Verordening inzake wijziging omvang en begrenzing wildbeheereenheden in Flevoland

Provinciale Staten van Flevoland

Overwegende dat de Verordening uitvoering Wet natuurbescherming Flevoland 2016 regels bevatte als bedoeld in artikel 3.14 Wet natuurbescherming over de omvang en begrenzing van de wildbeheereenheden;

 

Dat deze verordening met ingang van 15 maart 2019 is opgenomen in hoofdstuk 8 van de Omgevingsverordening Flevoland (Provinciaal Blad 2019, 2248);

 

Dat de heer Van Hemmen in december 2018 advies heeft uitgebracht aan de provincie als Bestuurlijk Verkenner FBE – WBE – SFF inhoudende de verbetering governance van het faunabeheer in Flevoland, waaronder ook de regionale herkenbaarheid van de wildbeheereenheid;

 

Dat Gedeputeerde Staten van Flevoland het advies van de heer Van Hemmen in januari 2019 hebben overgenomen;

 

Dat het artikel (8.18) over omvang en begrenzing van de wildbeheereenheden in hoofdstuk 8 van de Omgevingsverordening Flevoland conform dit advies is aangepast van één wildbeheereenheid naar maximaal vier wildbeheereenheden;

 

Dat in de provincie sindsdien er nog steeds maar één wildbeheereenheid werkzaam is;

 

Dat in 2021 ten aanzien van de regionale herkenbaarheid van de wildbeheereenheid adviezen zijn gevraagd aan BIJ12 Faunazaken en de Faunabeheereenheid Flevoland;

 

Dat Van Hemmen, BIJ12 Faunazaken en de Faunabeheereenheid Flevoland het volgende adviseren:

  • -

    zorg voor een betere regionale herkenbaarheid met een specifieke geografische afbakening,

  • -

    meerdere wildbeheereenheden zorgen voor specifiekere adviezen aan de faunabeheereenheid bij nieuwe beheerplannen (meerdere inzichten), en

  • -

    schade- en afschotonderbouwing bij meerdere wildbeheereenheden zorgt voor een regionaler en gedetailleerder beeld, hetgeen de onderbouwing en juridische houdbaarheid van faunabeheerplannen en besluiten ten goede komt;

Dat de door Gedeputeerde Staten van Flevoland in verband met deze adviezen opgerichte Oprichtingscommissie wildbeheereenheden in oktober 2021 het advies heeft uitgebracht om:

  • -

    te kiezen voor de drie wildbeheereenheden Noordelijk Flevoland, Oostelijk Flevoland en Zuidelijk Flevoland (geen wildbeheereenheid NieuwLand),

  • -

    na 2 jaar (in 2024) te evalueren of een vierde wildbeheereenheid alsnog gewenst is,

  • -

    de Omgevingsverordening aan te passen, en

  • -

    in de Omgevingsverordening de werkgebieden van de drie wildbeheereenheden te benoemen;

Dat Gedeputeerde Staten van Flevoland het advies van de Oprichtingscommissie heeft overgenomen;

 

Dat het noodzakelijk is om de keuze voor drie wildbeheereenheden juridisch te borgen in de Omgevingsverordening Flevoland (artikel 8.18);

 

Dat deze wijziging ook doorgevoerd dient te worden in de door Provinciale Staten van Flevoland op 26 januari 2022 vastgestelde Omgevingsverordening provincie Flevoland (artikel 16.18), die gelijktijdig met de Omgevingswet inwerking zal treden, naar verwachting per 1 januari 2023;

 

Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van Flevoland van 19 april 2022, kenmerk 2942673;

 

Gelet op de Wet natuurbescherming, de Omgevingswet en de Provinciewet;

 

Besluiten:

Vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Omgevingsverordening Flevoland en de Omgevingsverordening provincie Flevoland:

 

Verordening tot wijziging van de Omgevingsverordening Flevoland en de Omgevingsverordening provincie Flevoland inzake wijziging omvang en begrenzing van de wildbeheereenheden in Flevoland (Verordening inzake wijziging omvang en begrenzing wildbeheereenheden in Flevoland).

 

Verordening tot wijziging van de Omgevingsverordening Flevoland en de Omgevingsverordening provincie Flevoland inzake wijziging omvang en begrenzing van de wildbeheereenheden in Flevoland (Verordening inzake wijziging omvang en begrenzing wildbeheereenheden in Flevoland)

Artikel I (Wijziging Omgevingsverordening Flevoland)

De Omgevingsverordening Flevoland wordt als volgt gewijzigd:

 

  • A

    Wijziging Omvang en begrenzing werkgebied wildbeheereenheden

  • Artikel 8.18 komt te luiden:

  •  

  • Artikel 8.18 (Omvang en begrenzing werkgebied)

    • 1.

      Er zijn in Flevoland drie wildbeheereenheden.

    • 2.

      Een wildbeheereenheid heeft een aaneengesloten werkgebied met een duidelijk geografische begrenzing.

    • 3.

      De werkgebieden van de drie wildbeheereenheden zijn:

      • a.

        Noordelijk Flevoland:

        Land: Gemeente Noordoostpolder

      • Gemeente Urk

      • Water: IJsselmeer

      • b.

        Oostelijk Flevoland:

        Land: gebied ten oosten van de Knardijk

      • Water: Ketelmeer

      • Randmeren ten oosten van N302 (aquaduct)

      • c.

        Zuidelijk Flevoland:

        Land: gebied ten westen van de Knardijk

      • Water: Flevolands deel Markermeer (inclusief dijk Enkhuizen-Lelystad)

      • Randmeren ten westen N302 (aquaduct)

Artikel II (Wijziging Omgevingsverordening provincie Flevoland)

De Omgevingsverordening provincie Flevoland wordt als volgt gewijzigd:

 

  • A

    Wijziging Omvang en begrenzing werkgebied wildbeheereenheden

    Artikel 16.18 komt te luiden:

  •  

  • Artikel 16.18 (omvang en werkgebied)

    • 1.

      Er zijn in Flevoland drie wildbeheereenheden.

    • 2.

      Een wildbeheereenheid heeft een aaneengesloten werkgebied met een duidelijk geografische begrenzing.

    • 3.

      De werkgebieden van de drie wildbeheereenheden zijn:

      • a.

        Noordelijk Flevoland:

        Land: Gemeente Noordoostpolder

      • Gemeente Urk

      • Water: IJsselmeer

      • b.

        Oostelijk Flevoland:

        Land: gebied ten oosten van de Knardijk

      • Water: Ketelmeer

      • Randmeren ten oosten van N302 (aquaduct)

      • c.

        Zuidelijk Flevoland:

        Land: gebied ten westen van de Knardijk

      • Water: Flevolands deel Markermeer (inclusief dijk Enkhuizen-Lelystad)

      • Randmeren ten westen N302 (aquaduct)

Artikel III (Inwerkingtreding)

  • 1.

    Deze verordening treedt, met uitzondering van artikel II, in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2.

    Artikel II van deze verordening treedt in werking op het tijdstip waarop de Omgevingswet in werking treedt.

Artikel IV (Citeertitel)

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening tot wijziging van de Omgevingsverordening Flevoland en de Omgevingsverordening provincie Flevoland inzake wijziging omvang en begrenzing van de wildbeheereenheden in Flevoland (Verordening inzake wijziging omvang en begrenzing wildbeheereenheden in Flevoland).

Aldus besloten in de openbare vergadering van 25 mei 2022.

Provinciale Staten van Flevoland

de griffier,

de voorzitter,

Algemene toelichting

Op grond van de Wet natuurbescherming -en de toekomstige Omgevingswet- geldt dat jachthouders met een jachtakte zich met anderen verplicht organiseren in een wildbeheereenheid, ter uitvoering van het door de faunabeheereenheid vastgestelde faunabeheerplan en om te bevorderen dat een duurzaam beheer van populaties van in het wild levende dieren, bestrijding van schadeveroorzakende dieren en jacht worden uitgevoerd in samenwerking met en ten dienste van grondgebruikers of terreinbeheerders. In de Wet natuurbescherming hebben de wildbeheereenheden een prominente rol gekregen. Het zijn over het algemeen de wildbeheereenheden die uitvoering zullen geven aan het faunabeheerplan. Zij zullen in de praktijk het beheer uitvoeren op grond van de provinciale ontheffing of omgevingsvergunning voor beheer en zij bevorderen dat de aangesloten jachthouders de jacht en de schadebestrijding uitvoeren overeenkomstig het faunabeheerplan en ten dienste van de grondgebruikers. Daarnaast adviseren de wildbeheereenheden de faunabeheereenheid over de inhoud van de faunabeheerplannen en leveren zij –op basis van tellingen en een afschotregistratie– de gegevens aan ten behoeve van het faunabeheerplan.

 

De toekenning van deze taken en verantwoordelijkheden aan de wildbeheereenheden vindt haar rechtvaardiging in het feit dat deze samenwerkingsverbanden bij uitstek streekgebonden zijn. Om de wildbeheereenheden deze taken effectief te kunnen laten uitvoeren, is in de Wet natuurbescherming -en de toekomstige Omgevingswet- voorzien dat alle van het geweer gebruikmakende jachthouders –jachthouders met een jachtakte– binnen het werkgebied van een wildbeheereenheid zich bij deze eenheid moeten aansluiten. Dit versterkt het streekgebonden karakter van schadebestrijding, beheer en jacht met het geweer nog verder. De wildbeheereenheden zijn gehouden uitvoering te geven aan het door de faunabeheereenheid vastgestelde faunabeheerplan.

 

In de Omgevingsverordening Flevoland is in artikel 8.18 vastgelegd dat er in Flevoland maximaal vier wildbeheereenheden zijn. Ondanks deze bepaling is in Flevoland slechts één wildbeheereenheid werkzaam. Gebleken is dat dit niet goed is voor de regionale herkenbaarheid van de jachthouders, het duiden van faunaschade in de provincie en het verkrijgen van regio specifieke adviezen over faunabeheerplannen.

 

Om dit te verbeteren kiest de provincie ervoor in de omgevingsverordening nadrukkelijk vast te leggen welke wildbeheereenheden er zijn en welk werkgebied zij hebben. Hier liggen de adviezen van de bestuurlijk verkenner Van Hemmen (2018), BIJ12 faunazaken (2020), Faunabeheereenheid (2020) en de Oprichtingscommissie drie of vier wildbeheereenheden (2021) aan ten grondslag.

 

Gekozen is voor de drie herkenbare regio’s in Flevoland: Noordelijk Flevoland bevat het grondgebied van de gemeenten Noordoostpolder en Urk. De Knardijk is de grens tussen Oostelijk Flevoland en Zuidelijk Flevoland. De dijk Enkhuizen-Lelystad valt onder het werkgebied van Zuidelijk Flevoland. Deze wijzigingsverordening voorziet in het wijzigen van artikel 8.18 van de geldende Omgevingsverordening Flevoland en artikel 16.18 van de nieuwe Omgevingsverordening provincie Flevoland.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel I

Dit artikel bevat de inhoudelijke wijziging van de Omgevingsverordening Flevoland.

 

Onderdeel A

Met onderdeel A wordt artikel 8.18 vervangen. In de kern houdt de wijziging in dat er sprake is van drie wildbeheereenheden in plaats van maximaal vier. Hiermee wordt beoogd dat er in plaats van één wildbeheereenheid er nu drie wildbeheereenheden komen. Doordat Flevoland wordt opgedeeld in 3 regio’s wordt meer invulling gegeven aan de streekgebonden verschillen die er zijn tussen de regio’s. Ook ontstaat er een gedetailleerder beeld van de regionale verschillen in schade aan gewassen en de afschotcijfers in de provincie. Dit is noodzakelijk voor de onderbouwing in de faunabeheerplannen en voor de juridische houdbaarheid van de besluiten. Er komt dus meer maatwerk op regioniveau.

 

Met het tweede lid wordt beoogt dat er geen enclaves ontstaan binnen een andere wildbeheereenheid.

 

Met het derde lid wordt beoogt om de streekgebonden werkgebieden vast te stellen, zodat er gewaarborgd is dat er 3 wildbeheereenheden komen van relatief gelijke omvang en met een duidelijk geografische begrenzing. Hierbij is ook rekening gehouden met de doorsnijding van bestaande jachtvelden.

 

Werkgebied Noordelijk Flevoland betreft het land van de Gemeente Noordoostpolder en de Gemeente Urk. In het water loopt het werkgebied door in het IJsselmeer tot aan de voet van de dijk Enkhuizen – Lelystad.

 

Werkgebied Oostelijk Flevoland betreft het landgebied ten oosten van de Knardijk in de gemeente Dronten, een deel van de Gemeente Lelystad en een klein stukje van de gemeente Zeewolde. In het water loopt het werkgebied door in het Ketelmeer en de randmeren (o.a. Vossenmeer, Veluwemeer) ten oosten van N302 (aquaduct).

 

Werkgebied Zuidelijk Flevoland betreft het landgebied ten westen van de Knardijk in de gemeenten Zeewolde, Lelystad en Almere. In het water loopt het werkgebied door in het Flevolands deel van de Markermeer (inclusief dijk Enkhuizen-Lelystad) en de randmeren (o.a. Wolderwijd, Gooimeer, Eemmeer, IJmeer) ten westen N302 (aquaduct).

 

In de praktijk zal jacht, beheer en schadebestrijding vooral op het land optreden.

 

Artikel II

Dit artikel bevat de inhoudelijke wijziging van de Omgevingsverordening provincie Flevoland.

 

Onderdeel A

Met onderdeel A wordt artikel 16.18 vervangen. In de kern houdt de wijziging in dat er sprake is van drie wildbeheereenheden in plaats van maximaal vier. Hiermee wordt beoogd dat er in plaats van één wildbeheereenheid er nu drie wildbeheereenheden komen. Doordat Flevoland wordt opgedeeld in 3 regio’s wordt meer invulling gegeven aan de streekgebonden verschillen die er zijn tussen de regio’s. Ook ontstaat er een gedetailleerder beeld van de regionale verschillen in schade aan gewassen en de afschotcijfers in de provincie. Dit is noodzakelijk voor de onderbouwing in de faunabeheerplannen en voor de juridische houdbaarheid van de besluiten. Er komt dus meer maatwerk op regioniveau.

 

Met het tweede lid wordt beoogt dat er geen enclaves ontstaan binnen een andere wildbeheereenheid.

 

Met het derde lid wordt beoogt om de streekgebonden werkgebieden vast te stellen, zodat er gewaarborgd is dat er 3 wildbeheereenheden komen van relatief gelijke omvang en met een duidelijk geografische begrenzing. Hierbij is ook rekening gehouden met de doorsnijding van bestaande jachtvelden.

 

Werkgebied Noordelijk Flevoland betreft het land van de Gemeente Noordoostpolder en de Gemeente Urk. In het water loopt het werkgebied door in het IJsselmeer tot aan de voet van de dijk Enkhuizen – Lelystad.

 

Werkgebied Oostelijk Flevoland betreft het landgebied ten oosten van de Knardijk in de gemeente Dronten, een deel van de Gemeente Lelystad en een klein stukje van de gemeente Zeewolde. In het water loopt het werkgebied door in het Ketelmeer en de randmeren (o.a. Vossenmeer, Veluwemeer) ten oosten van N302 (aquaduct).

 

Werkgebied Zuidelijk Flevoland betreft het landgebied ten westen van de Knardijk in de gemeenten Zeewolde, Lelystad en Almere. In het water loopt het werkgebied door in het Flevolands deel van de Markermeer (inclusief dijk Enkhuizen-Lelystad) en de randmeren (o.a. Wolderwijd, Gooimeer, Eemmeer, IJmeer) ten westen N302 (aquaduct).

 

In de praktijk zal jacht, beheer en schadebestrijding vooral op het land optreden.

 

Artikel III

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze verordening. De twee artikelen van deze verordening treden elk op een ander moment in werking. De wijziging van de Omgevingsverordening Flevoland (artikel I) treedt direct na bekendmaking in werking en de Omgevingsverordening provincie Flevoland (artikel II) gelijktijdig met de Omgevingswet.

 

Artikel IV

Dit artikel bevat de citeertitel van deze verordening.

 

Naar boven