Wijziging Regeling POP3 subsidies provincie Overijssel

Gedeputeerde Staten van Overijssel,

 

BESLUITEN

 

De technisch/redactionele herziening van de Regeling POP3 subsidies provincie Overijssel goed te keuren.

De Regeling POP 3 subsidies provincie Overijssel als volgt te wijzigen:

 

Hoofdstuk 2 LEADER

 

Aan Artikel 2.1.1 Algemeen wordt onder lid 1 na b onderstaande c toegevoegd:

 

Onderstaande tekst wordt ingevoegd achter Artikel 2.4.7 Puntenmethodiek.

 

2.5 Regeling voorbereiding voor het oprichten van een Plaatselijke actiegroep en het opstellen van een LOS

 

Artikel 2.5.1 Subsidiabele activiteit

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op:

 

  • a.

    het vormen van een Plaatselijke actiegroep in het kader van LEADER, zoals opgenomen in VO (EU) 2021/1060 voor de periode 2023 tot en met 2027; en

  • b.

    het schrijven van een LOS in het kader van LEADER, zoals opgenomen in VO (EU) 2021/1060 voor de periode 2023 tot en met 2027.

Artikel 2.5.2 Aanvraag

De aanvraag voor subsidie, bedoeld in artikel 2.5.1, wordt gedaan met gebruikmaking van het op de website van de provincie Overijssel beschikbaar gestelde digitale aanvraagformulier en gaat vergezeld van een document waarin het onder a tot en met k genoemde is opgenomen:

 

  • a.

    een afbakening van het beoogde gebied;

  • b.

    een omschrijving van de visie voor het gebied;

  • c.

    een omschrijving van de beoogde meerwaarde van de LEADER werkwijze aan de visie voor het gebied;

  • d.

    een omschrijving van de aansluiting van de thema’s in de visie voor het gebied op de doelen van het NSP, zoals genoemd in artikel 2.5.6, eerste lid, onder c;

  • e.

    indien van toepassing een omschrijving van de aansluiting van de thema’s in de visie voor het gebied op de doelen, zoals genoemd in artikel 2.5.6, tweede lid;

  • f.

    een omschrijving van de beoogde aansluiting van de visie op het beleid van provincie en gemeente of waterschap;

  • g.

    een overzicht van het netwerk van de aanvrager;

  • h.

    een intentieverklaring van de beoogde deelnemende partijen aan de beoogde Plaatselijke actiegroep en in hoeverre deze al samenwerken;

  • i.

    een overzicht van de beoogde initiatieven;

  • j.

    een procesplan waarmee aangetoond wordt dat de aanvrager in staat is tot het oprichten van een Plaatselijke actiegroep en het opstellen van een LOS;

  • k.

    een planning en onderbouwde begroting van de activiteiten.

Artikel 2.5.3 Subsidiabele kosten

  • 1.

    In afwijking van artikel 1.12 lid 1 zijn enkel de kosten genoemd onder b van dit artikel subsidiabel.

  • 2.

    In afwijking van artikel 1.12 lid 2 zijn de kosten genoemd onder lid 1 subsidiabel vanaf 1 januari 2022.

Artikel 2.5.4 Hoogte subsidie

De subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.5.1 bedraagt 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 30.000,-.

 

Artikel 2.5.5 Samenstelling subsidieplafond

In afwijking van artikel 1.4 lid 2 bestaat de in deze regeling opgenomen subsidie voor 100% uit provinciale middelen.

 

Artikel 2.5.6 Criteria

  • 1.

    Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.5.1 in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende criteria:

     

    • a.

      de activiteit heeft betrekking op één van de volgende gebieden:

       

      • i.

        Noord Overijssel;

      • ii.

        Noordoost Twente;

      • iii.

        Salland;

      • iv.

        Zuidwest Twente;

    • b.

      kernen met meer dan 30.000 inwoners maken geen onderdeel uit van de op te stellen LOS;

    • c.

      de LOS heeft betrekking op een of meer van de volgende doelen van het NSP:

       

      • i.

        het bijdragen tot matiging van en aanpassing aan klimaatverandering, onder meer door de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen en meer koolstof vast te leggen, en duurzame energie te bevorderen;

      • ii.

        het bevorderen van de duurzame ontwikkeling en het efficiënte beheer van natuurlijke hulpbronnen zoals water, bodem en lucht, onder meer door de afhankelijkheid van chemische middelen te verkleinen;

      • iii.

        het bijdragen tot het tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies, tot versterking van ecosysteemdiensten en tot de instandhouding van habitats en landschappen;

      • iv.

        het bevorderen van de werkgelegenheid, groei, gendergelijkheid, waaronder deelname van vrouwen in het boerenbedrijf, sociale inclusie en lokale ontwikkeling in plattelandsgebieden, ook in de circulaire bio-economie en de duurzame bosbouw.

  • 2.

    Indien de LOS betrekking heeft op het in eerste lid sub c onder iv genoemde doel, dan dient deze ook betrekking te hebben op een of meer van de volgende doelen:

     

    • a.

      het stimuleren van een aantrekkelijk platteland voor wonen en recreëren;

    • b.

      het creëren van een aantrekkelijk ondernemers- en werkklimaat voor een divers palet aan passende agrarische en niet-agrarische bedrijven of activiteiten;

    • c.

      het verbeteren van de positie van de landbouwers in de waardeketen.

Artikel 2.5.7 Rangschikking

  • 1.

    Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen worden beoordeeld op basis van de volgende criteria:

     

    • a.

      de diversiteit van beoogde deelnemende partijen aan de beoogde Plaatselijke actiegroep waarmee aangetoond kan worden dat er voldoende draagvlak is voor deelname aan LEADER in het NSP;

    • b.

      de kwaliteit van het procesplan waarmee aangetoond kan worden dat de aanvrager in staat is tot het opstellen van een LOS en het oprichten van een Plaatselijke actiegroep;

    • c.

      de mate waarin de thema’s uit de aangedragen visie bijdragen aan de doelen, zoals genoemd in artikel 2.5.6 eerste lid, onder c, en het tweede lid;

    • d.

      de mate waarin de thema’s uit de aangedragen visie bijdragen aan de doelen van provincie en gemeente of waterschap.

  • 2.

    Het totaal aantal benodigde punten voor subsidiëring van de activiteit bedraagt minimaal 8, waarbij voor alle criteria een minimale score van 1 punt is vereist.

  • 3.

    Het totaal aantal punten wordt berekend door de som te nemen van de punten behaald voor ieder afzonderlijk selectiecriterium zoals genoemd in de scoretabel onder a tot en met d, waarbij in afwijking van artikel 1.15a lid 2 per beoordelingscriterium maximaal 3 punten kan worden behaald.

  • 4.

    In afwijking artikel 1.15a lid 3 wordt per criterium geen wegingsfactor toegepast.

  • 5.

    De aanvragen voor subsidie worden gerangschikt op basis van het behaald aantal punten, waarbij subsidie wordt verleend tot dat het subsidieplafond is bereikt.

  • 6.

    Indien 2 of meer aanvragen een gelijk aantal punten hebben verkregen en hun plaats in de rangschikking zodanig is dat de som van de toe te kennen maximale subsidie het subsidieplafond overstijgt, wordt door middel van loting bepaald welke aanvraag als eerste wordt gehonoreerd.

     

    Scoretabel

     

    Selectiecriterium

    Te behalen punten

    Te behalen minimumscore

    a

    Diversiteit van beoogde deelnemende partijen

    0 - 3

    Ten minste 1 punt per criterium en minimaal 8 punten van de maximaal 12 punten

    b

    Kwaliteit van het procesplan

    0 – 3

    c

    Mate waarin thema’s bijdragen aan de NSP doelen

    0 – 3

    d

    Mate waarin thema’s bijdragen aan de doelen van provincie, gemeente of waterschap

    0 - 3

Toelichting

 

In Overijssel is ervoor gekozen om LEADER in het NSP in te zetten in 4 gebieden: Noord Overijssel, Noordoost Twente, Salland en Zuidwest Twente.

 

De doelen voor deze gebieden komen overeen met de doelen op gebied van plattelandsontwikkeling, klimaat, milieu, water en biodiversiteit, die met LEADER op een integrale wijze bereikt kunnen worden.

 

Zo wordt LEADER ingezet in de gebieden waar de provincie de grootste opgaven heeft. In de verwachting dat de prioritaire landbouwgebieden ook in het National Plan Landelijk Gebied (NPLG) als belangrijk worden beschouwd, kan het mogelijk zijn om middelen uit het NPLG te koppelen aan het LEADER instrument.

 

De LOS dient betrekking te hebben op de volgende doelen van het NSP:

 

  • Klimaat

Het bijdragen tot matiging van en aanpassing aan klimaatverandering, onder meer door de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen en meer koolstof vast te leggen, en duurzame energie te bevorderen.

 

  • Bodem en water

Het bevorderen van de duurzame ontwikkeling en het efficiënte beheer van natuurlijke hulpbronnen zoals water, bodem en lucht, onder meer door de afhankelijkheid van chemische middelen te verkleinen.

 

  • Biodiversiteit

Het bijdragen tot het tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies, tot versterking van ecosysteemdiensten en tot de instandhouding van habitats en landschappen.

 

  • Plattelandsontwikkeling

Het bevorderen van de werkgelegenheid, groei, gendergelijkheid, waaronder deelname van vrouwen in het boerenbedrijf, sociale inclusie en lokale ontwikkeling in plattelandsgebieden, ook in de circulaire bio-economie en de duurzame bosbouw.

 

Indien de LOS betrekking heeft op het doel Plattelandsontwikkeling, dan dient deze ook betrekking te hebben op een of meer van de volgende doelen:

 

  • het stimuleren van een aantrekkelijk platteland voor wonen en recreëren;

  • het creëren van een aantrekkelijk ondernemers- en werkklimaat voor een divers palet aan passende agrarische en niet-agrarische bedrijven of activiteiten; of

  • het verbeteren van de positie van de landbouwers in de waardeketen.

De aanvraag dient voldoende punten te halen op de beoordelingscriteria. Aanvragen worden beoordeeld op het beoogde netwerk en daarmee het draagvlak voor de LEADER werkwijze in het gebied, de kwaliteit van de aanpak en de mate waarin de visie van de groep aansluit bij de doelstellingen van het NSP, de provincie en de gemeente of het waterschap.

 

a Diversiteit van beoogde deelnemende partijen

 

Score

 

0 punten: Zeer slecht tot slecht

 

Het project scoort 0 punten wanneer de diversiteit van de beoogde deelnemende partijen in het betreffende gebied zeer gering tot gering is. Bijvoorbeeld wanneer in een gebied met zeer veel diversiteit in belangengroepen slechts twee of drie belangengroepen deelnemen.

 

1 punt: Matig tot voldoende

 

Het project scoort 1 punt wanneer de diversiteit van de beoogde deelnemende partijen in het betreffende gebied matig tot voldoende is. Bijvoorbeeld wanneer in een gebied met zeer veel diversiteit in belangengroepen minder dan de helft van de belangengroepen deelneemt.

 

2 punten: Ruim voldoende tot goed

 

Het project scoort 2 punten wanneer de diversiteit van de beoogde deelnemende partijen in het betreffende gebied ruim voldoende tot goed is. Bijvoorbeeld wanneer in een gebied met zeer veel diversiteit in belangengroepen iets meer dan de helft van de belangengroepen deelneemt.

 

3 punten: Zeer goed tot uitmuntend

 

Het project scoort 3 punten wanneer de diversiteit van de beoogde deelnemende partijen in het betreffende gebied ruim zeer goed tot uitmuntend is. Bijvoorbeeld wanneer in een gebied met zeer veel diversiteit in belangengroepen bijna alle belangengroepen deelnemen.

 

b Kwaliteit van het procesplan

 

Score

 

0 punten: Zeer slecht tot slecht

 

Het project scoort 0 punten wanneer de kwaliteit van het procesplan waarmee aangetoond kan worden dat de aanvrager in staat is tot het opstellen van een LOS en het oprichten van een Plaatselijke actiegroep van zeer slechte tot slechte kwaliteit is. Bijvoorbeeld wanneer het procesplan niet of zeer summier ingaat op de wijze waarop het gebied wordt betrokken en de belangen van het gebied worden bediend.

 

1 punt: Matig tot voldoende

 

Het project scoort 1 punt wanneer de kwaliteit van het procesplan waarmee aangetoond kan worden dat de aanvrager in staat is tot het opstellen van een LOS en het oprichten van een Plaatselijke actiegroep van matige tot voldoende kwaliteit is. Bijvoorbeeld wanneer in het procesplan alleen op hoofdlijnen schetst op welke wijze wordt ingegaan op de wijze waarop het gebied wordt betrokken en de belangen van het gebied worden bediend.

 

2 punten: Ruim voldoende tot goed

 

Het project scoort 2 punten wanneer de kwaliteit van het procesplan waarmee aangetoond kan worden dat de aanvrager in staat is tot het opstellen van een LOS en het oprichten van een Plaatselijke actiegroep van ruim voldoende tot goede kwaliteit is. Bijvoorbeeld wanneer in het procesplan aan de hand van stappen wordt geschetst op welke wijze het gebied wordt betrokken en de belangen van het gebied worden bediend.

 

3 punten: Zeer goed tot uitmuntend

 

Het project scoort 3 punten wanneer de kwaliteit van het procesplan waarmee aangetoond kan worden dat de aanvrager in staat is tot het opstellen van een LOS en het oprichten van een Plaatselijke actiegroep van zeer goede tot uitmuntende kwaliteit is. Bijvoorbeeld wanneer in het procesplan een uitgewerkt stappenplan is opgenomen waarin duidelijk wordt op welke wijze het gebied wordt betrokken en de belangen van het gebied worden bediend.

 

c Mate waarin thema’s bijdragen aan de NSP doelen

 

Score

 

0 punten: Zeer slecht tot slecht

 

Het project scoort 0 punten wanneer het in zeer geringe tot geringe mate bijdraagt aan de NSP doelen. Bijvoorbeeld wanneer van geen of slechts één van de thema’s is beschreven op welke wijze deze bijdraagt aan slechts één NSP doel.

 

1 punt: Matig tot voldoende

 

Het project scoort 1 punt wanneer het in matige tot voldoende mate bijdraagt aan de NSP doelen. Bijvoorbeeld wanneer wordt beschreven op welke wijze enkele van de genoemde thema’s bijdragen aan ten minste twee NSP doelen.

 

2 punten: Ruim voldoende tot goed

 

Het project scoort 2 punten wanneer het in ruim voldoende tot goede mate bijdraagt aan de NSP doelen. Bijvoorbeeld wanneer wordt beschreven op welke wijze de meerderheid van de genoemde thema’s bijdraagt aan ten minste drie doelen.

 

3 punten: Zeer goed tot uitmuntend

 

Het project scoort 3 punten wanneer het in zeer goede tot uitmunde mate bijdraagt aan de NSP doelen. Bijvoorbeeld wanneer alle genoemde thema’s in belangrijke mate bijdragen aan ten minste drie NSP doelen, waarbij ook een bijdrage wordt beschreven aan het vierde NSP doel

 

d Mate waarin thema’s bijdragen aan de doelen van provincie, gemeente of waterschap

 

Score

 

0 punten: Zeer slecht tot slecht

 

Het project scoort 0 punten wanneer de bijdrage aan de doelen van provincie en gemeente of waterschap zeer slecht tot slecht is. Bijvoorbeeld wanneer van geen of slechts één van de thema’s is beschreven op welke wijze deze bijdraagt aan de doelen van provincie en gemeente of waterschap.

 

1 punt: Matig tot voldoende

 

Het project scoort 1 punt wanneer de bijdrage aan de doelen van provincie en gemeente of matig tot voldoende is. Bijvoorbeeld wanneer wordt beschreven op welke wijze enkele van de genoemde thema’s bijdragen aan de doelen van provincie en gemeente of waterschap.

 

2 punten: Ruim voldoende tot goed

 

Het project scoort 2 punten wanneer de bijdrage aan de doelen van provincie en gemeente of waterschap ruim voldoende tot goed is. Bijvoorbeeld wanneer wordt beschreven op welke wijze de meerderheid van de genoemde thema’s bijdraagt aan de doelen van provincie en gemeente of waterschap.

 

3 punten: Zeer goed tot uitmuntend

 

Het project scoort 0 punten wanneer de bijdrage aan de doelen van provincie en gemeente of waterschap zeer goed tot uitmuntend is. Bijvoorbeeld wanneer alle genoemde thema’s bijdragen aan de doelen van provincie en gemeente of waterschap.

 

Artikel 2.5.8 Verplichtingen

In afwijking van artikel 1.17 heeft de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

 

  • a.

    de activiteiten worden gerealiseerd voor 1 januari 2023;

  • b.

    de subsidieontvanger vormt een Plaatselijke actiegroep waarbij ten minste 51% van de leden met een besluitvormende stem niet tot een belangengroep behoort;

  • c.

    de LOS wordt ingediend bij de Open Call voor nieuwe LEADER gebieden in het NSP ten behoeve van de selectie van de LEADER-gebieden voor de periode 2023-2027.

Dit besluit treedt in werking 1 dag na publicatie van dit provinciaal blad.

Gedeputeerde Staten voornoemd.

Naar boven