Besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 5 juli 2022, kenmerk PZH-2022-809024858, tot wijziging van de Beleidsregels Depositiebank Haven Industrieel Complex naar aanleiding van praktijkontwikkelingen

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland,

 

Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Gelet op artikel 2.7 van de Wet natuurbescherming;

 

Overwegende dat ontwikkelingen in de praktijk aanleiding hebben gegeven om de beleidsregel op een aantal punten aan te passen;

 

Besluiten:

Artikel I

De Beleidsregels Depositiebank Haven Industrieel Complex wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

 

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

 

Onder het vervallen van de onderdelen r en s wordt een nieuw onderdeel toegevoegd luidende:

  • r.

    vrijgemaakte depositieruimte: ruimte voor N-depositie die voldoet aan de eisen voor extern salderen zoals beschreven in artikel 6, eerste tot en met vijfde en zevende tot en met elfde lid, van de Beleidsregels intern en extern salderen Zuid-Holland die afkomstig is uit mitigerende maatregelen die specifiek zijn getroffen voor het mogelijk maken van ontwikkelingen;

 

B.

 

Artikel 2 komt te luiden:

 

Artikel 2 Toepassingsbereik

 

Deze beleidsregel is van toepassing op het vullen van de depositiebank met vrijgemaakte depositieruimte, het reserveren daarvan en het toedelen daarvan bij verlening van een natuurvergunning of, in geval van een aanhakende natuurtoestemming, een omgevingsvergunning ten behoeve van het in artikel 3 omschreven doel.

 

C.

 

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Na “omgevingsvergunningen”, wordt de zinsnede ingevoegd, luidende:

  • voor het realiseren van projecten;

  • 2.

    De zinsnede “toekennen van vrijgemaakte depositieruimte” wordt vervangen door: toedelen van vrijgemaakte depositieruimte.

D.

 

Artikel 5 komt te luiden:

 

  • 1.

    De depositiebank wordt gevuld met vrijgemaakte depositieruimte.

  • 2.

    De beoordeling of wordt voldaan aan de voorwaarden waaraan vrijgemaakte depositieruimte moet voldoen vindt plaats ten tijde van de vulling van de depositiebank.

E.

 

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid vervalt de zinssnede “met gebruikmaking van”.

  • 2.

    In het eerste lid wordt de zinssnede “extern te salderen” vervangen door: te reserveren.

F.

 

Artikel 7 komt te luiden:

 

  • 1.

    Reservering of toedeling van vrijgemaakte depositieruimte uit de depositiebank vindt slechts plaats indien:

    • a.

      de depositiebank voldoende vrijgemaakte depositieruimte bevat om de saldering uit te voeren, waarbij geldt dat de N-depositie op geen enkel relevant hexagoon van voor stikstofgevoelige habitats binnen een Natura 2000-gebied na de vestiging wijziging of uitbreiding van de saldo-ontvangende activiteit mag toenemen, waarbij rekening wordt gehouden met de saldering;

    • b.

      deze betrekking heeft op projecten op lege kavels, zoals aangegeven op de kaart opgenomen in Bijlage 1 behorende bij deze beleidsregel, die voldoen aan de Herijkte Havenvisie 2030;

    • c.

      HbR voorafgaand aan de beslissing op het verzoek om reservering van vrijgemaakte depositieruimte of het besluit omtrent de natuurvergunning aan het bevoegd gezag een zwaarwegend advies heeft uitgebracht waarin onder meer dient te worden ingegaan op de vraag of het aannemelijk is dat het project ten behoeve waarvan het verzoek is gedaan of de natuurvergunning is aangevraagd binnen de “realisatietermijn”, bedoeld, in artikel 8 van deze beleidsregel volledig wordt uitgevoerd; en

    • d.

      Gedeputeerde Staten rekening houden met dit zwaarwegende advies bij hun beslissing op het verzoek om reservering van vrijgemaakte of hun besluit over het verlenen van de natuurvergunning;

  • 2.

    Gereserveerde en toegedeelde vrijgemaakte depositieruimte is niet beschikbaar in het kader van andere aanvragen van een natuurvergunning.

  • 3.

    De vrijgemaakte depositieruimte wordt definitief toegedeeld op het moment dat de natuurvergunning of, in geval van een aanhakende natuurtoestemming, de omgevingsvergunning in werking treedt.

  • 4.

    Vrijgemaakte depositieruimte kan voor onbepaalde tijd (permanente toedeling) of voor bepaalde tijd (tijdelijke toedeling) worden toegedeeld, waarbij in de natuurvergunning of omgevingsvergunning wordt aangegeven welke situatie aan de orde is.

  • 5.

    Als de vrijgemaakte depositieruimte tijdelijk is toegedeeld dan vloeit deze vrijgemaakte depositieruimte na het verstrijken van de termijn terug naar de depositiebank om als depositieruimte te worden opgenomen en kan deze weer worden toegedeeld.

  • 6.

    Op het moment dat een natuurvergunning waarin vrijgemaakte depositieruimte is toegedeeld wordt vernietigd dan wel wordt ingetrokken en deze vernietiging dan wel intrekking onherroepelijk wordt, vloeit de vrijgemaakte depositieruimte terug naar de depositiebank om als depositieruimte te worden opgenomen en kan deze weer worden toegedeeld.

  • 7.

    Gedeputeerde Staten kunnen de vrijgemaakte depositieruimte tot en met 31 december 2030 toedelen. Deze termijn kan worden verlengd.

Artikel II Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.

Den Haag, 5 juli 2022

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland,

drs. H.M.M. Koek,

secretaris

drs. J. Smit

voorzitter

Toelichting op het Besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 5 juli 2022, kenmerk PZH-2022-809024858, tot wijziging van de Beleidsregels Depositiebank Haven Industrieel Complex naar aanleiding van praktijkervaringen

Algemene toelichting

 

In verband met een aantal praktijkontwikkelingen is deze beleidsregel op ondergeschikte punten aangepast. Afgezien van wijzigingen van een aantal artikelen, zoals bijvoorbeeld artikel 5, is ook de toelichting op een aantal punten aangepast. Zo is de toelichting van het begrip vrijgemaakte depositieruimte aangepast om duidelijker te maken wat daaronder wordt verstaan in de context van deze beleidsregel. De aanpassingen die voor zich spreken worden hieronder niet verder toegelicht.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Onderdeel A

 

Artikel 1, onder r Begripsbepalingen komt te luiden:

 

De definitie van vrijgevallen ruimte is geschrapt omdat dit begrip niet voorkomt in deze beleidsregel. De oorspronkelijke toelichting bij vrijgemaakte depositieruimte wordt als volgt aangepast om beter aan te sluiten op de betekenis van dit begrip in relatie tot deze beleidsregel.

Vrijgemaakte depositieruimte is ruimte die ontstaat door maatregelen die specifiek zijn getroffen om ontwikkelingen mogelijk te maken. De depositieruimte kan worden vrijgemaakt door het (geheel of gedeeltelijk) intrekken van een toestemming maar ook door het wijzigen van een toestemming. Dit kan een wijziging zijn van een natuurvergunning maar bijvoorbeeld ook een omgevingsvergunning voor het (al dan niet milieu-neutraal) veranderen van een inrichting. Behalve intrekkings- of wijzigingsbesluiten kunnen ook andere maatregelen worden getroffen om depositieruimte vrij te maken, bijvoorbeeld het verplicht voorschrijven van het gebruik maken van walstroom of andere maatregelen die leiden tot een stikstofreductie.

 

Vrijgemaakte depositieruimte kan worden ingezet om extern te salderen via een depositiebank zoals de Depositiebank HIC, de depositiebank waarop onderhavige beleidsregel betrekking heeft. In dat geval moet uit het besluit waarbij de depositieruimte wordt vrijgemaakt blijken dat het specifiek wordt vastgesteld ten behoeve van opname van depositieruimte in de bedoelde depositiebank. Dit om aan te tonen dat sprake is van directe samenhang. Dit is één van de eisen die van toepassing is bij extern salderen, ook wanneer dit wordt gedaan via een depositiebank.

 

In de Beleidsregels intern en extern salderen Zuid-Holland zijn in artikel 6 voorwaarden gesteld die worden toegepast bij extern salderen. Een daarvan is de hiervoor genoemde eis van directe samenhang (artikel 6 lid 1). Deze voorwaarden zijn (grotendeels) ook van toepassing bij extern salderen door middel van een depositiebank. Dit is geborgd door onderhavige definitie van vrijgemaakte depositieruimte waarin is verwezen naar (een aantal van) de voorwaarden van artikel 6 van de Beleidsregels intern en extern salderen Zuid-Holland. Deze zijn dus ook van toepassing op vrijgemaakte depositieruimte (in een depositiebank waarmee extern wordt gesaldeerd). Hieronder valt bijvoorbeeld ook de eis dat de maatregelen niet noodzakelijk zijn in het kader van artikel 6, tweede lid, van de Habitatrichtlijn (artikel 6 lid 4) en de eis dat 30% wordt afgeroomd (artikel 6 lid 11).

 

Onderdeel B

 

Artikel 2 Toepassingsbereik komt te luiden:

 

Met de aanpassing van het artikel en de toelichting wordt het toepassingsbereik van deze beleidsregel verduidelijkt zonder dat het verandert. Deze beleidsregel heeft betrekking op aanvragen voor saldo-ontvangende activiteiten in het HIC waarbij gebruik wordt gemaakt van externe saldering, voor zover wordt verzocht om depositieruimte van de depositiebank toe te delen. Het is dus in het HIC niet verplicht om via deze depositiebank extern te salderen.

 

Onderdeel D

 

Artikel 5 Samenstelling depositieruimte komt te luiden:

 

Lid 1

De vulling van de depositieruimte vindt plaats in de depositiebank. Uit het (intrekkings)besluit zal moeten blijken dat de stikstof ten goede komt aan de depositiebank.

Gezien de begripsomschrijving van vrijgemaakte depositieruimte en de daarin opgenomen verwijzing naar artikel 6 van de Beleidsregels intern en extern salderen is duidelijk dat de relevante voorwaarden bij extern salderen worden toegepast op de vrijgemaakte depositieruimte die in deze depositiebank wordt opgenomen.

 

Lid 2

Dit tweede lid is toegevoegd om de toepassing van de Beleidsregels intern en extern salderen bij dit artikel te verduidelijken.

Zoals volgt uit de definitie van vrijgemaakte depositieruimte dient deze te voldoen aan nader beschreven voorwaarden die gelden voor extern salderen. Deze voorwaarden, bijvoorbeeld die uit artikel 6, zevende lid, dat alleen gebruik wordt gemaakt van de in de toestemming opgenomen N-emissie in de referentiesituatie voor zover de capaciteit feitelijk aantoonbaar is gerealiseerd, gelden op het moment van aanvragen van een vergunning door een saldo-ontvanger. Dit moment is logisch bij extern salderen, omdat bij extern salderen de intrekking van de toestemming en de aanvraag in tijd nagenoeg samenvallen. Het is niet logisch om deze voorwaarde te stellen bij het verkrijgen van depositieruimte uit de depositiebank, omdat de N-emissie als vrijgemaakte depositieruimte al is opgenomen en er enige tijd kan verstrijken voordat een aanvraag wordt gedaan. Mutatis mutandis geldt dit bijvoorbeeld ook voor lid 11 (het vereiste van 30% afroming voor de natuur). Deze vindt plaats bij vulling van de depositieruimte en niet pas bij verlening van de natuurvergunning.

 

Onderdeel F

 

Artikel 7 Reserveren en toedelen depositieruimte

 

Lid 1

In het eerste lid is “en/of” geschrapt in “of” om te voldoen aan de Aanwijzingen voor de regelgeving. De betekenis verandert hierdoor niet.

Daarnaast wordt onder b verwezen naar de kaart die als bijlage bij deze beleidsregel is gevoegd om duidelijk te maken waar de lege kavels liggen. Deze verwijzing ontbrak op deze plaats, terwijl de kaart wel al als bijlage was bijgevoegd.

 

Lid 2 t/m 4

De volgorde van het oorspronkelijke lid 2 en lid 3 is omgedraaid, omdat deze volgorde gezien de opbouw van het artikel logischer is. Daarnaast is in lid 2 duidelijk gemaakt dat het niet alleen gaat om toegedeelde ruimte maar ook om gereserveerde ruimte. Ten slotte is in de leden 2, 3 en 4 toebedeeld veranderd in toegedeeld uit het oogpunt van een consequente woordkeus.

Naar boven