Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
PZH-2021-795361293/DOS-2021-0008211
Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland tot het vaststellen van de gewijzigde grenzen van de bebouwde kom Wegenwet in de gemeente Barendrecht.
gelezen het verzoek van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Barendrecht, d.d. 30 november 2021, nr. 428504, tot vaststelling van de gewijzigde grenzen van de bebouwde kom van de gemeente Barendrecht, op grond van de Wegenwet;
overwegende, dat de raad van de gemeente Barendrecht, in haar vergadering van 30 januari 2018, nr. 1300421 op grond van het gestelde in artikel 20a van de Wegenverkeerswet, heeft besloten tot het vaststellen van de gewijzigde grenzen van de bebouwde kom in de gemeente Barendrecht;
dat de gemeente Barendrecht sinds de vorige actualisatie van haar bebouwde komgrenzen laatstelijk vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d. 18 december 2000 doorgegroeid is qua ruimtelijke ontwikkeling;
dat het bovenstaande leidt tot een nieuwe wenselijke herziening van de bebouwde komgrensbepaling;
dat het genoemde raadsbesluit verband houdt met het opstellen van een nieuwe wegenlegger;
dat ingevolge het bepaalde in artikel 27, 2e lid, van de Wegenwet, het college van Gedeputeerde Staten de grenzen van de bebouwde kom dient vast te stellen, voor de toepassing van die wet;
dat bij hun besluit van 14 september 1999, kenmerk DEV/140379/1, voor de toepassing van de Wegenwet de grenzen van de bebouwde kommen van Barendrecht, Heerjansdam en Reijerwaard zijn vastgesteld;
dat onder intrekking van het ter zake bestaande besluit geen overwegende bezwaren bestaan om aan het verzoek van de gemeente Barendrecht te voldoen;
gelet op de Wegenwet en het bepaalde in het ambtelijk mandaatbesluit voor de provinciale organisatie 2021, is deze bevoegdheid door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gemandateerd aan het hoofd van de eenheid Juridische Expertise en Handhaving;