Subsidieregeling Energiestudies industriële bedrijven provincie Drenthe

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op de Algemene subsidieverordening Drenthe 2017 en de Algemene wet bestuursrecht;

 

 

BESLUITEN:

 

de Subsidieregeling Energiestudies industriële bedrijven provincie Drenthe vast te stellen.

 

 

Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2022 en vervalt van rechtswege op 31 mei 2023.

 

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

mevrouw drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

 

 

Assen, 10 mei 2022

Kenmerk 19/4.4/2022000725

 

 

Uitgegeven: 16 mei 2022

 

 

 

Subsidieregeling Energiestudies industriële bedrijven provincie Drenthe

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

 

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

 

  • a.

    AGVV: Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, Algemene Groepsvrijstellingsverordening (PbEU L187/1);

  • b.

    Asv: Algemene subsidieverordening provincie Drenthe 2017;

  • c.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    energiestudie: onderzoek gericht op het opsporen van en inzicht verkrijgen in de niet-wettelijk verplichte energiebesparingsmaatregelen;

  • e.

    Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe;

  • f.

    industrieel bedrijf: bedrijf dat activiteiten ontplooit die vallen onder SBI-code 2;

  • g.

    mkb: midden- en kleinbedrijf, gelijkgesteld aan de kmo-definitie (kleine of middelgrote onderneming) zoals beschreven in bijlage 1 van de AGVV;

  • h.

    productielocatie: de fysieke plaats waar de productie plaatsvindt;

  • i.

    SBI-code: Standaard Bedrijfsindeling code, toebedeeld bij inschrijving bij de Kamer van Koophandel

 

Artikel 2 Doel

 

De subsidie heeft tot doel Drentse industriële bedrijven inzicht te laten verkrijgen in mogelijke energiebesparingsmaatregelen binnen het productieproces die verder gaan dan de wettelijk verplichte energiebesparingsmaatregelen.

 

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

 

Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verlenen voor energiestudies voor Drentse industriële bedrijven door een externe adviseur, die zich richten op mogelijkheden van energiebesparing die verder gaan dan de wettelijk verplichte energiebesparingsmaatregelen.

 

Artikel 4 Niet subsidiabele activiteiten

 

  • 1.

    Onderzoek gericht op maatregelen die verplicht zijn op grond van de erkende maatregelenlijsten, zoals neergelegd in het Activiteitenbesluit op grond van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    Onderzoek naar maatregelen in het kader van de auditplicht op grond van de Energy Efficiency Audit (EED). Deze plicht geldt voor bedrijven met een personeelsomvang van meer dan 250 fte of een jaaromzet van ten minste € 50 miljoen, het niet-mkb.

 

Artikel 5 Doelgroep

 

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan industriële bedrijven met een productielocatie in Drenthe.

  • 2.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan industriële bedrijven met een energiegebruik van € 200.000,-- tot € 1.000.000,-- aan energiekosten per jaar.

  • 3.

    Het energiegebruik zoals bedoeld in het tweede lid wordt berekend aan de hand van de gemiddelde energierekening van de afgelopen drie jaar, of wordt bepaald aan de hand van de energierekening van het afgelopen jaar. De aanvrager kiest zelf op welke van de twee manieren hij het energiegebruik wil vaststellen.

 

Artikel 6 Aanvraagperiode

 

Een aanvraag voor subsidie kan worden ingediend van 1 juni 2022 tot en met 31 mei 2023.

 

Artikel 7 Aanvraag

 

Een aanvraag voor subsidie wordt schriftelijk en ondertekend ingediend met behulp van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier en gaat vergezeld van onder andere de volgende documenten:

  • a.

    een gespecificeerde offerte van de externe adviseur die de energiestudie gaat uitvoeren;

  • b.

    een verklaring dat het onderzoek een aanvullende energiestudie is en niet een wettelijk verplicht energieonderzoek;

  • c.

    de energierekening van de locatie van het afgelopen jaar, dan wel de afgelopen drie jaar.

 

Artikel 8 Weigeringsgronden

 

In aanvulling op de weigeringsgronden uit de Asv en de Awb wordt een subsidie geweigerd indien:

  • a.

    de productielocatie zich niet bevindt in de provincie Drenthe;

  • b.

    de productielocatie niet tussen de € 200.000,-- en € 1.000.000,-- aan energiekosten per jaar heeft;

  • c.

    de aanvrager al is begonnen met uitvoeren van de energiestudie voordat de aanvraag tot subsidie is ingediend;

  • d.

    de aanvrager eerder subsidie heeft ontvangen op grond van deze of een andere subsidieregeling voor dezelfde subsidiabele activiteiten op dezelfde productielocatie;

  • e.

    de externe adviseur niet onafhankelijk van de aanvrager is.

     

Artikel 9 Toetsingscriteria

 

Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt de aanvraag getoetst aan de volgende criteria:

  • a.

    er is aangetoond dat de energiestudie, die verricht gaat worden door de externe adviseur, leidt tot inzicht in mogelijke energiebesparingsmaatregelen binnen het productieproces die verder gaan dan de wettelijk verplichte energiemaatregelen van de subsidieontvanger;

  • b.

    de externe adviseur heeft kennis van en ervaring met energiesystemen bij industriële bedrijven, doorgrondt de processen, systemen en producten van en rond een productielocatie en is een goede gesprekspartner voor de bedrijfsleiding;

  • c.

    de externe adviseur heeft relevante en verifieerbare kennis van de bestaande energie-infrastructuur en de energievoorziening van industriële bedrijven;

  • d.

    de externe adviseur heeft de kennis en ervaring om lange(re) termijn scenario’s te ontwikkelen die onder meer ingaan op de toekomstige energievoorziening op regionale schaal.

     

Artikel 10 Subsidiabele kosten

 

  • 1.

    De volgende kosten komen voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      de kosten die nodig zijn voor de uitvoering van de energiestudie en de rapportage;

    • b.

      maximaal 10% van de subsidiabele kosten mogen bestaan uit kosten voor de begeleiding van het project door de aanvrager.

  • 2.

    Kosten die gemaakt zijn voor de datum van indiening van de aanvraag zijn niet subsidiabel

 

Artikel 11 Subsidiehoogte

 

  • 1.

    De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    De subsidie is maximaal € 30.000,-- per productielocatie.

  • 3.

    Subsidie onder deze regeling kan één keer per productielocatie van de aanvrager worden aangevraagd.

  • 4.

    Stapeling met andere overheidssubsidies voor dezelfde in aanmerking komende kosten is niet mogelijk.

 

Artikel 12 Verdeelsystematiek

 

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door het tijdstip van ontvangst en bij gelijk moment van ontvangst, door middel van loting.

     

Artikel 13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

 

Aan de subsidieontvanger worden de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    binnen één maand na subsidieverlening verstrekt de subsidieontvanger een opdracht tot het verrichten van de energiestudie aan de externe adviseur;

  • b.

    binnen een jaar na de datum van subsidieverlening is de energiestudie uitgevoerd

 

Artikel 14 Prestatieverantwoording en vaststelling

 

  • 1.

    In afwijking van artikelen 3.5 en 3.6 van de Asv, wordt de subsidie achteraf vastgesteld, op basis van de werkelijke uitgaven en inkomsten van de activiteiten waarvoor zij zijn verleend.

  • 2.

    Binnen 13 weken na afronding van het onderzoek dient de subsidieontvanger, in afwijking van artikel 3.6 van de Asv, een aanvraag tot vaststelling in met daarbij:

    • a.

      de eindrapportage van het onderzoek, de factuur en het betaalbewijs;

    • b.

      een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening).

       

Artikel 15 Staatssteun

 

Subsidie wordt slechts verleend onder toepassing van artikel 49 van de AGVV.

 

Artikel 16 Subsidieplafond

 

De hoogte van het subsidieplafond bedraagt € 200.000,-- voor de looptijd van deze regeling.

 

Artikel 17 Inwerkingtreding en horizonbepaling

 

Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van 1 juni 2022 en komt van rechtswege te vervallen op 31 mei 2023.

 

Artikel 18 Overgangsrecht

 

Deze regeling blijft van toepassing op subsidies die verstrekt zijn op grond van deze regeling en op volledige aanvragen die zijn ingediend voor de datum van het vervallen van deze regeling.

Naar boven