Provinciaal blad van Overijssel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2022, 8395 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2022, 8395 | ander besluit van algemene strekking |
Subsidieregeling hernieuwbare energie en energie-efficiëntie door ondernemingen
Paragraaf 1.1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1.1 Begripsbepalingen en uitsluitingsgronden
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
AGVV: de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (EG) nr. 651/2014, Pb L187/1 van de Europese Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard;
bank: een bank zoals gedefinieerd in de Wet op het financieel toezicht of een aan een bank gelieerd beleggingsfonds, al dan niet via een beheerder, zoals gedefinieerd in de Wet op het financieel toezicht waarbij de bank of het beleggingsfonds handelt op grond van een vergunning van de Autoriteit Financiële Markten;
biomassa betreft vaste producten die bestaan uit:
Plantaardig landbouw- of bosbouwmateriaal, zoals houtpellets en houtsnippers. Vers hout is hout dat vrijkomt bij snoei-, kap- en rooiwerkzaamheden in bijvoorbeeld bossen, landschap of groenvoorzieningen. Vers hout kan bestaan uit hele bomen, kapafval, tak- en tophout, stobben of rondhout. Ook houtige biomassa die speciaal voor energiedoeleinden is bewerkt, zoals houtpellets of -snippers, of speciaal wordt geteeld zoals een wilgenplantage, valt onder deze categorie;
energie-efficiëntiemaatregelen: maatregelen die een subsidie-aanvrager in staat stellen zijn energieverbruik, met name in zijn productiecyclus, - of in geval van woningcorporaties van hun huurders - te verminderen, waaronder in het geval van woningcorporaties mede wordt begrepen de bouwkundige aanpassingen aan woningen die nodig zijn om de energiemaatregelen te realiseren of andere onderhoud- of verbetermaatregelen die fysieke samenhang hebben met de te realiseren energie-efficiëntiemaatregelen;
de verplichting op grond van Richtlijn 2010/75/EU om de beste beschikbare technieken (BAT's) te gebruiken en ervoor te zorgen dat de emissieniveaus van verontreinigende stoffen niet hoger zijn dan bij de toepassing van de BAT's. Voor de gevallen waarin de met de BAT's geassocieerde emissieniveaus zijn bepaald in uitvoeringshandelingen die op grond van Richtlijn 2010/75/EU zijn vastgesteld, zullen die niveaus gelden. Wanneer die niveaus als een bandbreedte zijn geformuleerd, zal de grens waar de BAT het eerst wordt bereikt, van toepassing zijn;
hernieuwbare energie: energie opgewekt met installaties waarbij uitsluitend van hernieuwbare energiebronnen wordt gebruikgemaakt, alsmede het aandeel in calorische waarde van de met hernieuwbare energiebronnen in hybride installaties opgewekte energie die ook met conventionele energiebronnen werken;
innovatieve ondernemingen: ondernemingen die zich richten op (de ontwikkeling van) innovatieve producten en/of diensten voor het opwekken van Energie uit Hernieuwbare Energiebronnen of Energie-efficiëntiemaatregelen. Het doel van dit type ondernemingen is om de producten en/of diensten (door) te ontwikkelen en te vermarkten. Het dient aannemelijk te zijn dat het Maatschappelijk Rendement van dit type ondernemingen deels neerslaat binnen de provinciegrenzen;
innovatieve projecten: projecten van ondernemingen waarbij het doel is om een nieuwe technologie voor het opwekken van Energie uit Hernieuwbare Energiebronnen of Energie-efficiëntiemaatregelen. Het doel van dit type projecten is nadrukkelijk (nog) niet het ontwikkelen of vermarkten van nieuwe producten en diensten, maar is volledig gericht op een eerste toepassing (pilot project), van innovatieve technologieën. Dit type projecten is locatiegebonden en dient binnen de provinciegrenzen plaats te vinden;
innovatieve projecten voor hernieuwbare energieproductie of energiebesparing: innovatieve projecten waarbij het doel is om hernieuwbare energie op te wekken of energie te besparen. Het doel van dit type projecten is nadrukkelijk niet het ontwikkelen of vermarkten van nieuwe producten en diensten, maar is volledig gericht op energieopwekking of -besparing. Dit type projecten is locatie gebonden en dienen binnen de provinciegrenzen plaats te vinden;
kleine onderneming: een onderneming in de zin van Bijlage I van de AGVV, met minder dan 50 werknemers, met een jaaromzet of een jaarlijks balanstotaal van maximaal € 10 miljoen. Een onderneming wordt niet als een kleine onderneming aangemerkt indien één of meer overheidsinstanties of openbare lichamen gezamenlijk direct of indirect zeggenschap heeft of hebben over 25% of meer van het kapitaal of de stemrechten, behoudens de in artikel 3, tweede lid, tweede alinea van Bijlage I van de AGVV bedoelde gevallen;
LVV: de Landbouw vrijstellingsverordening (EU) nr. 702/2014 van de Europese Commissie van 25 juni 2014, Pb L193/1, waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en bosbouwsector in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard;
middelgrote onderneming: een onderneming in de zin van Bijlage I van de AGVV, met minder dan 250 werknemers, met een jaaromzet van maximaal € 50 miljoen, of een balanstotaal van maximaal € 43 miljoen. Een onderneming wordt niet als een middelgrote onderneming aangemerkt indien één of meer overheidsinstanties of openbare lichamen gezamenlijk direct of indirect zeggenschap heeft of hebben over 25% of meer van het kapitaal of de stemrechten, behoudens de in artikel 3, tweede lid, tweede alinea van Bijlage I van de AGVV bedoelde gevallen;
projectplan: een inhoudelijk werkplan waarin onder andere een beschrijving c.q. gemotiveerde inschatting van de door de ontvangen subsidie te verwachten energie-efficiëntie c.q. toename van hernieuwbare energie is opgenomen. Grote ondernemingen tonen in dit projectplan aan dat de subsidie een stimulerend effect, zoals bedoeld in artikel 6, derde lid, van de AGVV, op het energieproject heeft;
ratingverklaring: een door GS geaccepteerde verklaring waaruit de rating van de aanvrager van een subsidie blijkt conform de Mededeling-rentepercentages en Mededeling-garanties, dan wel van diens moedermaatschappij, indien de aanvrager geen rating heeft of kan verkrijgen vanwege het ontbreken van een kredietverleden;
bij energie-efficiëntiemaatregelen: een technisch vergelijkbare investering aan het energieproject die een lager niveau van milieubescherming biedt die overeenstemt met de verplichte EU-normen (voor zover die bestaan) en waarvan aannemelijk is dat zij zonder steun zou worden uitgevoerd. Een technisch vergelijkbare investering is een investering met dezelfde productiecapaciteit en alle andere technische eigenschappen (met uitzondering van die welke rechtstreeks op de extra investering voor milieubescherming betrekking hebben) die uit zakelijk oogpunt een geloofwaardig alternatief is voor het energieproject.
bij hernieuwbare energie: wanneer de kosten van investeringen in de productie van energie uit hernieuwbare energiebronnen kunnen worden vastgesteld ten opzichte van een vergelijkbare, minder milieuvriendelijke investering die zonder de steun op geloofwaardige wijze zou zijn verricht, levert dit verschil tussen de kosten van beide investeringen de met hernieuwbare energie verband houdende kosten op en geldt dit als de in aanmerking komende kosten;
Artikel 1.1.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen aan een onderneming op aanvraag subsidie verlenen in de vorm van
Ingeval van een geldlening wordt de subsidie conform artikel 1.4.7 eerste, derde en vierde lid terugbetaald.
Ingeval een garantie door de bank wordt ingeroepen, wordt hetgeen de provincie aan de bank moet betalen door de onderneming aan de provincie conform artikel 1.4.7 eerste, tweede en vijfde lid terugbetaald.
Een aanvraag voor een geldlening of garantie als bedoeld in artikel 1.1.2 eerste lid voldoet aan de volgende criteria:
de aanvraag voldoet, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, aan de voorwaarden van de de-minimisverordening of de AGVV. Gedeputeerde Staten kunnen, in voorkomend geval, het voornemen tot verlening van een subsidie voor een aanvraag die niet voldoet aan de de-minimisverordening of de AGVV aanmelden bij de Europese Commissie indien de aanvraag naar het oordeel van Gedeputeerde Staten een aanzienlijke bijdrage levert aan de beleidsdoelstellingen van de Provincie Overijssel op het gebied van hernieuwbare energie en de kans op goedkeuring door de Europese Commissie naar het oordeel van Gedeputeerde Staten hoog is. Gedeputeerde Staten kunnen de subsidie onder de opschortende voorwaarde van goedkeuring door de Europese Commissie verlenen.
De subsidie wordt verstrekt onder de opschortende voorwaarde dat ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening een uitvoeringsovereenkomst is gesloten. Gedeputeerde Staten kunnen aan het verstrekken van de subsidie de voorwaarde verbinden dat de aanvrager zekerheden aan Gedeputeerde Staten verschaft ter zekerheid van de subsidie.
De subsidie wordt slechts verleend voor zover, in geval van een geldlening, door de rentekorting, en, in geval van een garantie, door de premiekorting, de totale steun die de aanvrager met betrekking tot dezelfde - elkaar geheel of gedeeltelijk overlappende - in aanmerking komende kosten geniet, ongeacht of deze steun door het Rijk, andere publiekrechtelijke rechtspersonen of openbare lichamen dan wel de daaraan gelieerde instellingen is verstrekt, niet hoger is dan € 15 miljoen.
Artikel 1.1.6 Subsidiabele kosten
Als subsidiabele kosten worden beschouwd de in aanmerking komende kosten.
Artikel 1.1.7 Niet subsidiabele kosten
De in de begroting bij de subsidiabele activiteiten opgenomen kostenpost Onvoorzien, kosten die niet rechtstreeks aan de subsidiabele activiteit toe te rekenen zijn, boetes, gerechtskosten, kosten voor financieringen, debetrente, leges, kosten voor het inhuren van een subsidieadviesbureau of andere subsidiebemiddelaar en vergoedingen voor de inzet van uren van vrijwilligers zijn niet subsidiabel.
Artikel 1.1.8 Weigeringsgronden
Gedeputeerde Staten weigeren de subsidie indien:
op basis van de aanvraag wordt beoordeeld dat het te verlenen subsidiebedrag lager is dan € 1.000.000,- per energieproject. In het geval van stategische investeringen kunnen Gedeputeerde Staten hiervan afwijken. Indien de aanvrager op dezelfde dag subsidie aanvraagt op grond van paragraaf 2.2, wordt voor het bepalen van het minimum tevens het te verlenen subsidiebedrag van die aanvraag betrokken;
op basis van de aanvraag wordt beoordeeld dat de totale investering in een energieproject bestaande uit het op basis van deze regeling te verlenen subsidiebedrag en de investering op basis van het Investeringsreglement Energiefonds Overijssel I B.V., hoger is dan € 20.000.000,-. Gedeputeerde Staten kunnen Provinciale Staten toestemming vragen om hier van af te wijken
sprake is van stapeling van subsidie. Er is sprake van stapeling van subsidie als voor dezelfde activiteit of dezelfde kosten al subsidie is verstrekt op grond van het Ubs of de Asv. Dit geldt niet indien sprake is van subsidie die verstrekt is uit Europese Fondsen of een subsidie in die verstrekt is in de vorm van een geldlening;
Gedeputeerde Staten leggen een aanvraag voor subsidie als bedoeld in deze subsidieregeling, nadat de aanvraag volledig is, ter advies voor aan de adviescommissie, die binnen zes weken een advies aan Gedeputeerde Staten uitbrengt. Deze termijn kan met een termijn van maximaal twee weken worden verlengd.
Artikel 1.1.10 Kenmerken van uitvoeringsovereenkomst, kredietovereenkomst en garantie
Indien de te verstrekken subsidie staatssteun oplevert in de zin van artikel 107 eerste lid van het VWEU, dan kunnen Gedeputeerde Staten de subsidie alleen verstrekken indien voldaan wordt aan een Europese verordening op basis waarvan de subsidie toelaatbaar is verklaard. De subsidie wordt verstrekt met inachtneming van:
Artikel 1.2.2 Bij aanvraag in te dienen gegevens
Indien de aanvrager voor dezelfde – elkaar geheel of gedeeltelijk overlappende – in aanmerking komende kosten waarvoor zij subsidie aanvraagt reeds van het Rijk, andere publiekrechtelijke rechtspersonen of openbare lichamen dan wel de daaraan gelieerde instellingen of de Europese Commissie een vergoeding c.q. subsidie heeft ontvangen, overlegt de aanvrager de bewijssteukken waaruit deze vergoeding c.q. subsidie blijkt.
Artikel 1.2.3 Volgorde van behandeling
Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van prioritering op basis van de hoogst verwachte energie-efficiëntie dan wel toename van hernieuwbare energie per aangevraagde Euro aan subsidie.
Paragraaf 1.3 Verlening en directe vaststelling van de subsidie
Paragraaf 1.4 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger doet binnen vier weken via een digitaal formulier melding aan Gedeputeerde Staten, zodra:
Artikel 1.4.2 Tussenrapportage
Indien de subsidieverlening betrekking heeft op activiteiten met een looptijd langer dan een jaar, kunnen Gedeputeerde Staten de verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. Een dergelijke tussentijdse verantwoording wordt in beginsel niet vaker dan één keer per jaar gevraagd, maar Gedeputeerde Staten kunnen hier van afwijken.
Artikel 1.4.3 Instandhouding activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen de verplichting opleggen dat de resultaten van de activiteiten in stand worden gehouden voor een periode van maximaal vijf jaar.
Artikel 1.4.6 Evaluatie effecten van subsidie
De ontvanger van een subsidie op basis van deze subsidieregeling is verplicht mee te werken aan een evaluatieonderzoek door of namens Gedeputeerde Staten.
Artikel 1.4.7 Overige verplichtingen subsidieontvanger
De subsidie-ontvanger doet onverwijld mededeling aan Gedeputeerde Staten van de omstandigheid dat hij verwacht niet binnen de in de beschikking tot subsidieverlening opgenomen termijn te beschikken over de vereiste vergunningen, ontheffingen of andere (rechtens benodigde) toestemmingen in verband met het energieproject. De subsidie-ontvanger doet onverwijld mededeling aan Gedeputeerde Staten indien de bank de garantie zal inroepen, dan wel in het geval verwacht kan worden dat de bank de garantie in zal roepen.
De subsidie-ontvanger dient uiterlijk na verloop van de duur van de geldlening c.q het krediet aan te tonen dat het energieproject conform de aanvraag is uitgevoerd en voltooid. Daarbij rapporteert de aanvrager ook over het maatschappelijk rendement van het energieproject. Indien de looptijd van de geldlening c.q. krediet langer duurt dan één jaar rapporteert de subsidie-ontvanger jaarlijks aan Gedeputeerde Staten over de voortgang van het project en overlegt daarbij in ieder geval de jaarrekening.
De aanvrager of diens moedermaatschappij dient tot en met de subsidievaststelling dezelfde ratingcategorie te behouden als hij ten tijde van de subsidieverlening had, tenzij de aanvrager een special purpose vehicle is zonder kredietverleden en geen moedermaatschappij heeft of de geldlening is geborgd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw.
Als de ontvanger van de subsidie het energieproject niet uitvoert zoals is vastgelegd bij de beschikking tot het verlenen van de subsidie en niet heeft voldaan aan een of meer van de verplichtingen als bedoeld in deze subsidieregeling kunnen Gedeputeerde Staten besluiten eenmalig een premie van maximaal 5% van de hoogte van de afgegeven garantie bij de ontvanger van de garantie terugvorderen.
Artikel 1.4.9 Uitstel of ontheffing betalingsverplichting
Ingeval van een geldlening kan de subsidie-ontvanger Gedeputeerde Staten deugdelijk gemotiveerd verzoeken om ontheffing te verlenen van de verplichting genoemd in artikel 1.4.7 vierde lid. Ingeval van een door de bank ingeroepen garantie kan de subsidie-ontvanger Gedeputeerde Staten deugdelijk gemotiveerd verzoeken om ontheffing te verlenen van de verplichting genoemd in artikel 1.4.7 vijfde lid.
Paragraaf 1.5 Vaststelling van de subsidie
Artikel 1.5.1 Indieningstermijn aanvraag tot subsidievaststelling
Een aanvraag tot subsidievaststelling wordt ingediend uiterlijk 13 weken voor aflossing van de lening of het einde van de garantie.
Artikel 1.5.2 Digitale financiële verantwoording
De subsidieontvanger is verplicht een digitale financiële verantwoording in te vullen en deze te overleggen bij de aanvraag tot vaststelling. In de aanvraag tot subsidievaststelling geeft de subsidieontvanger aan of de subsidiabele activiteiten zijn verricht en welke subsidiabele kosten werkelijk zijn gemaakt. De subsidieontvanger maakt hierbij gebruik van het beschikbaar gestelde format.
Artikel 1.5.4 Beslistermijn vaststelling subsidie
Gedeputeerde Staten stellen binnen 22 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast.
Hoofdstuk 2 Hernieuwbare energie en energie efficiëntie
Paragraaf 2.1 Hernieuwbare energie door ondernemingen
Artikel 2.1.1 Subsidiabele activiteiten
Subsidie wordt uitsluitend verleend aan duurzame biomassa-projecten die voldoen aan de duurzaamheidseisen van certiceringsschema’s die in Nederland zijn goedgekeurd, zoals BetterBiomass (NTA 8080), Forest Stewardship Council, International Sustainability and Carbon administration. De in Nederland toegestane certificeringsschema’s zijn door de Europese Commissie goedgekeurd en getoetst aan de RED II Duurzaamheidseisen biomassa REDII SDE++ (rvo.nl).
De subsidie als bedoeld in deze paragraaf wordt slechts verleend voor zover, in geval van een geldlening, door de rentekorting, en, in geval van een garantie, door de premiekorting, de totale steun die de aanvrager met betrekking tot dezelfde - elkaar geheel of gedeeltelijk overlappende - in aanmerking komende kosten geniet, ongeacht of deze steun door het Rijk, andere publiekrechtelijke rechtspersonen of openbare lichamen dan wel de daaraan gelieerde instellingen is verstrekt, niet hoger is dan:
Paragraaf 2.2 Energie-efficiëntie door ondernemingen
In aanvulling op artikel 1.1.3 wordt een subsidie slechts verleend voor zover, in geval van een geldlening, door de rentekorting, en, in geval van een garantie, door de premiekorting, de totale steun die de aanvrager met betrekking tot dezelfde - elkaar geheel of gedeeltelijk overlappende - in aanmerking komende kosten geniet, ongeacht of deze steun door het Rijk, andere publiekrechtelijke rechtspersonen of openbare lichamen dan wel de daaraan gelieerde instellingen is verstrekt, niet hoger is dan:
Artikel 2.2.3 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Indien de aanvraag een energieproject betreft waarbij energie-efficiëntiemaatregelen worden genomen door aanpassing of vervanging van bedrijfsruimten, wordt een taxatierapport van een taxateur, die is ingeschreven bij één van de taxatieregisters VastgoedCERT of SCVM, overgelegd dat bij aanvraag niet ouder is dan drie maanden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2022-8395.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.