42e wijziging Regels Ruimte voor Gelderland

[Dit wijzigingsbesluit zal vanwege de verschillende data van inwerkingtreding in twee verschillende publicaties verwerkt worden. In dit Provinciaal blad zullen de wijzigingen van artikel I onder O tot en met R, en artikel II, onder A en D verwerkt worden.]

 

Bekendmaking van het besluit van 17 mei 2022- zaaknummer 2022-003019 tot wijziging van een regeling

 

Gedeputeerde Staten van Gelderland

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Gelderland,

 

Besluiten

vast te stellen de 42e wijziging van de Regels Ruimte voor Gelderland 2016.

Artikel I

De Regels Ruimte voor Gelderland worden als volgt gewijzigd.

 

A

In artikel 1.3.3, derde lid, wordt na “de Landbouw groepsvrijstellingsverordening” ingevoegd: of de Catalogus Groenblauwe Diensten.

 

B

Artikel 4.2.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In onderdeel c wordt na “maatschappelijke betrokkenheid bij” ingevoegd: biodiversiteit en.

  • 2.

    In onderdeel d wordt “op een agrarisch leefgebied;” vervangen door: op een agrarisch leefgebied, of

  • 3.

    Onderdeel e komt te luiden:

    • e.

      inrichting met landschapselementen, al dan niet in combinatie met functieverandering van landbouwgrond naar landschapselement.

  • 4.

    Onderdeel f vervalt.

B

De artikelen 4.2.2 en 4.2.3 vervallen.

 

C

Onder vernummering van artikel 4.2a.2 en artikel 4.2a.3 naar respectievelijk artikel 4.2a.3 en artikel 4.2a.4 wordt na artikel 4.2a.1 een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 4.2a.2 Niet-subsidiabele kosten

Onverminderd artikel 1.3.5 komen voor subsidie niet in aanmerking kosten voor:

  • a.

    ambtelijke inzet, en

  • b.

    projectleiding en coördinatie.

D

Onder vernummering van artikel 4.2b.2 tot en met artikel 4.2b.5 naar artikel 4.2b.3 tot en met artikel 4.2b.6 wordt na artikel 4.2b.1 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4.2b.2 Niet-subsidiabele kosten

Onverminderd artikel 1.3.5 komen voor subsidie niet in aanmerking kosten voor:

  • a.

    ambtelijke inzet;

  • b.

    projectleiding en coördinatie, als een gemeente de aanvrager is;

  • c.

    aan- of verkoop van onroerende goederen;

  • d.

    inkomstenderving, en

  • e.

    het verwijderen van verharding, drugsafval of bodemverontreiniging.

E

Artikel 4.2b.3, eerste lid (nieuw), komt te luiden:

  • 1.

    Subsidie wordt verstrekt aan:

    • a.

      een gemeente; of

    • b.

      een eigenaar van een bos of landgoed.

F

Artikel 4.2b.4, onder d (nieuw), komt te luiden:

  • d.

    maximaal € 20.000 voor zover subsidie wordt aangevraagd door een onderneming die actief is in de primaire productie, verwerking of afzet van landbouwproducten.

 

G

Na artikel 4.2b.6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4.2b.7 Communautair toetsingskader

  • 1.

    Subsidie aan een eigenaar van een bos of landgoed wordt slechts verstrekt voor zover deze niet in strijd is met de de minimis steun Verordening (EU), nr. 1407/2013 van de Europese Commissie van 18 december 2013 (Pb EU L 352/1).

  • 2.

    Subsidie aan een onderneming actief in de primaire productie, verwerking of afzet van landbouwproducten wordt slechts verstrekt voor zover deze niet in strijd is met de minimis steun in de landbouwsector Verordening (EU), Nr. 1408/2013 van de Europese Commissie van 18 december 2013 (Pb EU L 352/9).

H

Het opschrift van Paragraaf 4.2c komt te luiden:

Paragraaf 4.2c Burgerparticipatie en het vergroten van de maatschappelijke betrokkenheid bij biodiversiteit en landschap

 

I

Artikel 4.2c.1 komt te luiden:

Artikel 4.2c.1 Aanvrager

Subsidie voor burgerparticipatie en het vergroten van de maatschappelijke betrokkenheid bij biodiversiteit en landschap, als bedoeld in artikel 4.2.1, onder d, wordt alleen verstrekt aan:

  • a.

    een gemeente, of

  • b.

    een eigenaar van een bos of landgoed.

J

Onder vernummering van artikel 4.2c.2 naar artikel 4.2c.3 wordt na artikel 4.2c.1 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4.2c.2 Niet-subsidiabele kosten

Onverminderd artikel 1.3.5 komen voor subsidie niet in aanmerking kosten voor:

  • a.

    ambtelijke inzet;

  • b.

    projectleiding en coördinatie, als een gemeente de aanvrager is, en

  • c.

    aan- of verkoop van onroerende goederen.

K

Onder vernummering van artikel 4.2d.2 en artikel 4.2d.3 naar respectievelijk artikel 4.2d.3 en artikel 4.2d.4 wordt na artikel 4.2d.1 een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 4.2d.2 Niet-subsidiabele kosten

Onverminderd artikel 1.3.5 komen voor subsidie niet in aanmerking kosten voor:

  • a.

    aan- of verkoop van onroerende goederen;

  • b.

    inkomstenderving;

  • c.

    afwateringswerkzaamheden, en

  • d.

    het verwijderen van drugsafval of bodemverontreiniging.

L

Artikel 4.2c.4 (nieuw) komt te luiden:

Artikel 4.2d.4 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie bedraagt 95% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 8.000 per hectare.

  • 2.

    De subsidie bedraagt maximaal € 500.000 per onderneming per investeringsproject.

M

Paragraaf 4.2e komt te luiden:

 

Paragraaf 4.2e Functieverandering en inrichting

 

Artikel 4.2e.1 Criteria

  • 1.

    Subsidie voor inrichting wordt alleen verstrekt voor de volgende landschapselementen:

    • a.

      L01.01 poel en klein historisch water, mits:

      • i.

        de oppervlakte van de poel of het water minimaal 50 m2 en maximaal 3000 m2 bedraagt, en

      • ii.

        de diepte van de poel of het water minimaal 0,5 meter bedraagt in de periode tussen 1 oktober en 1 april;

    • b.

      L01.02 houtwal, mits:

      • i.

        sprake is van een op een wallichaam gelegen lijnvormige opgaande begroeiing van inheemse bomen en struiken, en

      • ii.

        de houtwal maximaal 5 meter breed en minimaal 50 meter lang is;

    • c.

      L01.06 struweelhaag, mits:

      • i.

        sprake is van een lijnvorige, aaneengesloten opgaande begroeiing van inheemse struiken, en

      • ii.

        de haag minimaal 25 meter lang is;

    • d.

      struweelrand, mits:

      • i.

        sprake is van een aaneengesloten rand met een mozaïek van struweel en een kruidachtige begroeiing van inheemse grassen en kruiden die zich spontaan kan ontwikkelen;

      • ii.

        maximaal 10% van de rand wordt ingenomen door bomen of struiken, die inheems moeten zijn;

      • iii.

        de rand minimaal 1 meter en maximaal 5 meter breed is;

      • iv.

        de rand minimaal 25 meter lang is; en

      • v.

        de mantel en zoom is gelegen langs een bos;

    • e.

      Bosje, mits:

      • i.

        sprake is van een vlakvormig element met een begroeiing van inheemse bomen en struiken; en

      • ii.

        het minimaal 2000 m2 en maximaal 10.000 m2 groot is.

  • 2.

    Subsidie voor functieverandering, als bedoeld in artikel 4.2.1, onder e, wordt alleen verstrekt als:

    • a.

      de landbouwproductiecapaciteit van de grond in de vijf jaren voorafgaand aan de aanvraag onafgebroken is gebruikt;

    • b.

      de subsidieontvanger de betrokken productiecapaciteit sloopt of onherroepelijk sluit; en

    • c.

      het perceel wordt ingericht met een of meer landschapselementen, genoemd in het eerste lid.

Artikel 4.2e.2 Niet-subsidiabele kosten

Onverminderd artikel 1.3.5 komen voor subsidie niet in aanmerking kosten voor:

  • a.

    aan- of verkoop van onroerende goederen;

  • b.

    inkomstenderving, en

  • c.

    het verwijderen van verharding, drugsafval of bodemverontreiniging.

Artikel 4.2e.3 Aanvrager

Subsidie wordt verstrekt aan de deelnemers aan een samenwerkingsverband dat bestaat uit een agrarisch collectief en meerdere grondeigenaren.

 

Artikel 4.2e.4 Aanvraag

Onverminderd artikel 1.2.5 wordt bij de aanvraag vermeldt:

  • a.

    de grootte van de onderneming;

  • b.

    als sprake is van een grote onderneming, een beschrijving van de levensvatbaarheid van het project of de activiteiten door de situatie te schetsen waarin er geen steun verleend wordt;

  • c.

    of en welke andere subsidies de aanvrager ontvangt voor de activiteit en door wie die subsidies worden verstrekt.

  • d.

    een beschrijving van de locatie en de start- en einddatum van het project;

Artikel 4.2e.5 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie voor inrichting bedraagt 75% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    De subsidie functieverandering bedraagt 100% van het verschil tussen de marktwaarde voor en na de functieverandering en inrichting blijkend uit een in opdracht van Gedeputeerde Staten uitgevoerde taxatie.

Artikel 4.2e.6 Verplichtingen

De grondeigenaar in het samenwerkingsverband is verplicht:

  • a.

    binnen twaalf weken na verlening met de provincie Gelderland een overeenkomst af te laten sluiten als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht, waarin is opgenomen:

    • i.

      de verplichting dat de eigenaar de grond niet gebruikt of doet gebruiken als landbouwgrond, het terrein beheert overeenkomstig het landschapsbeheertype zoals voorgeschreven in de Index Natuur en landschap en datgene nalaat wat de veiligstelling van het landschapsbeheertype verstoort, en

    • ii.

      dat deze verplichting zal overgaan op al degenen die het terrein onder bijzondere of algemene titel zullen verkrijgen en dat mede gebonden zullen zijn al degenen die van de rechthebbende een recht op gebruik van het terrein zullen krijgen;

  • b.

    binnen vier weken nadat de overeenkomst is tot stand gekomen, op kosten van de provincie, de overeenkomst in te laten schrijven als kwalitatieve verplichting ten aanzien van het terrein in de openbare registers;

  • c.

    een afschrift van de kwalitatieve verplichting binnen vier weken na inschrijving in de openbare registers toe te zenden aan de Gedeputeerde Staten;

  • d.

    bij de gemeenteraad een verzoek in te dienen om de grond waarop het landschapselement staat te bestemmen als natuur of landschap, en

  • e.

    de uit productie genomen gronden binnen twee jaar in natuurgebied landschapselement om te zetten, en wel zodanig dat nadelige milieueffecten worden voorkomen. Tot dan moeten de cultuurgronden in een goede landbouw- en milieuconditie worden gehouden overeenkomstig titel VI, hoofdstuk I, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 en de toepasselijke uitvoeringsbepalingen.

Artikel 4.2e.7 Weigeringsgrond

Subsidie wordt geweigerd als:

  • a.

    voor dezelfde activiteit al eerder subsidie is verstrekt;

  • b.

    subsidie wordt aangevraagd door een onderneming die niet aan de relevante Unienormen of nationale wet- en regelgeving voldoen en op basis daarvan hun productie hoe dan ook moeten stopzetten;

  • c.

    de subsidieaanvrager een onderneming is die in financiële moeilijkheden verkeert, als bedoeld in de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (PbEU 2014/C 249/01);

  • d.

    voor zover op de landbouwgrond of het natuurterrein nog verplichtingen rusten op grond van deze regeling of enige andere regeling op grond waarvan een subsidie is verstrekt met betrekking tot agrarisch natuurbeheer of natuurbeheer.

Artikel 4.2e.8 Vaststelling

In afwijking van artikel 25 van de AsG wordt een subsidie niet vastgesteld zonder voorafgaande subsidieverlening.

 

Artikel 4.2e.9

Deze regeling is gebaseerd op de Catalogus Groenblauwe Diensten.

 

N

Paragraaf 4.2f vervalt.

 

O

Aan artikel 4.21.1.1 wordt onder vervanging van de punt door een puntkomma aan het einde van onderdeel e, een onderdeel toegevoegd, dat luidt:

  • f.

    recreatiezonering.

P

Het opschrift van artikel 4.21.6 komt te luiden:

Artikel 4.21.1.6 Hoogte van de subsidie

 

Q

Na subparagraaf 4.21.6 wordt een subparagraaf ingevoegd die luidt:

 

Subparagraaf 4.21.7 Recreatiezonering Veluwe

 

Artikel 4.21.7.1 Begripsomschrijving

In deze subparagraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    recreatieve voorziening: faciliteit ten behoeve van recreatie of toerisme;

  • b.

    recreatiezoneringsplan Veluwe: Beleidsplan voor het bereiken van een duurzaam evenwicht tussen de natuurkwaliteit van de Veluwe en de beleving van de Veluwenatuur, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 17 mei 2022 en eventueel nadien gewijzigd;

  • c.

    recreatiezoneringskaart: onderdeel van het recreatiezoneringsplan, zijnde een kaart van Natura 2000-gebied Veluwe met een weergave van een de ligging van de recreatiezones A, B, C en D;

  • d.

    Veluwe: Natura 2000–gebied Veluwe.

Artikel 4.21.7.2 Subsidiabele activiteit

Subsidie als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de AsG kan worden verstrekt voor:

  • a.

    het aanpassen van de paden- of routestructuur of de toegankelijkheid van gebieden;

  • b.

    het aanpassen, verwijderen, plaatsen of verplaatsen van een recreatieve voorziening;

  • c.

    het doen van onderzoek naar de activiteiten onder a en b, of naar het aanpassen van openbare wegen, fietspaden of parkeerplaatsen;

  • d.

    communicatie over de uit te voeren recreatiezoneringsactiviteiten.

Artikel 4.21.7.3 Criteria

  • 1.

    Onverminderd artikel 4.21.1.2 wordt subsidie alleen verstrekt als de activiteit:

    • a.

      bijdraagt aan de doelen van het recreatiezoneringsplan;

    • b.

      deze uitgevoerd wordt op de Veluwe, en

    • c.

      in overeenstemming is met de karakteristieken van de aangegeven zone op de recreatiezoneringskaart waarin hij wordt uitgevoerd.

  • 2.

    Onverminderd het vorige lid wordt subsidie als bedoeld in artikel 4.21.7.2, onder c, alleen verstrekt als het onderzoek wordt gedaan naar de effecten van de onderzochte maatregelen op de natuur en de aanvrager voornemens is de onderzochte maatregelen uit te voeren.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten kunnen op verzoek van de aanvrager afwijken van het eerste lid, onder b, als de activiteit bijdraagt aan de vermindering van verstoring op de Veluwe.

Artikel 4.21.7.4 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Onverminderd artikel 4.21.1.6 bedraagt subsidie als bedoeld in artikel 4.21.7.2, onder a, c en d, 100% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    Subsidie als bedoeld in artikel 4.21.7.2, onder b, bedraagt:

    • a.

      100% van de subsidiabele kosten als de recreatieve voorziening wordt verwijderd;

    • b.

      75% van de subsidiabele kosten als de recreatieve voorziening primair de natuurkwaliteit dient;

    • c.

      50% van de subsidiabele kosten als de recreatieve voorziening primair het verbeteren van de belevingskwaliteit dient.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten kunnen het subsidiebedrag bedoeld in het tweede lid, onder b of c, met 25% van de subsidiabele kosten verhogen als de activiteit uitgevoerd wordt in combinatie met voldoende andere fysieke maatregelen die gericht zijn op het verminderen van het recreatief gebruik elders op het terrein. Gedeputeerde Staten betrekken in hun afweging de omvang van het terrein, het geheel van fysieke maatregelen, de mate van de vermindering van de verstoring, de natuurwaarden en het habitattype van het terrein.

  • 4.

    Artikel 4.21.1.6, tweede lid, is niet van toepassing.

Artikel 4.21.7.5 Subsidiabele kosten

Voor subsidie komen niet in aanmerking de interne loonkosten van een gemeente of waterschap.

 

Artikel 4.21.7.6 Aanvraag

  • 1.

    Artikel 4.21.1.5, eerste lid, onder b, onder ii, is niet van toepassing.

  • 2.

    Een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 4.21.7.2, onder c, gaat vergezeld van een verklaring dat de aanvrager voornemens is de maatregelen waarnaar onderzoek wordt gedaan uit te voeren.

Artikel 4.21.7.7 Verplichtingen

  • 1.

    Artikel 4.21.1.7, tweede en vierde lid, zijn niet van toepassing.

  • 2.

    De aanvrager is verplicht een verwijderde recreatieve voorziening verwijderd te houden.

Artikel 4.21.7.8 Weigeringsgrond

  • 1.

    Artikel 4.21.1.8 is niet van toepassing.

  • 2.

    Subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 4.21.7.2, onder a en b, wordt niet verstrekt voor beheer en onderhoud.

R

Bijlage 6 wordt als volgt gewijzigd:

Na de normkosten voor “omvormen bos” wordt de volgende tabel ingevoegd:

 

Paragraaf 4.21.7 Recreatiezonering

Maatregel

Activiteit

Eenheid

Normtarief

Paden weghalen of ontoegankelijkheid maken

Frezen toplaag pad

ha

€ 3.100,00

Pad doorplanten met boom of struikvormers

(> 1000m2 - <5000m2)

m2

€ 1,05

of open terrein; vegetatieplaggen aanbrengen

( van 1 m2 /st)

m2

€ 3,25

dichtleggen met tak- en tophout

10-15m

€ 13,25

Paden periodiek ontoegankelijk maken

Plaatsen slagboom (hout - eenvoudig)

stuk

€ 233,00

Plaatsen bord

stuk

€ 120,00

Touwtjes spannen in heideterreinen

Plaatsen paaltjes en touw/draad (incl. materiaal)

100 meter

€ 369,00

Plaatsen houten begeleidingsrailing (hoog ca 1 m) of laag (ca 40 cm).

Hoog (1m)

100 meter

€ 1.400,00

Laag (40cm)

100 meter

€ 1.100,00

Boomstammen langs het pad plaatsen

Plaatsen boomstam (<30cm dm)

meter

€ 4,75

Aanbrengen houten balken in geaccidenteerd wandelpad (trede)

plaatsen houtenbalk 2m breed

stuk

€ 55,00

Raster plaatsen

Grofwild raster (roodwild en zwijnkerend)

100 meter

€ 1.210,00

Veekerend raster

100 meter

€ 403,00

Schapenraster

100 meter

Verleggen bestaande routes

verwijderen bestaande routepaal

stuk

€ 14,00

plaatsen nieuwe routepaal

stuk

€ 14,00

verwijderen/ verplaatsen richtingwijzer route

stuk

€ 14,00

(tijdelijk) omleiden bestaande routes

verwijderen bestaande routepaal

stuk

€ 14,00

plaatsen nieuwe routepaal

stuk

€ 14,00

verwijderen/ verplaatsen richtingwijzer route

stuk

€ 14,00

Nieuwe routes realiseren

zie activiteiten verleggen bestaande routes

Plaatsen van picknicktafels in zone A of B

Voorbereiding locatie (evt. maai- en grondwerk)

stuk

€ 45,00

Plaatsen standaard picknicktafel (incl. materiaal)

stuk

€ 1.103,00

Borden met openstellingsbepalingen plaatsen

Plaatsen openstellingsbord (incl. materiaal)

stuk

€ 120,00

Afsluiting terrein met borden

Plaatsen bord 'geen toegang' (incl. materiaal)

stuk

€ 120,00

Aanpassen of verplaatsen hondenlosloopterrein

zie activiteiten bebording

stuk

 

Artikel II  

De toelichting op de Regels Ruimte voor Gelderland 2016 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

De artikelsgewijze toelichting onder het kopje “Staatssteun” wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de laatste zin van de tweede alinea wordt na “4.21.5,” ingevoegd: 4.21.7,

  • 2.

    In de derde zin van de een na laatste alinea wordt na “Het betreft de paragrafen” ingevoegd: 4.2e,.

B

In de eerste alinea onder ‘Paragraaf 4.2 Biodiversiteit en landschap’ wordt de zinsnede “(artikel 4.2.1 – 4.2.3)” vervangen door: (artikel 4.2.1).

 

C

Na de toelichting bij Paragraaf 4.2d wordt een nieuwe alinea ingevoegd, luidende:

Paragraaf 4.2e

Deze regeling valt qua staatssteun onder de Catalogus Groenblauwe Diensten. Subsidie voor het landschapselement Poel en klein historisch water valt onder cluster Natte begroeiing van de Catalogus. Houtwal, struweelrand en bosje vallen onder het cluster Opgaande begroeiing. Struweelhaag valt onder het cluster Ruigte en randen. In artikel 4.2e.3 wordt gesproken van een samenwerkingsverband bestaande uit een agrarisch collectief en meerdere grondeigenaren. Dit betekent dat de aanvrager formeel moet bestaan uit deze partijen. In de praktijk zal het agrarisch collectief optreden als penvoerder en zal de subsidie voor de functieverandering terecht komen bij de betreffende grondeigenaar.

 

D

Na de toelichting op artikel 4.21.5.5 wordt een toelichting ingevoegd, die luidt:

Paragraaf 4.21.7 Recreatiezonering

Algemene toelichting

Het doel van recreatieve zonering is het bereiken van een duurzaam evenwicht tussen de natuurkwaliteit van de Veluwe en de beleving van de Veluwenatuur. De mogelijkheid voor recreanten om de natuur op de Veluwe te beleven is belangrijk en moet blijven bestaan. Tegelijkertijd vraagt de achteruitgang van verschillende (wettelijk beschermde) soorten planten en dieren om aanpassingen in het huidige recreatieve gebruik: niet alles kan overal. Gedeputeerde Staten hebben op 17 mei 2022 het Recreatiezoneringsplan vastgesteld. Het Recreatiezoneringsplan brengt in beeld waar meer ruimte is voor recreatie en op welke plekken de natuur extra rust en ruimte nodig heeft. Het plan laat ook zien welke maatregelen genomen moeten worden om te komen tot die betere balans tussen de aanwezigheid van mensen en bescherming van de natuur.

 

Artikel 4.21.7.1 Begripsomschrijvingen

Onderdeel a. Een recreatieve voorziening kan bijvoorbeeld zijn een uitkijktoren, wildobservatiepunt, picknickbankje, schuilhut, hondenlosloopterrein of een hondenspartelvijver.

 

Artikel 4.21.7.2 Subsidiabele activiteit

Onderdeel a. Het aanpassen van de paden- en routestructuur en de toegankelijkheid van gebieden zijn maatregelen die betrekking hebben op de aanwezigheid van paden en op de mate waarin terreinen door recreanten betreden mogen worden. Het kan daarbij gaan om het omleiden, verleggen of weghalen van paden, het verleggen van routes, om (tijdelijk) beperkte toegang van terreinen, etc. Deze maatregelen zijn vooral bedoeld om meer, grotere en ‘goed-getimede’ kernen van rust te creëren op die plekken op de Veluwe waar zich verstoringsgevoelige natuur bevindt. De maatregelen zijn vaak kleinschalig en eenvoudig uit voeren, maar hebben potentieel een grote impact op de kwaliteit van het leefgebied van verstoringsgevoelige plant- en diersoorten.

Onder het aanpassen van de paden- en routestructuur valt niet alleen het verleggen van paden of het aanleggen van paden, maar onder meer ook de aanleg van de daarbij behorende bewegwijzering, slagbomen, paaltjes, het afwaarderen of opwaarderen van paden.

Onderdeel b. Het aanpassen, plaatsen of verplaatsen van een recreatieve voorziening wordt nooit gedaan enkel met het oog op de recreatieve beleving van de Veluwe. Een dergelijke maatregel draagt ook bij aan de natuurkwaliteit doordat recreanten zo geleid of verleid worden naar plekken waar de natuur minder gevoelig is voor verstoring of omdat een dergelijke maatregel wordt genomen in combinatie met maatregelen in de nabijheid die tot vermindering van verstoring leiden.

Onderdeel c. Voorafgaand aan het uitvoeren van maatregelen zal onderzocht worden welke maatregelen nodig zijn, welk effect ze hebben op de natuur en de toepasbaarheid van de maatregel. Op grond van deze regeling wordt voor dergelijk onderzoek subsidie verstrekt. Subsidie voor de aanleg of veranderen van infrastructuur wordt op grond van deze regels niet verstrekt.

Onderdeel d. Subsidie voor standaard openstellingsborden worden niet verstrekt, deze worden gezien als onderdeel van het reguliere beheer. Inhoudelijke aanpassing van borden vanwege een wijziging in het (gewenste) gebruik van terreinen wel, evenals borden met voorlichting over recreatiezonering en borden die aangeven dat een terrein of pad niet mag worden betreden.

 

Artikel 4.21.7.3 Criteria

Lid 2. De provincie subsidieert alleen onderzoeken als de aanvrager de beoogde maatregelen wil gaan uitvoeren.

Lid 3. Uitgangspunt is dat alleen activiteiten die op de Veluwe uitgevoerd worden voor subsidie in aanmerking komen. Het is echter denkbaar dat een activiteit net buiten de Veluwe ertoe leidt dat op de Veluwe de verstoring vermindert. Bijvoorbeeld door een mountainbike- of wandelroute te verleggen of een fietsenstalling te verplaatsen van op de Veluwe naar buiten de Veluwe. Ook die activiteiten kunnen voor subsidie in aanmerking komen, als de aanvrager aantoont dat die activiteit bijdraagt aan het verminderen van de verstoring op de Veluwe.

 

Artikel 4.21.7.4 Hoogte van de subsidie

Lid 1. In bijlage 6 zijn de normkosten opgenomen die horen bij deze paragraaf.

Lid 2. Bij beslissingen over de hoogte van de subsidie van maatregelen die ook voor recreatie genomen worden, wordt gekeken naar de verhouding tussen de bijdrage die de maatregel levert aan enerzijds de natuurkwaliteit en anderzijds de recreatieve beleving.

Lid 3. Het subsidiepercentage voor de subsidiabele kosten bedoeld in het tweede lid kan met 25% worden verhoogd, als de recreatieve voorziening niet op zichzelf staat, maar onderdeel is van een groter geheel aan fysieke maatregelen die de recreatieve mogelijkheden in een gebied beperken om verstoring tegen te gaan of te verminderen.

 

Artikel 4.21.7.8 Weigeringsgrond

Lid 2. Subsidie voor beheer en onderhoud van paden kan worden verstrekt op grond van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer Gelderland 2016. Standaard openstellingsborden worden niet vergoed, deze worden gezien als onderdeel van het reguliere beheer.

Artikel II Inwerkingtreding

  • 1.

    Artikel I, onder A tot en met N, en artikel II, onder B en C, treden in werking op een door Gedeputeerde Staten te bepalen tijdstip.

  • 2.

    Artikel I, onder O tot en met R, en artikel II, onder A en D, treden in werking op 25 mei 2022.

Artikel III Mandatering

Gedeputeerde Staten verlenen mandaat aan de gedeputeerde Natuur:

  • a.

    voor het aanbrengen van wijzigingen in artikel I, onder A tot en met N, en artikel II, onder B en C, van de 42e wijziging van de RRvG 2016, voor zover die nodig zijn om de goedkeuring van de Adviescommissie Groenblauwe diensten te krijgen;

  • b.

    om te besluiten tot inwerkingtreding van artikel I, onderdeel A tot en met N, en artikel II, onder B en C, van de 42e wijziging van de RRvG 2016.

Gedeputeerde Staten van Gelderland

John Berends

Commissaris van de Koning

Miriam Nienhuis-van Doremaele

Secretaris

Gepubliceerd te Arnhem

Gedeputeerde Staten van Gelderland

John Berends

Commissaris van de Koning

Miriam Nienhuis-van Doremaele

secretaris

Naar boven