Provinciaal blad van Drenthe
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drenthe | Provinciaal blad 2022, 3972 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drenthe | Provinciaal blad 2022, 3972 | ander besluit van algemene strekking |
Subsidieregeling mkb innovatiestimulering haalbaarheid Noord-Nederland 2022
Gedeputeerde Staten van Drenthe;
vast te stellen de subsidieregeling Mkb innovatiestimulering haalbaarheid Noord-Nederland 2022.
Dit besluit treedt in werking op 12 april 2022, 9.00 uur en vervalt van rechtswege op 13 september 2022 17.00 uur.
Gedeputeerde Staten voornoemd,
mevrouw drs. J. Klijnsma, voorzitter
Subsidieregeling mkb innovatiestimulering haalbaarheid Noord-Nederland 2022
Algemene groepsvrijstellingsverordening: verordening 651/2014 van de commissie van 17 juni 2014 (gewijzigd bij verordeningen van de commissie van 14 juni 2017 (EG) 2017/1084 en 2 juli 2020 (EG) nr. 2020/972), waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard;
Artikel 2 Doel van de regeling
De subsidieregeling heeft als doel innovatie bij het midden- en kleinbedrijf in de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen te stimuleren.
Subsidie wordt verstrekt aan een mkb-onderneming die op het moment van aanvragen een vestiging heeft in de provincies Drenthe, Fryslân of Groningen en daar ondernemingsactiviteiten uitvoert.
Als subsidiabele kosten, voor zover die betrekking hebben op de activiteiten als genoemd in artikel 4, komen in aanmerking:
Onverminderd het bepaalde in artikel 2.3 van de ASR SNN 2019 wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:
Gedeputeerde Staten stellen gezamenlijk de aanvraagperiode vast op 12 april 2022 9:00 uur tot en met 13 september 2022 om 17.00 uur.
Een aanvraag kan worden ingediend bij het SNN via een daarvoor ontwikkeld webportal dat bereikbaar is via www.snn.nl.
Artikel 13 Subsidieverplichtingen
Bij de subsidieverlening worden in elk geval de volgende verplichtingen opgelegd:
Binnen drie weken na de bekendmaking van het besluit tot subsidieverlening wordt de subsidie voor 100% bevoorschot.
Artikel 15 Wijzigings- of intrekkingsgronden
De subsidie kan onverminderd het bepaalde in artikel 4:48 van de Algemene wet bestuursrecht worden ingetrokken of ten nadele van de subsidieontvanger worden gewijzigd, indien:
De subsidieontvanger dient uiterlijk vier weken na afloop van het project een verzoek tot subsidievaststelling in.
De MIT-Haalbaarheid 2022 sluit aan op de bestuurlijke keuze om het innovatiebeleid te richten op een viertal thematische missies, op ondersteunende sleuteltechnologieën en op maatschappelijk verdienvermogen. Deze aanpak is vastgesteld door het kabinet en is in grote lijnen overgenomen door alle provincies in hun economisch beleid en/of de Research and Innovation Strategies for Smart Specialisation (Regionale innovatiestrategieën; RIS3). Op nationaal niveau zijn de missies en de aanpak voor Sleuteltechnologieën door de topsectoren uitgewerkt in een zestal Kennis- en Innovatie-Agenda’s (KIA’s). In november 2019 zijn deze agenda’s geconcretiseerd in het Kennis- en Innovatieconvenant (KIC), dat ook is ondertekend door de provincies:
https://www.topsectoren.nl/binaries/topsectoren/documenten/kamerstukken/2019/november/12-11-19/kic-2020-2023/Kennis--en-Innovatieconvenant-2020-2023.pdf
Missies & sleuteltechnologieën in de verschillende instrumenten binnen de MIT
Voor de haalbaarheidsprojecten binnen de regeling voor 2022 geeft u in het aanvraagformulier aan op welke KIA het uiteindelijk te ontwikkelen product, proces of dienst is gericht, met een bondige toelichting. Voor de KIA Sleuteltechnologieën dient te worden toegelicht welke sleuteltechnologie wordt doorontwikkeld of wordt ondersteund in de implementatie, voor de KIA Verdienvermogen dient te worden toegelicht op welke wijze aan de gewenste versnelling en opschaling van innovaties wordt bijgedragen en op welke KIA 1/5 het project van toepassing is.
Relevantie voor MKB en MKB-innovaties
Missies omvatten een breed scala aan veranderingen en aanpassingen in ons dagelijks leven en ons patroon van produceren en consumeren. Zoals ook in de voorwaarden is aangegeven is de regeling gericht op het stimuleren van technologische innovaties. Onderstaande opsommingen bevatten deels concrete vraagstukken binnen elk van de missies waarvoor technologische innovaties evident een bijdrage kunnen leveren. Andere vraagstukken beschrijven de noodzaak tot systeemveranderingen, een andersoortige aanpak of ander gedrag. Technologische innovaties zullen daar veelal een deeloplossing brengen of de veranderingen ondersteunen. Duidelijk moge zijn dat alleen subsidie wordt verstrekt voor het onderzoeken van de haalbaarheid van een innovatie, met het bijbehorende innovatierisico, en niet voor het toepassen van een innovatieve werkwijze of een innovatief product in bijvoorbeeld het agrarisch bedrijf, in het stedelijk gebied, rivieren en zeeën of in de zorg.
Aansluiting op bestaande kennis en op onderzoeksagenda’s
Waar een innovatie is gericht op de missiethema’s zijn er geen verplichtingen ten aanzien van het gebruik van (sleutel)technologieën; de innovativiteit en de economische potentie zijn in dat opzicht doorslaggevend. Om vernieuwend en competitief te zijn is het in het algemeen relevant hoogwaardige actuele kennis en kunde in uw innovatie te benutten en/of te combineren. Om competitief te blijven is het een voordeel om aansluiting te (kunnen) vinden op verdere ontwikkeling van die kennis en kunde in eigen land of regio. Om die reden is het advies om goed kennis te nemen van recent binnen de topsectoren en KIA’s ontwikkelde kennis respectievelijk van lopende onderzoeksprogramma’s en -projecten.
Waar uw innovatie is gericht op doorontwikkeling of ondersteuning van de implementatie van een sleuteltechnologie, wordt verwezen naar de opsomming van sleuteltechnologieën in KIA 5 en de nadere informatie daar.
Op aanvragen is de Algemene subsidieregeling SNN 2019 (ASR SNN 2019) van toepassing. Daarin zijn onder andere weigeringsgronden opgenomen. Ook is daarin opgenomen dat, wanneer de aanvrager (met toepassing van artikel 4:5 van de Awb) in de gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvulling is ontvangen, als datum van ontvangst geldt met betrekking tot de verdeling van het subsidieplafond.
De subsidieontvanger heeft een meldings- en mededelingsplicht. In artikel 2.5 van de ASR SNN 2019 is opgenomen wanneer de subsidieontvanger een schriftelijke melding dient te doen aan het dagelijks bestuur SNN.
Haalbaarheidsstudie: definitie conform de Algemene groepsvrijstellingsverordening artikel 2, lid 87, luidend: Het onderzoek en de analyse van het potentieel van het project, met als doel de besluitvorming te ondersteunen door objectief en rationeel de sterke en de zwakke punten van een project, de kansen en risico’s in kaart te brengen, waarbij ook wordt aangegeven welke middelen nodig zijn om het project te kunnen doorvoeren en wat uiteindelijk de slaagkansen zijn.
Bij een haalbaarheidsstudie kunt u bijvoorbeeld denken aan:
Aan natuurlijke personen kan geen subsidie worden verleend.
Forfaitair uurtarief en indirecte kosten
Het forfaitaire uurtarief van € 60,-- bestaat uit een basis uurtarief van € 40,-- met een opslag van 50% voor de indirecte kosten. Dit betekent dat de indirecte kosten die verdisconteerd zijn in het forfaitaire tarief niet afzonderlijk gedeclareerd kunnen worden, omdat deze kosten dan tweemaal gesubsidieerd zouden worden.
De kosten van administratief personeel dat wordt ingezet voor het project mogen niet worden opgevoerd als personeelskosten met een forfaitair uurtarief voor € 60,--. Omdat deze kosten niet rechtstreeks uit het project voortvloeien zijn dergelijke kosten verdisconteerd in de toeslag op het forfaitair uurtarief.
Inhoudelijk projectmanagement door eigen personeel valt onder de personeelskosten. Kosten van een directeur die incidenteel projectmanagement doet dat niet inhoudelijk van aard is valt hier niet onder. Dergelijke kosten vallen onder de opslag voor de overheadkosten die zijn verdisconteerd in de toeslag op het forfaitair uurtarief.
Huurkosten voor gebouwen en apparatuur die voor de reguliere activiteiten wordt gebruikt is niet subsidiabel. Deze kosten vloeien niet rechtstreeks voort uit het project. Dergelijke indirecte bedrijfskosten zijn verwerkt in de 50% opslag van het forfaitaire uurtarief van € 60,--.
Reis- en verblijfkosten van het personeel zijn verwerkt in de 50% opslag voor de indirecte kosten van het forfaitaire uurtarief van € 60,--.
Kosten die rechtstreeks uit het project voortvloeien
Huurkosten van bedrijfsruimte en apparatuur die specifiek voor de uitvoering van het project worden gehuurd, worden aangemerkt als kosten die rechtstreeks voortvloeien uit het project.
Onder kosten voor consultancy en gelijkwaardige diensten die uitsluitend voor het project worden gemaakt vallen niet accountantskosten. Ook kosten voor het inschakelen van derden die advies geven om te voldoen aan wet- en regelgeving om producten en diensten op de markt te brengen vallen hier niet onder.
In artikel 2.4 van de ASR SNN 2019 is opgenomen welke kosten niet subsidiabel zijn.
Hieronder een aantal voorbeelden van kosten die in geen enkel geval subsidiabel zijn:
Deze opsomming is niet limitatief.
Indien er sprake is van het inschakelen van een adviesorganisatie, dient deze onafhankelijk te zijn van de aanvragende onderneming. In dat kader wordt onder andere in de volgende situaties geoordeeld dat er geen sprake is van onafhankelijkheid:
Deze opsomming is niet limitatief.
Onder ondersteunend personeel wordt niet verstaan: stagiairs. De uren van stagiairs die meewerken aan het haalbaarheidsonderzoek komen niet in aanmerking voor subsidie.
Steunmaatregelen die onder een de-minimisverordening vallen, worden geacht het handelsverkeer tussen de lidstaten niet ongunstig te beïnvloeden en de mededinging niet te vervalsen of dreigen te vervalsen. Zulke maatregelen voldoen hierdoor niet aan alle cumulatieve criteria van het staatssteunverbod (artikel 107, lid 1 VWEU) en leveren derhalve geen staatssteun op.
Om overschrijding van het de-minimisplafond te voorkomen, moet de aanvrager een de-minimisverklaring overleggen bij de aanvraag. Hierin moet de aanvrager alle steun aan de-minimis opgeven die over de twee voorgaande belastingjaren en in het lopende belastingjaar is verstrekt. Onder de reguliere de-minimisverordening kan aan aanvragers tot € 200.000,-- aan steun verstrekt worden zonder dat er sprake is van staatssteun. Dit bedrag (steunplafond) geldt voor alle ondernemingen samen in het verband van ondernemingen over een periode van drie belastingjaren.
Ten aanzien van aanvragers die voor rekening van derden goederenvervoer over de weg verrichten, geldt hierbij een steunplafond van € 100.000,--.
Het steunplafond voor maatregelen onder de landbouw de-minimisverordening, dat geldt ten aanzien van aanvragers die actief zijn in de primaire productie van landbouwproducten, bedraagt over drie belastingjaren € 20.000,--.
Onder het aangaan van verplichtingen wordt bijvoorbeeld verstaan het (mondeling) bevestigen van een opdracht aan een deskundige of een ondertekening voor akkoord van een offerte. Indien een verplichting is aangegaan vóór ontvangst van de aanvraag wordt géén subsidie verleend. In het geval er voor een deel van de opgevoerde projectkosten de verplichting vóór ontvangst van de aanvraag is aangegaan, dan zal de gehele aanvraag worden afgewezen.
Uit het projectplan moet blijken op welke wijze er in het project onderzoek wordt gedaan naar het economisch perspectief van het beoogde te ontwikkelen innovatief product, innovatief productieproces of innovatieve dienst. Dit moet blijken uit concrete en realistische economische haalbaarheidsvragen.
Het is niet de bedoeling dat aan een mkb-onderneming vaker dan één keer per kalenderjaar subsidie wordt verstrekt op grond van deze regeling. Meerdere rechtspersonen kunnen in dit verband als één onderneming worden gezien. Voor het begrip onderneming wordt gekeken hoe de onderneming economisch opereert.
Indien meerdere rechtspersonen nauw met elkaar verweven zijn, worden deze gezien als één onderneming. Daarbij kan gedacht worden aan het opereren op dezelfde economische markt en het hebben van stemrechten, dan wel aandelen in elkaar.
De samenvattingen van de projecten zijn bedoeld om inzicht te krijgen in de projecten en vraagstukken waarvoor subsidie wordt aangevraagd. De samenvatting wordt gepubliceerd in een database op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RvO.nl).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2022-3972.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.