Provinciaal blad van Zuid-Holland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuid-Holland | Provinciaal blad 2022, 6810 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuid-Holland | Provinciaal blad 2022, 6810 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening rechtspositie staten- en commissieleden provincie Zuid-Holland 2019
Provinciale Staten van Zuid-Holland,
gelezen het voorstel van het Fractievoorzittersoverleg, nummer 7187;
gelet op de artikelen 143 Provinciewet, de artikelen 2:1.1 lid 4, 2:1.3 lid 1. 2:1.4 lid 1, 2:1.9 lid 1, 2:2.10 leden 1 en 5, 2:3.3 lid 2, 2:3.5, 2:4.2 en 2:4.4 van het Besluit rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers en de artikelen 2.1 lid 5 en 2.6 lid 5 van de Regeling rechtspositie decentrale ambtsdragers;
Vast te stellen de Verordening rechtspositie staten- en commissieleden provincie Zuid-Holland 2019 luidende als volgt:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 80, 81, en 82 van de Provinciewet, dat niet tevens statenlid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd 1 ;
Hoofdstuk 2 Voorzieningen voor Statenleden
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden
De vergoeding voor werkzaamheden voor Statenleden is conform artikel 2:1.1, eerste lid, van het Besluit.
Artikel 4 Toelage lid bijzondere commissie
Het statenlid dat lid is van een bijzondere commissie, bedoeld in artikel 2:1.4, lid 1 van het Besluit, ontvangt per maand voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage die gelijk is aan 100%2 van de maximum toelage, genoemd in artikel 2:1.4, lid 1 van het Besluit.
Artikel 5 Reiskosten openbaar vervoer
Aan het statenlid aan wie ingevolge het eerste lid een openbaar vervoerjaarkaart is verstrekt, worden reiskosten met de auto alleen vergoed als het reizen betreffen, anders dan voor het bijwonen van vergaderingen van Provinciale Staten en van een commissie en die reizen met het openbaar vervoer niet of slechts met aanzienlijk tijdverlies zijn te maken.
Artikel 6 Zakelijk verblijf in het provinciehuis
Het staten- of commissielid worden tijdens zijn zakelijk verblijf op het provinciehuis maaltijden en consumpties vanwege de provincie verstrekt.
Artikel 7 Verzekering arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden
Jaarlijks ontvangt het statenlid een bedrag, gelijk aan de vergoeding voor de werkzaamheden, genoemd in artikel 2:1.1, eerste lid, voor één maand, van het Besluit, om voorzieningen te kunnen treffen ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden.
Hoofdstuk 5 Gemeenschappelijke voorzieningen
Artikel 9 Informatie- en communicatievoorzieningen
Voor de informatie- en communicatiemiddelen die door Gedeputeerde Staten ter beschikking worden gesteld, ondertekent het staten- of commissielid een door Gedeputeerde Staten opgestelde bruikleenovereenkomst.
Artikel 10 Geschikte vervoersvoorziening
Het staten- of commissielid dat tijdelijke functionele beperking heeft en niet in staat is met het openbaar vervoer of met eigen vervoer te reizen voor woon- werkverkeer of voor de uitoefening van de functie, kan op kosten van de provincie gebruik maken van een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening.
Hoofdstuk 6 Voorzieningen voor commissieleden
Artikel 13 Vergoeding aan commissieleden
De vergoeding voor commissieleden bedraagt tenzij anders bepaald, de vergoeding genoemd in artikel 2.4.1., eerste lid, van het Besluit3 .
Artikel 17 Intrekking eerdere verordening
De verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden (laatst gewijzigd op 17 september 2014, nr. 6728) en regeling ICT voorzieningen Statenleden Zuid-Holland 2015 (laatst gewijzigd op 27 mei 2015, nr. 6791) wordt ingetrokken.
Fiscale behandeling van de vergoeding voor de werkzaamheden en de onkostenvergoeding voor staten- en commissieleden
Statenleden kunnen opteren voor de loonbelasting. Het statenlid kan met de provincie overeenkomen dat deze loonheffing inhoudt. Dat wordt de “opting-in regeling” genoemd. De administratie van de provincie is zodanig ingericht dat wordt voldaan aan de daaraan gestelde wettelijke eisen. In een gezamenlijke verklaring melden de provincie en het statenlid aan de Belastingdienst dat wordt geopteerd voor de loonbelasting. Als gezamenlijk wordt gekozen voor het loonbelastingsysteem dan draagt de provincie de ingehouden loonheffing af aan de Belastingdienst. Omdat een statenlid geen werknemer in de formele zin van het woord is, valt hij niet onder de socialezekerheidswetgeving. Om die reden worden over de statenvergoeding ook geen premies sociale zekerheid ingehouden. De inkomsten worden als loon belast in box 1. Het statenlid hoeft in dat geval geen administratie bij te houden. Kosten die worden gemaakt kunnen niet worden afgetrokken. Wel kan de provincie onder voorwaarden bepaalde vergoedingen onbelast verstrekken en bepaalde faciliteiten onbelast in bruikleen beschikbaar stellen.
Als niet voor de loonbelasting wordt geopteerd dan geldt voor het statenlid dat hij voor de Wet inkomstenbelasting 2001 resultaat uit een werkzaamheid geniet. In dat geval is het winstsysteem van toepassing. Betrokkene moet dan alle ontvangsten verantwoorden als winst en kan de gemaakte kosten daarop in mindering brengen. Statenleden die gekozen hebben voor de standaardregeling zullen dan ook over de netto-onkostenvergoeding inkomstenbelasting moeten betalen, tenzij zij aan de hand van bewijsmateriaal kunnen aantonen dat de vergoeding besteed is aan onkosten voortvloeiend uit het statenlidmaatschap.
Betrokkenen kunnen bij de aangifte inkomstenbelasting hun werkelijke beroepskosten, met inachtneming van een aantal wettelijke beperkingen en normeringen, in mindering brengen op hun belastbaar inkomen (belastbare resultaat). De provincie dient jaarlijks alle betalingen en verstrekkingen op grond van deze verordening aan de Belastingdienst te melden middels een opgave IB47. Eventuele verstrekkingen moeten naar de waarde in het economische verkeer worden opgegeven. Het daadwerkelijk zakelijk gebruik leidt dan tot aftrek.
Eenmalige keuze per zittingsperiode
Zoals hierboven naar voren is gekomen kan de keuze om al of niet te opteren voor de loonbelasting voor het statenlid ingrijpende gevolgen hebben. De beslissing om voor de loonbelasting te opteren kan eenmaal per zittingsperiode worden gemaakt en geldt in beginsel voor de (resterende) zittingsperiode. Wel kan betrokkene als spijtoptant terugkomen op deze beslissing voor de resterende periode. Opteren voor de loonbelasting hoeft niet bij aanvang van de zittingsperiode te gebeuren maar kan ook gedurende de zittingsperiode voor de resterende period
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2022-6810.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.