Verkeersbesluit wijzigen voorrangsregeling Fietspad 370

PZH-2021-792879956 / DOS-2021-0005615

Inleiding

De provincie Zuid-Holland is in samenwerking met de gemeenten Westland en Den Haag bezig om de verkeersveiligheid te verbeteren op Fietspad 1 en Fietspad F370 tussen Kijkduin (gemeente Den Haag) en Hoek van Holland (gemeente Rotterdam). Beide fietspaden zijn gelegen in het duingebied. Fietspad 370 wordt het meeste door recreatieve fietsers gebruikt. Dit fietspad wordt ter hoogte van Ter Heijde (gemeente Westland) onderbroken, waardoor dit geen doorgaand fietspad is. Fietspad 1 is het doorgaande fietspad tussen Hoek van Holland en Kijkduin. Op dit fietspad rijden recreatieve fietsers, fietsers voor woon-werkverkeer en sportieve fietsers.

Om de verkeersveiligheid op de fietspaden te verbeteren worden diverse maatregelen genomen. Eén van deze maatregelen is het gelijktrekken van de voorrangsregeling op de fietspaden. Dit besluit betreft Fietspad F370. Op Fietspad 370 heeft de fietser in de huidige situatie voorrang ten opzichte van het kruisende voetgangersverkeer, met uitzondering van de strandopgang Molenslag. Deze oversteek is geregeld met het verkeersbord L2 en zebramarkering. Uit onderzoek dat in opdracht van de provincie Zuid-Holland in 2019 is uitgevoerd naar het kruisende verkeer bij de strandopgangen in de zomerperiode, is gebleken dat drukke stromen voetgangers het Fietspad 370 kruisen. Daardoor ontstaan er conflicten tussen het voetgangersverkeer en fietsverkeer. Bij het zebrapad ter hoogte van de strandopgang Molenslag blijkt dat de impact van conflicten kleiner is, omdat fietsers hun snelheid aanpassen voor het naderen van het zebrapad. Om deze reden is ervoor gekozen om ook bij de andere oversteeklocaties over Fietspad 370 een zebrapad aan te brengen en daarmee de voorrangsregeling gelijk te trekken. Naar verwachting gaat de uitvoering plaatsvinden in maart/april 2022. Voor deze verkeersmaatregel is een verkeersbesluit verplicht.

 

Bevoegdheid

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben de bevoegdheid om op grond van artikel 18, eerste lid, sub b van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) verkeersbesluiten te nemen voor wegen die bij haar in beheer zijn. Krachtens het ambtelijk mandaatbesluit voor de provinciale organisatie 2021, is deze bevoegdheid door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gemandateerd aan het hoofd van de eenheid Advies Beheer Assets.

 

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Krachtens artikel 15, eerste lid, van de WVW dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het BABW inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

 

Motivering

Uit het oogpunt van (zoals genoemd in artikel 2 lid 1 van de WVW):

  • het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • het instandhouden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

is het gewenst om de voorrangsregeling op de kruispunten op Fietspad 370 te wijzigen waarbij overstekende voetgangers voorrang hebben op het kruisende fietsverkeer.

Belangenafweging

Het wijzigen van de voorrangssituatie op de kruispunten van Fietspad 370 is vooral in het belang van de overstekende voetganger die naar het strand gaat. Vooral in de zomerperiode betreffen dit grote stromen voetgangers die het fietspad kruisen. Dit leidt tot conflicten op de kruisingsvlakken. Op de locaties waar fietsers voorrang hebben, heeft de fietser een hogere snelheid en is de impact van conflicten groter. Vanwege de verkeersveiligheid is daarom gekozen om over heel Fietspad 370 de voorrangregeling gelijk te trekken, waarbij voetgangers bij alle strandslagen voorrang hebben op het kruisende fietsverkeer. Hierdoor zullen de doorstroming en de bruikbaarheid van de weg worden verbeterd. Bovendien wordt de vrijheid van het verkeer gewaarborgd

Voor fietsers kan op drukke dagen door het wijzigen van de voorrangsregeling het fietscomfort (doorfietsen) iets verstoord worden. Echter Fietspad 370 betreft een recreatief fietspad wat niet de functie heeft om de fietsers zo snel mogelijk van A naar B te kunnen verplaatsen. Er rijden vooral fietsers met lage snelheid of die een bestemming hebben bij de strandopgangen. Alles tegen elkaar afgewogen zijn de te nemen maatregelen dus in ieders belang.

 

Overleg

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is er overleg gepleegd met de korpschef. Deze heeft ingestemd met de maatregelen.

 

Besluit

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, gelet op het voorgaande, besluiten:

  • 1.

    Alle eerder genomen verkeersbesluiten in te trekken die strijdig of gelijk zijn met de hieronder beschreven verkeersmaatregelen die betrekking hebben op het instellen c.q. aanwijzen van verkeersmaatregelen aan desbetreffende wegen of weggedeelten opgenomen in dit besluit;

  • 2.

    Voor het in de gemeenten Westland en Den Haag buiten de bebouwde kom gelegen Fietspad 370 bij de kruispunten met de strandopgangen de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen overeenkomstig bijgaande tekeningen met tekeningnummer 0456026.100-S-3-0002, locaties 8, 12A, 12B en 12C:

    • a.

      Door plaatsing van borden L2 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het aanbrengen van zebramarkering op het fietspad aan te geven dat het fietsverkeer op Fietspad 370 voorrang dient te verlenen aan het kruisende voetgangersverkeer.

  • 3.

    Te bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant.

     

Bezwaar en voorlopige voorziening

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bij ons een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit worden toegezonden, onder vermelding van “Awb-Bezwaar” in de linkerbovenhoek van enveloppe en bezwaarschrift. Het bezwaar moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, t.a.v. het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Krachtens artikel 6:16 van de Awb schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan – als tegen dit besluit bezwaar wordt gemaakt – ingevolge artikel 8:81 van de Awb bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag (bezoekadres: Prins Clauslaan 60 te Den Haag), een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend. Voor het verzoek zal griffierecht worden geheven.

Wij verzoeken u een kopie van dit verzoek om een voorlopige voorziening toe te zenden aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

Naar boven