Uitvoeringsregeling subsidie oplossingen bij netcongestie Noord-Holland 2022

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

 

Overwegende dat het gewenst is om in het kader van onze klimaat- en energiedoelstellingen en efficiëntiedoelstellingen activiteiten te ondersteunen die gericht zijn op het voorkomen, verminderen of oplossen van transportschaarste op het elektriciteitsnet en op oplossingen in het lokale en regionale energiesysteem voor productie, transport, distributie, omzetting, buffering en opslag van duurzame energie en voor het verschuiven of verdelen van schaarse netcapaciteit;

 

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie oplossingen bij netcongestie Noord-Holland 2022

Artikel 1  

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene groepsvrijstellingsverordening: Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU, L187)

  • b.

    De-minimisverordening: Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU, L 352);

  • c.

    fossiele energie: aardgas, benzine, diesel, kerosine, kolen;

  • d.

    haalbaarheidsstudie: een haalbaarheidsstudie bedoeld in artikel 2, onder 87 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening;

  • e.

    MKB-onderneming: een onderneming bedoeld in artikel 2, onder 2 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening;

  • f.

    netcongestie: het plaatselijk bereiken van de maximale belastbaarheid van de distributie- en transportnetten voor elektriciteit;

  • g.

    oplossingen bij netcongestie: oplossingen voor het efficiënter gebruiken van het elektriciteitsnet en voor het voorkomen, verminderen of wegnemen van transportschaarste en wachttijden voor het krijgen van voldoende vermogen over aansluitingen op het elektriciteitsnet;

  • h.

    transportschaarste: het plaatselijk bereiken van de maximale belastbaarheid van de distributie- en transportnetten voor elektriciteit;

  • i.

    samenwerkingsverband: een collectief van publieke of private partijen die gezamenlijk een subsidieaanvraag doen voor een collectieve oplossing bij netcongestie.

Artikel 2  

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor een haalbaarheidsstudie met betrekking tot het oplossen van netcongestie.

  • 2.

    Subsidie kan worden verstrekt voor het realiseren van oplossingen bij netcongestie.

Artikel 3  

  • 1.

    Subsidie wordt verstrekt aan een eigenaar of huurder van een gebouw, niet zijnde een woning, waar het project betrekking op heeft.

  • 2.

    Subsidie wordt verstrekt aan een samenwerkingsverband van eigenaren of huurders bedoeld in het eerste lid mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      een aanvrager is of neemt deel aan een samenwerkingsverband met twee of meer eigenaren of huurders waaronder ten minste een MKB onderneming;

    • b.

      geen van de deelnemers aan het samenwerkingsverband neemt meer dan 70% van de subsidiabele kosten voor zijn rekening.

Artikel 4  

Een subsidie bedoeld in artikel 2 kan voor zover deze staatssteun betreft, worden gerechtvaardigd voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden zoals opgenomen in:

  • a.

    artikel 25 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening voor zover het steun betreft bestemd voor een haalbaarheidsstudie;

  • b.

    artikel 25 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening voor zover het steun betreft bestemd voor een experimentele ontwikkeling of artikel 41 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening voor zover het steun betreft bestemd voor investeringen ter bevordering van energie uit hernieuwbare bronnen;

  • c.

    de De-minimisverordening.

Artikel 5  

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie bevat ten minste:

    • a.

      een begroting van de kosten van de activiteit;

    • b.

      een financieringsplan van de kosten van de activiteit;

    • c.

      een projectplan dat tenminste bevat: een inhoudelijke beschrijving van de activiteit, de probleemstelling of beschrijving van de problematiek, de doelstelling, een tijdsplanning en de beoogde resultaten, waaronder tenminste ofwel een beschrijving en onderbouwing van de beoogde vermindering van transport- en aansluitcapaciteit op het elektriciteitsnet, ofwel een beschrijving en onderbouwing van het efficiënter gebruik van de transport- en aansluitcapaciteit op het elektriciteitsnet;

    • d.

      een samenvatting van de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd, alsmede een schriftelijke toestemming dat deze samenvatting kan worden gebruikt in een voor een ieder toegankelijke publicatie;

    • e.

      voor zover het betreft een aanvraag om subsidie bedoeld in artikel 2, tweede lid, een haalbaarheidsstudie indien beschikbaar.

  • 2.

    Een aanvraag door een samenwerkingsverband bevat tevens:

    • a.

      een beschrijving van de deelnemers waarmee wordt samengewerkt in het samenwerkingsverband bedoeld in artikel 3, tweede lid;

    • b.

      een toelichting waaruit tenminste de verdeling van de activiteiten, financiën en gevraagde subsidie per deelnemer blijkt;

    • c.

      een machtiging aan één van de begunstigden om de communicatie omtrent de subsidieverstrekking namens de deelnemers te mogen verrichten en de na subsidieverstrekking door Gedeputeerde Staten te betalen bedragen te ontvangen.

Artikel 6  

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag is ontvangen binnen de door Gedeputeerde Staten vastgestelde periode, bedoeld in artikel 8.

  • 2.

    Een aanvraag die buiten de in het eerste lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt geweigerd.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag om subsidie.

Artikel 7  

Gedeputeerde Staten stellen een subsidieplafond en de periode waarbinnen de aanvragen kunnen worden ingediend, vast.

Artikel 8  

  • 1.

    Aanvragen om subsidie worden behandeld op volgorde van ontvangst.

  • 2.

    Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 3.

    Indien toepassing van het vorige lid er toe leidt dat aanvragen gelijk eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 9  

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de aanvrager of een deelnemer aan het samenwerkingsverband eerder subsidie van Gedeputeerde Staten heeft ontvangen voor dezelfde subsidiabele activiteiten bedoeld in artikel 2 en voor dezelfde elektriciteitsaansluiting;

  • b.

    de activiteit betrekking heeft op fossiele energie;

  • c.

    de activiteit een duurzaamheidsmaatregel is die is gericht op energiebesparing en opwek van duurzame energie;

  • d.

    voor zover het betreft een subsidie bedoeld in artikel 2, tweede lid: het geen nieuwe installatie of voorziening betreft als bedoeld in artikel 41, vijfde lid, van de AGVV of de installatie in bedrijf is gekomen;

  • e.

    de activiteit financieel niet haalbaar is;

  • f.

    de activiteit buiten Noord-Holland plaatsvindt;

  • g.

    de uitvoering van de activiteit is gestart voordat de aanvraag is ontvangen;

  • h.

    de aanvrager een onderneming is die in moeilijkheden verkeert als bedoeld in paragraaf 2.2 van de Communautaire richtsnoeren inzake reddings -en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (PbEU, 2014/C 249/01);

  • i.

    tegen de aanvrager een terugvorderingsbevel is gegeven omdat eerdere steun onrechtmatig en onverenigbaar is verklaard met de interne markt.

Artikel 10  

  • 1.

    Subsidie bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt verstrekt voor de volgende kosten:

    • a.

      (inhuur)kosten voor externe expertise;

    • b.

      materiaalkosten die uitsluitend nodig zijn voor de haalbaarheidsstudie;

    • c.

      huurkosten van apparatuur en uitrusting voor zover en zolang zij worden gebruikt voor de haalbaarheidsstudie.

  • 2.

    Subsidie bedoeld in artikel 2, tweede lid, wordt verstrekt voor de volgende kosten:

    • a.

      (inhuur)kosten voor externe expertise en procesbegeleiding;

    • b.

      materiaalkosten, zoals batterijkosten, software, regelapparatuur e.d.;

    • c.

      huurkosten van apparatuur en uitrusting die deel uitmaken van de daadwerkelijk gerealiseerde oplossing;

    • d.

      kosten van uitvoering, het laten bouwen en installeren van de gekozen oplossingen bij netcongestie.

Artikel 11  

  • 1.

    Subsidie bedoeld in artikel 2, eerste lid, bedraagt 50 procent van de subsidiabele kosten tot maximaal € 25.000,-.

  • 2.

    Subsidie bedoeld in artikel 2, tweede lid, bedraagt 30 procent van de subsidiabele kosten tot € 75.000,-.

  • 3.

    Subsidie bedoeld in artikel 2, tweede lid, bedraagt 30 procent van de subsidiabele kosten tot € 250.000,- voor zover sprake is van een aanvraag van een samenwerkingsverband.

  • 4.

    Indien toepassing van het eerste lid zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van het eerste lid zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de van toepassing zijnde vrijstellingsverordeningen van de Europese Commissie verstrekt mag worden.

  • 5.

    Gedeputeerde Staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.

  • 6.

    Bij subsidies van minder dan € 10.000,- wordt volstaan met subsidievaststelling zonder voorafgaande subsidieverlening.

Artikel 12  

Aan de subsidieontvanger wordt in ieder geval de volgende verplichting opgelegd:

de subsidieontvanger is bereid mee te werken aan kennisdeling en evaluatie ten aanzien van de gesubsidieerde activiteiten.

Artikel 13  

  • 1.

    Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen 13 weken na voltooiing van de activiteit.

  • 2.

    Een aanvraag tot vaststelling bevat tenminste:

    • a.

      bij een subsidie bedoeld in artikel 2, eerste lid: de uitgevoerde haalbaarheidsstudie, de verwachte vermindering van transport- en aansluitcapaciteit op het elektriciteitsnet, de gevolgde aanpak en geleerde lessen;

    • b.

      bij een subsidie bedoeld in artikel 2, tweede lid: een rapportage over de gerealiseerde oplossing, een beschrijving en onderbouwing van de vermindering van de mate waarin transport- en aansluitcapaciteit op het elektriciteitsnet nodig is of wordt gebruikt door realisatie van de oplossing, een beschrijving van wat de oplossing heeft opgeleverd aan maatschappelijke baten, de gevolgde aanpak, en geleerde lessen.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten stellen voor de aanvraag tot vaststelling een formulier beschikbaar op www.noord-holland.nl/Loket/Subsidies.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 14  

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2.

    Deze regeling vervalt met ingang van 31 december 2022.

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie oplossingen bij netcongestie Noord-Holland 2022.

Haarlem,

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

A.Th.H. van Dijk, voorzitter.

R.M. Bergkamp, provinciesecretaris

Naar boven