Bijlage 1 bij GS nota Wijzigingen Ubs 2017 – tussenronde maart 2022

Gedeputeerde Staten van Overijssel delen mee dat het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017 als volgt is gewijzigd:

Artikel I  

 

Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017

 

Paragraaf 2.9 Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) Overijssel

 

Artikel 2.9.1 Begripsbepalingen

samenwerkingsverband komt als volgt te luiden:

  • -

    samenwerkingsverband: een verband zonder rechtspersoonlijkheid, bestaande uit juridisch en financieel onafhankelijke deelnemers, waarvan ten minste één landbouwer of een niet vennootschap zijnde organisatie die landbouwers vertegenwoordigt.

Paragraaf 2.15 Klimaatadaptatie

 

Artikel 2.15.3 Criteria

Sub c komt als volgt te luiden:

  • c.

    de activiteiten voldoen aan ten minste een van de volgende voorwaarden:

    • 1.

      de activiteiten zijn gebaseerd op de resultaten van de stresstest. Met een stresstest wordt aangetoond wat er gebeurt bij een zeer extreme regenbui;

    • 2.

      de activiteiten zijn gebaseerd op een risicodialoog. Een risicodialoog is een proces dat bestaat uit meerdere gesprekken met allerlei partijen. Tijdens een risicodialoog komen de kwetsbaarheden aan bod voor wateroverlast, hittestress, droogte en overstromingsrisico's;

    • 3.

      de activiteiten zijn maatregelen die voor de komende 6 jaar zijn opgenomen in de uitvoeringsagenda Klimaatadaptatie binnen de werkregio.

Sub h.

‘vijf’ wordt vervangen door: zeven

 

Tabel 1 bij paragraaf 2.15

Punt h. wordt toegevoegd na punt g en totaalscore wordt aangepast:

  • h.

    bij de uitvoering van de activiteiten is aandacht voor biodiversiteit en inheemse soorten

ja: 1 punt

nee: 0 punten

1

Totaalscore: a+b+c+d+e+f+g+h (minimaal 7 punten)

20

 

Artikel 2.15.6 Indieningstermijn aanvraag tot subsidieverlening

Vervallen

 

Na artikel 2.15.9 wordt het volgende artikel toegevoegd:

 

Artikel 2.15.9a Aanvullende verplichtingen

Als sprake is van fysieke maatregelen waarbij bomen of struiken worden geplant, dan wordt zoveel mogelijk gekozen voor de inheemse soorten zoals opgenomen in bijlage 1 van de regeling Iedereen een boom -Kleinschalige aanplant.

 

Paragraaf 2.16 Flexpools versnellen woningbouw

 

Artikel 2.16.2 komt als volg te luiden:

 

Artikel 2.16.2 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de inhuur van tijdelijke capaciteit of externe expertise ter bevordering van de snelheid in de voorfase van de woningbouw, ten behoeve van een of meer van de volgende activiteiten:

    • a.

      de vergunningverlening van woningbouwprojecten;

    • b.

      het uitwerken van een woningbouwproject;

    • c.

      het sluiten van anterieure overeenkomsten met marktpartijen;

    • d.

      het opstellen van een bestemmingsplan en het doorlopen van de bijbehorende procedure.

  • 2.

    De activiteiten hebben betrekking op de sleutelprojecten of gebieden zoals benoemd in de Regionale Woonagenda’s West Overijssel en Twente. De Regionale Woonagenda’s zijn te raadplegen via www.aanjaagteamwoningbouwoverijssel.nl

Artikel 2.16.3 komt als volg te luiden:

 

Artikel 2.16.3 Doelgroep

De subsidie wordt verstrekt aan een Overijsselse gemeente.

 

Artikel 2.16.4 Hoogte van de subsidie

‘€ 65.000,-‘ wordt vervangen door: € 50.000,-

 

Paragraaf 3.2 wordt geheel herzien en komt als volgt te luiden:

 

Paragraaf 3.2 Haalbaarheidsonderzoek Energie-Innovatie

 

Artikel 3.2.1 Betekenis van de begrippen

In dit artikel worden veel voorkomende begrippen uitgelegd.

  • -

    Energie-innovatie: geheel van menselijke handelingen gericht op vernieuwing van producten of productieprocessen op het gebied van energiebesparing en energieopwekking met als doel bijdragen aan vergroting van het aandeel duurzame energie of CO2-reductie.

  • -

    Haalbaarheidsonderzoek: een onderzoek om te kijken of en hoe een activiteit uitvoerbaar is. Het doel is om een betrouwbaar beeld te krijgen van de risico's in wat er nodig is om de energie-innovatie, inhoudelijk, juridisch, organisatorisch en financieel te laten slagen.

Artikel 3.2.2 Doel

Met deze subsidieregeling wil de provincie energiebesparende maatregelen en de opwekking van hernieuwbare energie stimuleren. Dit door initiatiefnemers te ondersteunen bij het doen van een haalbaarheidsonderzoek.

 

Artikel 3.2.3 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt voor het uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek dat zich richt op energie-innovatie in de provincie Overijssel.

  • 2.

    De activiteiten voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      het haalbaarheidsonderzoek wordt uitgevoerd door een hogeschool of een universiteit;

    • b.

      het haalbaarheidsonderzoek richt zich op energie-innovatie;

    • c.

      de opzet voor het haalbaarheidsonderzoek is afgestemd met het kennisloket nieuwe energie. Via https://www.nieuweenergieoverijssel.nl/kennisloket kan contact opgenomen worden met het kennisloket;

    • d.

      het haalbaarheidsonderzoek en de uitkomst ervan zijn bruikbaar voor een bredere groep;

    • e.

      een haalbaarheidsonderzoek dat zich richt op een investering bij een individueel pand, komt niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 3.2.4 Doelgroep

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt aan een gemeente, een stichting, een vereniging, een BV, een NV, een maatschap, een ZZP-er, een v.o.f. of een eenmanszaak.

  • 2.

    De aanvrager heeft een aantoonbaar belang bij de uitkomsten van de activiteiten.

Artikel 3.2.5 Subsidiabele kosten

  • 1.

    De kosten die voor subsidie in aanmerking komen zijn personeelskosten en kosten van derden. De artikelen 1.1.5 en 1.1.6 zijn van toepassing. Er geldt geen uitzondering op de subsidiabele en niet subsidiabele kosten.

  • 2.

    De subsidiabele kosten zijn minimaal € 10.000,-.

Artikel 3.2.6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie is maximaal 50% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    De subsidie is maximaal € 24.999,- per aanvraag.

  • 3.

    De subsidie is minimaal € 5.000,-.

Artikel 3.2.7 Eigen bijdrage

  • 1.

    Minimaal 50% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een bijdrage van de aanvrager of derden.

  • 2.

    Minimaal 25% van de subsidiabele kosten van derden wordt betaald met een bijdrage van de aanvrager.

  • 3.

    De bijdrage van de aanvrager of van derden mag niet afkomstig zijn van de provincie Overijssel.

Artikel 3.2.8 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag kan het hele jaar ingediend worden.

  • 2.

    De aanvrager maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier Haalbaarheidsonderzoek Energie-Innovatie.

  • 3.

    De aanvrager levert aanvullend een begroting in. Het is verplicht om het beschikbaar gestelde begrotingsformat te gebruiken. Artikel 1.2.1 is van toepassing.

Artikel 3.2.9 Subsidieplafond

Het subsidieplafond geldt voor de looptijd van de subsidieregeling.

 

Artikel 3.2.10 Aanvullende verplichtingen

De aanvrager is verplicht:

  • a.

    de activiteiten binnen 3 maanden na de datum waarop de subsidie is verleend te starten;

  • b.

    de activiteiten binnen 15 maanden na de datum waarop de subsidie is verleend te hebben uitgevoerd.

Artikel 3.2.11 Staatssteun

Als sprake is van staatssteun, dan voldoet de subsidie aan de Algemene De-minimisverordening of de De-minimisverordening Landbouw.

 

Artikel 3.2.12 Looptijd

De subsidieregeling vervalt op 1 december 2023.

 

Paragraaf 3.8 Geschakelde asbestleidaken

 

Artikel 3.8.1 Betekenis van de begrippen

De begripsbepaling van ‘geschakeld asbestleidak’ komt als volgt te luiden:

  • -

    Geschakeld asbestleidak: een asbestleidak dat in directe relatie staat met een ander asbestleidak, dat wil zeggen zowel in locatie, bouwstijl en -periode, aangezicht en materiaal. Het asbestleidak hoeft niet rechtstreeks gekoppeld te zijn aan een ander asbestleidak.

Artikel 3.8.2 Doel

Het woord ‘asbestdaken’ wordt vervangen door: asbestleidaken

 

Artikel 3.8.3 Subsidiabele activiteiten

In het eerste lid wordt na de eerste zin een nieuwe zin toegevoegd:

In sommige gevallen kunnen asbestleidaken aansluiten op een gevelbeplating van asbestleien. De vervanging van deze asbesthoudende gevelbeplating valt dan ook onder de activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen.

 

Artikel 3.8.9 Aanvullende verplichting

Het woord ‘dak’ wordt vervangen door: asbestleidak

 

Paragraaf 3.11 komt als volgt te luiden:

 

Paragraaf 3.11 Kleine mestvergister op boerderijen

 

Artikel 3.11.1 Betekenis van de begrippen

In dit artikel worden veel voorkomende begrippen uitgelegd.

  • -

    Mestvergister: een installatie waarmee organische stof van uitsluitend dierlijke mest wordt omgezet in biogas voor warmte.

Artikel 3.11.2 Doel

Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het vergroten van de productie van biogas of groen gas afkomstig uit mestvergisters.

 

Artikel 3.11.3 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt voor een of meer van de volgende activiteiten:

    • a.

      aanpassing van de stalvloer voor dagverse mest in de mestvergister;

    • b.

      aanleg van een groengasleiding of biogasleiding vanaf 1000 meter;

    • c.

      opslag en nabewerking van vergiste biomassa, het restproduct van de biogasproductie.

  • 2.

    De activiteiten voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      de mestvergister wordt gerealiseerd in Overijssel;

    • b.

      de verwerkingscapaciteit van de mestvergister bedraagt maximaal 25.000 kuub mest per jaar;

    • c.

      het totale energieverbruik voor het in werking hebben van de mestvergister bedraagt maximaal 1/3 van de energielevering van de mestvergister, inclusief de eventuele aanvoer van mest van derden;

    • d.

      het biogas uit de mestvergister dient:

      • 1.

        opgewaardeerd te worden op de boerderij tot groen gas en in het openbare aardgasnet ingevoed te worden; of

      • 2.

        in een centrale installatie opgewaardeerd te worden tot groen gas en in het openbare aardgasnet ingevoed te worden; of

      • 3.

        rechtstreeks als biogas aan een afnemer geleverd te worden ten behoeve van warmteproductie of stoomproductie;

    • e.

      de aanvrager heeft de benodigde vergunningen en akkoord op de verplichte meldingen verkregen.

Artikel 3.11.4 Doelgroep

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt aan een BV, een NV, een maatschap, een v.o.f. of een eenmanszaak.

  • 2.

    Een ondernemer die actief is in de productie van primaire landbouwproducten kan alleen een aanvraag indienen, als de productie en levering van biogas of groen gas onder een aparte organisatie is ondergebracht met een gescheiden financiële administratie.

Artikel 3.11.5 Subsidiabele kosten

De kosten die voor de subsidie in aanmerking komen zijn de kosten van derden. Artikel 1.1.5 derde lid is van toepassing.

 

Artikel 3.11.6 Niet subsidiabele kosten

De kosten voor de aanschaf en installatie van de mestvergister zijn niet subsidiabel.

 

Artikel 3.11.7 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie is maximaal 50% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    De subsidie is maximaal € 100.000,- per aanvraag en per mestvergister.

  • 3.

    De aanvrager kan maximaal een keer subsidie ontvangen op basis van deze subsidieregeling.

Artikel 3.11.8 Eigen bijdrage

Minimaal 50% van de subsidiabele kosten wordt betaald met een bijdrage van de aanvrager zelf of van derden.

 

Artikel 3.11.9 Aanvraag

  • 1.

    De aanvrager maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier Kleine mestvergister op boerderijen.

  • 2.

    De aanvrager levert aanvullend de volgende stukken en gegevens in:

    • a.

      een begroting. Het is verplicht om het beschikbaar gestelde begrotingsformat te gebruiken. Artikel 1.2.1 tweede lid is van toepassing.

    • b.

      de energiebalans, opgesteld door de leverancier van de mestvergister. Dit is een opgave van de hoeveelheid geproduceerd biogas in m3 per jaar, de warmte- en elektriciteitsvraag van de installatie;

    • c.

      hoeveel ton mest wordt aangevoerd van buiten het eigen bedrijf en hoeveel vervoerskilometers dat betreft.

  • 3.

    In aanvulling op het eerste en tweede lid overlegt de aanvrager, indien het eigen onderzoek van Gedeputeerde Staten daartoe aanleiding geeft, een volledig ingevuld Bibob-formulier als bedoeld in artikel 1.2.1, vijfde lid.

Artikel 3.11.10 Subsidieplafond

Het subsidieplafond geldt voor de looptijd van de subsidieregeling.

 

Artikel 3.11.11 Aanvullende verplichtingen

De aanvrager is verplicht:

  • a.

    de activiteiten binnen 12 maanden na de datum waarop de subsidie is verleend uit te voeren;

  • b.

    voor de monitoring van de energiebalans van de mestvergister, een jaar na volledige in bedrijfstelling de volgende informatie in te leveren:

    • 1.

      de geproduceerde hoeveelheid biogas alsmede het warmte- en elektriciteitsverbruik van de installatie;

    • 2.

      de hoeveelheid aangevoerde mest in ton en vervoerskilometers.

Artikel 3.11.12 Staatssteun

De subsidie voldoet aan de Algemene De-minimisverordening.

 

Artikel 3.11.13 Looptijd

De subsidieregeling vervalt op 1 december 2023.

 

Paragraaf 4.4 komt als volg te luiden:

 

Paragraaf 4.4 Advies en ondersteuning agro&food in Overijssel

 

Artikel 4.4.1 Betekenis van begrippen

  • -

    Agro en Food sector: alle ondernemingen of organisaties in de voedselketen, waarbij de plantaardige en dierlijke economische ketens centraal staan, inclusief de voor de voedingsmiddelen bestemde logistiek, handel, financiële dienstverlening en onderzoek en ontwikkeling. Als niet met zekerheid kan worden bepaald of een aanvrager onder de agro&food sector valt, wordt gekeken naar de Monitor topsectoren, Methodebeschrijving en tabellenset van het CBS;

  • -

    innovatie: nieuw of verbeterd product, techniek, dienst of proces.

Artikel 4.4.2 Doel

Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan vernieuwing en verduurzaming van de agro&food sector.

 

Artikel 4.4.3 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt voor een of meer van de volgende activiteiten:

    • a.

      advies en ondersteuning bij het beantwoorden van een vraagstuk ten behoeve van innovatie in de agro&food sector;

    • b.

      het uitvoeren van een onderzoek ten behoeve van innovatie in de agro&food sector.

    • c.

      het opstellen van een bedrijfsplan voor de overgang naar kringlooplandbouw. Het bedrijfsplan beschrijft in ieder geval:

      • 1.

        welke veranderingen worden doorgevoerd in het bedrijf;

      • 2.

        hoe emissiereductie van stikstof wordt gerealiseerd;

      • 3.

        welke positieve effecten worden bereikt op de omgeving van het bedrijf, zoals natuur, bodem en water, landschap en samenleving;

      • 4.

        de marktkansen en verdienmodel van de landbouwonderneming nadat de overgang heeft plaatsgevonden;

      • 5.

        een begroting voor de realisatie van de overgang.

  • 2.

    De activiteiten advies en ondersteuning en het uitvoeren van een onderzoek voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      de innovatie heeft betrekking op verduurzaming van de voedselketen. Bij verduurzaming gaat het om:

      • 1.

        het sluiten van kringlopen;

      • 2.

        het terugdringen van emissies; en

      • 3.

        het verminderen van verspilling van biomassa in het gehele voedselsysteem.

    • b.

      de innovatie draagt bij aan het versterken van de sociaaleconomische positie van de agrarisch ondernemer in de keten.

    • c.

      de innovatie draagt bij aan ten minste één van de volgende doelen:

      • 1.

        de activiteiten leveren een bijdrage aan de klimaatopgave voor landbouw en landgebruik;

      • 2.

        de activiteiten bevorderen de aantrekkelijkheid en vitaliteit van het platteland en dragen bij aan een bloeiende regionale economie;

      • 3.

        de activiteiten leveren winst op voor ecosystemen, zijnde water, bodem en lucht, biodiversiteit en de natuurwaarde van het boerenlandschap;

      • 4.

        de activiteiten leveren een bijdrage aan het dierenwelzijn;

      • 5.

        de activiteiten leveren een bijdrage aan de erkenning van de waarde van voedsel en het versterken van de relatie tussen boer en burger;

      • 6.

        de activiteiten versterken de positie van Nederland als ontwikkelaar en exporteur van integrale oplossingen voor klimaat slimme en ecologisch duurzame voedselsystemen;

      • 7.

        de activiteiten dragen wat betreft visserij bij aan een duurzaam bestandsbeheer zonder schade aan de natuurlijke omgeving.

    • d.

      de bijdrage aan een van de doelen zoals genoemd onder c, mag niet betekenen dat er een negatief effect is op een van de andere doelen zoals genoemd onder c.

Artikel 4.4.4 Doelgroep

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt aan een stichting, een vereniging, een BV, een NV of een maatschap, een ZZP-er, een v.o.f. of een eenmanszaak, in de agro&food sector.

  • 2.

    De aanvrager heeft een aantoonbaar belang bij de uitkomsten van de activiteiten.

  • 3.

    De subsidie voor het opstellen van een bedrijfsplan kan alleen aangevraagd worden door een landbouwonderneming.

Artikel 4.4.5 Subsidiabele kosten

Alleen kosten van derden komen in aanmerking voor de subsidie. Artikel 1.1.5 derde lid is van toepassing.

 

Artikel 4.4.6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie voor advies en ondersteuning en het uitvoeren van een onderzoek is maximaal 50% van de subsidiabele kosten en is maximaal € 10.000,- per aanvraag.

  • 2.

    De subsidie voor het opstellen van een bedrijfsplan is maximaal 80% van de subsidiabele kosten en is maximaal € 4.000,- per aanvraag.

Artikel 4.4.7 Eigen bijdrage

  • 1.

    Minimaal 50% van de subsidiabele kosten van advies en ondersteuning en het uitvoeren van een onderzoek wordt betaald met een bijdrage van de aanvrager of derden.

  • 2.

    Minimaal 20% van de kosten van het opstellen van een bedrijfsplan wordt betaald met een bijdrage van de aanvrager of derden.

  • 3.

    De bijdrage van de aanvrager of van derden mag niet afkomstig zijn van de provincie Overijssel.

Artikel 4.4.8 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag kan het hele jaar ingediend worden.

  • 2.

    De aanvrager maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier Kennisondersteuning agro&food in Overijssel.

  • 3.

    De aanvrager levert een ondertekende offerte in. De offerte is ondertekend door de aanvrager en door de persoon of organisatie die wordt ingezet voor de beantwoording van het vraagstuk, die het onderzoek uitvoert of het bedrijfsplan opstelt. De offerte mag ondertekend zijn onder voorbehoud van het verkrijgen van de subsidie. De aanvrager hoeft geen begroting in te dienen. Dit is een afwijking van artikel 1.2.1 lid 2.

Artikel 4.4.9 Subsidieplafond

Het subsidieplafond geldt voor de looptijd van de subsidieregeling.

 

Artikel 4.4.10 Aanvullende verplichtingen

De aanvrager is verplicht:

  • a.

    de activiteiten binnen 3 maanden na de datum waarop de subsidie is verleend te starten;

  • b.

    de activiteiten binnen 15 maanden na de datum waarop de subsidie is verleend te hebben uitgevoerd.

Artikel 4.4.11 Staatssteun

Als sprake is van staatssteun, dan voldoet de subsidie aan artikel 28 van de AGVV.

 

Artikel 4.4.12 Looptijd

De subsidieregeling vervalt op 1 december 2023.

 

Paragraaf 4.17 Aanpak van invasieve exoten 2.0

 

Artikel 4.17.4 Hoogte van de subsidie

Lid 3: vervallen

 

Bijlage 1A. Soortenlijst subsidieregeling aanpak invasieve exoten Overijssel, buiten Natura 2000-gebieden (artikel 4.17.2 sub a)

Onder ‘Zwarte Appelbes’ toevoegen:

Pontische rododendron (Rhododendronponticum) Beheersing

 

Onder ‘Watercrassula’ toevoegen:

Vallisneria (Vallisneriaspiralis) Beheersing

 

Bijlage 1B. Soortenlijst subsidieregeling aanpak invasieve exoten Overijssel,

binnen Natura 2000-gebieden (artikel 4.17.2 sub b)

Achter ‘Japanse bamboe’ toevoegen: (Pseudosasajaponica)

Achter ‘Stijve zonnebloem’ toevoegen: (Helianthuslaetiflorus)

Achter ‘Sneeuwbes’ toevoegen: (Symphoricarpos albus)

 

Paragraaf 6.2 komt als volgt te luiden:

 

Paragraaf 6.2 MIT-Haalbaarheidsprojecten

 

Artikel 6.2.1 Betekenis van begrippen

In dit artikel worden veel voorkomende begrippen uitgelegd.

  • -

    experimentele ontwikkeling: het verwerven, combineren, vormgeven en gebruiken van bestaande wetenschappelijke, technologische, zakelijke en andere relevante kennis en vaardigheden, gericht op het ontwikkelen van nieuwe of verbeterde producten, procedés of diensten;

  • -

    haalbaarheidsstudie: het onderzoek en de analyse van het potentieel van een project, met als doel de besluitvorming te ondersteunen door objectief en rationeel de sterke en zwakke punten van een project, de kansen en risico's in kaart te brengen, waarbij ook wordt aangegeven welke middelen nodig zijn om het project te kunnen doorvoeren en wat uiteindelijk de slaagkansen zijn;

  • -

    industrieel onderzoek: planmatig of kritisch onderzoek dat is gericht op het opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden. Het doel hiervan is de ontwikkeling van nieuwe producten, procedés of diensten, of om bestaande producten, procedés of diensten aanmerkelijk te verbeteren. Het omvat de creatie van onderdelen voor complexe systemen en kan ook de bouw omvatten van prototypes in een laboratoriumomgeving of in een omgeving met gesimuleerde interfaces voor bestaande systemen, alsmede pilotlijnen, wanneer dat nodig is voor het industriële onderzoek en met name voor de validatie van generieke technologie;

  • -

    innovatie: technologisch nieuw product, productieproces of dienst;

  • -

    MIT-haalbaarheidsproject: een project ten behoeve van een innovatie dat bestaat uit een haalbaarheidsstudie of een combinatie van een haalbaarheidsstudie en experimentele ontwikkeling of industrieel onderzoek. Minimaal 60% van de kosten van een haalbaarheidsproject bestaat uit een haalbaarheidsstudie;

  • -

    Maatschappelijke Kennis en Innovatieagenda’s (KIA’s): 25 missies verdeeld over vier maatschappelijke thema’s, sleuteltechnologieën en het maatschappelijk verdienvermogen van Nederland, met als doel maatschappelijke uitdagingen te koppelen aan het Mkb, zoals gepubliceerd op: https://www.topsectoren.nl/missiesvoordetoekomst;

Artikel 6.2.2 Doel

Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het bevorderen van innovatie en ondernemerschap, door innovatie in de Topsectoren te stimuleren aansluitend op de landelijke KIA’s.

 

Artikel 6.2.3 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt voor de uitvoering van een MIT-haalbaarheidsproject passend bij ten minste één van volgende maatschappelijke Kennis en Innovatieagenda’s (KIA):

    • a.

      Energie & Duurzaamheid;

    • b.

      Gezondheid en Zorg;

    • c.

      Landbouw, Water en Voedsel;

    • d.

      Veiligheid;

    • e.

      Sleuteltechnologieën;

    • f.

      Maatschappelijk verdienvermogen.

  • 2.

    De activiteit voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      De activiteit is innovatief. Dit wordt bepaald op basis van de mate waarin aannemelijk is gemaakt dat:

      • 1.

        de innovatie uniek is voor Nederland;

      • 2.

        de innovatie zich onderscheidt ten opzichte van internationale ontwikkelingen of alternatieven;

      • 3.

        de innovatie een technologisch of organisatorisch risico met zich meebrengt om het project als innovatie te rechtvaardigen;

    • b.

      De activiteit heeft economisch perspectief. Dit wordt bepaald op basis van de mate waarin aannemelijk is gemaakt dat:

      • 1.

        de innovatie marktperspectief heeft;

      • 2.

        het beoogde verdienmodel haalbaar is;

      • 3.

        het intellectueel eigendom beschermd kan worden;

      • 4.

        de aanvrager kan aantonen dat hij een marktbenadering kan uitvoeren;

    • c.

      De activiteit is technisch-financieel uitvoerbaar. Dit wordt bepaald op basis van de mate waarin aannemelijk is gemaakt dat:

      • 1.

        de subsidiabele activiteit binnen 12 maanden na verlening gerealiseerd kan worden;

      • 2.

        de uitvoerders vakbekwaam zijn om de subsidiabele activiteit uit te voeren;

      • 3.

        de risico's voor de uitvoering en bijbehorende beheersmaatregelen zijn uitgewerkt;

      • 4.

        de subsidiabele activiteit binnen het budget kan worden uitgevoerd;

    • d.

      De subsidiabele activiteit scoort ten minste 30 punten. De punten worden als volgt over de criteria verdeeld:

      • 1.

        maximaal 15 punten voor het criterium, genoemd in artikel 6.2.3 lid 2 onder sub a;

      • 2.

        maximaal 20 punten voor het criterium, genoemd in artikel 6.2.3 lid 2 onder sub b;

      • 3.

        maximaal 15 punten voor het criterium, genoemd in artikel 6.2.3 lid 2 onder sub c;

  • 3.

    Op elk criterium, genoemd in artikel 6.2.3 lid 2 sub a, b en c, scoort de activiteit minimaal 10 punten.

  • 4.

    De activiteit is op het moment van de aanvraag nog niet gestart.

  • 5.

    Voor de activiteit is geen subsidie aangevraagd bij of ontvangen van een andere overheid.

  • 6.

    De activiteit wordt uitgevoerd bij een vestiging in de provincie Overijssel. Voor de definitie van vestiging geldt artikel 1, eerste lid, aanhef en onder j van de Handelsregisterwet 2007.

Artikel 6.2.4 Doelgroep

De subsidie wordt verstrekt aan een Mkb-onderneming.

 

Artikel 6.2.5 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie is € 20.000,- per aanvraag.

  • 2.

    De aanvrager kan binnen het voor de aanvraag geldende subsidieplafond maximaal 1 keer subsidie ontvangen.

Artikel 6.2.6 Subsidiabele kosten

  • 1.

    De subsidie is een vast bedrag per aanvraag.

  • 2.

    De artikelen 1.1.5 en 1.1.6 zijn niet van toepassing.

Artikel 6.2.7 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag kan ingediend worden vanaf 12 april 2022 09.00 uur en moet uiterlijk op 13 september 2022 vóór 17.00 uur zijn ontvangen.

  • 2.

    De aanvrager maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier MIT Overijssel-haalbaarheidsprojecten.

  • 3.

    De aanvrager levert aanvullend een projectplan in waaruit blijkt op welke wijze aan de criteria zoals genoemd in artikel 6.2.3 wordt voldaan. Het is verplicht om bij het opstellen van het projectplan gebruik te maken van het format modelprojectplan MIT Overijssel-haalbaarheidsprojecten 2022. Het format projectplan is te vinden op www.overijssel.nl/subsidie.

  • 4.

    De aanvrager hoeft geen begroting in te leveren. Dit is een afwijking van artikel 1.2.1 lid 2.

Artikel 6.2.8 Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond geldt voor de openstellingperiode die genoemd is in artikel 6.2.7.

  • 2.

    Als op de dag waarop meerdere volledige aanvragen zijn ingediend het subsidieplafond wordt bereikt, wordt de volgorde van subsidieverlening bepaald door middel van loting onder de op die dag ontvangen volledige aanvragen. Dit is een afwijking op artikel 1.1.4, eerste lid.

Artikel 6.2.9 Staatssteun

De subsidie voldoet aan de Algemene de-minimisverordening.

 

Artikel 6.2.10 Aanvullende verplichtingen

De aanvrager is verplicht binnen 12 maanden na de datum waarop de subsidie is verleend, de activiteiten te hebben uitgevoerd.

 

Artikel 6.2.11 Looptijd

De subsidieregeling vervalt op 1 december 2023.

 

Paragraaf 6.3 komt als volgt te luiden:

 

Paragraaf 6.3 MIT-R&D-samenwerkingsprojecten

 

Artikel 6.3.1 Betekenis van begrippen

In dit artikel worden veel voorkomende begrippen uitgelegd.

  • -

    Arm's length-voorwaarden: tussen met elkaar verbonden partijen wordt gehandeld alsof men handelt met een onafhankelijke derde. Er mag dan van worden uitgegaan dat door de marktwerking automatisch een zakelijke prijs met zakelijke voorwaarden tot stand komt.

  • -

    Experimentele ontwikkeling: het verwerven, combineren, vormgeven en gebruiken van bestaande wetenschappelijke, technologische, zakelijke en andere relevante kennis en vaardigheden, gericht op het ontwikkelen van nieuwe of verbeterde producten, procedés of diensten.

  • -

    Haalbaarheidsstudie: het onderzoek en de analyse van het potentieel van een project, met als doel de besluitvorming te ondersteunen door objectief en rationeel de sterke en zwakke punten van een project, de kansen en risico's in kaart te brengen, waarbij ook wordt aangegeven welke middelen nodig zijn om het project te kunnen doorvoeren en wat uiteindelijk de slaagkansen zijn.

  • -

    Industrieel onderzoek: planmatig of kritisch onderzoek dat is gericht op het opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden met het oog op ontwikkeling van nieuwe producten, procedés of diensten, of om bestaande producten, procedés of diensten aanmerkelijk te verbeteren; het omvat de creatie van onderdelen voor complexe systemen en kan ook de bouw omvatten van prototypes in een laboratoriumomgeving of in een omgeving met gesimuleerde interfaces voor bestaande systemen, alsmede pilotlijnen, wanneer dat nodig is voor het industriële onderzoek en met name voor de validatie van generieke technologie.

  • -

    Innovatie: technologisch nieuw product, productieproces of dienst.

  • -

    MIT-haalbaarheidsproject: een project ten behoeve van een innovatie dat bestaat uit een haalbaarheidsstudie of een combinatie van een haalbaarheidsstudie en experimentele ontwikkeling of industrieel onderzoek. Minimaal 60% van de kosten van een haalbaarheidsproject bestaat uit een haalbaarheidsstudie;

  • -

    MIT-R&D-samenwerkingsverband: verband dat geen rechtspersoonlijkheid bezit, bestaande uit twee of meer niet in een groep verbonden Mkb-ondernemingen, dat is opgericht ten behoeve van de uitvoering van een R&D-samenwerkingsproject;

  • -

    Maatschappelijke Kennis en Innovatieagenda’s (KIA’s): 25 missies verdeeld over vier maatschappelijke thema’s, sleuteltechnologieën en het maatschappelijk verdienvermogen van Nederland, met als doel maatschappelijke uitdagingen te koppelen aan het Mkb, zoals gepubliceerd op: https://www.topsectoren.nl/missiesvoordetoekomst;

  • -

    MIT-R&D-samenwerkingsproject: project, bestaande uit industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling of een combinatie hiervan, in daadwerkelijke samenwerkingen voor gezamenlijke rekening en risico uitgevoerd door een MIT-R&D-samenwerkingsverband.

Artikel 6.3.2 Doel

Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het bevorderen van innovatie en ondernemerschap bij het midden- en kleinbedrijf over regiogrenzen heen, door innovatie in de Topsectoren te stimuleren aansluitend op de landelijke KIA’s.

 

Artikel 6.3.3 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt voor de uitvoering van een MIT-R&D-samenwerkingsproject passend bij ten minste één van volgende maatschappelijke Kennis en Innovatieagenda’s (KIA):

    • a.

      Energie & Duurzaamheid;

    • b.

      Gezondheid en Zorg;

    • c.

      Landbouw, Water en Voedsel;

    • d.

      Veiligheid;

    • e.

      Sleuteltechnologieën;

    • f.

      Maatschappelijk verdienvermogen.

  • 2.

    De activiteit voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      meer dan 50% van de subsidiabele kosten, van het MIT-R&D-samenwerkingsproject komt voor rekening van de aan het MIT-R&D-samenwerkingsverband deelnemende Mkb-ondernemingen met een vestiging in Overijssel;

    • b.

      per MIT-R&D-samenwerkingsverband mag een deelnemende MKB-onderneming niet meer dan 70% van de subsidiabele kosten van het MIT-R&D-samenwerkingsproject voor zijn rekening nemen;

    • c.

      de activiteit is op het moment van de aanvraag nog niet gestart;

    • d.

      voor de activiteit is geen subsidie aangevraagd of ontvangen bij een andere overheid;

    • e.

      de activiteit wordt uitgevoerd bij een vestiging in de provincie Overijssel. Voor de definitie van vestiging geldt artikel 1, eerste lid, aanhef en onder j van de Handelsregisterwet 2007.

Artikel 6.3.4 Doelgroep

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt aan een MIT-R&D-samenwerkingsverband, waarvan de penvoerder een Mkb-onderneming is.

  • 2.

    Alle aan het MIT-R&D samenwerkingsverband deelnemende Mkb-ondernemingen zijn elk ook de subsidieontvanger.

Artikel 6.3.5 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie is maximaal 35% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    De subsidie is minimaal € 50.000,- en maximaal € 350.000,- per MIT-R&D-samenwerkingsproject.

  • 3.

    Als de subsidie voor het MIT-R&D-samenwerkingsproject € 200.000,- of minder is, dan is de subsidie per Mkb-ondernemer minimaal € 25.000,- en maximaal € 100.000,-.

  • 4.

    Als de subsidie voor het MIT-R&D-samenwerkingsproject meer dan € 200.000,- is, dan is de subsidie per Mkb-ondernemer minimaal € 25.000,- en maximaal € 175.000,-.

  • 5.

    Het MIT-R&D-samenwerkingsverband kan binnen het voor de aanvraag geldende subsidieplafond maximaal 1 keer subsidie ontvangen.

  • 6.

    Een individuele Mkb-ondernemer kan wel vaker dan 1 keer subsidie ontvangen, als deze deelneemt aan verschillende MIT-R&D samenwerkingsprojecten.

Artikel 6.3.6 Subsidiabele kosten

  • 1.

    De kosten die voor de subsidie in aanmerking komen zijn:

    • a.

      personeelskosten van onderzoekers, technici en ander ondersteunend personeel voor zover zij zich met het onderzoeksproject bezighouden. Artikel 1.1.5 lid 1 is van toepassing;

    • b.

      kosten van derden. Hieronder vallen ook de geleverde diensten waaronder contractonderzoek, kennis en octrooien en kosten van aangeschafte materialen;

    • c.

      de kosten van machines en apparatuur. Deze zijn naar rato van het gebruik subsidiabel indien deze rechtstreeks aan de subsidiabele activiteit toe te rekenen zijn. Dit geldt voor zowel machines en apparatuur die in bezit zijn als voor machines en apparatuur die nog worden aangeschaft ten behoeve van de te subsidiëren activiteit. Daaronder vallen ook bijkomende kosten zoals licenties voor software en de onderhoudskosten van een machine of apparatuur;

    • d.

      de kosten van gebouwen en gronden voor zover en zolang zij worden gebruikt voor het project. Dit is een aanvulling op artikel 1.1.5.

  • 2.

    Voor de kosten van gebouwen geldt dat alleen de afschrijvingskosten overeenstemmend met de looptijd van het project, berekend volgens algemeen erkende boekhoudkundige beginselen, subsidiabel zijn.

  • 3.

    Voor de kosten van gronden geldt dat alleen de kosten voor de commerciële overdracht, de verkoopkosten dus, of de daadwerkelijk gemaakte financieringskosten subsidiabel zijn.

  • 4.

    Voor de kosten van contractonderzoek, kennis en octrooien geldt dat die op arm's length-voorwaarden worden gekocht bij of waarvoor een licentie wordt verleend door externe bronnen.

Artikel 6.3.7 Tenderregeling

  • 1.

    De subsidieregeling is een tenderregeling.

  • 2.

    Bij een tenderregeling krijgt elke volledige aanvraag punten op basis van de beoordeling van de kwaliteitsvoorwaarden zoals genoemd in artikel 6.3.8 eerste lid. De beoordeelde aanvragen worden vervolgens in volgorde geplaatst op basis van het behaalde puntenaantal.

Artikel 6.3.8 Puntenscore voor de kwaliteit

  • 1.

    Een aanvraag die voldoet aan de voorwaarden die genoemd zijn in de artikelen 6.3.3 en 6.3.4 krijgt maximaal 100 punten voor de volgende kwaliteitsvoorwaarden:

    • a.

      er wordt meer technologische vernieuwing of wezenlijke nieuwe toepassingen van een bestaand product, proces, of dienst verwacht, maximaal 25 punten;

    • b.

      er wordt meer economische waarde gecreëerd voor de deelnemers in het MIT-R&D-samenwerkingsverband, de Topsectoren, of de Overijsselse economie, maximaal 25 punten;

    • c.

      de kwaliteit van de MIT-R&D-samenwerking wordt hoger, ten minste blijkend uit de kwaliteit van het projectplan, de mate van complementariteit van de deelnemers, de capaciteiten van de deelnemers en de kwaliteit van de projectorganisatie, maximaal 25 punten;

    • d.

      de verwachte impact die wordt gerealiseerd op een of meer van de betreffende maatschappelijke Kennis en Innovatieagenda’s, maximaal 25 punten.

  • 2.

    De aanvraag scoort per kwaliteitsvoorwaarde minimaal 10 punten.

  • 3.

    De totale score van de aanvraag is minimaal 50 punten.

  • 4.

    Er wordt geloot als twee of meer aanvragen dezelfde eindscore hebben en er niet voldoende subsidieplafond is voor alle aanvragen. De loting wordt uitgevoerd door een notaris.

Artikel 6.3.9 De aanvraag

  • 1.

    De aanvraag kan ingediend worden vanaf 1 juni 2022 9:00 uur en moet uiterlijk op 13 september 2022 vóór 17.00 uur zijn ontvangen.

  • 2.

    De subsidie wordt aangevraagd door een door het samenwerkingsverband aangewezen penvoerder. De penvoerder is één van de deelnemende MKB-ondernemingen.

  • 3.

    De aanvrager maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier MIT-R&D-samenwerkingsprojecten Overijssel 2022.

  • 4.

    De aanvrager levert aanvullend een begroting in. Het is verplicht om het beschikbaar gestelde begrotingsformat te gebruiken. Het begrotingsformat is te vinden op www.overijssel.nl/subsidie.

  • 5.

    De aanvrager levert aanvullend een projectplan in waaruit blijkt op welke wijze aan de criteria zoals genoemd in de artikelen 6.3.3 en 6.3.4 wordt voldaan. Het is verplicht om bij het opstellen van het projectplan gebruik te maken van het Overijsselse model projectplan MIT-R&D-samenwerkingsprojecten 2022. Het Overijsselse model projectplan is te vinden op www.overijssel.nl/subsidie .

  • 6.

    De subsidieaanvraag moet vóór de sluitingsdatum volledig zijn.

  • 7.

    Na sluitingsdatum kunnen er geen inhoudelijke en financiële aanvullingen of wijzigingen meer ingediend worden.

Artikel 6.3.10 Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond geldt voor de openstellingperiode die genoemd is in artikel 6.3.9. lid 1.

  • 2.

    Er worden twee deelplafonds vastgesteld:

    • a.

      voor de kleine MIT-R&D-samenwerkingsprojecten. Dit zijn de subsidies van € 200.000,- of minder per MIT-R&D-samenwerkingsproject.

    • b.

      voor de grote MIT-R&D-samenwerkingsprojecten. Dit zijn de subsidies van meer dan € 200.000,- per MIT-R&D-samenwerkingsproject.

  • 3.

    Het subsidieplafond wordt verdeeld op basis van vastgestelde volgorde. Dit is een afwijking van artikel 1.1.4.

  • 4.

    De verdeling van het subsidieplafond begint bij de aanvraag met de hoogste score en gaat door tot het subsidieplafond bereikt is.

  • 5.

    Als de te verstrekken subsidie hoger is dan het resterende bedrag van het subsidieplafond, dan wordt de subsidie afgewezen.

  • 6.

    Het resterende bedrag wordt verstrekt aan de eerstvolgende aanvraag die past binnen het resterende subsidieplafond.

Artikel 6.3.11 Staatssteun

De subsidie voldoet aan hoofdstuk I en artikel 25 van de AGVV.

 

Artikel 6.3.12 Aanvullende verplichtingen

De subsidieontvanger is verplicht:

  • a.

    binnen 6 maanden na de datum waarop de subsidie is verleend, de activiteiten te starten;

  • b.

    binnen 24 maanden na de start de activiteiten te hebben uitgevoerd.

Artikel 6.3.13 Looptijd

De subsidieregeling vervalt op 1 december 2023.

 

Paragraaf 6.7 MKB Innovatiestimulering topsectoren (MIT) Oost Nederland 2021 – Overijssel inclusief subparagrafen: vervallen

 

Paragraaf 6.15 Ondersteuning Nationaal Groeifondsaanvragen

 

Artikel 6.15.2 Subsidiabele activiteiten

Lid 2 sub c (2): vervallen

 

Paragraaf 6.16 komt als volgt te luiden:

 

Paragraaf 6.16 MKB-Voucher digitalisering

 

Artikel 6.16.1 Betekenis van de begrippen

In dit artikel worden veel voorkomende begrippen uitgelegd.

  • -

    digitalisering: het proces om informatie of fysieke stukken om te zetten in digitale informatie of stukken. Onder digitalisering wordt ook verstaan het opnemen van digitale technologieën in bedrijfs- en sociale processen, met als doel deze te verbeteren;

  • -

    digitaliseringsplan: een plan voor minimaal 2 jaar, waarin acties en stappen van een onderneming zijn opgenomen op het gebied van digitalisering en digitale veiligheid, met als doel de bedrijfs-en sociale processen van de onderneming te verbeteren.

Artikel 6.16.2 Doel

Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan een krachtig Mkb door Mkb-ondernemingen, culturele instellingen en organisaties van cultuur- en sportevenementen in Overijssel te ondersteunen om stappen te zetten op het gebied van digitalisering en digitale veiligheid.

 

Artikel 6.16.3 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt voor:

    • a.

      het opstellen van een digitaliseringsplan;

    • b.

      het uitvoeren van een of meerdere van de volgende digitaliseringsactiviteiten:

      • 1.

        het digitaal koppelen van het aanbod, bedrijfsvoering en verkoop;]

      • 2.

        het bouwen of ontwikkelen van een webshop die gekoppeld is aan de overige processen van de onderneming;

      • 3.

        het inrichten van de hardware en software om digitale veiligheid van de onderneming te verbeteren;

      • 4.

        het automatiseren van productieprocessen en het volledig maken van productiesystemen;

      • 5.

        optimaal beheren en gebruiken van data bij de onderneming;

      • 6.

        digitaal archiveren en digitaal op orde brengen van bedrijfsinformatie;

      • 7.

        het ontwikkelen van een nieuwe app voor de aanvragende Mkb-onderneming;

      • 8.

        het toepassen of verbeteren van Enterprise Resource Planning (ERP) of Manufacturing Execution System (MES) computerprogramma;

      • 9.

        digitaliseren van de financiële administratie.

  • 2.

    Het digitaliseringsplan voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      het is opgesteld door een onafhankelijke derde met ervaring;

    • b.

      het is opgesteld na 1 januari 2021;

    • c.

      het is een plan voor minimaal 2 jaar;

    • d.

      het bevat in ieder geval de volgende informatie:

      • 1.

        een inleiding en bedrijfsprofiel;

      • 2.

        de uit te voeren digitaliseringsactiviteiten en beoogde resultaat en eindproduct;

      • 3.

        een planning voor 2 jaar, waarin is opgenomen wanneer welke digitaliseringsactiviteit uitgevoerd wordt;

      • 4.

        welke digitaliseringsactiviteiten uitgevoerd worden om de digitale veiligheid te verbeteren;

      • 5.

        de totale kosten en de financiering van de digitaliseringsactiviteiten.

  • 3.

    De digitaliseringsactiviteiten voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      de activiteiten worden genoemd in het digitaliseringsplan van de onderneming;

    • b.

      de activiteiten zijn bestemd voor een Mkb-onderneming die fysiek gevestigd is in Overijssel. Hieronder vallen ook culturele en maatschappelijke instellingen en evenementen organisaties die tegen betaling diensten verlenen.

  • 4.

    De volgende digitaliseringsactiviteiten zijn geen subsidiabele activiteiten:

    • a.

      het bouwen of ontwikkelen van een website, behalve als het gaat om het bouwen of ontwikkelen van een webshop die gekoppeld is aan de overige processen van de onderneming;

    • b.

      zoekmachine optimalisatie zoals SEO en SEA;

    • c.

      aanschaf van hardware zoals laptops, computers en keyboards.

Artikel 6.16.4 Doelgroep

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt aan een BV, een NV, een maatschap, een v.o.f., een ZZP-er, eenmanszaak, stichting of een vereniging.

  • 2.

    De subsidie wordt alleen verstrekt aan Mkb-ondernemingen.

Artikel 6.16.5 Subsidiabele kosten

  • 1.

    De kosten die voor subsidie in aanmerking komen zijn de kosten van derden. Artikel 1.1.5 derde lid is van toepassing.

  • 2.

    De kosten van het digitaliseringsplan dat is opgesteld na 1 januari 2021 zijn wel subsidiabel, ook al is het digitaliseringsplan opgesteld voordat de aanvraag is ingediend. Dit is een afwijking van artikel 1.1.6 lid 3.

  • 3.

    De totale subsidiabele kosten per aanvraag bedragen minimaal € 5.000,- exclusief Btw en inclusief de kosten voor het opstellen van het digitaliseringplan.

Artikel 6.16.6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie voor het opstellen van een digitaliseringsplan is een vast bedrag van € 500,- per aanvraag.

  • 2.

    De subsidie voor de uitvoering van de digitaliseringsactiviteiten is maximaal 40% van de subsidiabele kosten.

  • 3.

    De totale subsidie voor het opstellen van het digitaliseringsplan en de uitvoering van digitaliseringsactiviteiten is samen minimaal € 2.000,- en maximaal € 10.000,- per aanvraag.

  • 4.

    De aanvrager kan maximaal één keer subsidie ontvangen op basis van deze subsidieregeling.

Artikel 6.16.7 Eigen bijdrage

Minimaal 60% van de subsidiabele kosten van de uitvoering van de digitaliseringsactiviteiten worden betaald met een bijdrage van de aanvrager of derden.

 

Artikel 6.16.8 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag kan ingediend worden vanaf 9 mei 2022 9.00 uur en moet uiterlijk 13 mei 2022 17.00 uur ontvangen zijn.

  • 2.

    De aanvrager maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier:

    • a.

      MKB voucher digitalisering 2022- retail;

    • b.

      MKB voucher digitalisering 2022- vrijetijdssector;

    • c.

      MKB voucher digitalisering 2022- culturele instellingen en organisaties van cultuur- en sportevenementen;

    • d.

      MKB voucher digitalisering 2022- agro&food

    • e.

      MKB voucher digitalisering 2022- overige sectoren.

  • 3.

    De aanvrager bepaalt zelf op basis van de SBI-code, welk aanvraagformulier gebruikt wordt. Op www.overijssel.nl/subsidie is een overzicht opgenomen van de sectorindeling op basis van de SBI-codes die de provincie hanteert.

  • 4.

    Als de activiteiten van de aanvrager onder meerdere sectoren vallen, dan bepaalt de aanvrager zelf van welk aanvraagformulier hij gebruik maakt.

  • 5.

    De aanvraag wordt ingediend voor het uitvoeren van de digitaliseringsactiviteiten eventueel in combinatie met een aanvraag voor het opgestelde digitaliseringsplan. Een aanvraag voor alleen het opgestelde digitaliseringsplan is niet mogelijk.

  • 6.

    De aanvrager kan maximaal een keer subsidie aanvragen op basis van deze subsidieregeling;

  • 7.

    De aanvrager levert aanvullend de volgende stukken in:

    • a.

      het opgestelde digitaliseringsplan;

    • b.

      een onderbouwing van de kosten van de digitaliseringsactiviteiten met offerte(s) of prijsopgaven door derden. De prijsopgave mag ook een verwijzing naar een prijs op een website zijn;

    • c.

      een factuur voor het opgestelde digitaliseringsplan als daarvoor subsidie wordt gevraagd.

  • 8.

    De aanvrager hoeft geen begroting in te leveren. Artikel 1.2.1 lid 2 sub c is niet van toepassing.

Artikel 6.16.9 Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond geldt voor de looptijd van de subsidieregeling.

  • 2.

    Er geldt een deelplafond voor:

    • a.

      de sector retail;

    • b.

      de sector vrijetijdssector;

    • c.

      de sector culturele instellingen en organisaties van cultuur-en sportevenementen;

    • d.

      de sector agro&food;

    • e.

      de overige sectoren.

  • 3.

    Welk deelplafond voor de aanvraag geldt, is afhankelijk van het gebruikte aanvraagformulier. Als de aanvrager een ander aanvraagformulier had willen of moeten gebruiken, dan wordt er een nieuw aanvraagformulier ingediend. Aanpassen van het al ingediende aanvraagformulier is niet mogelijk.

  • 4.

    Het subsidieplafond wordt verdeeld in volgorde van ontvangst op datum waarop de subsidieaanvraag compleet is.

  • 5.

    Op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt, wordt er geloot tussen de aanvragen die op die dag volledig zijn. Dit is een afwijking van artikel 1.1.4 lid 1. De loting wordt uitgevoerd door een notaris.

Artikel 6.16.10 Aanvullende verplichtingen

De aanvrager is verplicht:

  • a.

    de activiteiten te starten binnen 3 maanden na de datum waarop de subsidie is verleend;

  • b.

    de activiteiten binnen 24 maanden na de datum waarop de subsidie is verleend uit te voeren;

  • c.

    mee te werken aan de evaluatie van deze subsidieregeling.

Artikel 6.16.11 Staatssteun

De subsidie voldoet aan de Algemene De-minimisverordening, De-minimisverordening Landbouw en De-minimisverordening Visserij.

 

Artikel 6.16.12 Looptijd

De subsidieregeling vervalt op 1 december 2022.

 

Paragraaf 6.38 Family Next Overijssel

 

Artikel 6.38.5 Subsidiabele kosten

Huidige tekst wordt vernummerd tot lid 1.

 

Lid 2 wordt toegevoegd:

  • 2.

    De kosten van de activiteiten die maximaal 6 maanden voor de ontvangst van de aanvraag al gemaakt zijn, zijn wel subsidiabel. Dit is een afwijking van artikel 1.1.6 lid 3.

Paragraaf 7.1 Kader culturele instellingen Overijssel 2021 tot en met 2024

 

In de tabel van ‘Bijlage 1 bij paragraaf 7.1’ wordt in de kolom 2022 het totaalbedrag in de laatste rij (€ 9.412.231,00) vervangen door: € 9.487.231,00

 

Na paragraaf 7.5 wordt een nieuwe paragraaf 7.6 ingevoegd, luidende:

 

Paragraaf 7.6 Startversneller ondernemers in de culturele sector

 

Artikel 7.6.1 Betekenis van de begrippen

In dit artikel worden veel voorkomende begrippen uitgelegd.

  • -

    coach: een professioneel deskundige die de startende ondernemer via coachingsgesprekken helpt bij het versterken van de ondernemerskwaliteiten en -vaardigheden. De coach of het bedrijf dat hij/zij vertegenwoordigt, staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;

  • -

    ondernemersvaardigheden: vaardigheden en kwaliteiten waarover een ondernemer beschikt om zelfstandig en onafhankelijk een eigen bedrijf te kunnen starten en voort te zetten;

  • -

    startende ondernemer: ondernemer die gaat starten of is gestart in de culturele sector, wiens onderneming een vestigingsplaats heeft in Overijssel en die op het moment van de aanvraag voor de coaching maximaal vijf jaar geregistreerd staat in het register van de Kamer van Koophandel.

  • -

    culturele sector: de volgende in het provinciaal cultuurbeleid 2021-2024 opgenomen sectoren dan wel disciplines: podiumkunsten, bibliotheken, erfgoed, literatuur, beeldende kunst en mediakunst.

Artikel 7.6.2 Doel

Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het ontwikkelen van ondernemersvaardigheden van startende ondernemers om weerbaar en toekomstbestendig te kunnen ondernemen als ondernemer in de culturele sector. Dit door startende ondernemers in de culturele sector te laten begeleiden in hun ondernemersvaardigheden.

 

Artikel 7.6.3 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt voor coaching ten behoeve van de verbetering van ondernemerskwaliteiten en -vaardigheden van startende ondernemers in de Overijsselse culturele sector.

  • 2.

    De coaching voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      het wordt uitgevoerd in Overijssel;

    • b.

      het gaat niet om de inkoop van adviesdiensten;

    • c.

      voor de coaching is niet eerder subsidie ontvangen via deze paragraaf of paragraaf 6.21 Voucherregeling startende ondernemers.

  • 3.

    De coach voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      heeft minimaal vijf jaar aantoonbare ervaring met coachen en beschikt over de benodigde vaardigheden;

    • b.

      heeft coaching als hoofdactiteit;

    • c.

      haalt op het moment van de aanvraag een substantieel deel van het inkomen uit coaching of vergelijkbare activiteiten ter ondersteuning van ondernemers;

    • d.

      heeft ervaring met het coachen van ondernemers;

    • e.

      heeft een website met minimaal een beschrijving van zijn dienstverlening;

    • f.

      beschikt over minimaal drie referenties uit de afgelopen twee jaar;

    • g.

      heeft geen persoonlijke of zakelijke relatie met de aanvragende startende ondernemer;

    • h.

      hanteert een marktconform tarief.

Artikel 7.6.4 Doelgroep

De subsidie wordt verstrekt aan startende ondernemers in de culturele sector.

 

Artikel 7.6.5 Subsidiabele kosten

Alleen de kosten van de coach komen voor de subsidie in aanmerking. Artikel 1.1.5 derde lid is van toepassing.

 

Artikel 7.6.6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie is 80% van de kosten van de coach.

  • 2.

    De subsidie is minimaal € 500,- en maximaal € 1.000,- per aanvraag en per ondernemer.

  • 3.

    Als sprake is van een startende ondernemer van een onderneming met meerdere eigenaren, dan bedraagt de subsidie per deelnemende startende eigenaar niet meer dan € 1.000,-.

Artikel 7.6.7 Eigen bijdrage

De startende ondernemer betaalt minimaal 20% van de kosten waarvoor subsidie kan worden gekregen.

 

Artikel 7.6.8 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag wordt ingediend bij Gedeputeerde Staten via de webpagina van Oost.nl.

  • 2.

    De aanvrager maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier Startversneller ondernemers in de culturele sector.

  • 3.

    De aanvrager levert aanvullend een offerte in. Uit de offerte blijkt:

    • a.

      waarvoor de coaching wordt ingezet,

    • b.

      wanneer de coaching wordt gegeven, en

    • c.

      wat de totale kosten zijn. Daarbij wordt ook het geldende uurtarief van de coach vermeld.

  • 4.

    De aanvrager hoeft geen begroting in te leveren. Artikel 1.2.1 lid 2 sub c is niet van toepassing.

Artikel 7.6.9 Subsidieplafond

Het subsidieplafond geldt voor de looptijd van de regeling.

 

Artikel 7.6.10 Aanvullende verplichtingen

De aanvrager is verplicht binnen 12 maanden na de datum waarop de subsidie is vastgesteld de activiteiten uit te voeren.

 

Artikel 7.6.11 Looptijd

De subsidieregeling vervalt 1 maart 2023.

 

Paragraaf 7.18 Experimenten powered by Cultuur

 

Artikel 7.18.2 Subsidiabele activiteiten

In onderdeel c.

  • -

    wordt na de woorden ‘cross-over met’ ingevoegd: tenminste één van

  • -

    wordt het woord ‘en’ in de zinsnede ‘milieu en landschap’ vervangen door een komma achter het woord ‘milieu’

Artikel 7.18.3 Criteria

Lid 1, onderdeel a, sub iii luidt als volgt:

  • iii.

    voor de activiteit zoals genoemd in artikel 7.18.2 onderdeel a een organisatie of een professionele, culturele individuele maker zonder rechtspersoonlijkheid;

In lid 1, onderdeel a. wordt een nieuw sub iv. toegevoegd, luidende:

  • iv.

    voor de activiteit zoals genoemd in artikel 7.18.2 onderdeel b.: een maatschappelijke organisatie zoals een school, zorgorganisatie of organisatie die sport of welzijnsinitiatieven ontplooit. Het gaat hierbij om een stichting of een vereniging. De aanvraag wordt gedaan in combinatie met een professionele, culturele organisatie of een professionele, culturele individuele maker zonder rechtspersoonlijkheid. Dit blijkt uit een samenwerkingsovereenkomst;

Lid 2 komt als volgt te luiden:

  • 2.

    Aanvullend op het eerste lid wordt een aanvraag getoetst aan de wegingscriteria zoals genoemd in scoretabel 1, 2 dan wel 3. De minimale score is:

    • a.

      45 punten voor een activiteit als bedoeld in artikel 7.18.2 onder sub a, waarvan ten minste 10 punten voor artistieke kwaliteit;

    • b.

      45 punten voor een activiteit als bedoeld in artikel 7.18.2 onder sub b, waarvan ten minste 5 punten voor artistieke kwaliteit;

    • c.

      35 punten voor een activiteit als bedoeld in artikel 7.18.2 onder sub c, waarvan ten minste 10 punten voor artistieke kwaliteit.

Artikel 7.18.5 Indieningstermijn aanvraag tot subsidieverlening

In het eerste lid worden de data ‘1 september 2021’ en ’30 september 2021’ vervangen door respectievelijk ‘8 maart 2022’ en ‘4 april 2022’

 

Artikel 7.18.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening

In lid 2, onderdeel a.:

  • -

    wordt in sub iv. de zinsnede ‘publieksbereik onder vermelding van de betrokken sectoren en doelgroepen’ vervangen door: aantoont hoe het experiment de betrokkenheid van sectoren en doelgroepen vergroot en daarmee de maatschappelijke impact beschrijft.

  • -

    sub vii.: vervallen

  • -

    luidt sub ix. als volgt: ix. als sprake is van een aanvraag voor een cross-over met andere sectoren: de economische, maatschappelijke of ecologische impact.

Scoretabel 1, bij artikel 7.18.2 sub a

De tabel komt als volgt te luiden

 

Criteria

Te behalen punten

  • a.

    Mate van artistieke kwaliteit

Onvoldoende: 0 punten

Voldoende: 5 punten

Goed: 10 punten

Zeer goed: 15 punten

  • b.

    Mate van zakelijke kwaliteit

Onvoldoende: 0 punten

Voldoende: 5 punten

Goed: 10 punten

Zeer goed: 15 punten

  • c.

    Mate waarin het experiment bijdraagt aan de vernieuwing van het cultureel aanbod

Onvoldoende: 0 punten

Voldoende: 5 punten

Goed: 10 punten

Zeer goed: 15 punten

  • d.

    Mate waarin het experiment praktijkgericht is

Onvoldoende: 0 punten

Voldoende: 5 punten

Goed: 10 punten

Zeer goed: 15 punten

  • e.

    Mate van publieksbereik

Onvoldoende: 0 punten

Voldoende: 5 punten

Goed: 10 punten

Zeer goed: 15 punten

Maximale te behalen score a+b+c+d+e

Maximaal 75 punten

 

Scoretabel 1, bij artikel 7.18.2 sub b

De tabel komt als volgt te luiden:

 

Criteria

Te behalen punten

  • a.

    Mate van artistieke kwaliteit

Onvoldoende: 0 punten

Voldoende: 5 punten

Goed: 10 punten

Zeer goed: 15 punten

  • b.

    Mate van zakelijke kwaliteit

Onvoldoende: 0 punten

Voldoende: 5 punten

Goed: 10 punten

Zeer goed: 15 punten

  • c.

    Mate waarin wordt bijgedragen aan de bevordering van inclusie en voorkoming en bestrijding van eenzaamheid.

     

  • Onder inclusieve samenleving wordt verstaan: een samenleving zonder fysieke of sociale beperkingen, waarin iedereen mee kan doen en waar iedereen zich veilig voelt om zichzelf te zijn.

Onvoldoende: 0 punten

Voldoende: 5 punten

Goed: 10 punten

Zeer goed: 15 punten

  • d.

    Mate van maatschappelijke impact

    Onder maatschappelijke impact wordt verstaan: de toegevoegde waarde van het experiment aan de samenleving.

Onvoldoende: 0 punten

Voldoende: 5 punten

Goed: 10 punten

Zeer goed: 15 punten

  • e.

    Mate van publieksbereik

Onvoldoende: 0 punten

Voldoende: 5 punten

Goed: 10 punten

Zeer goed: 15 punten

Maximale te behalen score a+b+c+d+e

Maximaal 75 punten

 

Scoretabel 1, bij artikel 7.18.2 sub c

De tabel komt als volgt te luiden:

 

Drie verplichte criteria

Te behalen punten

  • a.

    Mate van artistieke kwaliteit

Onvoldoende: 0 punten

Voldoende: 5 punten

Goed: 10 punten

Zeer goed: 15 punten

  • b.

    Mate van zakelijke kwaliteit

Onvoldoende: 0 punten

Voldoende: 5 punten

Goed: 10 punten

Zeer goed: 15 punten

  • c.

    Mate van maatschappelijke impact

    Onder maatschappelijke impact wordt verstaan: de toegevoegde waarde van het experiment aan de samenleving.

Onvoldoende: 0 punten

Voldoende: 5 punten

Goed: 10 punten

Zeer goed: 15 punten

Een van de twee volgende criteria (keuze aanvrager voor welke van de twee)

  • d

    Mate van economische impact

     

    Onder economische impact wordt verstaan: de mate waarin de aanvrager met het experiment in staat is om de economische betekenis van het experiment in beeld te brengen.

Onvoldoende: 0 punten

Voldoende: 5 punten

Goed: 10 punten

Zeer goed: 15 punten

  • e

    Mate van ecologische impact

     

    Onder ecologische impact wordt verstaan: de mate waarin de aanvrager met het experiment in staat is om de verwachte ecologische betekenis van het experiment in beeld te brengen.

Onvoldoende: 0 punten

Voldoende: 5 punten

Goed: 10 punten (zie ook de minimale vereiste bij criteria)

Zeer goed: 15 punten

Maximale te behalen score a+b+c + of d of e

Maximaal 60 punten

 

Artikel 7.18.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening

In artikel 7.18.6 lid 2 onderdeel d. vervalt na het woord ‘samenwerkingsverklaring’ de puntkomma en wordt de volgende tekst toegevoegd: waarin de inhoud van de samenwerking en de rol van de samenwerkingspartners wordt beschreven;

 

Artikel 7.18.9 Adviescommissie

Het derde lid: vervallen

 

Artikel 7.18.10 Weigeringsgronden

Onderdeel c: vervallen

 

Na paragraaf 8.4 wordt een nieuwe paragraaf 8.5 ingevoegd, luidende:

 

Paragraaf 8.5 Burgerschap op scholen

 

Artikel 8.5.1 Doel

Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan een eigentijdse invulling van participatie door scholen voor primair en voortgezet onderwijs in aansluiting op het programma Jongeren en burgerschap in Overijssel.

 

Artikel 8.5.2 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan kennis over democratie en versterken van burgerschap van jongeren.

  • 2.

    De activiteiten voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      de activiteiten worden uitgevoerd in Overijssel;

    • b.

      de activiteiten dragen bij aan of zijn gericht op tenminste een van de volgende doelen:

      • 1.

        kennisoverdracht aan jongeren van het functioneren van politiek en openbaar bestuur

      • 2.

        opkomstbevordering bij verkiezingen onder jongeren;

      • 3.

        jongeren bewust maken van het belang van een inclusieve samenleving. Dat is een samenleving zonder fysieke of sociale beperkingen, waarin iedereen mee kan doen en waar iedereen zich veilig voelt om zichzelf te zijn;

    • c.

      de activiteiten zijn aanvullend op de gewone lesprogramma’s;

    • d.

      de kosten van de activiteiten bedragen minimaal € 1.000,-.

Artikel 8.5.3 Doelgroep

De subsidie wordt verstrekt aan basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs.

 

Artikel 8.5.4 Hoogte van de subsidie

De subsidie is een vast bedrag van € 1.000,- per aanvraag.

 

Artikel 8.5.5 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag kan het hele jaar ingediend worden.

  • 2.

    De aanvrager maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier Burgerschap op scholen.

  • 3.

    Het is niet nodig om een begroting in te leveren. Artikel 1.2.1, tweede lid, onderdeel c is niet van toepassing.

Artikel 8.5.6 Subsidieplafond

Het subsidieplafond geldt voor de looptijd van de subsidieregeling.

 

Artikel 8.5.7 Looptijd

De subsidieregeling vervalt op 1 december 2023.

 

Paragraaf 9.5 Gebiedsgerichte aanpak Stikstof

 

Artikel 9.5.3 Criteria

Sub a (xii): vervallen

 

Sub c: ’€ 90.000,-‘ wordt vervangen door: € 135.000,-

 

Artikel 9.5.4 Hoogte van de subsidie

‘€ 90.000,-‘ wordt vervangen door: € 135.000,-

Artikel II  

De wijzigingen treden in werking de dag na publicatie in het Provinciaal Blad.

Gedeputeerde Staten van Overijssel.

Naar boven