Verlening ontgrondingenvergunning beschikking op grond van de Ontgrondingenwet, van “Regionaal Bedrijvenpark Laarakker C.V.”, “Bedrijvenpark Laarakker Cuijk”.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant hebben van Regionaal Bedrijvenpark Laarakker C.V. een aanvraag om een vergunning op grond van de Ontgrondingenwet ontvangen. De aanvraag heeft betrekking op het ontgrondingsproject Bedrijvenpark Laarakker Cuijk, gelegen op de percelen kadastraal bekend gemeente Cuijk, sectie K, nummers 427, 426, 456, 3452, 3677, 3715, 3765, 3777, 3797 en 3957.

De besluitvorming op deze aanvraag is door het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant gemandateerd aan de directeur van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant.

De directeur van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant maakt namens Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant bekend dat zij op grond van de Ontgrondingenwet de vergunning voor de aanvraag verlenen.

De definitieve beschikking is gewijzigd ten opzichte van de ontwerpbeschikking.

De termijn waarin binnen de ontgrondings- en inrichtingswerkzaamheden moeten zijn afgerond is gewijzigd.

Wat houdt het project in?

Het ontgrondingsproject Bedrijvenpark Laarakker Cuijk heeft betrekking op het realiseren van oppervlaktewateren, wadi’s en retentievoorzieningen ten behoeve van de opvang en berging van afstromend hemelwater van verharding en gebouwen op Bedrijvenpark Laarakker.

Waar en wanneer kunt u de stukken inzien?

De definitieve beschikking en de aanvraag met bijbehorende stukken liggen op 28 juni 2022 ter inzage bij de gemeente Land van Cuijk. Voor locatie, tijdstippen en dagen waarop u de stukken kunt inzien, verwijzen wij naar de website van de gemeente.

Het is ook mogelijk om de stukken in te zien bij de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant, Wal 28 in Eindhoven. U kunt daarover contact opnemen met mevrouw Verbeek, telefoonnummer (088) 3690 369. Vanaf het moment dat de stukken ter inzage liggen, kunt u de beschikking inzien via “www.brabant.nl/loket/verleende-vergunningen”.

Wanneer, door wie en hoe kan beroep worden ingesteld?

Als u het niet eens bent met dit besluit, kunt u een beroepschrift indienen. Er kan tot zes weken na de publicatie van dit besluit, en wel tot en met 9 augustus 2022 beroep worden ingesteld door belanghebbenden die:

- zienswijzen naar voren hebben gebracht over de ontwerpbeschikking;

- het oneens zijn met de wijzigingen die in de beschikking ten opzichte van de ontwerpbeschikking zijn aangebracht;

- redelijkerwijs niet kunnen worden verweten geen zienswijzen naar voren te hebben gebracht over de ontwerpbeschikking.

Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. de dagtekening;

c. een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht;

d. de gronden van het beroep.

Zo mogelijk wordt een afschrift van het besluit waarop het geschil betrekking heeft, door u overgelegd.

Het beroepschrift kunt u richten aan:

de Voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Postbus 20019

2500 EA in Den Haag.

Het instellen van beroep schorst de werking van de beschikking niet op. Als tijdig een beroepschrift is ingediend kan bij een spoedeisend belang een voorlopige voorziening worden gevraagd. Deze kunt u richten aan:

de Voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Postbus 20019

2500 EA Den Haag.

Er zijn kosten verbonden aan het vragen van een voorlopige voorziening (griffierecht).

De verleende vergunning treedt in werking de dag na afloop van de beroepstermijn. Indien gedurende deze periode door belanghebbenden bij de Voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt de vergunning niet in werking voordat op dat verzoek is beslist.

Aan deze procedure is het kenmerk HZ_ONG-2021-3145 gekoppeld. Wij vragen u bij correspondentie dit kenmerk te vermelden.

Eindhoven, juni 2022

Naar boven