde bedrijven.

     

    Aan het vereiste, bedoeld in het derde lid, kan worden voldaan middels het overleggen van een ondersteuningsbrief van de gemeente (zie artikel 24.7, onderdeel d).

     

    In het vijfde lid zijn een aantal aanvullende weigeringsgronden geformuleerd. De overweging bij de weigeringsgrond ten aanzien van de categorieën van bedrijvigheid (onderdelen c en d) is als volgt:

     

    Het provinciaal bedrijventerreinbeleid richt zich niet op deze categorieën bedrijvigheid. Het provinciaal bedrijventerreinenbeleid richt zich voorts alleen op de regionale bedrijventerreinen.

     

    Het zesde lid bepaalt dat gedeputeerde staten op verzoek van de aanvrager de termijn van vijftien maanden voor uitvoering van het project kunnen verlengen. Dit kan nodig zijn als een project door onvoorziene omstandigheden vertraging heeft opgelopen. De aanvrager moet dan wel schriftelijk motiveren aan gedeputeerde staten waarom uitstel van deze termijn noodzakelijk is.

     

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 12 juli 2022.

Drs. J.M.M. Polman, voorzitter

A.W. Smit, secretaris

Naar boven