Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 10 mei 2022 tot wijziging van de Subsidieregeling verkeer en vervoer Noord-Brabant 2016 in verband met het opnieuw openstellen van paragraaf 1, alsmede het doorvoeren van enkele wijzigingen in die paragraaf (Drieëntwintigste wijziging Subsidieregeling verkeer en vervoer Noord-Brabant 2016)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling verkeer en vervoer Noord-Brabant 2016 te wijzigen in verband met het opnieuw openstellen van paragraaf 1, alsmede het doorvoeren van enkele wijzigingen in die paragraaf;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel I Wijziging Subsidieregeling verkeer en vervoer Noord-Brabant 2016

De Subsidieregeling verkeer en vervoer Noord-Brabant 2016 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

In artikel 1.5 wordt “€ 125.000” vervangen door “€ 25.000”.

 

B.

In artikel 1.6, eerste lid, onder b, wordt “2022” vervangen door “2023”.

 

C.

In artikel 1.7, eerste lid, wordt “2021” vervangen door “2022”.

 

D.

In artikel 1.8 wordt “15 februari 2021 tot en met 3 december 2021” vervangen door “23 mei 2022 tot en met 4 november 2022”.

 

E.

In artikel 1.9, onder d, wordt “€ 340.000” vervangen door “€ 170.000”.

 

F.

Artikel 1.10 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het derde lid, wordt “€ 40.000” vervangen door “€ 50.000”.

  • 2.

    In het vierde lid, wordt “€ 85.000” vervangen door “€ 42.500”.

G.

Artikel 1.12 komt te luiden:

Artikel 1.12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

De subsidieontvanger:

  • a.

    houdt voor subsidies van € 25.000 tot € 125.000 als bedoeld in artikel 1.4, onder a tot en met c, ingevolge artikel 21, achtste lid, van de Asv, een administratie bij van aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten als bedoeld in artikel 4:37, eerste lid, onder b, van de Awb en overlegt deze desgevraagd aan Gedeputeerde Staten.

  • b.

    houdt voor subsidies van € 125.000 en hoger een administratie bij van aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten als bedoeld in artikel 4:37, eerste lid, onder b, van de Awb en overlegt deze desgevraagd aan Gedeputeerde Staten;

  • c.

    rondt het project uiterlijk af op 31 december 2022.

H.

Artikel 1.13 komt te luiden:

Artikel 1.13 Verantwoording

  • 1.

    Bij subsidies van € 25.000 tot € 125.000 als bedoeld in artikel 1.4, onder a tot en met c, toont de subsidieontvanger bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van de volgende bewijsstukken:

    • a.

      een activiteitenverslag;

    • b.

      een verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten als bedoeld in artikel 21, zevende lid, van de Asv, met gebruikmaking van de daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde modelverklaring.

  • 2.

    Bij subsidies van € 25.000 tot € 125.000 als bedoeld in artikel 1.4, onder d, toont de subsidieontvanger bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van een activiteitenverslag;

  • 3.

    Bij subsidies van € 125.000 en hoger, toont de subsidieontvanger bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van de volgende bewijsstukken:

    • a.

      een activiteitenverslag;

    • b.

      een financieel verslag, als bedoeld in artikel 22, zevende lid, onderdeel a, onder 1° van de Asv;

    • c.

      een verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten met gebruikmaking van de daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde modelverklaring, waarmee de rechtmatigheid van het financieel verslag, bedoeld in artikel 22, tiende lid van de Asv, kan worden vastgesteld.

Artikel II Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

’s-Hertogenbosch, 10 mei 2022

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Toelichting behorende bij de drieëntwintigste wijziging Subsidieregeling verkeer en vervoer Noord-Brabant 2016

1. Algemeen

Deze wijziging van de Subsidieregeling verkeer en vervoer Noord-Brabant 2016 bevat een aanpassing van paragraaf 1 betreffende de regiotaxi. Deze wijzigingsregeling ziet op het aanpassen van de openstellingstermijn, het aanpassen van het subsidieplafond en voert nog een aantal kleine wijzigingen door.

 

2. Artikelsgewijs

 

Artikel I Wijziging Subsidieregeling verkeer en vervoer Noord-Brabant 2016

 

Onder E (artikel 1.9)

Het subsidieplafond van artikel 1.9, tweede lid, onder d, is verlaagd vanwege de wens de kosten voor transitie van het organiseren van regiotaxi anders te betalen.

 

Onder F (artikel 1.10)

De maximale hoogte van het subsidiebedrag in artikel 1.10, derde lid, is verhoogd en in artikel 1.10, vierde lid verlaagd.

 

Onder G en H (artikelen 1.12 en 1.13)

Omdat met deze wijziging ook projecten in het tweede subsidiearrangement van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant mogelijk zijn, is een splitsing aangebracht in welke verplichtingen en welke verantwoordingseisen voor welk subsidiearrangement gelden. Voor subsidies in het tweede arrangement geldt dat de subsidie lager kan worden vastgesteld dan begroot op grond van de verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten, met uitzondering van de activiteiten, bedoeld in artikel 1.4, onder d, waarvoor een vast lumpsumbedrag geldt.

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

 

de secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

 

Naar boven