Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
PZH-2021-795352287/ DOS-2021-0008216
Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland tot het vaststellen van de gewijzigde grenzen van de bebouwde kom Wegenwet in de gemeente Ridderkerk.
gelezen het verzoek van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Ridderkerk, d.d. 30 november 2021, nr. 428509, tot vaststelling van de gewijzigde grenzen van de bebouwde kom van de gemeente Ridderkerk, op grond van de Wegenwet;
overwegende, dat de raad van de gemeente Ridderkerk, in haar vergadering van 22 februari 2018, nummer 1302566 en in haar vergadering van 2 juli 2020, zaaknummer 151166 op grond van het gestelde in artikel 20a van de Wegenverkeerswet, heeft besloten tot het vaststellen van de gewijzigde grenzen van de bebouwde kom in Ridderkerk;
dat de gemeente Ridderkerk sinds de vorige actualisatie van haar bebouwde komgrenzen doorgegroeid is qua ruimtelijke ontwikkeling;
dat het bovenstaande leidt tot een nieuwe noodzakelijke herziening van diverse bebouwde komgrenzen;
dat genoemde raadsbesluit verband houden met het opstellen van een nieuwe wegenlegger;
dat ingevolge het bepaalde in artikel 27, 2e lid , van de Wegenwet, het college van Gedeputeerde Staten de grenzen van de bebouwde kom dient vast te stellen, voor de toepassing van die wet;
dat bij hun besluit van 21 augustus 1990, kenmerk VV-11876/9521/1, voor de toepassing van de Wegenwet de grenzen van de bebouwde kommen van Ridderkerk zijn vastgesteld;
dat onder intrekking van het ter zake bestaande besluit geen overwegende bezwaren bestaan om aan het verzoek van de gemeente Ridderkerk te voldoen;
gelet op de Wegenwet en het bepaalde in het ambtelijk mandaatbesluit voor de provinciale organisatie 2021, is deze bevoegdheid door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gemandateerd aan het hoofd van de eenheid Juridische Expertise en Handhaving;