Openstelling POP3 investeringen in infrastructuur landbouwbedrijven 2022 Drenthe

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op artikel 1.3 en 2.4 van de Verordening subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2022 (Verordening POP3-subsidies provincie Drenthe), hierna te noemen de Verordening;

 

overwegende dat investeringen in het landelijk gebied die bijdragen aan de verbetering van de verkaveling van de landbouwbedrijven (bijvoorbeeld huiskavelvergroting, kavelconcentratie, afstandsverkorting) nodig zijn;

 

 

BESLUITEN:

 

 

het Openstellingsbesluit POP3 investeringen in infrastructuur landbouwbedrijven 2022 vast te stellen.

 

Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie in het Provinciaal Blad en vervalt van rechtswege op 31 december 2025.

 

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

mevrouw drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

 

 

Assen, 11 januari 2022

Kenmerk 4.3/2021002414

 

 

Uitgegeven: 13 januari 2022

 

 

 

Openstelling POP3 investeringen in infrastructuur landbouwbedrijven 2022 Drenthe

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

 

In aanvulling op de definities in de verordening onder 1.1, wordt in dit besluit verstaan onder Programma Natuurlijk Platteland: het programma dat gericht is op de realisatie van de opgaven voor natuur, water en landbouw.

 

Artikel 2. Openstelling en subsidieplafond

 

  • 1.

    De maatregel investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven, zoals opgenomen in Hoofdstuk 2, Paragraaf 4 van de verordening, wordt opengesteld voor de periode van 1 februari 2022 09.00 uur tot en met 31 maart 2022 17.00 uur.

  • 2.

    Het subsidieplafond voor deze openstellingsperiode bedraagt in totaal € 1.000.000,--.

  • 3.

    Het subsidieplafond voor deze openstelling bedraagt € 800.000,-- voor kavelruil.

  • 4.

    Het subsidieplafond voor deze openstelling bedraagt € 200.000,-- voor glastuinbouw.

  • 5.

    Indien er sprake is van onderbesteding van de plafonds genoemd in het derde en vierde lid, zijn de resterende bedragen onderling uitwisselbaar en kan een plafond met het resterende bedrag van het andere plafond opgehoogd worden.

  • 6.

    Het subsidieplafond bestaat voor € 500.000,-- uit ELFPO-middelen (Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling) en voor € 500.000,-- uit provinciale middelen.

 

Artikel 3 Doelgroep

 

  • 1.

    Subsidie op grond van deze openstelling kan voor kavelruil worden aangevraagd door:

    • a.

      landbouwers

    • b.

      grondeigenaren die geen landbouwer zijn

    • c.

      pachters

    • d.

      provincie

    • e.

      bestuurscommissies

  • 2.

    Subsidie op grond van deze openstelling kan voor glastuinbouw worden aangevraagd door landbouwers, waaronder tuinbouwers.

 

Artikel 4 Subsidiabele activiteit

 

  • 1.

    Subsidie voor de openstelling kavelruil kan worden verstrekt voor planvorming/draagvlakontwikkeling (voor verbetering van de verkavelingsstructuur van landbouwbedrijven en/of verplaatsing van landbouwbedrijven gericht op verbetering van de landbouwinfrastructuur).

  • 2.

    Subsidie voor de openstelling glastuinbouw kan worden verstrekt voor:

    • a.

      planvorming/draagvlakontwikkeling (voor verbetering van de verkavelingsstructuur van glastuinbouwbedrijven en/of verplaatsing van glastuinbedrijven gericht op verbetering van de landbouwinfrastructuur);

    • b.

      de verbetering van de verkavelingsstructuur van glastuinbouwbedrijven;

    • c.

      de verplaatsing van glastuinbouwbedrijven gericht op de verbetering van de landbouwinfrastructuur;

    • d.

      een combinatie van onderdeel a en onderdeel b en/of c.

 

Artikel 5 Weigeringsgronden

 

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 van de verordening wordt subsidie geweigerd indien niet wordt voldaan aan de subsidievereisten genoemd in artikel 6.

 

Artikel 6 Subsidievereisten

 

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 4 in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    het project wordt geheel uitgevoerd in de provincie Drenthe;

  • b.

    subsidie wordt alleen verstrekt voor kosten voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie;

  • c.

    het project scoort bij de puntentoekenning op het selectiecriterium, bedoeld in artikel 10, minimaal drie punten.

 

Artikel 7 Aanvraag

 

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend bij Gedeputeerde Staten, via het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN). De aanvraag kan worden ingediend via het webportal dat te raadplegen is via www.snn.nl/pop3.

  • 2.

    Aan het project liggen ten grondslag:

    • a.

      projectplan conform format SNN;

    • b.

      een begroting van het project conform format SNN;

    • c.

      een toelichting op de begroting;

    • d.

      een sluitend financieringsplan van de kosten van de activiteit, met inbegrip van een opgave van subsidies of vergoedingen die voor dezelfde activiteiten bij andere bestuursorganen, private organisaties of personen zijn aangevraagd, onder vermelding van de stand van zaken daarvan.

 

Artikel 8 Subsidiabele kosten

 

  • 1.

    In overeenstemming met artikel 2.4.1.1 van de verordening wordt subsidie verstrekt voor administratieve en juridische procedurekosten.

  • 2.

    In overeenstemming met artikel 2.4.2.1 van de verordening wordt subsidie verstrekt voor:

    • a.

      administratieve en juridische procedurekosten als bedoeld in artikel 2.4.1.1, tweede lid van de verordening;

    • b.

      investeringen ten behoeve van inpassingsmaatregelen en de aankoop van ruilgronden;

    • c.

      investeringen om kavels beter bewerkbaar en bereikbaar te maken;

    • d.

      voorbereidingskosten als bedoeld in artikel 1.12, leden 3 en 4 van de verordening.

  • 3.

    In overeenstemming met artikel 2.4.3.1 van de verordening wordt subsidie verstrekt voor:

    • a.

      administratieve en juridische kosten als bedoeld in artikel 2.4.1.1, tweede lid van de verordening;

    • b.

      kosten van demonteren, verhuizen en weer opbouwen van bestaande voorzieningen;

    • c.

      investeringen in nieuwe gebouw(en) of nieuwe voorziening(en) op de nieuwe bedrijfslocatie;

    • d.

      investeringen ten behoeve van inpassingsmaatregelen;

    • e.

      investeringen om individuele kavels beter bewerkbaar of bereikbaar te maken.

  • 4.

    Onder administratieve en juridische kosten als bedoeld in artikel 2.4.1.1 van de verordening worden de volgende kosten verstaan:

    • a.

      kosten voor draagvlakontwikkeling;

    • b.

      inhuur van kavelruilcoördinatoren en andere experts;

    • c.

      faciliteren aankoop ruilgronden;

    • d.

      opstellen en ondersteunen van verkavelingsplannen en verkavelingsprocedures;

    • e.

      vacatiegelden voor gebiedscommissies;

    • f.

      kadaster- en notariskosten;

    • g.

      kosten voor projectmanagement en projectadministratie.

  • 5.

    Onder investeringen als bedoeld in lid 2, sub b en c worden de volgende kosten verstaan:

    • a.

      de kosten van de bouw of verbetering van onroerende zaken;

    • b.

      de kosten van de koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;

    • c.

      algemene kosten ten behoeve van investeringen als bedoeld in artikel 1.12a van de verordening.

  • 6.

    Onder investeringen als bedoeld in lid 3, sub b, c, d en e worden de volgende kosten verstaan:

    • a.

      de kosten van de bouw of verbetering van onroerende zaken;

    • b.

      de kosten van de verwerving of leasing van onroerende zaken;

    • c.

      kosten van aankoop van grond;

    • d.

      de kosten van de koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;

    • e.

      algemene kosten ten behoeve van investeringen als bedoeld in artikel 1.12a van de verordening;

    • f.

      voorbereidingskosten, als bedoeld in artikel 1.12, derde en vierde lid van de verordening.

  • 7.

    Subsidiabele kosten genoemd in leden 1, 2 en 3 kunnen slechts bestaan uit de volgende kostentypen:

    • a.

      personeelskosten voor zover zij zijn berekend overeenkomstig artikelen 1.9 of 1.9a van de verordening;

    • b.

      kosten derden;

    • c.

      bijdragen in natura voor zover het eigen bijdragen in uren en vrijwilligersuren betreft.

 

Artikel 9 Hoogte subsidie

 

  • 1.

    De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten zoals benoemd in artikel 8, eerste lid, artikel 8, tweede lid, sub a, b en d, artikel 8, derde lid, sub a en d en artikel 8, zesde lid, sub f.

  • 2.

    De subsidie bedraagt 40% van de subsidiabele kosten van investeringen ten behoeve van een betere bereikbaarheid en bewerkbaarheid van kavels, zoals benoemd in artikel 8, tweede lid, onder c, samenhangend met de ruiling van gronden en waarvan de desbetreffende agrarische ondernemer voordeel geniet, met een maximum van € 600,-- per toegedeelde hectare.

  • 3.

    De subsidie bedraagt 40% van de subsidiabele kosten van investeringen ten behoeve van een betere bereikbaarheid en bewerkbaarheid van glasopstanden, zoals benoemd in artikel 8, derde lid, onder b, c en e, met een maximum van € 25,-- per m2 gesaneerd of verbeterd glas.

  • 4.

    Subsidie voor de openstelling kavelruil wordt niet verstrekt indien de subsidie lager is dan € 500.000,--.

  • 5.

    Subsidie voor de openstelling glastuinbouw wordt niet verstrekt indien de subsidie lager is dan € 100.000,--.

 

Artikel 10 Rangschikking

 

  • 1.

    De aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen worden beoordeeld op basis van een geografisch criterium in combinatie met een beoordeling in efficiëntie:

    • a.

      de activiteiten in het kader van de openstelling kavelruil dienen plaats te vinden in het gebied zoals benoemd in bijlage 1a.

    • b.

      de activiteiten in het kader van de openstelling glastuinbouw dienen plaats te vinden binnen de gebieden zoals benoemd in bijlage 1b.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten maken voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie een afweging tussen de verschillende volledige aanvragen op basis van het selectiecriterium Efficiëntie zoals opgenomen in bijlage 2 bij dit besluit.

  • 3.

    In aanvulling op artikel 1.15c van de Verordening worden de projecten gerangschikt op volgorde van het aantal behaalde punten, van hoog naar laag.

 

Artikel 11 Bevoorschotting

 

In aanvulling op artikel 1.23, van de verordening kan twee keer per kalenderjaar een aanvraag om een voorschot (deelbetaling) worden ingediend. De hoogte van dit bedrag is in afwijking van artikel 1.23, lid 4 van de verordening minimaal € 25.000, --.

 

Artikel 12 Realisatie van het project

 

Het verzoek tot vaststelling van de subsidie dient uiterlijk op 1 april 2025 te zijn ingediend.

 

Artikel 13 Inwerkingtreding en horizonbepaling

 

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

  • 2.

    Dit besluit vervalt van rechtswege op 31 december 2025.

 

 

Toelichting

 

 

Artikel 3 Doelgroep

 

Kavelruil

 

In de verordening is een grote groep mogelijke aanvragers opgenomen. In het openstellingsbesluit hebben wij dit beperkt tot landbouwers, grondeigenaren die geen landbouwer zijn, pachters, provincie en bestuurscommissies. De uitvoeringskosten van (kleine) kavelruilen zijn hoog. De ondergrens van het indienen van een aanvraag is daarom op € 500.000,-- gezet. De overige aanvragers, met uitzondering van gemeenten, zijn altijd vertegenwoordigd in een bestuurscommissie.

 

Bestuurscommissies staan in de modelregeling niet genoemd als mogelijke aanvragers. In Drenthe hebben wij bestuurscommissies toegevoegd in onze verordening. Het zijn commissies ingesteld op basis van artikel 81 van de Provinciewet met als doel het uitvoeren van het plattelandsbeleid. Deze commissies hebben taken en bevoegdheden gedelegeerd gekregen van Gedeputeerde Staten.

 

Glastuinbouw

 

In het openstellingsbesluit hebben wij de groep mogelijke aanvragers voor wat betreft glastuinbouw beperkt tot tuinbouwers. De tuinbouwer moet op het moment van de aanvraag eigenaar of een langdurig pachter zijn. Het bewijs kan worden geleverd door middel van een transportakte, koopovereenkomst of pachtovereenkomst van minimaal zes jaar.

Het kan ook gaan om een samenwerkingsverband van glastuinbouwbedrijven. Hiervoor dient een samenwerkingsovereenkomst bij de aanvraag te worden gevoegd.

 

Artikel 4 Subsidiabele activiteit

 

Kavelruil

 

Deze maatregel is gericht op investeringen in het landelijk gebied die bijdragen aan de verbetering van de verkaveling van de landbouwbedrijven en de daarbij behorende toegankelijkheid, bodemgesteldheid en waterhuishouding. Het gaat daarbij om de volgende concrete acties:

 

  • a.

    Kosten voor draagvlakontwikkeling

  • b.

    Inhuur van kavelruilcoördinatoren en andere experts

  • c.

    Opstellen en ondersteunen van verkavelingsplannen en verkavelingsprocedures

  • d.

    Vacatiegelden voor gebiedscommissies

  • e.

    Kadaster- en notariskosten

  • f.

    Kosten voor projectmanagement en projectadministratie

 

In de Verordening subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2022 van de provincie Drenthe is opgenomen dat naast verbetering van de bedrijfsefficiëntie, de herstructurering van landbouwbedrijven tevens bijdraagt aan de realisatie van internationale doelen rondom water, stikstof, biodiversiteit en Natura 2000. Het betreft een combinatie van mogelijkheden ter verbetering van de verkaveling, de toegankelijkheid en de landbouwinfrastructuur enerzijds en verbetering van de ligging van landbouwbedrijven uit het oogpunt van milieu-, water- en natuurdoelen anderzijds. Kavelruil kan bijdragen aan de realisatie van de volgende doelen:

 

  • -

    Energietransitie

Via kavelruil zouden de gronden voor zonnepanelen geclusterd kunnen worden op plekken waar op termijn landbouw door veenoxidatie problematisch wordt. Het waterpeil hoeft dan niet verder verlaagd te worden om aan de landbouwkundige droogleggingsnormen te voldoen.

 

  • -

    Realisatie waterbuffers

Om in de toekomst water vast te kunnen houden voor droge perioden zal extra ruimte in het watersysteem gezocht moeten worden. Deze extra ruimte kan door middel van kavelruil worden gerealiseerd.

 

  • -

    Natuurinclusieve landbouw

Via kavelruil kunnen de geïnteresseerde agrariërs worden toegedeeld in gebieden die door de provincie zijn aangewezen voor natuurinclusieve landbouw.

 

Glastuinbouw

 

De maatregel is gericht op verplaatsing van glastuinbouwbedrijven in Drenthe binnen en naar de glastuinbouwconcentratiegebieden Erica en Klazienaveen. Dat betekent dat een bedrijf op de gevestigde locatie wordt opgeheven en elders wordt voortgezet. Subsidie voor verplaatsing van een solitair gelegen glastuinbouwbedrijf naar de concentratiegebieden Erica en Klazienaveen is alleen mogelijk als de glastuinbouwbestemming op de oude locatie wordt gewijzigd en de bedrijfsgebouwen en de glasopstanden op de oude locatie worden gesaneerd. Bij verplaatsing binnen een glastuinbouwconcentratiegebied hoeft de bestemming niet te worden gewijzigd en hoeven de bedrijfsgebouwen en de glasopstanden niet te worden gesloopt.

 

De activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd moet passen binnen dit artikel en de overige artikelen van de verordening. Het te verplaatsen glastuinbouwbedrijf moet op het moment van de aanvraag volwaardig in gebruik zijn.

 

Artikel 8 Subsidiabele kosten

 

De berekening van de personeelskosten genoemd in lid 4, sub a, dient te geschieden overeenkomstig artikelen 1.9 of 1.9a van de verordening. De kosten derden, genoemd in lid 4, sub b, zijn kosten waarvoor een factuur of document met gelijkwaardige bewijskracht kan worden overgelegd.

 

Artikel 10 Rangschikking

 

Kavelruilen en bedrijfsverplaatsingen zijn vaak, naast het landbouwcriterium, gerelateerd aan de realisatie van de (internationale) doelen Natuurnetwerk Nederland (NNN), Natura 2000, Kaderrichtlijn Water (KRW) en Programmatische aanpak stikstof (PAS). Voor de realisatie van deze doelen zijn vaak regionale ontwikkelingsplannen opgesteld. In de plannen staat beschreven hoe gestelde doelen gerealiseerd moeten worden, bijvoorbeeld door bijvoorbeeld kavelruilen, bedrijfsverplaatsingen, rechtstreekse aankoop en particulier natuurbeheer.

 

Het is aannemelijk dat, indien een gebied problemen kent, elke passende activiteit zal bijdragen aan het oplossen van het probleem. Om doelstellingen te kunnen halen zoals opgenomen in regionale ontwikkelingsplannen, wordt als eerste selectiecriterium gehanteerd of de locatie van de activiteit effect kan hebben op het aangewezen gebied in het regionale ontwikkelingsplan.

Vandaar dat voor een geografisch selectiecriterium wordt gekozen. Naast het geografisch criterium wordt als bijkomend selectiecriterium gehanteerd de efficiëntie van de activiteit: in welke mate is er sprake van een efficiënte inzet van middelen, kennis en kunde.

 

Bijlage 1 Geografische afbakening

 

Kavelruilgebieden Drenthe

  • Weidegebied van het Noordenveld

  • Smilde en Centraal Zandgebied

  • Zuidelijk Weidegebied

  • Zuidelijk Zandgebied

  • Drentse Veenkoloniën Hondsrug

 

Glastuinbouwconcentratiegebieden Drenthe

  • Glastuinbouwconcentratiegebieden in de gemeente Emmen

 

1a: Geografische afbakening kavelruil

1b: Geografische afbakening glastuinbouwconcentratiegebieden

 

 

 

Bijlage 2 Selectiecriterium

 

Naast het geografisch criterium wordt als bijkomend selectiecriterium gehanteerd de efficiëntie van de activiteit: in welke mate is er sprake van een efficiënte inzet van middelen, kennis en kunde.

 

Efficiëntie

 

De aanvragen die binnen de grenzen van het geografisch gebied worden uitgevoerd worden vervolgens beoordeeld op efficiëntie. Daarbij wordt gekeken naar de inzet van kennis, kunde en middelen en meer specifiek naar de hoogte van de opgevoerde proceskosten (hieronder vallen de kosten van adviseurs, architecten, ingenieurs en kosten van adviezen duurzaamheid op milieu en economisch gebied) in relatie tot de totaal aangevraagde subsidiabele projectkosten. De proceskosten komen daarmee overeen met de subsidiabele kosten genoemd in artikel 8, lid 1, sub d, de voorbereidingskosten, en artikel 8, lid 3, sub c, algemene kosten ten behoeve van investeringen.

 

De punten die gescoord kunnen worden zijn de volgende. Een minimale score van 3 punten is vereist om door te kunnen in het beoordelingsproces.

 

0 punten

De opgevoerde proceskosten bedragen 50% of meer van de totale subsidiabele kosten

1 punt

De opgevoerde proceskosten bedragen 30% of meer, maar minder dan 50% van de totale subsidiabele kosten

2 punten

De opgevoerde proceskosten bedragen 15% of meer, maar minder dan 30% van de totale subsidiabele kosten

3 punten

De opgevoerde proceskosten bedragen 5% of meer, maar minder dan 15% van de totale subsidiabele kosten

4 punten

De opgevoerde proceskosten bedragen minder dan 5% van de totale subsidiabele projectkosten

5 punten

Er worden geen proceskosten opgevoerd

Naar boven