Beleidsregel wegwedstrijden en evenementen Overijssel

Wij, Gedeputeerde Staten van Overijssel,

 

Overwegende dat artikel 5.1.2 van de Omgevingsverordening Overijssel 2017 een verbod bevat om een weg te gebruiken in strijd met het doel van de weg, om veranderingen aan de weg aan te brengen dan wel om enig werk aan te brengen, te houden, te veranderen of te verwijderen boven, op, in, of onder de weg;

 

Overwegende dat wij ingevolge artikel 5.1.3 van de Omgevingsverordening Overijssel 2017 bevoegd zijn een ontheffing te verlenen van dit verbod;

 

Overwegende dat artikel 10 van de Wegenverkeerswet een verbod bevat om op de weg een wedstrijd met voertuigen te houden of daaraan deel te nemen;

 

Overwegende dat wij ingevolge artikel 148 van de Wegenverkeerswet bevoegd zijn een ontheffing te verlenen van dit verbod, uitgezonderd als de wegen waarvoor de ontheffing wordt gevraagd, alle zijn gelegen binnen één gemeente of als het verbod een weg betreft in het beheer van het rijk;

 

Besluiten vast te stellen de navolgende:

 

beleidsregel wegwedstrijden en evenementen Overijssel;

 

I. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • 1.

    CROW-publicatie 96b: de CROW-richtlijnen 96b “Maatregelen op niet-autosnelwegen” in de publicatiereeks “Werk in Uitvoering 96a/96b” van de stichting Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de grond-, water-, wegenbouw- en verkeerstechniek (CROW);

  • 2.

    evenement: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak;

  • 3.

    evenemententerrein: het volledige grondgebied waarop het evenement zal plaats vinden, zowel op de weg als elders;

  • 4.

    provinciale weg: een weg in beheer bij de provincie Overijssel;

  • 5.

    U-route: uitwijkroute, dat wil zeggen een permanente omleidingsroute voor het geval snelwegen worden afgesloten door langdurige blokkades als gevolg van ongevallen.

  • 6.

    voertuig: een voertuig zoals bedoeld in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • 7.

    wegwedstrijd: een wedstrijd op de weg met voertuigen zoals bedoeld in artikel 10 van de Wegenverkeerswet;

Artikel 2 Toepassingsbereik

  • 1.

    Deze beleidsregel is van toepassing op de afhandeling van aanvragen voor ontheffingen voor:

    • a.

      evenementen op of nabij provinciale wegen voor zover het doelmatig en veilig gebruik van die wegen in het geding is;

    • b.

      wegwedstrijden op provinciale wegen of andere wegen binnen de provincie Overijssel, uitgezonderd rijkswegen en wegen die alle zijn gelegen binnen één gemeente.

  • 2.

    Alles wat in de volgende artikelen van deze beleidsregel is vastgelegd met betrekking tot een ontheffing voor een evenement is van overeenkomstige toepassing op een ontheffing voor een wegwedstrijd.

II. Voorbereiding van het besluit

Artikel 3 Benodigde informatie

Wij baseren ons besluit op de volgende door de aanvrager te verstrekken informatie:

  • a.

    een beschrijving van het evenement en het beoogde gebruik van de weg;

  • b.

    de datum of data en tijden van het beoogde gebruik van de weg;

  • c.

    de weg of wegen waar het evenement zal plaats vinden, onder vermelding van het wegnummer en de hectometerpunten aan het begin en het eind van het traject waarop het evenement zal plaats vinden;

  • d.

    de locatie van het evenement op de weg: de hoofdrijbaan, de parallelweg, het fietspad, het voetpad of de berm;

  • e.

    een of meer topografische kaarten met daarop:

    • i.

      de inrichting van het evenemententerrein, inclusief objecten die op de weg worden geplaatst en de eventuele route van het evenement;

    • ii.

      een aanduiding van de parkeerfaciliteiten, met vermelding van de hoeveelheid parkeerplaatsen, het toegangsregime en de eventuele aanwezigheid van verkeersregelaars;

    • iii.

      een verkeersplan met de te nemen verkeersmaatregelen conform CROW- publicatie 96b, ingetekend onder vermelding van de wegnummers en hectometerpunten, inclusief eventuele aanwezigheid van verkeersregelaars;

    • iv.

      als onderdeel van het verkeersplan: een omleidingsplan, als de situatie daarom vraagt.

  • f.

    het aantal en de soort deelnemende voertuigen dan wel andere vervoersmiddelen;

  • g.

    het verwachte aantal deelnemers en bezoekers;

  • h.

    de wijze waarop de aanvrager tijdens het evenement bereikbaar is.

Artikel 4 Extra benodigde informatie met betrekking tot wegwedstrijden

  • 1.

    Een ontheffing van het verbod op het houden van een wegwedstrijd wordt slechts verleend, als bewijs wordt geleverd dat een verzekering is gesloten overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen die de schade dekt waartoe het gebruik van motorrijtuigen tijdens de wedstrijd aanleiding kan geven.

  • 2.

    De verzekering dient mede de aansprakelijkheid te dekken van degenen die de wedstrijd organiseren.

  • 3.

    De aanvrager kan aantonen dat aan de verzekeringsplicht is voldaan door het aanleveren van een afschrift van de verzekeringspolis.

Artikel 5 Advies van derden

  • 1.

    Als een evenement (mede) plaatsvindt op een weg die in beheer is bij een andere wegbeheerder, vragen wij deze wegbeheerder om advies.

  • 2.

    Wij vragen de hulpdiensten om advies, als dit wenselijk is gezien de aard of omvang van het evenement.

III. Beoordeling van de aanvraag

Artikel 6 Toetsingsgronden

  • 1.

    Een ontheffing wordt alleen verleend als wordt voldaan aan alle hierna genoemde voorwaarden:

    • a.

      door het beoogde gebruik van de weg ontstaat geen onherstelbare of ernstige schade aan de weg.

    • b.

      het verkeersmaatregelenplan voldoet aan de volgende eisen:

      • i)

        er is een veilige omleidingsroute, voor zover nodig;

      • ii)

        de bereikbaarheid voor de hulpdiensten wordt gegarandeerd;

      • iii)

        er worden geen U-routes afgesloten;

      • iv)

        de te nemen verkeersmaatregelen zijn conform de CROW-publicatie 96b;

      • v)

        eventueel in te zetten verkeersregelaars zijn bevoegd op grond van de Regeling Verkeersregelaars 2009. Evenementenverkeersregelaars worden niet ingezet op de hoofdrijbaan van de provinciale weg.

    • c.

      Het evenement veroorzaakt geen ernstige risico’s en hinder voor het reguliere verkeer. Wij betrekken bij onze beoordeling in ieder geval:

      • i)

        het verwachte aantal bezoekers en deelnemers en het effect daarvan op het verkeer;

      • ii)

        de toename van de verkeersdruk als gevolg van het evenement;

      • iii)

        de tijdsduur dat de doorstroming van het verkeer wordt belemmerd;

      • iv)

        de hoeveelheid verkeer dat wordt gehinderd;

      • v)

        de extra reistijd voor het verkeer;

      • vi)

        hinder door de druk die het evenement legt op de parkeercapaciteit op of bij de weg.

  • 2.

    De aanvraag van een ontheffing voor een wegwedstrijd wordt ook getoetst aan de doelstelling genoemd in artikel 2, tweede lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994, te weten de bestrijding van de epidemie van covid-19.

Artikel 7 Kleine evenementen

Een ontheffing wordt in ieder geval verleend, als wordt voldaan aan alle volgende voorwaarden:

  • a.

    het evenement betreft geen wegwedstrijd;

  • b.

    het evenement is niet gericht op het vermaak van omstanders;

  • c.

    het evenement betreft geen optocht van tractors of praalwagens;

  • d.

    bij het evenement zijn maximaal 150 deelnemers of andere tot de organisatie behorende personen aanwezig;

  • e.

    het evenement vindt plaats tussen een half uur na zonsopgang en een half uur voor zonsondergang;

  • f.

    voor de deelnemers aan het evenement gelden de reguliere verkeersregels;

  • g.

    er worden geen verkeersmaatregelen getroffen en ingevolge de CROW-publicatie 96b zijn deze ook niet nodig;

  • h.

    er worden geen verkeersregelaars ingezet om het verkeer op de provinciale weg te regelen;

  • i.

    er worden geen objecten aangebracht op de weg of aan andere eigendommen van de provincie, zoals het wegmeubilair. Alleen het plaatsen van routebebording is toegestaan;

  • j.

    er worden geen markeringen, in welke vorm dan ook, aangebracht op de provinciale weg;

  • k.

    er ontstaat geen voorzienbare schade aan de weg, de bermen of het wegmeubilair.

Artikel 8 Beslistermijn

Wij beslissen binnen acht weken nadat wij de volledige aanvraag, inclusief alle benodigde informatie, hebben ontvangen.

IV. Aan de ontheffing te verbinden voorschriften

Artikel 9 Voorschriften

  • 1.

    Aan een ontheffing verbinden wij in ieder geval de volgende voorschriften:

    • a.

      de aanvrager voert het door ons goedgekeurde verkeersmaatregelenplan uit;

    • b.

      routebebording wordt niet eerder aangebracht dan 24 uur voor de start van het evenement;

    • c.

      routebordjes zijn maximaal 20 centimeter hoog en 30 centimeter breed;

    • d.

      binnen 24 uur na afloop van het evenement worden de routebordjes verwijderd en wordt de openbare ruimte in de oorspronkelijke staat opgeleverd;

    • e.

      de aanvrager neemt en betaalt alle noodzakelijke maatregelen om te voorkomen dat de provincie of anderen schade lijden door het evenement.

    • f.

      de aanvrager zorgt ervoor dat eventuele schade binnen een week na afloop van het evenement in overleg met de provincie wordt hersteld. Als de aanvrager deze verplichting niet nakomt, betaalt hij de kosten die de provincie maakt voor het herstellen van de schade.

  • 2.

    Naast de in dit artikel genoemde voorschriften kunnen wij maatwerkvoorschriften aan een ontheffing verbinden.

Artikel 10 Slotbepaling

Ontheffingen voor onbepaalde tijd voor terugkerende evenementen worden binnen een jaar na de inwerkingtreding van deze beleidsregel ingetrokken.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na de datum van de bekendmaking.

Beslissing GS d.d. 08-02-2022

Algemene toelichting

Doel van de beleidsregel

In een beleidsregel legt een bestuursorgaan vast hoe het omgaat met een bepaalde bevoegdheid, zoals de bevoegdheid tot het verlenen van ontheffingen. Deze beleidsregel gaat over twee verschillende ontheffingen die gedeputeerde staten kunnen verlenen: ontheffingen voor wegwedstrijden en ontheffingen voor evenementen op of bij de provinciale weg.

 

Voor een wegwedstrijd is een ontheffing nodig van het verbod van artikel 10 van de Wegenverkeerswet. Voor een evenement op of nabij de provinciale weg is een ontheffing nodig van het verbod van artikel 5.1.2 van de Omgevingsverordening Overijsel 2017.

 

Hoewel het gaat om verschillende ontheffingen op grond van verschillende wetgeving geldt voor beide ontheffingen nagenoeg hetzelfde toetsingskader. Daarom is het beleid ten aanzien van beide ontheffingen vastgelegd in één beleidsregel.

 

Evenementen op of nabij de weg

Provinciale wegen zijn er voor een vlotte en veilige doorstroming van het verkeer. De Omgevingsverordening Overijssel 2017 verbiedt in artikel 5.1.2 het gebruik van de weg in strijd met het doel ervan. Artikel 5.1.2 verbiedt ook veranderingen aan de weg aan te brengen dan wel enig werk aan te brengen, te houden, te veranderen of te verwijderen boven, op, in, of onder de weg.

 

De bermen, fietspaden en voetpaden bij de weg worden tot de weg gerekend. Ook een evenement dat in de nabijheid van de weg wordt gehouden, kan in strijd zijn met het verbod van artikel 5.1.2., als de berm of het fietspad wordt gebruikt voor bijvoorbeeld het plaatsen van kramen of voertuigen.

 

Het verbod van artikel 5.1.2 van de Omgevingsverordening Overijssel 2017 geldt alleen voor wegen in beheer bij de provincie.

 

Wegwedstrijden

De Wegenverkeerswet verbiedt op de weg een wedstrijd met voertuigen te houden of daaraan deel te nemen.

 

Onder wedstrijd verstaat de Wegenverkeerswet: elk rijden met voertuigen ter vaststelling of vergelijking van prestaties hetzij van de deelnemers, hetzij van de voertuigen, hetzij van onderdelen daarvan, hetzij van bedrijfsstoffen.

 

De Wegenverkeerswet geeft geen definitie van voertuig. In deze beleidsregel wordt daarom uitgegaan van de definitie in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990). Een voertuig kan zijn: fietsen, bromfietsen, gehandicaptenvoertuigen, motorvoertuigen, trams en wagens. Het verbod op wegwedstrijden geldt dus niet alleen voor motorvoertuigen. Ook een wielerwedstrijd valt onder het verbod.

 

Als deelnemer aan een wegwedstrijd wordt beschouwd de bestuurder van een voertuig waarmee aan een wedstrijd wordt deelgenomen, en de eigenaar of houder van een voertuig, die daarmee aan een wedstrijd doet of laat deelnemen.

 

Bevoegd gezag bij wegwedstrijden

Gedeputeerde staten zijn het bevoegd gezag voor wegwedstrijden op wegen in het beheer van de provincie. Hun bevoegdheid gaat echter verder dan dat. Ze zijn ook bevoegd voor wegwedstrijden waarvan het traject door meerdere gemeenten loopt.

 

Als alle wegen waarop de wegwedstrijd plaats vindt, binnen dezelfde gemeente liggen, is die gemeente het bevoegd gezag. Op rijkswegen is de minister bevoegd.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

In dit artikel is een aantal begripsbepalingen opgenomen. Sommige zijn in het algemene deel van de toelichting al ter sprake gekomen.

 

Voor de definitie van evenement wordt aangesloten bij de definitie die de meeste gemeenten hanteren, namelijk de definitie in de model-Algemene Plaatselijke Verordening van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

 

Artikel 3

Dit artikel geeft een opsomming van de gegevens die nodig zijn om de aanvraag te kunnen beoordelen.

 

De gegevens genoemd onder e. lenen zich het beste voor een visuele weergave op een topografische kaart. De aanvrager kan ook meerdere versies van dezelfde topografische kaart gebruiken om verschillende gegevens op aan te geven.

 

Onder f. wordt gevraagd naar het aantal en de soort deelnemende voertuigen of andere vervoersmiddelen. Met andere vervoersmiddelen wordt gedoeld op vervoersmiddelen die geen voertuig zijn in de zin van het RVV 1990, bijvoorbeeld steps, skeelers, skateboards, skelters of zeepkisten. Een wedstrijd met deze vervoersmiddelen valt niet onder het verbod op een wegwedstrijd, maar wel onder het verbod op het gebruik van de weg in strijd met het doel van de weg.

 

Onder g. wordt gevraagd naar de optelsom van het aantal deelnemers en het verwachte aantal bezoekers.

 

Onder h. wordt gedoeld op de contactgegevens waarmee een medewerker van de organisatie van de aanvrager tijdens het evenement bereikbaar is.

 

Artikel 4

Ingevolge artikel 148 van de Wegenverkeerswet mogen Gedeputeerde Staten geen ontheffing verlenen, als de aanvrager niet kan aantonen dat hij een aansprakelijkheidsverzekering heeft gesloten.

 

Artikel 5

Als een wegwedstrijd plaats vindt op het grondgebied van meerdere gemeentes zijn Gedeputeerde Staten het bevoegd gezag, ook als de wegwedstrijd volledig plaats vindt op gemeentelijke wegen. Uiteraard vragen Gedeputeerde Staten de betrokken gemeentes om advies. Als een gemeente niet reageert, wordt ervan uitgegaan dat deze geen bezwaar heeft tegen de wegwedstrijd.

 

Overleg met de politie en hulpdiensten vindt meestal plaats in een overleg dat door de gemeente wordt geïnitieerd. Voor de meeste evenementen is, naast een eventuele ontheffing voor het gebruik van de provinciale weg, een evenementenvergunning van de gemeente nodig. In de vergunningverlening door de gemeente spelen openbare orde en veiligheid een belangrijke rol.

 

Artikel 6

Het verbod van artikel 5.1.2 van de Omgevingsverordening Overijssel dient de verkeersveiligheid, de doorstroming van het verkeer en het onderhoud van de weg. Hetzelfde geldt voor het verbod op wegwedstrijden, vastgelegd in de Wegenverkeerswet.

 

Bij de beslissing over het al dan niet verlenen van een ontheffing dienen verschillende belangen tegen elkaar afgewogen te worden. De toetsingsgronden onder a. en b. zijn harde voorwaarden. Alleen als daaraan wordt voldaan, is er ruimte voor de afweging of de belangen die met het evenement zijn gemoeid, opwegen tegen de hinder die het evenement veroorzaakt voor het reguliere verkeer. Daarbij wordt met name gekeken naar het belang van het evenement voor de vrijetijdseconomie en het toerisme.

 

De doelstelling van de bestrijding van de epidemie van Covid-19 is in 2020 toegevoegd aan de doelstellingen van artikel 2 van de Wegenverkeerswet. De ten tijde van een wegwedstrijd geldende Covid-maatregelen kunnen aanleiding zijn geen ontheffing te verlenen dan wel een verleende ontheffing in te trekken.

 

Artikel 7

Evenementen die voldoen aan de voorwaarden genoemd in dit artikel worden geacht een kleine impact te hebben. Daarom wordt volstaan met een minimale toetsing van de aanvraag.

 

Een evenement met een publiek aantrekkende werking heeft al snel een te grote impact. Het evenement mag daarom alleen gericht zijn op het vermaak van de deelnemers, niet op dat van omstanders. Optochten van tractoren en praalwagens voldoen in ieder geval niet aan die voorwaarde. Omdat deze regelmatig voorkomen is, ten overvloede, voor deze optochten expliciet in de beleidsregel vastgelegd dat ze niet worden gezien als klein evenement. Dat geldt echter ook voor andere activiteiten die (mede) bedoeld zijn de aandacht van omstanders te trekken.

 

De voorwaarde dat voor de deelnemers de reguliere verkeersregels gelden, overlapt met de voorwaarde dat er geen verkeersmaatregelen worden getroffen. Het is bijvoorbeeld denkbaar dat bij een grote wielerwedstrijd fietsers gebruik mogen maken van de rijbaan. Bij een klein evenement, zoals een georganiseerde fietstocht, rijden de deelnemers gewoon op het fietspad en moeten zich aan de normale verkeersregels houden.

 

Er is geen sprake van een klein evenement, als er objecten op de weg worden geplaatst of aan andere eigendommen van de provincie worden bevestigd. Tot de eigendommen van de provincie behoren de weg en alles wat daarbij hoort, zoals de vluchtheuvel, de berm, bomen in de berm en het wegmeubilair. Wegmeubilair is de verzamelnaam voor alle voorwerpen die bij de weg horen, zoals lantaarnpalen, verkeersborden, verkeerszuilen, afvalbakken, et.

 

Artikel 10

Ontheffingen voor onbepaalde tijd voor terugkerende evenementen worden al jaren niet meer verleend. Aanleiding om hiermee te stoppen was het ongeval met de monstertruck in Haaksbergen in 2014. Een deel van de eerder verleende ontheffingen voor onbepaalde tijd is nog van kracht. Deze worden binnen een jaar na de inwerkingtreding van deze beleidsregel ingetrokken.

Naar boven