Negentiende wijziging Subsidieregeling provinciaal milieu- en waterplan Noord-Brabant

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling provinciaal milieu- en waterplan Noord-Brabant te wijzigen teneinde een verplichting opgenomen in de paragrafen 1 en 2 van die regeling te schrappen;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel I Wijziging Subsidieregeling provinciaal milieu- en waterplan Noord-Brabant

De Subsidieregeling provinciaal milieu- en waterplan Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

 

Artikel 1.12 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het tweede lid vervalt “als bedoeld in artikel 1.4, onder a tot en met d,”.

  • 2.

    Het derde lid vervalt.

B.

 

In artikel 2.13, tweede lid, vervalt “, mits hij uiterlijk 31 december 2021 alle juridische en financiële verplichtingen met betrekking tot het project aangaat”.

Artikel II Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2017.

’s-Hertogenbosch, 22 maart 2022

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Toelichting behorende bij de Negentiende wijziging Subsidieregeling provinciaal milieu- en waterplan Noord-Brabant

Artikel I (Wijziging Subsidieregeling provinciaal milieu- en waterplan Noord-Brabant)

 

Onder A en B (artikel 1.12 en 2.13)

 

De in het derde, respectievelijk tweede, lid opgenomen verplichting dat de financiële en juridische verplichtingen uiterlijk 31 december 2021 moeten zijn aangegaan, bij uitstel van de termijn tot uiterlijk 31 december 2022, is komen te vervallen. Deze verplichting was in de regeling opgenomen om ervoor te zorgen dat die projecten ook daadwerkelijk in 2022, zonder verdere uitloop, zouden worden afgerond. Dit was nodig om de afspraken van de Bestuursovereenkomst Zoetwatervoorziening Hoge Zandgronden voor de planperiode 2016-2021 waar te maken. Omdat een deel van de financiering van deze maatregelen afkomstig is uit het nationale Deltafonds, vindt in het Bestuurlijk Platform Zoetwater (BPZ) afstemming plaats over de voortgang van de bestedingen.

Gebleken is dat de voorbereiding van een aantal projecten in 2021 is vertraagd, met name als gevolg van de Coronacrisis, waardoor aan de verplichting dat de financiële en juridische verplichtingen uiterlijk 31 december 2021 moeten zijn aangegaan, niet kan worden voldaan.

Besloten is die verplichting te laten vervallen teneinde de volledige uitvoering van de projectactiviteiten zo veel mogelijk te faciliteren. Hierover heeft afstemming plaatsgevonden met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

 

de secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

 

Naar boven