Provinciaal blad van Noord-Brabant
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2022, 2638 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2022, 2638 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 22 februari 2022 tot wijziging van de Subsidieregeling economie, kennis en talentontwikkeling Noord-Brabant 2022 in verband met het toevoegen van twee nieuwe paragrafen teneinde een impuls te geven aan bestaande innovatieve MKB-ondernemingen en innovatieve startups (Eerste wijziging Subsidieregeling economie, kennis en talentontwikkeling Noord-Brabant 2022)
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling economie, kennis en talentontwikkeling Noord-Brabant te wijzigen in verband met het toevoegen van twee nieuwe paragrafen teneinde een impuls te geven aan innovatieve MKB-ondernemingen en innovatieve startups;
Artikel I Wijziging Subsidieregeling economie kennis en talentontwikkeling Noord-Brabant 2022
De Subsidieregeling economie, kennis en talentontwikkeling Noord-Brabant 2022 wordt als volgt gewijzigd:
Onder vernummering van paragraaf 2 tot paragraaf 4 en vernummering van de artikelen 2.1 tot en met 2.4 tot de artikelen 4.1 tot en met 4.4., worden twee paragrafen ingevoegd luidende:
§ 2 Innovatie bestaande MKB-ondernemingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Asv: Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
deelnemer aan het samenwerkingsverband: MKB-onderneming of kennisinstelling die met de subsidieaanvrager samenwerkt ten behoeve van het project;
innovatief product: technologisch nieuw product of wezenlijk nieuwe toepassing van een bestaand product;
innovatief productieproces: technologisch nieuw productieproces of wezenlijk nieuwe toepassing van een bestaand productieproces;
innovatieve dienst: technologische nieuwe dienst of wezenlijk nieuwe toepassing van een bestaande dienst;
Kennis- en Innovatie Agenda: zes Kennis- en Innovatie Agenda’s met submissies en toelichting als opgenomen in bijlage 1 behorende bij deze regeling;
kennisinstelling: de in de bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek genoemde instellingen voor hoger onderwijs in de provincie Noord-Brabant, zijnde het publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan met eigen rechtspersoonlijkheid de openbare Technische Universiteit Eindhoven, de bijzondere universiteit Tilburg, uitgaande van de Stichting Katholieke Universiteit Brabant, de bijzondere Avans Hogeschool, uitgaande van de Stichting Avans, de bijzondere Breda University of Applied Sciences, uitgaande van de Stichting Breda University of Applied Sciences, de bijzondere Design Academy, uitgaande van de Stichting The Design Academy, de bijzondere Fontys Hogescholen, uitgaande van de Stichting Fontys en de bijzondere HAS Hogeschool uitgaande van de Stichting HAS Opleidingen te ’s-Hertogenbosch;
MKB-onderneming: kleine of middelgrote onderneming die voldoet aan de criteria, bedoeld in bijlage 1 van Verordening (EU) 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187);
regio Midden-Brabant: regio bestaande uit de gemeenten Alphen-Chaam, Altena, Baarle-Nassau, Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg en Waalwijk;
regio Noord-Oost-Brabant: regio bestaande uit de gemeenten Bernheze, Boekel, Land van Cuijk, ’s-Hertogenbosch, Heusden, Landerd, Meierijstad, Oss, Sint-Michielsgestel, Uden en Vught;
regio West-Brabant: regio bestaande uit de gemeenten Bergen op Zoom, Breda, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Halderberge, Moerdijk, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Woensdrecht en Zundert.
Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies in de vorm van een geldbedrag.
Artikel 2.4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op het ontwikkelen van innovatieve producten, diensten of productieprocessen door MKB-ondernemingen.
Subsidie wordt geweigerd indien:
Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Artikel 2.7 Subsidiabele kosten
Voor de berekening van subsidiabele uurtarieven van arbeids- en personeelsuren van de subsidieaanvrager of de leden van het samenwerkingsverband als bedoeld in het eerste lid, onder a, past de subsidieaanvrager de berekeningswijze, genoemd in artikel 3, eerste lid, onder c, van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen uurtarieven subsidies Noord-Brabant toe en hanteert daarbij het in artikel 6, eerste lid, van die regeling, genoemde uurtarief van € 50.
Artikel 2.8 Niet subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 2.7 komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:
Subsidieaanvragen worden ingediend van:
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond, gebaseerd op € 2,79 per inwoner op basis van het inwonertal van het Centraal Bureau voor de Statistiek op 1 juli 2021 per regio, vast op:
De hoogte van de subsidie bedraagt 40% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 50.000 per project.
Artikel 2.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Indien het project wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de termijn genoemd in het eerste lid, onder c, en de subsidieontvanger verlenging van die termijn wenselijk acht, kan hij uiterlijk de dag voor het verstrijken van die termijn schriftelijk een gemotiveerd verzoek indienen bij Gedeputeerde Staten tot verlenging met maximaal zes maanden.
Artikel 2.15 Bevoorschotting en betaling
Gedeputeerde Staten zenden in 2024 en vervolgens telkens na twee jaar aan Provinciale Staten een verslag over de effecten en de doeltreffendheid van deze paragraaf in de praktijk.
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Asv: Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Braventure: samenwerkingsverband tussen Brabantse kennisinstellingen en de regio’s in de vorm van een stichting ten behoeve van start-up MKB-ondernemingen;
earlyvangelist: persoon die een product of dienst zal afnemen waarvan de kwaliteit of meerwaarde nog niet is bewezen in de markt;
innovatief product: technologisch nieuw product of wezenlijk nieuwe toepassing van een bestaand product;
innovatief productieproces: technologisch nieuw productieproces of wezenlijk nieuwe toepassing van een bestaand productieproces;
innovatieve dienst: technologische nieuwe dienst of wezenlijk nieuwe toepassing van een bestaande dienst;
Kennis- en Innovatie Agenda: zes Kennis- en Innovatie Agenda’s met submissies en toelichting als opgenomen in bijlage 1 behorende bij deze regeling;
MKB-onderneming: kleine of middelgrote onderneming die voldoet aan de criteria, bedoeld in bijlage 1 van Verordening (EU) 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187);
regio Midden-Brabant: regio bestaande uit de gemeenten Alphen-Chaam, Altena, Baarle-Nassau, Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg en Waalwijk;
regio Noord-Oost-Brabant: regio bestaande uit de gemeenten Bernheze, Boekel, Land van Cuijk, ’s-Hertogenbosch, Heusden, Landerd, Meierijstad, Oss, Sint-Michielsgestel, Uden en Vught;
regio West-Brabant: regio bestaande uit de gemeenten Bergen op Zoom, Breda, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Halderberge, Moerdijk, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Woensdrecht en Zundert;
startup MKB-onderneming: MKB-onderneming die erop gericht is een nieuw product, dienst of productieproces te ontwikkelen onder omstandigheden die gekenmerkt worden door grote onzekerheid.
Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door startup MKB-ondernemingen.
Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies in de vorm van een geldbedrag.
Artikel 3.4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op het uitvoeren van haalbaarheidsprojecten ten behoeve van het ontwikkelen van innovatieve producten, diensten of productieprocessen door startup MKB-ondernemingen.
Subsidie wordt geweigerd indien:
Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Artikel 3.7 Subsidiabele kosten
Voor de berekening van subsidiabele uurtarieven van arbeids- en personeelsuren van de subsidieaanvrager als bedoeld in het eerste lid, onder a, past de subsidieaanvrager de berekeningswijze, genoemd in artikel 3, eerste lid, onder c, van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen uurtarieven subsidies Noord-Brabant toe en hanteert daarbij het in artikel 6, eerste lid, van die regeling, genoemde uurtarief van € 50.
Artikel 3.8 Niet subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 3.7 komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:
Subsidieaanvragen worden ingediend van:
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond, gebaseerd op € 2,79 per inwoner op basis van het inwonertal van het Centraal Bureau voor de Statistiek op 1 juli 2021 per regio, vast op:
De hoogte van de subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 15.000 per project.
Artikel 3.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Indien het project wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de termijn, genoemd in het eerste lid, onder b, en de subsidieontvanger verlenging van die termijn wenselijk acht, kan hij uiterlijk de dag voor het verstrijken van die termijn schriftelijk een gemotiveerd verzoek indienen bij Gedeputeerde Staten tot verlenging met maximaal zes maanden.
De subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van een activiteitenverslag.
Artikel 3.15 Bevoorschotting en betaling
Gedeputeerde Staten zenden in 2024 en vervolgens telkens na twee jaar aan Provinciale Staten een verslag over de effecten en de doeltreffendheid van deze paragraaf in de praktijk.
’s-Hertogenbosch, 22 februari 2022
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter,
mr. I.R. Adema
de secretaris,
drs. M.J.A. van Bijnen MBA
Bijlage 1 behorende bij de Eerste wijziging Subsidieregeling economie, kennis en talentontwikkeling Noord-Brabant 2022
Bijlage 2 behorende bij de artikelen 2.6 en 3.6 van de Subsidieregeling economie, kennis en talentontwikkeling Noord-Brabant 2022
KIA 1. Energie en Duurzaamheid
https://www.topsectoren.nl/binaries/topsectoren/documenten/publicaties/2019-publicaties/oktober/161019/kia-energietransitie-en-duurzaamheid/KIA+Energietransitie+en+Duurzaamheid.pdf
Projecten dienen bij te dragen aan het pad naar een klimaatneutraal energie- en grondstoffensysteem in 2050 of aan een circulaire economie in hetzelfde jaar. Ze dragen daarmee automatisch bij aan de tussendoelen voor 2030. Combinaties zijn logischerwijze mogelijk, daar waar deze thema’s elkaar overlappen. Vertaald naar projecten binnen deze paragrafen dient het te ontwikkelen innovatief product, proces of de dienst gericht te zijn op de volgende submissies:
De energie-, klimaat- en grondstoffen- gerelateerde aspecten van mobiliteit zijn onderdeel van de punten I t/m V. Punt VI verwijst naar de deel-KIA “Toekomstbestendige Mobiliteitssystemen”, voor het brede thema mobiliteit, waaronder alle milieu- en hinderaspecten naast CO2 voor landgebonden transport, innovaties in luchtvaart en maritiem transport, alsmede veiligheids- en bereikbaarheidsaspecten van alle verkeersmodaliteiten zijn opgenomen.
https://www.health-holland.com/sites/default/files/downloads/missiedocument-gezondheid-en-zorg.pdf
Een samenvatting van het missiethema, de beleidscontext en de landelijke aanpak is vindbaar in deze flyer: https://www.health-holland.com/sites/default/files/downloads/flyer-gezondheid-en-zorg.pdf. Ook op https://www.health-holland.com/publications/useful-documentsgoed kan meer informatie gevonden worden over deze KIA. Projecten dienen binnen deze KIA bij te dragen aan de missie Gezondheid en Zorg. De centrale missie daarin is dat in 2040 alle Nederlanders tenminste vijf jaar langer in goede gezondheid leven, en dat de gezondheidsverschillen tussen de laagste en hoogste sociaaleconomische groepen met 30% zijn afgenomen. Als uitwerking zijn onderliggende missies geformuleerd gericht op:
Vertaald naar projecten binnen deze paragrafen dient het te ontwikkelen innovatief product, proces of de dienst gericht te zijn op:
Veel innovaties breken niet door op de markt, zeker ook binnen de KIA gezondheid en zorg. Voordat wordt overgegaan op de uitvoering van een R&D-samenwerkingsproject onder de KIA Zorg en Gezondheid wordt de ondernemer aangeraden het instituut “Health Innovation NL” (HI-NL) te betrekken. HI- NL weet in een vroeg stadium aan te geven of de kans reëel is dat een project succesvol kan worden. Meer informatie over dit instituut is te vinden op https://www.healthinnovation.nl/.
KIA 3. Landbouw, Water en Voedsel
https://kia-landbouwwatervoedsel.nl/
Projecten dienen bij te dragen aan het missiethema Landbouw, Water en Voedsel. Dit thema is landelijk onderverdeeld in zes deelmissies, voor elk daarvan is een KIA opgesteld. Vanwege de koppeling met het beleidskader Economie 2030 is ervoor gekozen om vier van de zes deelmissies op te nemen in deze paragrafen. De deelmissies ‘Duurzame en veilige Noordzee en andere wateren’ en ‘Nederland is en blijft de best beschermde en leefbare delta’ zijn niet opgenomen in deze paragrafen.
https://kia-landbouwwatervoedsel.nl/kringlooplandbouw/
Doel is dat in 2030 in de land- en tuinbouw het gebruik van grondstoffen en hulpstoffen substantieel is verminderd en alle eind- en restproducten zo hoog mogelijk worden verwaard. De emissies naar grond- en oppervlaktewater zijn dan tot nul gereduceerd. Ecologische omstandigheden en processen vormen het vertrekpunt voor voedselproductie waardoor biodiversiteit zich herstelt en de landbouw veerkrachtiger wordt. Opgemerkt wordt dat deze KIA 3.a. kan worden gezien als een specifiek onderdeel van de bredere circulariteitsagenda onder missie 1. Vertaald naar projecten binnen deze paragrafen dient het te ontwikkelen innovatief product, proces of de dienst gericht te zijn op:
Vermindering gebruik niet-organische meststoffen en de emissie van nutriënten naar bodem, water en lucht. Via terugwinning en hergebruik van nutriënten en water, betere benutting in de keten of bronmaatregelen. Meer info is te vinden op https://kia-landbouwwatervoedsel.nl/wp-content/uploads/2020/03/A1-Verminderen-fossiele-nutri%C3%ABnten-water-en-stikstofdepositie.pdf
Het bevorderen van een gezonde, weerbare bodem en dito teeltsystemen door uit te gaan van ecologische processen en beperking van emissies. Bijvoorbeeld weerbare plantaardige productiesystemen, precisieteelt en nieuwe vormen van gewasbescherming in de plantaardige productie, of vergroting weerbaarheid plantaardig materiaal in de keten, organismen in quarantaine, vroege signalering van en bescherming plant tegen schadelijke organismen. Meer info is te vinden op https://kia-landbouwwatervoedsel.nl/wp-content/uploads/2020/03/A2-Gezonde-weerbare-bodem-en-teeltsystemen-.pdf
Optimaal hergebruik van zij- en reststromen voor voedsel, diervoeding of non-food toepassingen, inclusief cascadering. Meer info is te vinden op https://kia-landbouwwatervoedsel.nl/wp content/uploads/2020/03/A3-Hergebruik-organische-zij-en-restromen.pdf
Duurzame productie van eiwitrijke grondstoffen en biomassa. Meer info is te vinden op https://kia-landbouwwatervoedsel.nl/wp-content/uploads/2020/03/A4-Eiwitvoorziening-uit-nieuwe-plantaardige-bronnen.pdf
KIA 3.b. Klimaatneutrale landbouw en voedselproductie
https://kia-landbouwwatervoedsel.nl/klimaatneutrale-productie/
Doel is een netto klimaatneutraal systeem van landbouw en natuur in 2050. Dit onderdeel is de sectorspecifieke invulling van het klimaatakkoord uit bovengenoemde missie 1. Specifiek voor de landbouw en voedselproductie en vertaald naar projecten binnen deze paragrafen dient het te ontwikkelen innovatief product, proces of de dienst gericht te zijn op:
Het verminderen van de uitstoot van methaan en lachgas in de veehouderij, van het dier of uit de stal en mestopslag inclusief het opwaarderen van mest. Meer info is te vinden op: https://kia-landbouwwatervoedsel.nl/wp-content/uploads/2020/03/B1-Emissiereductie-methaan-veehouderij.pdf
Het realiseren van een energieneutraal landelijk gebied, door vermindering van naoogst energiegebruik in transport en opslag, beperking energie- en kwaliteitsverlies in de keten, kleinschalige eerste naoogst verwerkingstechnologie op veld of erf, en energiebesparing in de verwerking. Meer info is te vinden op https://kia-landbouwwatervoedsel.nl/wp-content/uploads/2020/03/B1-Emissiereductie-methaan-veehouderij.pdf
Productie en gebruik van (aquatische) biomassa. Vaste biomassa als bouwmateriaal of inzet van biobased koolstof als grondstof. Meer info is te vinden op https://kia-landbouwwatervoedsel.nl/wp-content/uploads/2019/11/B6-E12B-Productie-en-gebruik-van-biomassa.pdf .
KIA 3.c. Klimaatbestendig landelijk en stedelijk gebied
https://kia-landbouwwatervoedsel.nl/klimaatbestendige-inrichting/
Klimaatbestendig landelijk gebied. Klimaatbestendig en waterrobuust maken van het landelijk gebied, via (ondersteuning van) gebiedsgerichte maatregelen. Regionale zelfvoorzienendheid in de watervoorziening als uitdaging. Meer info is te vinden op https://kia-landbouwwatervoedsel.nl/wp-content/uploads/2020/03/C1-Klimaatbestendig-landelijk-gebied.pdf
Klimaatadaptieve land- en (glas)tuinbouwproductiesystemen. Klimaatbestendig en duurzaam gebruik maken van water, waarbij productie, verwerking, organisatie en consumptie in samenhang worden betrokken. Meer info is te vinden op https://kia-landbouwwatervoedsel.nl/wp-content/uploads/2020/03/C2-Klimaatadaptieve-land-en-tuinbouwproductiesystemen.pdf
Waterrobuust en klimaatbestendig stedelijk gebied. Gericht op een systeemaanpak met efficiënter gebruik van water en grondstoffen, vasthouden en hergebruik van water en het maximaal benutten van het natuurlijk systeem in en rond de stad (natuurlijke klimaatbuffers, natuurontwikkeling). Meer info is te vinden op https://kia-landbouwwatervoedsel.nl/wp-content/uploads/2020/03/C3-Waterrobuust-en-klimaatbestendig-stedelijk-gebied.pdf
Verbeteren waterkwaliteit. Innovaties om de ecologische en chemische toestand van het (integrale) watersysteem (waterkwaliteit, Kaderrichtlijn Water) beter te kunnen meten. Daarnaast ‘zuivering van de toekomst’: veelal decentrale zuiveringstechnologieën om emissies van nutriënten, gewasbeschermingsmiddelen, (dier)geneesmiddelen en opkomende stoffen naar het watersysteem te beperken, nutriënten terug te winnen en benutten, en stimuleren van het oplossend vermogen van het water- en bodemsysteem. Meer info is te vinden op https://kia-landbouwwatervoedsel.nl/wp-content/uploads/2020/03/C4-Verbeteren-waterkwaliteit.pdf
KIA 3.d. Gewaardeerd, gezond en veilig voedsel
https://kia-landbouwwatervoedsel.nl/gewaardeerd-gezond-en-veilig/
Het doel is in 2030 gezond, veilig en duurzaam voedsel te produceren. Het voedselproductiesysteem is dan robuust en groene producten leveren een waardevolle bijdrage aan hun omgeving. Consumenten waarderen de sector en zijn bereid eerlijke prijzen te betalen. Innovaties dienen de volgende ontwikkelingen te ondersteunen:
Vergroten van de waardering voor voedsel en van het bewustzijn ten aanzien van de verschillende maatschappelijke waarden die met de productie samenhangen, en verkleinen van de afstand tussen primaire producenten en andere ondernemers in het voedselsysteem met burgers. Meer info is te vinden op https://kia-landbouwwatervoedsel.nl/wp-content/uploads/2020/04/D1-Waardecreatie-en-Verdienvermogen.pdf
Faciliteren dat de Nederlandse bevolking in gezondheid opgroeit en ouder wordt. Door bij te dragen aan het produceren en consumeren van een gezonder en duurzamer voedselaanbod en het creëren van een gezonde, groene woon-, werk- en leefomgeving. Meer info is te vinden op https://kia-landbouwwatervoedsel.nl/wp-content/uploads/2020/03/D2-De-consument-duurzame-en-gezonde-voeding-in-een-groene-leefomgeving.pdf
Veilige productie via preventie en het wegnemen van risico's. Snelle(re) detectie van pathogenen en contaminanten en zorgen dat het systeem zelf verstorende invloeden van buiten kan opvangen. Door ontwikkelen van nieuwe stalsystemen, verdere emissiebeperkende toedieningsmethoden voor gewasbeschermingsmiddelen, en het stimuleren en realiseren van best practices.
Een substantieel duurzamer en veilige voedselketen in 2030. Betere detectie en beheersing van chemische en microbiële gevaren in de voedselketen en een transparante samenstelling van producten in verband met allergenen. Ketengerichte aanpak, gericht op reductie in zowel energie als waterverbruik, en vergroten van grondstofflexibiliteit waarbij de voedselveiligheid en kwaliteit gewaarborgd blijft. Voedselverlies tegengaan door energie- en waterreductie in voedselverwerking, verbeteren grondstofefficiëntie en -flexibiliteit, ketenaspecten, verpakkingen, sensor- en detectietechnologie, circulaire voedselsystemen en het gebruik van nieuwe grondstoffen. Verduurzaming en voedselveiligheid dienen steeds samen op te gaan.
Meer info is te vinden op https://kia-landbouwwatervoedsel.nl/wp-content/uploads/2020/03/D4-Duurzame-en-veilige-verwerking.pdf
https://www.hollandhightech.nl/sites/www.hollandhightech.nl/files/inlinefiles/KIA%20Veiligheid%20%2020191015%20definitief_0.pdf
Projecten dienen bij te dragen aan het missiethema Veiligheid. De missies zijn in nauwe samenwerking met de ministeries van Justitie en Veiligheid en Defensie opgesteld. De overkoepelende ambitie is (potentiële) tegenstanders steeds een stap vóór blijven: “always ahead of the threat’’ met slimme op- lossingen in dienst van een veilige maatschappij.
https://www.hollandhightech.nl/kia-sleuteltechnologieen
Ook voor de aanpak van sleuteltechnologieën is een KIA geformuleerd. Sleuteltechnologieën worden gekenmerkt door een generiek karakter met een breed toepassingsgebied of bereik in innovaties en/of sectoren. Bij de projecten die voor de missies (KIA 1-4) worden ingediend zal dus veelal gebruik worden gemaakt van een of meer van die sleuteltechnologieën, waarbij sprake kan zijn van doorontwikkeling voor de specifieke toepassing. Projecten die specifiek voor de KIA Sleuteltechnologieën worden ingediend, moeten bijdragen aan de generieke ontwikkeling van (een of meer) sleuteltechnologieën, door:
Hierbij wordt benadrukt dat onder optie I het doen van puur onderzoek naar sleuteltechnologieën en onder optie II het puur toepassen ervan in een willekeurige sector anders dan binnen de missies geen basis is voor toekenning van een subsidie. Gezocht wordt naar innovaties die de randvoorwaarden voor de kennisontwikkeling en toepassing van sleuteltechnologieën verbeteren, en die als product verkoopbaar zijn.
De volgende groepen van Sleuteltechnologieën zijn vanuit het perspectief van de potentiële bijdrage van technologie aan maatschappelijke uitdagingen in Nederland aangewezen door het Ministerie van EZK:
Voor meer informatie over bovenstaande groepen en een verdere onderverdeling daarvan is te vinden op
https://www.hollandhightech.nl/sites/www.hollandhightech.nl/files/inlinefiles/20191024%20KIAST%20Bijlage%20B%20%20MJP%27s%20overzicht_0.pdf
KIA 6. Maatschappelijk verdienvermogen
https://www.clicknl.nl/kia-verdienvermogen-2020-2023/
Deze KIA is gericht op het versterken van het maatschappelijk verdienvermogen. Het maatschappelijk verdienvermogen wordt versterkt, wanneer:
De waarschijnlijkheid dat dit kan worden bereikt, dient in het projectplan te worden onderbouwd. Projecten onder deze KIA dienen derhalve altijd te worden gekoppeld aan één van de KIA’s 1 t/m 5.
Toelichting behorende bij de Eerste wijziging Subsidieregeling economie, kennis en talentontwikkeling Noord-Brabant 2022
Het Brabantse innovatiebeleid is, in navolging van de nationale missies, ingericht op een viertal thematische missies, op ondersteunende sleuteltechnologieën en op maatschappelijk verdienvermogen. Deze aanpak is vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant middels het beleidskader Economie 2030 (beleidskader Economie 2030). Op nationaal niveau zijn de missies en de aanpak voor Sleuteltechnologieën door de topsectoren uitgewerkt in een zestal Kennis- en Innovatie Agenda’s (KIA’s). Deze KIA’s staan beschreven in bijlage 1 behorende bij deze regeling. In november 2019 zijn deze agenda’s geconcretiseerd in het Kennis- en Innovatieconvenant (KIC), dat ook is ondertekend door onder andere de provincie Noord-Brabant.
Deze twee nieuwe paragrafen financieren projecten die bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het beleidskader Economie 2030 van de provincie Noord-Brabant en de zes Kia’s op nationaal niveau. Middels deze paragrafen tracht het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant innovatie te stimuleren in de vroegste fase bij zowel het innovatieve Midden- en Klein bedrijf (MKB) als innovatieve startup MKB-ondernemingen.
Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant (Asv). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in de subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Asv. In de Asv staat onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht.
Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is dus bestudering van de Asv noodzakelijk. Ook de Algemene wet bestuursrecht bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling.
Als de subsidieontvanger de gesubsidieerde activiteit niet, niet geheel of niet volgens alle daaraan verbonden verplichtingen verricht, dient hij dit verplicht te melden bij Gedeputeerde Staten. Gedeputeerde Staten kunnen dan, afhankelijk van de situatie, de subsidie ambtshalve op een lager bedrag vaststellen.
Ook kan er ambtshalve een gewijzigde verleningsbeschikking worden vastgesteld, waarin nieuwe afspraken met de subsidieontvanger worden gemaakt. Als bij de desgevraagde verantwoording of controle blijkt dat niet aan de meldingsplicht is voldaan, kan dit leiden tot volledige terugvordering inclusief wettelijke rente.
De betrokken MKB-ondernemingen ontvangen met deze subsidie staatssteun. Gedeputeerde Staten willen deze staatssteun rechtvaardigen door de Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013, betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, Pb L 352/1 van 24 december 2013 (deminimisverordening) van toepassing te verklaren waarmee de staatssteun rechtmatig verstrekt kan worden. Binnen de deminimisverordening mag over een periode van drie belastingjaren in totaal 200.000 steun verstrekt worden. De aanvrager moet bij zijn aanvraag aangeven hoeveel steun hij van dat bedrag al eerder heeft ontvangen. Gezien de gehanteerde maximum subsidiebedragen voor paragraaf 2 en paragraaf 3 is de verwachting dat de MKB-ondernemingen hiervoor nog voldoende ruimte hebben.
Artikel I (Eerste wijziging Subsidieregeling economie, kennis en talentontwikkeling Noord-Brabant 2022)
(Paragraaf 2 Innovatieve MKB-ondernemingen)
Gedeputeerde Staten letten er daarbij op of het te ontwikkelen innovatief product, innovatief productieproces of de innovatieve dienst waarop het project betrekking heeft, in technische of financiële zin voldoende risicovol is om het project te rechtvaardigen en of het project een voldoende en realistisch inzicht geeft in het economische perspectief en de uitvoerbaarheid van het te ontwikkelen innovatief product, de innovatieve dienst of het innovatieve productieproces.
Het communicatieplan is vormvrij.
Onder j Toegankelijke publicatie
Dat kan bijvoorbeeld door middel van publicatie via een provinciale website of een regionale website.
Artikel 2.7 Subsidiabele kosten
Eerste lid, onder c Afschrijvingskosten
Onder afschrijvingskosten verstaan Gedeputeerde Staten de kosten van apparatuur en uitrusting voor zover en zolang zij worden gebruikt voor het project. Wanneer deze apparatuur en uitrusting niet tijdens hun volledige levensduur voor het project worden gebruikt, worden alleen de afschrijvingskosten overeenstemmend met de looptijd van het project, berekend volgens algemeen erkende boekhoudkundige beginselen, door Gedeputeerde Staten als in aanmerking komende kosten beschouwd.
Artikel 2.8 Niet subsidiabele kosten
Ingevolge artikel 11 van de Asv, is verrekenbare btw niet subsidiabel.
Om ervoor te zorgen dat er een gelijke verdeling van het geld over de WGR-regio’s plaatsvindt is ervoor gekozen om een subsidieplafond per regio vast te stellen.
Voor het bepalen van de onderlinge rangschikking dient een aanvraag volledig te zijn. Voor het bepalen van het wel of niet in behandeling nemen van de aanvraag geldt de primaire aanvraagdatum.
Artikel 2.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Eerste lid, onder d en e Toegankelijkheid en communicatie
Dat kan bijvoorbeeld door middel van publicaties via een provinciale website of een regionale website.
Vaststelling subsidies van € 25.000 tot € 50.000
Deze subsidies vallen in arrangement 2 van het Rijkssubsidiekader. Dat wil zeggen dat Gedeputeerde Staten de subsidie vaststellen op basis van een aanvraag tot vaststelling van de subsidieontvanger. In verband met het innovatieve karakter van de projecten in deze paragraaf en het feit dat het daarbij moeilijk is om de kosten vooraf in te schatten en een prestatie te definiëren, kiezen Gedeputeerde Staten er voor om gebruik te maken van de uitzonderingsgrond van artikel 21, zevende lid, van de Asv. De verantwoording door de subsidieontvanger vindt in dat geval niet plaats op basis van een vooraf bepaalde prestatie of prestatie-eenheid, maar op basis van een (bestuurs)verklaring van de subsidieontvanger over het totaal van de kosten en baten van de prestatie. Hiervoor maakt de subsidieontvanger gebruik van de daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten.
Het gaat daarbij om een globaal financieel overzicht waaruit blijkt dat de gesubsidieerde activiteit heeft plaatsgevonden met de daaraan verbonden kosten. De opgave in de verklaring leidt tot het totale subsidiebedrag. Als de kosten lager zijn dan begroot, wordt de subsidie lager vastgesteld en teruggevorderd. Als de kosten hoger uitvallen, wordt ten hoogste het maximaal verleende subsidiebedrag uitgekeerd. Gedeputeerde Staten stellen de subsidie vast binnen 22 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.
(Paragraaf 3 Innovatieve startups)
Startups verschillen van andere ondernemingen omdat de context waarbinnen de innovatie plaatsvindt anders is. De meeste ondernemingen, zowel grote als kleine, bevinden zich buiten deze specifieke context. Startups zijn er om situaties van grote onzekerheid het hoofd te bieden. Een nieuw bedrijf opzetten dat een exacte kopie is van een bestaand bedrijf, tot en met bedrijfsmodel, de prijsstelling, de doelgroep en het product/dienst of productieproces aan toe, is wellicht een aantrekkelijke economische investering, maar het betreft dan geen startup omdat een herhaald succes alleen te wijten is aan de uitvoering. Zodoende is het voor kapitaalverschaffers makkelijker om het risiconiveau en de onzekerheden in te schatten en de verstrekker van bijvoorbeeld een lening kan dan ook de verwachtingen relatief juist in schatten. Dit geldt niet in de context van startups waar het risiconiveau hoog is en er veel onzekerheden spelen.
Onderdeel d, onder 1° en 2° Earlyvangelists
Kenmerken van earlyvangelists zijn dat zij een probleem hebben, zich bewust zijn van dit probleem, zij actief aan het zoeken zijn voor een oplossing en dat zij beschikking hebben tot een budget om een oplossing te kopen.
Gedeputeerde Staten letten er daarbij op of het te ontwikkelen innovatief product, innovatief productieproces of de innovatieve dienst waarop het project betrekking heeft, in technische of financiële zin voldoende risicovol is om het project te rechtvaardigen en of het project een voldoende en realistisch inzicht geeft in het economische perspectief en de uitvoerbaarheid van het te ontwikkelen innovatief product, de innovatieve dienst of het innovatieve productieproces.
Onder k Toegankelijke publicatie
Dat kan bijvoorbeeld door middel van publicatie via een provinciale website of een regionale website.
Artikel 3.8 Niet subsidiabele kosten
Ingevolge artikel 11 van de Asv, is verrekenbare btw niet subsidiabel.
Om ervoor te zorgen dat er een gelijke verdeling van het geld over de WGR-regio’s plaatsvindt is ervoor gekozen om een subsidieplafond per regio vast te stellen.
Voor het bepalen van de onderlinge rangschikking dient een aanvraag volledig te zijn. Voor het bepalen van het wel of niet in behandeling nemen van de aanvraag geldt de primaire aanvraagdatum.
Artikel 3.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Eerste lid, onder c en d Toegankelijkheid en communicatie
Dat kan bijvoorbeeld door middel van publicaties via een provinciale website, de website van Braventure of een regionale website.
Ambtshalve vaststelling subsidies tot € 25.000
Op deze subsidies tot € 25.000 passen Gedeputeerde Staten arrangement 1b van het Rijkssubsidiekader toe. Dat wil zeggen dat Gedeputeerde Staten de subsidie eerst verlenen en na afloop van de prestatie de subsidie ambtshalve, dat wil zeggen zonder aanvraag tot vaststelling van de subsidieontvanger, vaststellen. Zolang de termijn voor de ambtshalve vaststelling (22 weken na afloop van het project) nog niet is verstreken, kunnen Gedeputeerde Staten steekproefsgewijs om verantwoording vragen en de subsidie zo nodig terugvorderen als de prestatie niet of niet geheel is geleverd. Gedeputeerde Staten kunnen daarbij de subsidieontvanger fysiek of administratief controleren of aan de verplichtingen is voldaan. De steekproef is gebaseerd op een risicogeoriënteerde benadering, waarbij rekening wordt gehouden met de omvang, samenstelling en achtergrond van de doelgroep. In de subsidiebeschikking wordt vermeld wanneer de gesubsidieerde activiteiten moeten zijn verricht en welke bewijsstukken de subsidieontvanger in de eigen administratie dient te bewaren.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2022-2638.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.