Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 15 februari 2022, nr 8242AA87, tot wijziging van de Uitvoeringsverordening subsidie Cultuur en Erfgoed provincie Utrecht 2020-2023

Gedeputeerde staten van Utrecht;

 

Gelet op de artikelen 4, 6 en 33 van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;

 

Overwegende dat het wenselijk is de Uitvoeringsverordening subsidie Cultuur en Erfgoed provincie Utrecht 2020-2023 te wijzigen omdat de bestaande regeling voor subsidies op het gebied van kwaliteit van de leefomgeving, museumbeleid, de Neder-Germaanse Limes en talentontwikkeling ontoereikend is;

Besluiten:

Artikel I

De Uitvoeringsverordening subsidie Cultuur en Erfgoed provincie Utrecht 2020-2023 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Artikel 1 komt als volgt te luiden:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

Asv: Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;

 

AGVV: de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (EU), nr. 651/2014 (PB L187, Verordening van de Europese Commissie van 26 juni 2014);

 

Cultuurhistorische Hoofdstructuur: cultuurhistorisch waardevolle ruimtelijke of landschappelijke structuren van door de provincie Utrecht aangewezen agrarisch cultuurlandschap, historische buitenplaatszones, militair erfgoed, historische infrastructuur en archeologische zones;

 

Cultuur- en erfgoedprogramma 2020-2023: het cultuur- en erfgoedprogramma dat provinciale staten op 3 juni 2020 hebben vastgesteld, https://www.provincie-utrecht.nl/onderwerpen/cultuur-en-erfgoed;

 

Digitale continuïteit: projecten zijn gedurende de looptijd van het project, en daarna, digitaal en online beschikbaar met het doel het verbeteren van de zichtbaarheid, bruikbaarheid en houdbaarheid van erfgoed. Daarmee zorgen we voor een grotere maatschappelijke meerwaarde van ons erfgoed en krijgen de gebruikers ervan een betere en rijkere ervaring;

 

Erfgoedthema’s: de belangrijke ‘Utrechtse erfgoedkwaliteiten’: archeologie, historische buitenplaatszones, militair erfgoed, agrarisch cultuurlandschap en historische wegen;

 

Erfgoed Deal: convenant tussen de landelijke overheid, lagere overheden en maatschappelijke organisaties actief in de ruimtelijke ordening en erfgoedzorg, https://www.erfgoeddeal.nl/;

 

Neder-Germaanse Limes (verkort: Limes): geografische structuur opgebouwd uit aangetoonde en verwachte archeologische vindplaatsen die in de Romeinse tijd onderdeel uitmaakten van het grenssysteem van het Romeinse Rijk;

 

Projecten Uitvoeringsprogramma Erfgoed Deal: projecten die zijn opgenomen in één van de door de stuurgroep Erfgoed Deal vastgestelde uitvoeringsprogramma’s. Projecten in het uitvoeringsprogramma Erfgoed Deal sluiten aan bij de doelen en ambities van de Erfgoed Deal. Erfgoed Deal is gericht op de financiering van de meerkosten die ontstaan door erfgoed op te nemen in ruimtelijke transitieopgaven. Gedurende de looptijd van de Erfgoed Deal (tot einde 2022) worden er ieder jaar twee uitvoeringsprogramma’s opgesteld, https://www.erfgoeddeal.nl/;

 

GIS: Geo Informatie Systemen;

 

Maatschappelijke bibliotheek: een laagdrempelige en onmisbare basisvoorziening, waar iedereen kan leren en lezen, en die zich steeds meer verbindt met de samenleving, zoals beschreven in de bibliotheekvisie van 2017 (‘Samen bouwen aan de maatschappelijke bibliotheek’) stelden we vast dat bibliotheken onmisbare voorzieningen zijn in een open en moderne samenleving. Een voorziening die mensen in de gelegenheid stelt zich te ontwikkelen;

 

Partnerorganisaties cultuur en erfgoed: Kunst Centraal, Bibliotheek ServiceCentrum, Landschap Erfgoed Utrecht, Monumentenwacht Utrecht, Utrechts Landschap en Steunpunt Archeologie en Monumenten Utrecht;

 

Productiehuizen: culturele instellingen die het ondersteunen en begeleiden van talentvolle professionele makers als kerntaak hebben;

 

Professionele makers in de culturele sector: professionele makers zijn makers die een opleiding binnen het kunstvakonderwijs hebben afgerond dan wel via beurzen en subsidietoekenningen hebben aangetoond voldoende artistieke kwaliteit te hebben in hun genre en een beroepspraktijk binnen dit genre (in ontwikkeling) hebben;

 

UtrechtAltijd.nl: website en webplatform opgezet en onder redactie van Landschap Erfgoed Utrecht om Utrechts erfgoed makkelijker toegankelijk te maken door verhalen, activiteiten, voorwerpen en plekken om te bezoeken via één provinciebrede ingang aan te bieden in nauwe samenwerking met erfgoedorganisaties in de provincie Utrecht, en met partner-platforms binnen en buiten de provinciegrenzen, UtrechtAltijd.nl;

 

Utrechtse kasteelmusea: kasteelmusea zijn kastelen in de provincie met een museale functie. Kasteelmusea vertellen naast de bewonersgeschiedenis ook de geschiedenis van de omgeving van het kasteel in een museale opstelling, met een kasteelgebonden collectie;

 

Utrechtse streekmusea: streekmusea zijn musea in de provincie Utrecht die beschikken over een unieke streekgebonden Utrechtse erfgoedcollectie. De geschiedenis van de streek en het streekeigene zijn de centrale onderwerpen van het streekmuseum. Hieronder verstaan wij ook de kleine stadsmusea in de provincie Utrecht die als centraal onderwerp de geschiedenis van de stad en de omgeving van de stad hebben.

 

B.

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Onderdeel f komt als volgt te luiden:

    • f.

      het vergroten van het publieksbereik van Utrechts erfgoed;

  • 2.

    Aan artikel 2 worden toegevoegd:

    • g.

      het versterken van de Utrechtse streek- en kasteelmusea;

    • h.

      het zichtbaar en beleefbaar maken van de Neder-Germaanse Limes.

C.

In artikel 4, vierde lid, wordt “€ 215.000” vervangen door € 250.000 en wordt “€ 235.000” vervangen door € 250.000.

 

D.

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het tweede lid, sub b, wordt “wordt uitgevoerd door een samenwerkingsverband van twee of meer culturele instellingen of van een culturele instelling en een partner uit het kunstvakonderwijs” vervangen door: wordt uitgevoerd door een productiehuis op het gebied van professionele talentontwikkeling.

     

  • 2.

    Het vijfde lid, sub b, komt als volgt te luiden:

    • b.

      voor activiteiten in het eerste lid voor 2021 € 150.000;

  • 3.

    In het vijfde lid wordt een nieuw onderdeel c ingevoegd, luidende:

    • c.

      voor activiteiten in het eerste lid voor 2022 en 2023 € 200.000 per jaar.

  • 4.

    In lid 6, sub b, wordt “75%” vervangen door 85%.

E.

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid wordt een nieuw onderdeel d toegevoegd, luidende:

    • d.

      de proceskosten van een ontwerp dat gericht is op het verbinden van cultuur en erfgoed met ruimtelijke ontwikkelingen ter behoud en versterking van omgevingskwaliteit.

  • 2.

    In lid 4 wordt het woord “Subsidie”vervangen door: Activiteiten.

     

  • 3.

    Na het vierde lid wordt een nieuw lid 5 ingevoegd, luidende:

    • 5.

      Activiteiten als bedoeld in het eerste lid, onder d, moeten voldoen aan de volgende criteria:

      • a.

        het project heeft als doel of nevendoel om cultuur en erfgoed te benutten in ontwerpopgaven rondom transities in de leefomgeving;

      • b.

        initiatiefnemer(s) van het project moet(en) bijdragen aan het netwerk Cultuur, Erfgoed en Leefomgeving door:

        • i.

          deel te nemen aan netwerkbijeenkomsten en daarin de stand van zaken te delen over het project, zolang het project nog niet is afgerond;

        • ii.

          onderdeel uit te maken van monitoring en evaluatie van het ontwikkelprogramma Cultuur en Leefomgeving.

  • 4.

    Het huidige vijfde lid wordt hernummerd naar lid 6.

    Aan dit hernummerde zesde lid wordt, onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel c door een puntkomma, een nieuw onderdeel d toegevoegd, luidende:

    • d.

      Bij toepassing van het eerste lid, onder d, aan gemeenten of semi-overheden en verenigingen of stichtingen.

  • 5.

    Het huidige lid 6 wordt hernummerd naar lid 7, en het huidige lid 7 wordt hernummerd naar lid 8.

     

  • 6.

    Aan de aanhef van het hernummerde lid 8 wordt na het woord “bedraagt” toegevoegd: voor het eerste lid, onder a, b en c.

     

  • 7.

    Na het hernummerde lid 8 wordt een nieuw lid 9 ingevoegd, luidende:

    • 9.

      Het subsidieplafond bedraagt voor activiteiten als bedoeld in het eerste lid, sub d, voor 2022 € 50.000.

  • 8.

    Het huidige achtste lid wordt hernummerd naar lid 10.

     

  • 9.

    Het hernummerde tiende lid, onder b, wordt gewijzigd in:

    • b.

      Voor activiteiten als bedoeld in het eerste lid, sub a, b en c, bedraagt de subsidie ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten tot maximaal het tekort op de begroting van het project met een maximum van € 50.000 per project of activiteit; Voor activiteiten als bedoeld in het eerste lid, sub d, bedraagt de subsidie maximaal 80% van de subsidiabele kosten tot maximaal het tekort op de begroting van het project met een maximum van € 15.000 per project of activiteit;

F.

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    De titel van artikel 8 wordt gewijzigd in: Nadere regels voor het vergroten van het publieksbereik van Utrechts erfgoed

     

  • 2.

    Het tweede lid komt als volgt te luiden:

    • 2.

      Subsidie wordt slechts verstrekt als projecten en activiteiten:

      • a.

        aansluiten bij de provinciale erfgoedthema’s uit de Cultuurhistorische Hoofdstructuur;

      • b.

        Utrechts cultureel erfgoed op een vernieuwende manier zichtbaar en beleefbaar maken;

      • c.

        digitale continuïteit in zich dragen;

      • d.

        een samenwerkingscomponent hebben;

      • e.

        een visie hebben om erfgoed te ontsluiten voor de doelgroepen “jongeren” of “mensen met een migratieachtergrond’;

      • f.

        aansluiten bij bestaand gemeentelijk beleid;

      • g.

        bijdragen aan de verwezenlijking van de provinciale doelen op het gebied van recreatie en toerisme;

      • h.

        een bijdrage leveren aan UtrechtAltijd.nl.

G.

Na artikel 8 wordt een nieuw artikel 9 ingevoegd, luidende:

Artikel 9 Nadere regels voor Utrechtse Streek- en Kasteelmusea

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor:

    • a.

      investeringen in een blijvende museale vernieuwing;

    • b.

      projecten gericht op het vergroten van het begrip en de toegankelijkheid van Utrechts erfgoed.

  • 2.

    Subsidie als bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt slechts verstrekt als het gaat om een vernieuwing van de museale opstelling, waarbij de collectie op een vernieuwende manier beleefbaar wordt gemaakt en nieuwe verhalen over de streek en collectie worden verteld, waarmee een nieuw publiek kan worden bereikt

  • 3.

    Subsidie als bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt slechts verstrekt als het gaat om:

    • a.

      projecten gericht op vernieuwing van collectie en presentatie, zijnde:

      • i.

        (gezamenlijke) onderzoeksprojecten naar witte vlekken in de eigen collectie of het Verhaal van Utrecht,

      • ii.

        verzamelprojecten naar nieuw erfgoed, met extra aandacht voor immaterieel erfgoed, of

      • iii.

        activiteitenprogramma’s gericht op nieuwe doelgroepen;

    • b.

      projecten gericht op toegankelijkheid van de collectie en presentatie, zijnde:

      • i.

        fysieke aanpassingen aan het gebouw, zoals een verbreding van de ingang of een verbeterde route met minder obstakels, of;

      • ii.

        ontwikkelen van producten in het gebouw en de tentoonstellingen om deze toegankelijk te maken voor bezoekers met een beperking;

    • c.

      projecten gericht op zichtbaarheid van de collectie en presentatie, zijnde:

      • i.

        ontwikkelen van nieuwe producten om collectie(s) buiten de muren van het museum zichtbaar te maken, zoals QR-codetegels, informatieborden, muurschilderingen, of

      • ii.

        ontwikkeling van diensten en producten binnen het museum waardoor deze een toegangspoort naar de omgeving wordt, een beginpunt waaruit je verder kunt ontdekken.

  • 4.

    Subsidie kan alleen worden verstrekt aan Utrechtse streek- en kasteelmusea.

  • 5.

    Het subsidieplafond bedraagt:

    • a.

      voor activiteiten in het eerste lid, onder a:

      • i.

        voor 2022 € 265.000;

      • ii.

        voor 2023 € 400.000.

    • b.

      voor activiteiten in het eerste lid, onder b: voor de periode 2022 tot en met 2023 jaarlijks € 75.000.

  • 6.

    Voor activiteiten als bedoeld in het eerste lid bedraagt de subsidie ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten tot maximaal het tekort op de begroting van het project.

  • 7.

    Activiteiten als bedoeld in het eerste lid moeten voldoen aan de volgende criteria:

    • a.

      het museum dient voor publiek toegankelijk te zijn,

    • b.

      het museum is minimaal 4 dagen per week geopend,

    • c.

      het museum voldoet zoveel mogelijk aan de richtlijnen opgesteld in de museumnorm 2020,

    • d.

      de aanvrager levert een bijdrage over het project waarvoor de aanvraag ingediend aan UtrechtAltijd.nl.,

    • e.

      het project heeft een digitale component, om zo de online zichtbaarheid van het museum te vergroten en een breder publiek te trekken, en.

    • f.

      het project een samenwerkingscomponent en sluit het aan bij gemeentelijk beleid.

H.

Na het ingevoegde artikel 9 wordt een nieuw artikel 10 ingevoegd, luidende:

Artikel 10 Nadere regels voor het zichtbaar en beleefbaar maken van de Neder-Germaanse Limes

  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten, zijnde:

    • a.

      het plaatsen van informatieborden bij archeologische vindplaatsen die deel uitmaken van de Werelderfgoedsite Neder-Germaanse Limes;

    • b.

      de ondersteuning van regionale en lokale partners bij het uitdragen van het verhaal van de Limes.

  • 2.

    Een subsidie als bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt alleen verstrekt als:

    • a.

      het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd, aansluit bij de huisstijl buitencommunicatie en het interpretatiekader; en

    • b.

      de aanvrager zorg zal dragen voor het beheer en onderhoud van het informatiebord, dan wel de informatieborden, voor een minimale periode van 6 jaar.

  • 3.

    Een subsidie als vermeld in het eerste lid, onder b, wordt slechts verstrekt als het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd:

    • a.

      aansluit bij het merkdocument, het interpretatiekader en de doelstellingen van het managementplan van de Neder-Germaanse Limes;

    • b.

      bijdraagt aan een beter begrip van de Limes als internationale erfgoedstructuur bij bewoners of bezoekers;

    • c.

      een wezenlijke toevoeging is op het bestaande productaanbod;

    • d.

      (digitale) continuïteit in zich draagt; en

    • e.

      plaatsvindt binnen of betrekking heeft op het grondgebied van een of meer van de provincies Gelderland, Utrecht en Zuid-Holland.

  • 4.

    Subsidie als bedoeld in lid 1, onder a, wordt uitsluitend verstrekt aan:

    • a.

      gemeenten;

    • b.

      terreinbeherende organisaties.

  • 5.

    Het subsidieplafond bedraagt:

    • a.

      voor activiteiten in het eerste lid, onder a, € 30.000 per jaar;

    • b.

      voor activiteiten in het eerste lid, onder b, € 45.000 per jaar.

  • 6.

    Voor de hoogte van de subsidie geldt:

    • a.

      een subsidie als bedoeld in het eerste lid,onder a, bedraagt ten hoogste 75% van de subsidiabele kosten;

    • b.

      een subsidie als bedoeld in het eerste lid , onder b, bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten als bedoeld in het eerste lid, met een maximum van € 5.000.

  • 7.

    Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in dit artikel kan doorlopend worden ingediend vanaf 1 mei tot uiterlijk 1 september van ieder jaar, waarbij de verdeling op volgorde van binnenkomst plaatsvindt.

I.

De huidige artikelen 9 tot en met 13 worden achtereenvolgens hernummerd naar artikel 11, artikel 12, artikel 13, artikel 14 en artikel 15.

 

J.

Aan de toelichting wordt de volgende passage toegevoegd:

Artikel 10 Neder-Germaanse Limes

Op 27 juli 2021 is de Neder-Germaanse Limes ingeschreven op de UNESCO Werelderfgoedlijst. De provincies Utrecht, Gelderland en Zuid-Holland zijn gezamenlijk siteholder van dit Werelderfgoed. Dit houdt in dat de provincies samen aan de lat staan om de taken uit te voeren die zijn benoemd in het managementplan dat onderdeel uitmaakt van het nominatiedossier. Om effectief en efficiënt in gezamenlijkheid uitvoering te geven aan deze taken hebben de provincies een centrumregeling op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) getroffen (Centrumregeling Limessamenwerking UNESCO Werelderfgoed). De provincie Utrecht fungeert daarbij als centrumprovincie en voert daarbij een aantal taken voor de gezamenlijke provincies uit. De middelen voor de uitvoering van deze taken worden beschikbaar gesteld door de drie provincies, ieder een gelijk deel. Voor de uitvoering van een deel van de taken uit de centrumregeling, is het gewenst subsidies aan derden te kunnen verstrekken.

 

Voor de toekenning van subsidies worden een aantal kaders gehanteerd die door de Stuurgroep Limes of een voorloper daarvan zijn vastgesteld. Dat zijn de documenten Interpretatiekader, Managementplan Neder-Germaanse Limes, Merkdocument en Huisstijl buitencommunicatie. De meest actuele versie zijn te vinden op de website RomeinseLimes.nl en tevens op de website van de provincie Utrecht.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst, met uitzondering van onderdeel H dat in werking treedt op het moment dat de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022 in werking treedt.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 15 februari 2022.

Gedeputeerde Staten van Utrecht,

Voorzitter,

mr. J.H. Oosters

Secretaris,

mr. drs. A.G. Knol-van Leeuwen

Naar boven