Provinciaal blad van Zeeland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zeeland | Provinciaal blad 2022, 6709 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zeeland | Provinciaal blad 2022, 6709 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013
Na hoofdstuk 26 wordt toegevoegd een hoofdstuk luidende:
Hoofdstuk 27: Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie ten behoeve van mobiliteitshubs Zeeland 2022-2024
Paragraaf 27.1 Algemene bepalingen
Artikel 27.1.1 Begripsbepalingen
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
regiohub: een openbaar toegankelijk uitgifte- of inleverlocatie voor deelmobiliteit, gelegen in landelijk gebied bij of een intercity-station, of een park & ride aan een grotere weg, of aan de rand of op enige afstand van een stad bij een openbaar vervoerverbinding, waar reizigers gebruik van maken als voor- of natransport voor langere reistafstanden met het openbaar vervoer of de auto die is geparkeerd op afstand;
wijkhub: een openbaar toegankelijk uitgifte- of inleverlocatie voor deelmobiliteit, gelegen op een centrale plek in een wijk of aan de rand van een wijk bij een openbaar vervoerverbinding, waar reizigers gebruik van maken voor korte verplaatsingen als voor- of natransport voor langere reistafstanden met het openbaar vervoer of de auto die is geparkeerd op afstand;
Artikel 27.1.2 Algemene subsidievoorwaarden
Subsidie wordt alleen verstrekt wanneer:
Artikel 27.1.3 Verplichtingen subsidieontvanger
De subsidieontvanger is verplicht voor het regelen van de exploitatie en het beheer en onderhoud van een halte, hub of deelmobiliteithub tot vijf jaar na de datum van vaststelling van de subsidie.
Artikel 27.1.4 Weigeringsgrond
GS weigeren de subsidie voor zover de activiteit in een vergelijkbare vorm naar het oordeel van GS, middels al verleende subsidie of (in)directe financiering, door de provincie Zeeland financieel wordt ondersteund.
Artikel 27.1.5 Niet subsidiabele kosten
Artikel 27.1.6 Aantal halte, hub en deelmobiliteithub
Gedurende het tijdvak 2022-2024 wordt subsidie verleend voor maximaal drie stationshubs, vijf regionale hubs, acht reguliere hubs, tien haltes en dertig deelmobiliteithubs.
Artikel 27.1.7 Indieningstermijn, subsidieplafond en verdeling subsidieplafonds
Paragraaf 27. 2 Realisatie halte en hub
Artikel 27.2.1 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor:
Artikel 27.2.2 Subsidieontvanger
Subsidie kan worden verstrekt aan gemeenten in de provincie Zeeland.
Artikel 27.2.3 Aanvullende weigeringsgrond
In aanvulling op het bepaalde in artikel 27.1.4, zal GS de subsidie weigeren als het niet aannemelijk is dat de realisatie van een nieuwe halte, hub wordt binnen twee jaar na indiening van de aanvraag om subsidie is afgerond.
Artikel 27.2.4 Indieningsvereisten
Artikel 27.2.5 Hoogte van de subsidie
Het subsidiebedrag bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van:
Paragraaf 27.3 Realisatie deelmobiliteithub
Artikel 27.3.1 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor de realisatie van een deelmobiliteithub in Zeeland, mits deze parkeer- en stallingsruimte biedt voor minimaal de volgende deelmobiliteit:
Artikel 27.3.2 Subsidieontvangers
Subsidie kan worden verstrekt aan:
Artikel 27.3.3 Aanvullende subsidievoorwaarden deelmobiliteithub
In aanvulling op het bepaalde in artikel 27.1.2, geldt voor de realisatie van een deelmobiliteithub de volgende voorwaarden:
Artikel 27.3.4 Verplichtingen subsidieontvanger
De subsidieontvanger is verplicht ervoor zorg te dragen dat:
Artikel 27.3.5 Indieningsvereisten
Artikel 27.3.6 Hoogte van de subsidie
Het subsidiebedrag bedraagt voor de realisatie van een deelmobiliteithub maximaal 75% van de subsidiabele kosten tot een maximum van:
Artikel 27.3.7 De-minimissteun
Indien sprake is van een steunmaatregel, dan wordt deze verleend op basis van de Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU 2013, L352 /1) en uitsluitend voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden van die verordening.
Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 7 juni 2022 datum.
Drs. J.M.M. Polman, voorzitter
A.W. Smit, secretaris
Toelichting op hoofdstuk 27 tijdelijke subsidieregeling Realisatie mobiliteitshubs Zeeland 2022-2024
Volgend uit de Regionale Mobiliteitsstrategie heeft Gedeputeerde Staten de subsidieregeling realisatie mobiliteitshubs Zeeland 2022-2024 vastgesteld. Er wordt subsidie verstrekt voor de versnelling van de realisatie van nieuwe haltes, hubs en deelmobiliteitshubs. Met de regeling beoogt de provincie om voor 2025 maximaal tien haltes, zestien hubs en dertig deelmobiliteitshubs gerealiseerd te krijgen.
Er wordt in het tijdvak 2022-2024 subsidie verleend voor maximaal drie stationshubs, vijf regionale hubs, acht reguliere hubs, tien haltes en dertig deelmobiliteithubs.
De regeling kent 3 paragrafen. In de eerste paragraaf staan de algemene bepalingen. In de tweede paragraaf staat de verdere specificering voor de realisatie van nieuwe haltes en hubs. In de derde paragraaf staat de verdere specificering voor de realisatie van deelmobiliteitshubs.
Een subsidieaanvraag kan ingediend worden als Gedeputeerde Staten de openstellingsperiode en het subsidieplafond hebben vastgesteld. Aanvragen kunnen gedaan worden via een digitaal aanvraagformulier dat op www.zeeland.nl is te vinden. Via dit digitale formulier kunnen documenten als een plan van aanpak, begroting, plannen en kopieën van offertes worden geüpload. Ook een begroting is belangrijk, om te kunnen oordelen of voldaan wordt aan de cofinancieringsvereisten. Een planning is nodig om te kunnen oordelen of de activiteit tijdig gereed kan zijn en op tijd afgerekend kan worden.
Binnen de regeling worden verschillende typen hubs onderscheiden. Met betrekking tot de realisatie van hubs zijn dat: reguliere hub, regionale hub en stationshub. De verschillende typen beschrijven verschillende omvang en functie van de locaties. Daarnaast wordt binnen de regeling een halte omschreven als een herkenbare plek die deel uitmaakt van een gestrekte buslijn, waar de reiziger kan opstappen op de grote bus. Met het strekken van een buslijn wordt het aanpassen van een bestaande lijnbusroute bedoeld, waarmee de lijndienst tijdwinst boekt of een wijk of dorpskern ontziet, zoals omschreven in de regionale mobiliteitsstrategie.
Subsidie kan worden aangevraagd door Zeeuwse gemeenten voor het realiseren van een nieuwe halte of een hub. Subsidie is alleen mogelijk als de subsidiabele activiteiten passen in de Regionale mobiliteitsstrategie Zeeland. De realisatie van de halte of hub dient binnen twee jaar na indiening van de aanvraag om subsidie te zijn afgerond. De landelijk identiteit voor de aanduiding van hublocaties is onderdeel van de hubontwikkeling. Deze landelijke identiteit is samen met de landelijke regeling voor de ontwikkeling van deelmobiliteithubs ontwikkeld. Er wordt een handboek beschikbaar gesteld dat het gebruik van de landelijke identiteit voor hublocaties beschrijft. De locaties zijn voor alle reizigers toegankelijk en voor alle voertuigen wordt gezorgd voor goede belijning en bebording. Voor reizigers zijn de locaties op ieder uur van de dag een comfortabele en sociaal veilige reisplek. Hierbij zijn zichtbaarheid, eenduidigheid, toegankelijkheid en aantrekkelijkheid (ZETA) het uitgangspunt. Nieuwe locaties en uitbreiding van bestaande locaties dienen met gemeente en provincie te zijn afgestemd.
Binnen de regeling wordt er onderscheid gemaakt in 3 verschillende typen deelmobiliteithubs, te weten: buurthub, regiohub en wijkhub. De verschillende typen beschrijven verschillende omvang en functie van de locaties. De buurthub is gelegen in een wijk en kent ruimte voor minimaal 5 deelvoertuigen. De wijkhub is minimaal een buurthub en is bij een openbaar vervoerverbinding gelegen. Op een wijkhub is ruimte voor minimaal 10 deelvoertuigen. Een regiohub is gelegen in landelijk gebied. Op een regiohub is ruimte voor minimaal 15 deelvoertuigen.
Subsidie kan worden aangevraagd voor het realiseren van een buurthub, een wijkhub of een regiohub. Subsidie is alleen mogelijk als de subsidiabele activiteiten passen in de Regionale mobiliteitsstrategie Zeeland. De realisatie van deelmobiliteit hub dient binnen een jaar na indiening van de aanvraag om subsidie te zijn afgerond.
De landelijk identiteit voor de aanduiding van hublocaties is onderdeel van de hubontwikkeling. Deze landelijke identiteit is samen met de landelijke regeling voor de ontwikkeling van deelmobiliteithubs ontwikkeld. Er wordt een handboek beschikbaar gesteld dat het gebruik van de landelijke identiteit voor hublocaties beschrijft. De locaties zijn voor alle reizigers toegankelijk en voor alle voertuigen wordt gezorgd voor goede belijning en bebording. Voor reizigers zijn de locaties op ieder uur van de dag een comfortabele en sociaal veilige reisplek. Hierbij zijn zichtbaarheid, eenduidigheid, toegankelijkheid en aantrekkelijkheid (ZETA) het uitgangspunt. Nieuwe locaties en uitbreiding van bestaande locaties moeten passen binnen de Regionale Mobiliteitsstrategie.
Voor de realisatie van deelmobiliteithubs geldt de aanvullende voorwaarden dat er een stalling wordt gerealiseerd voor de deelmobiliteit voertuigen. Voor elektrische deelmobiliteit voertuigen wordt voldoende laadinfrastructuur aangelegd, met een aansluiting op het net.
Daarnaast ziet de subsidieontvanger er op toe dat alle deelmobiliteitaanbieders kans maken om deelmobiliteit aan te bieden op de hub, onder gelijke condities via een vergunningenstelsel of openbare aanbesteding. De subsidieontvanger stelt contractueel of in een vergunning de implementatie van de TOMP API verplicht. De TOMP API zorgt voor ontsluiting van de deelmobiliteit voertuigen in Mobility as a Service (MaaS) apps. Hiermee kan de reiziger zijn reis inclusief deelmobiliteit plannen, boeken en betalen. Deelmobiliteitsaanbieders zijn juridisch verplicht zijn om geanonimiseerde data te leveren over het gebruik van de deelmobiliteit. Hiermee wordt het gebruik gemonitord en waar nodig kan met deze data gekozen worden om de hoeveelheid deelmobiliteit voertuigen op een locatie op te schalen of af te schalen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2022-6709.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.