Verkeersbesluit wijzigen voorrangsregeling Fietspad 1 Ter Heijde

PZH-2021-792879636 / DOS-2021-0005614

Inleiding

De provincie Zuid-Holland is in samenwerking met de gemeenten Westland en Den Haag bezig om de verkeersveiligheid te verbeteren op Fietspad 1 en Fietspad F370 tussen Kijkduin (gemeente Den Haag) en Hoek van Holland (gemeente Rotterdam). Beide fietspaden zijn gelegen in het duingebied. Fietspad 370 wordt het meeste door recreatieve fietsers gebruikt. Dit fietspad wordt ter hoogte van Ter Heijde (gemeente Westland) onderbroken, waardoor dit geen doorgaand fietspad is. Fietspad 1 is het doorgaande fietspad tussen Hoek van Holland en Kijkduin. Op dit fietspad rijden recreatieve fietsers, fietsers voor woon-werkverkeer en sportieve fietsers.

Om de verkeersveiligheid op de fietspaden te verbeteren worden diverse maatregelen genomen. Eén van deze maatregelen is het gelijktrekken van de voorrangsregeling op de fietspaden. Dit besluit betreft Fietspad 1. Op Fietspad 1 heeft de fietser op de meeste oversteeklocaties voorrang ten opzichte van het kruisende (weg)verkeer. Ter hoogte van Ter Heijde is dit niet het geval en dienen fietsers voorrang te verlenen aan het (weg)verkeer op de Karel Doormanweg en Strandweg. De provincie Zuid-Holland en de gemeente Westland willen de voorrangsregeling op deze kruispunten wijzigen, waarbij het verkeer op de Karel Doormanweg en Strandweg voorrang dient te verlenen aan het kruisende fietsverkeer op Fietspad 1. Naar verwachting gaat de uitvoering plaatsvinden in maart/april 2022. Voor deze verkeersmaatregel is een verkeersbesluit verplicht.

Bevoegdheid

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben de bevoegdheid om op grond van artikel 18, eerste lid, sub b van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) verkeersbesluiten te nemen voor wegen die bij haar in beheer zijn. Krachtens het ambtelijk mandaatbesluit voor de provinciale organisatie 2021, is deze bevoegdheid door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gemandateerd aan het hoofd van de eenheid Advies Beheer Assets.

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Krachtens artikel 15, eerste lid, van de WVW dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het BABW inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

Motivering

Uit het oogpunt van (zoals genoemd in artikel 2 lid 1 van de WVW):

  • het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • het instandhouden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

is het gewenst om de voorrangsregeling op de kruispunten tussen Fietspad 1 en de wegen Karel Doormanweg en Strandweg te wijzigen.

Belangenafweging

Op dit moment heeft het fietsverkeer geen voorrang bij het kruisen van deze twee wegen. Het wijzigen van de voorrangssituatie op de kruispunten is vooral in het belang van de doorgaande fietsers. Door het gelijktrekken van de voorrangsregeling is de voorrangssituatie voor het fietsverkeer logischer en daarmee veiliger. Dit komt ten goede van de verkeersveiligheid en het comfort (kunnen doorfietsen) voor fietsers. Hierdoor zullen de doorstroming en de bruikbaarheid van de weg worden verbeterd. Bovendien wordt de vrijheid van het verkeer gewaarborgd.

De doorstroming van het autoverkeer van en naar Ter Heijde (gemeente Westland) kan vooral op drukke dagen enigszins verstoord worden, doordat voorrang verleend moet worden aan fietsers. Het reistijdverlies voor automobilisten is naar verwachting zeer beperkt en heeft geen betrekking op wegen die van belang zijn voor de (regionale) doorstroming.

De wegen Karel Doormanweg en Strandweg zijn erftoegangswegen binnen de bebouwde kom met een snelheidslimiet van 30 km/h. Deze wegen hebben een verblijfsfunctie. Vanuit de landelijke verkeerskundige richtlijnen van het CROW (ASVV en Ontwerpwijzer Fietsverkeer) wordt aanbevolen om een fietsoversteek op een wegvak van een erftoegangsweg in de voorrang aan te brengen. Daarnaast wordt in de richtlijn aanbevolen om de voorrangsregeling te ondersteunen/benadrukken met een snelheidsremmer. Daar wordt rekening mee gehouden door de bestaande plateaus te handhaven. Ook zal de fietsoversteek in rood asfalt worden uitgevoerd om te benadrukken dat de fietser voorrang heeft en wordt bebording toegepast om het wegverkeer te attenderen dat fietsverkeer uit twee richtingen komt. Dit komt de verkeersveiligheid ten goede. Alles tegen elkaar afgewogen zijn de te nemen maatregelen dus in ieders belang.

Overleg

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is er overleg gepleegd met de korpschef. Deze heeft ingestemd met de maatregelen.

Besluit

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, gelet op het voorgaande, besluiten:

  • 1.

    Alle eerder genomen verkeersbesluiten in te trekken die strijdig of gelijk zijn met de hieronder beschreven verkeersmaatregelen die betrekking hebben op het instellen c.q. aanwijzen van verkeersmaatregelen aan desbetreffende wegen of weggedeelten opgenomen in dit besluit;

  • 2.

    Voor de in de gemeente Westland binnen de bebouwde kom gelegen kruispunten van het provinciale Fietspad 1 met de wegen Karel Doormanweg en Strandweg de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen overeenkomstig bijgaande tekening met tekeningnummer 0456026.100-S-3-0001, locatie 4A en 4B:

    • a.

      Door plaatsing van borden B6 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het aanbrengen van haaientanden op het wegdek aan te geven dat het verkeer op de wegen Karel Doormanweg en Strandweg voorrang dient te verlenen aan kruisende bestuurders op Fietspad 1.

  • 3.

    Te bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant.

Bezwaar en voorlopige voorziening

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bij ons een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit worden toegezonden, onder vermelding van “Awb-Bezwaar” in de linkerbovenhoek van enveloppe en bezwaarschrift. Het bezwaar moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, t.a.v. het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Krachtens artikel 6:16 van de Awb schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan – als tegen dit besluit bezwaar wordt gemaakt – ingevolge artikel 8:81 van de Awb bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag (bezoekadres: Prins Clauslaan 60 te Den Haag), een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend. Voor het verzoek zal griffierecht worden geheven.

Wij verzoeken u een kopie van dit verzoek om een voorlopige voorziening toe te zenden aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

Naar boven