Besluit van Provinciale Staten van Zeeland houdende wijziging van de Legesverordening provincie Zeeland 2018

Besluit van provinciale staten van Zeeland van 24 juni 2022, nummer 155202, houdende wijziging van de Legesverordening provincie Zeeland 2018.

 

Provinciale staten van Zeeland,

  • gelezen het voorstel van gedeputeerde staten van 17 mei 2022, nummer 122102;

  • overwegende dat het in het kader van een evaluatie van de Legesverordening provincie Zeeland 2018 wenselijk is gebleken deze verordening op een aantal punten aan te passen;

  • gelet op artikel 220 en artikel 223, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Provinciewet;

besluiten vast te stellen de navolgende wijziging van de Legesverordening provincie Zeeland 2018:

Artikel I  

Artikel 8 van de Legesverordening provincie Zeeland 2018 komt te luiden:

 

Artikel 8 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten die door of namens de provincie Zeeland zijn aangevraagd;

  • b.

    alle stukken en nasporingen gevraagd in het algemeen belang door overheidsinstanties van lidstaten van de Europese Unie;

  • c.

    diensten door of ten behoeve van in provinciale staten van Zeeland vertegenwoordigde partijen, voor zover het betreft het afgeven van stukken als bedoeld in 1.3 en 1.4 van het onderdeel 1 Algemeen van de bij deze verordening behorende tarieventabel;

  • d.

    diensten door of ten behoeve van publiciteitsmedia, voor zover het betreft het afgeven van stukken, bedoeld in 1.3 en 1.4 van het onderdeel 1 Algemeen van de bij deze verordening behorende tarieventabel, tot niet meer dan één exemplaar ten behoeve van hetzelfde medium;

  • e.

    diensten als bedoeld in 5.2 tot en met 5.3.4.2 (gebieds- en soortenbescherming) van het onderdeel 5 Natuur van de bij deze verordening behorende tarieventabel die worden aangevraagd door instellingen als bedoeld in de artikelen 1.2, 1.3, 1.4 en 1.5 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, door algemeen nut beogende instellingen als bedoeld in artikel 5b van de Algemene wet inzake Rijksbelastingen, alsmede door overige organisaties zonder winstoogmerk blijkens hun statuten, voor zover deze aanvragen worden gedaan ter bevordering van het natuurbelang en in het kader van wetenschappelijke doeleinden;

  • f.

    diensten als bedoeld in 5.2 tot en met 5.3.4.2 (gebieds- en soortenbescherming) van het onderdeel 5 Natuur van de bij deze verordening behorende tarieventabel die worden aangevraagd voor planmatig beheer op basis van een door gedeputeerde staten goedgekeurd faunabeheerplan;

  • g.

    diensten als bedoeld in 5.3 tot en met 5.3.4.2 (soortenbescherming) van het onderdeel 5 Natuur van de bij deze verordening behorende tarieventabel die worden aangevraagd ter bestrijding van landbouwschade dan wel in het kader van het algemeen belang ten behoeve van de opvang van zieke of gewonde, in het wild levende dieren door een dierenopvang die voldoet aan de Beleidsregels kwaliteit opvang diersoorten.

     

     

Artikel II  

Onderdeel 5. Natuur van de tarieventabel, behorende bij de Legesverordening provincie Zeeland 2018, komt te luiden:

 

 

5. Sector Natuur

 

 

Faunaschade

 

5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een tegemoetkoming in geleden schade, aangericht door natuurlijk in het wild levende beschermde dieren als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid onder a en b van de Wet natuurbescherming

€ 300

 

 

 

 

Gebiedsbescherming

 

5.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in art 2.7, tweede en derde lid, Wnb, niet zijnde een wijziging van een tenaamstelling van een reeds verleende vergunning dan wel een (jaarlijks uitgegeven) vergunning voor het seizoensgebonden recreatief snijden van zeegroenten in de aangewezen delen van de Oosterschelde 

€ 5.000

5.2.1

In afwijking van onderdeel 5.2 bedraagt het tarief indien sprake is van een aanvraag die uitsluitend betrekking heeft op de indirecte effecten van stikstofdepositie

€ 3.000

5.2.2

In afwijking van onderdeel 5.2 en onderdeel 5.2.1 bedraagt het tarief voor een aanvraag waarbij het uitsluitend gaat om het omzetten van een PAS-melding naar een vergunning (legalisering PAS-melding)

€ 1.600

5.2.3

In afwijking van onderdeel 5.2 tot en met onderdeel 5.2.2 bedraagt het tarief indien sprake is van een aanvraag uitsluitend in het kader van een evenement

€ 1.450

5.2.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om uitsluitend een wijziging van de geldigheidsduur van een reeds verleende vergunning als bedoeld in als bedoeld in art 2.7, tweede en derde lid, Wnb, en die niet leidt tot een nieuwe inhoudelijke beoordeling

€ 1.450

5.2.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het (gedeeltelijk) intrekken van een reeds verleende vergunning als bedoeld in art 2.7, tweede en derde lid, Wnb

€ 1.250

 

 

 

 

Soortenbescherming

 

5.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in art. 3.3, 3.4, 3.8, 3.9, 3.10, 3.17, 3.25, 3.26, 3.32, 3.34 Wnb, niet zijnde een wijziging van een tenaamstelling van een reeds verleende ontheffing

 

5.3.1

o.b.v. de reguliere procedure (hfdst. 4 Awb)

€ 1.450

5.3.2

o.b.v. de uitgebreide procedure (hfdst. 3, par. 4 Awb)

€ 5.000

5.3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om uitsluitend wijziging van de geldigheidsduur van een reeds verleende ontheffing als bedoeld in onderdeel 5.3, die niet leidt tot een nieuwe inhoudelijke beoordeling

 

5.3.4.1

o.b.v. de reguliere procedure (hfdst. 4 Awb)

€ 450

5.3.4.2

o.b.v. de uitgebreide procedure (hfdst. 3, par. 4 Awb)

€ 1.450

5.3.4.3

In afwijking van onderdeel 5.3.2 bedraagt het tarief indien sprake is van een aanvraag uitsluitend in het kader van een evenement

€ 1.450

 

 

 

 

Houtopstanden

 

5.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een besluit van GS als bedoeld in art. 4.5, eerste lid, en 4.5, derde lid, Wnb

€ 500

 

 

 

 

Algemeen

 

5.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een verklaring van geen bedenkingen (VVGB gebiedsbescherming en/of VVGB soortenbescherming)

€ 1.450

5.5.2

Het tarief bedraagt voor een bestuurlijk oordeel van GS of er wel of geen vergunning of ontheffing nodig is

€ 1.450

5.5.3

Het tarief bedraagt voor een toets van een plan, project, of andere handeling aan de Wnb door GS, niet zijnde een aanvraag om een vergunning, ontheffing, VVGB of bestuurlijk oordeel

€ 1.450

5.5.4

Indien een bestuurlijk oordeel als bedoeld in onderdeel 5.5.2 of een toets als bedoeld in onderdeel 5.5.3 binnen één jaar na bekendmaking van het bestuurlijk oordeel respectievelijk de conclusie op de toets gevolgd wordt door een aanvraag voor een vergunning of een ontheffing binnen de reikwijdte van hetzelfde plan, project of andere handeling, worden de voor het bestuurlijk oordeel respectievelijk de toets reeds geheven leges in mindering gebracht op de te heffen leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor de vergunning of ontheffing.

 

 

 

 

Artikel III  

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2022.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van provinciale staten van 24 juni 2022.

Drs. J.M.M. Polman, voorzitter

Drs. F.J. van Houwelingen, griffier

Naar boven