Provinciaal blad van Drenthe
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drenthe | Provinciaal blad 2022, 4740 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drenthe | Provinciaal blad 2022, 4740 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Subsidieregeling mkb innovatiestimulering R&D samenwerking Noord-Nederland 2022
Gedeputeerde Staten van Drenthe;
artikel 25 van de Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU, L187), gewijzigd bij verordeningen van de commissie van 14 juni 2017 (EG) 2017/1084 en 2 juli 2020 (EG) nr. 2020/972);
vast te stellen de Subsidieregeling Mkb innovatiestimulering R&D samenwerking Noord-Nederland 2022.
Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2022, 9.00 uur en vervalt van rechtswege op 13 september 2022, 17:00 uur.
Gedeputeerde Staten voornoemd,
mevrouw drs. J. Klijnsma, voorzitter
Subsidieregeling mkb innovatiestimulering R&D samenwerking Noord-Nederland 2022
In deze regeling wordt verstaan onder:
AGVV: Algemene groepsvrijstellingsverordening, Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU, L187), gewijzigd bij verordeningen van de commissie van 14 juni 2017 (EG) 2017/1084 en 2 juli 2020 (EG) nr. 2020/972);
R&D-samenwerkingsproject: project, bestaande uit industrieel onderzoek, zoals bedoeld in artikel 2, lid 85, van de AGVV of experimentele ontwikkeling, zoals bedoeld in artikel 2, lid 86, van de AGVV of een combinatie hiervan, in daadwerkelijke samenwerking en voor gezamenlijke rekening en risico uitgevoerd door een R&D-samenwerkingsverband;
Artikel 2 Doel van de regeling
De subsidieregeling heeft als doel innovatie bij het midden- en kleinbedrijf in de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen te stimuleren.
Artikel 5 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor een R&D-samenwerkingsproject ten behoeve van een mkb-onderneming dat past binnen een van de KIA’s zoals die zijn beschreven in het document Missies en Sleuteltechnologieën.
Voor subsidie komen in aanmerking de kosten bedoeld in artikel 25, derde lid, van de AGVV. De volgende kosten zijn subsidiabel:
kosten van apparatuur en uitrusting voor zover en zolang zij worden gebruikt voor het project. Wanneer deze apparatuur en uitrusting niet tijdens hun volledige levensduur voor het project worden gebruikt, worden alleen de afschrijvingskosten overeenstemmend met de looptijd van het project, berekend volgens algemeen erkende boekhoudkundige beginselen, als in aanmerking komende kosten beschouwd;
kosten van gebouwen en gronden voor zover en zolang zij worden gebruikt voor het project. Wat gebouwen betreft, worden alleen de afschrijvingskosten overeenstemmend met de looptijd van het project, berekend volgens algemeen erkende boekhoudkundige beginselen, als in aanmerking komende kosten beschouwd. Wat gronden betreft, komen de kosten voor de commerciële overdracht of de daadwerkelijk gemaakte kapitaalkosten in aanmerking.
Onverminderd het bepaalde in artikel 2.3 van de ASR SNN 2019 wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:
Het dagelijks bestuur SNN verdeelt het in het eerste lid bedoelde bedrag op volgorde van rangschikking conform artikel 13, lid 4. Indien het subsidieplafond zou worden overschreden bij subsidieverlening aan meerdere aanvragen die gelijk zijn gerangschikt, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.
Gedeputeerde Staten stellen gezamenlijk de aanvraagperiode vast van 1 juni 2022 9:00 uur tot 13 september 2022 17.00 uur.
Een aanvraag kan worden ingediend bij het SNN via een daarvoor ontwikkeld webportal dat bereikbaar is via www.snn.nl.
De termijn voor het nemen van een besluit op een subsidieaanvraag wordt gesteld op 13 weken na het sluiten van de aanvraagperiode als bedoeld in artikel 10.
Artikel 15 Subsidieverplichtingen
Bij de subsidieverlening worden in elk geval de volgende verplichtingen opgelegd:
verlenging van de realisatietermijn kan in uitzonderlijke gevallen worden toegestaan. Hiertoe kan een gemotiveerd verzoek worden ingediend via het webportal dat bereikbaar is via www.snn.nl;
Uiterlijk 13 weken na realisatie van het project wordt een verzoek tot subsidievaststelling ingediend. Het verzoek kan worden ingediend via het webportal dat bereikbaar is via www.snn.nl.
Het verzoek tot subsidievaststelling gaat vergezeld van in ieder geval:
indien het subsidiebedrag € 125.000,-- of meer bedraagt, een controleverklaring van een accountant of accountants-administratieconsulent als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, waaruit blijkt dat met de aanvraag wordt voldaan aan de voorschriften bedoeld in artikel 4:45 van de Algemene wet bestuursrecht.
De termijn voor het nemen van een besluit op een verzoek tot subsidievaststelling wordt gesteld op 13 weken na de datum van ontvangst van de aanvraag
De MIT-R&DS 2022 sluit aan op de bestuurlijke keuze om het innovatiebeleid te richten op een viertal thematische missies, op ondersteunende sleuteltechnologieën en op maatschappelijk verdienvermogen. Deze aanpak is vastgesteld door het kabinet en is in grote lijnen overgenomen door alle provincies in hun economisch beleid en/of de Research and Innovation Strategies for Smart Specialisation (Regionale innovatiestrategieën; RIS3). Op nationaal niveau zijn de missies en de aanpak voor Sleuteltechnologieën door de topsectoren uitgewerkt in een zestal Kennis- en Innovatie-Agenda’s (KIA’s). In november 2019 zijn deze agenda’s geconcretiseerd in het Kennis- en Innovatieconvenant (KIC), dat ook is ondertekend door de provincies:
https://www.topsectoren.nl/binaries/topsectoren/documenten/kamerstukken/2019/november/12-11-19/kic-2020-2023/Kennis--en-Innovatieconvenant-2020-2023.pdf
Missies & sleuteltechnologieën in de verschillende instrumenten binnen de MIT
Voor de R&D-samenwerkingsprojecten geeft u aan op welke KIA u zich richt. Het is mogelijk dat uw project zich op meerdere KIA’s richt. In dat geval geeft u eerst aan op welke KIA uw project zich hoofdzakelijk richt. Vervolgens kunt u een tweede KIA aangeven.
Voor de R&D-projecten is een vergaande en uitgebreide toelichting nodig. Als handvat daarvoor zijn KIA’s en KIC hieronder vertaald naar zo concreet mogelijk doelen, die volgen uit de missies, de sleuteltechnologieënagenda en het beoogde verdienvermogen. Beoordeling van de projecten vindt plaats op de aspecten economie, innovatie en samenwerking en op de verwachte maatschappelijke baten. Om de projecten uit de verschillende KIA’s/missies zo goed mogelijk te kunnen beoordelen, en die baten met punten te waarderen, wordt indieners gevraagd de verwachte baten van de innovatie zoveel mogelijk te kwantificeren (in aantallen en/of getallen uit te drukken). Ook de waarschijnlijkheid dat die baten kunnen worden bereikt, dient in het projectplan te worden onderbouwd.
Relevantie voor MKB en MKB-innovaties
Missies omvatten een breed scala aan veranderingen en aanpassingen in ons dagelijks leven en ons patroon van produceren en consumeren. Zoals ook in de voorwaarden is aangegeven is de MIT-regeling gericht op het stimuleren van technologische innovaties. Onderstaande opsommingen bevatten deels concrete vraagstukken binnen elk van de missies waarvoor technologische innovaties evident een bijdrage kunnen leveren. Andere vraagstukken beschrijven de noodzaak tot systeemveranderingen, een andersoortige aanpak of ander gedrag. Technologische innovaties zullen daar veelal een deeloplossing brengen of de veranderingen ondersteunen. Duidelijk moge zijn dat alleen subsidie wordt verstrekt voor het ontwikkelen van een innovatie, met het bijbehorende innovatierisico, en niet voor het toepassen van een innovatieve werkwijze of een innovatief product in bijvoorbeeld het agrarisch bedrijf, in het stedelijk gebied, rivieren en zeeën of in de zorg.
Aansluiting op bestaande kennis en op onderzoeksagenda’s
Waar een innovatie is gericht op de missiethema’s zijn er geen verplichtingen ten aanzien van het gebruik van (sleutel)technologieën; de innovativiteit en de economische potentie zijn in dat opzicht doorslaggevend. Om vernieuwend en competitief te zijn is het in het algemeen relevant hoogwaardige actuele kennis en kunde in uw innovatie te benutten en/of te combineren. Om competitief te blijven is het een voordeel om aansluiting te (kunnen) vinden op verdere ontwikkeling van die kennis en kunde in eigen land of regio. Om die reden is het advies om goed kennis te nemen van recent binnen de topsectoren en KIA’s ontwikkelde kennis respectievelijk van lopende onderzoeksprogramma’s en -projecten.
Waar uw innovatie is gericht op doorontwikkeling of ondersteuning van de implementatie van een sleuteltechnologie, wordt verwezen naar de opsomming van sleuteltechnologieën in KIA 5 en de nadere informatie daar.
Op aanvragen is de Algemene subsidieregeling SNN 2019 (ASR SNN 2019) van toepassing. Daarin zijn onder andere weigeringsgronden opgenomen.
De subsidieontvanger heeft een meldings- en mededelingsplicht. In artikel 2.5 van de ASR SNN 2019 is opgenomen wanneer de subsidieontvanger een schriftelijke melding dient te doen aan het dagelijks bestuur SNN.
Het begrip 'niet in een groep verbonden' wordt uitgelegd in de betekenis die de AGVV aan een verbonden onderneming geeft in bijlage I.
Een in het buitenland gevestigde onderneming kan wel een samenwerkingspartner zijn in het R&D-samenwerkingsverband maar heeft geen recht op subsidie zolang deze geen vaste inrichting of dochteronderneming in Nederland heeft. Een buitenlandse samenwerkingspartner die wel subsidie wil ontvangen dient er zorg voor te dragen dat deze onderneming voor de eerste voorschotbetaling een vaste inrichting of dochteronderneming in Nederland heeft.
Het verdient aanbeveling om een samenwerkingsovereenkomst op te stellen met alle samenwerkingspartners en daarin ook afspraken vast te leggen omtrent betalingen. Dit is echter geen verplichting.
Forfaitair uurtarief en indirecte kosten
Het forfaitaire uurtarief van € 60,-- bestaat uit een basis uurtarief van € 40,-- met een opslag van 50% voor de indirecte kosten. Dit betekent dat de indirecte kosten die verdisconteerd zijn in het forfaitaire tarief niet afzonderlijk gedeclareerd kunnen worden, omdat deze kosten dan tweemaal gesubsidieerd zouden worden.
De kosten van administratief personeel dat wordt ingezet voor het project mogen niet worden opgevoerd als personeelskosten met een forfaitair uurtarief voor € 60,--. Omdat deze kosten niet rechtstreeks uit het project voortvloeien zijn dergelijke kosten verdisconteerd in de toeslag op het forfaitair uurtarief.
Inhoudelijk projectmanagement door eigen personeel valt onder de personeelskosten. Kosten van een directeur die incidenteel projectmanagement doet dat niet inhoudelijk van aard is valt hier niet onder. Dergelijke kosten vallen onder de opslag voor de overheadkosten die zijn verdisconteerd in de toeslag op het forfaitair uurtarief.
Huurkosten voor gebouwen en apparatuur die voor de reguliere activiteiten wordt gebruikt is niet subsidiabel. Deze kosten vloeien niet rechtstreeks voort uit het project. Dergelijke indirecte bedrijfskosten zijn verwerkt in de 50% opslag van het forfaitaire uurtarief van € 60,--.
Reis- en verblijfkosten van het personeel zijn verwerkt in de 50% opslag voor de indirecte kosten van het forfaitaire uurtarief van € 60,--.
Kosten die rechtstreeks uit het project voortvloeien
Huurkosten van bedrijfsruimte en apparatuur die specifiek voor de uitvoering van het project worden gehuurd, worden aangemerkt als kosten die rechtstreeks voortvloeien uit het project.
Onder kosten voor consultancy en gelijkwaardige diensten die uitsluitend voor het project worden gemaakt vallen niet accountantskosten. Ook kosten voor het inschakelen van derden die advies geven om te voldoen aan wet- en regelgeving om producten en diensten op de markt te brengen vallen hier niet onder.
In artikel 2.4 van de ASR SNN 2019 is opgenomen welke kosten niet subsidiabel zijn.
Deze opsomming is niet limitatief.
Ten aanzien van staatssteun kan in het algemeen sprake van zijn drie situaties: geen staatssteun (geen economische activiteiten), geoorloofde staatssteun of ongeoorloofde staatssteun. In de eerste twee gevallen is subsidieverlening toegestaan. Om staatssteun geoorloofd te laten zijn dienen de projectactiviteiten binnen een vrijstellingskader te vallen.
Het bedrag van de subsidie wordt verlaagd indien de normen van de Europese Commissie daartoe nopen. Als voor een activiteit al subsidie door een ander bestuursorgaan of door de Europese Commissie of door private organisaties of personen subsidie is verstrekt, wordt de te verstrekken subsidie zodanig berekend dat het totale bedrag aan subsidies niet meer bedraagt dan het totaal van de voor subsidie in aanmerking komende kosten. Het totaal aan overheidsbijdragen kan niet meer bedragen dan volgens het Europees steunkader is toegestaan.
Indien niet minimaal 50 van de 100 punten worden gehaald, waarbij de verdeling van de punten is opgenomen in artikel 13, draagt het project in ieder geval niet voldoende bij aan de specifieke doelstelling binnen het programma zoals opgenomen in deze subsidieregeling.
Op dit criterium kunnen geen punten worden gescoord. Het is van belang dat in het projectplan alle elementen helder en eenduidig zijn omschreven en onderbouwd met argumenten.
Hierbij geldt dat een verplichting pas mag zijn aangegaan na indiening van het project bij SNN. Na indiening van de aanvraag mag voor eigen risico worden begonnen met het project.
Wanneer de activiteiten in Noord-Nederland worden uitgevoerd, en het project daar plaatsvindt, dan wordt geacht aan deze voorwaarde te zijn voldaan. Bij projecten waar niet alle, geen of nauwelijks activiteiten in Noord-Nederland worden uitgevoerd is van belang waar de resultaten van het project terecht komen: dit dient aantoonbaar in Noord-Nederland te zijn. Dit kunnen bijvoorbeeld de eigendomsrechten zijn, maar ook de productie van een bepaald product. Dit dient door de aanvrager in de aanvraag te worden uitgelegd en onderbouwd. Alleen R&D activiteiten in een kantoor in Noord-Nederland is niet voldoende.
Er is in ieder geval sprake van overwegende bezwaren indien er een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de aanvrager doelstellingen nastreeft of activiteiten ontplooit die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang, de goede zeden of de openbare orde.
Een projectplan is een verplichte bijlage. Hiervoor dient gebruik gemaakt te worden van het format dat door SNN ter beschikking wordt gesteld. Het projectplan mag maximaal 20 pagina's zijn. Het is mogelijk om een bijlage toe te voegen aan het projectplan met afbeeldingen die de inhoud van het project verduidelijken. De inhoud van deze bijlage wordt niet meegenomen bij de beoordeling op de ranking.
Er zijn vier categorieën, waarop een project gewogen wordt. Het is van groot belang dat de aanvrager zorgdraagt voor een goede kwantitatieve en kwalitatieve onderbouwing van de in de aanvraag gepresenteerde zaken. Een complete en gedegen onderbouwing borgt dat het SNN een goed oordeel kan vormen over een project en de mate waarin het project scoort op de beoordelingscriteria.
Artikel 13, lid 1 Beoordelingscriterium III, onder lid b
Onder resources worden de middelen verstaan die nodig zijn om te zorgen dat een businessmodel werkt. Hier worden onder andere verstaan:
Artikel 13 Beoordelingscriterium IV
Het is mogelijk om hier een 2e KIA te beschrijven waarop uw voorstel een substantieel maatschappelijk voordeel op kan gaan leveren. Aanhaken bij nog meer KIA’s wordt niet gewaardeerd met meer punten.
Artikel 15 Subsidieverplichtingen
Kosten moeten zijn gemaakt op uiterlijk de einddatum van het project (dit is binnen 24 maanden na de start van het project). Kosten moeten zijn betaald vóór indiening van het verzoek tot definitieve vaststelling, met uitzondering van de accountantskosten die eventueel zijn gemaakt voor het afgeven van een verklaring bij de definitieve vaststelling
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2022-4740.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.