Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 22 februari 2022, nr. UTSP-1204204527-1348, tot wijziging van de Beleidsregels Natuur en Landschap provincie Utrecht 2017

Gedeputeerde Staten van Utrecht;

 

gelet op artikel 4.81 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1.12 van de Wet natuurbescherming;

overwegende dat de Beleidsregels Natuur en Landschap provincie Utrecht 2017 gewijzigd moeten worden omdat:

  • -

    De huidige beleidsregels niet voorzien in de mogelijkheid om gebiedsgerichte ontheffingen te verlenen op basis van een pre-SMP;

  • -

    een pre-SMP, en de gebiedsgerichte ontheffing die op basis daarvan verleend kan worden, een tijdelijke oplossing vormt voor de voortgang van de energietransitie binnen de kaders van de Wnb;

  • -

    de Beleidsregels Natuur en Landschap Provincie Utrecht 2017, laatst gewijzigd vastgesteld bij besluit van 23 maart 2021, nr. 82221AD6, daardoor moeten worden aangepast;

besluiten de Beleidsregels Natuur en Landschap Provincie Utrecht 2017 als volgt te wijzigen:

Artikel I

De Beleidsregels Natuur en Landschap provincie Utrecht 2017 worden als volgt gewijzigd:

 

A

Aan hoofdstuk 1, artikel 1 Begripsomschrijvingen wordt toegevoegd:

pre-SMP methodiek: werkwijze die voorziet in de bescherming van populaties gebouwbewonende soorten met de bijbehorende compenserende maatregelen en natuurvriendelijk isoleren gedurende het opstellen van een soortenmanagementplan (SMP).

 

B

Aan hoofdstuk 3, paragraaf 2 “Overige ontheffingen soortenbescherming met uitzondering van beleid ten aanzien van sluiting van de jacht en het rapen van kievitseieren” wordt een derde artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 3.2.3 Gebiedsgerichte ontheffingen op basis van de pre-SMP methodiek

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen een gebiedsgerichte ontheffing op basis van de pre-SMP methodiek aan gemeenten verlenen voor uitsluitend de verduurzaming van grondgebonden woningen in particulier eigendom.

  • 2.

    Een ontheffing als bedoeld in het eerste lid wordt slechts verleend indien:

    • a.

      De gemeente in een pre-Soortenmanagementplan beschrijft hoe het verlies aan kraamverblijfplaatsen door de gemeente wordt gecompenseerd, zoals beschreven in bijlage 4; en,

    • b.

      De verduurzaming zoals bedoeld lid 1 wordt uitgevoerd volgens de pre-SMP methodiek “natuurvriendelijk isoleren” voor verduurzamingswerkzaamheden, zoals beschreven in bijlage 4; en,

    • c.

      Is verzekerd dat gedurende de looptijd van de ontheffing als bedoeld in het eerste lid, een aanvraag voor een opvolgende gebiedsgerichte ontheffing op basis van een soortenmanagementplan wordt voorbereid.

C

Aan de bijlagen behorende bij de Beleidsregels Natuur en Landschap provincie Utrecht 2017 wordt een korte beschrijving van de pre-SMP methodiek toegevoegd, onder de naam: “bijlage 4”.

Bijlage 4 Beleidsregels Natuur en Landschap 2017

Gebiedsgerichte ontheffingen op basis van een pre-Soortenmanagementplan

 

Doel: Populaties gebouwbewonende soorten beschermen bij particuliere verduurzamingswerkzaamheden door het verlenen van gebiedsgerichte ontheffingen op basis van een pre-Soortenmanagementplan opgesteld en uitgevoerd volgens de pre-SMP methodiek voor verduurzamingswerkzaamheden daar waar deze gehouden zijn aan de Wet natuurbescherming.

 

Doelgroep: Gebiedsgerichte ontheffingen op grond van een pre-SMP kunnen enkel aangevraagd worden door Utrechtse gemeenten.

 

De provincie verleent onder de volgende voorwaarden en beperkingen een gebiedsgerichte ontheffing:

Voorwaarde 1: Natuurvriendelijk isoleren en meldingsplicht

Huiseigenaren en isolatiebedrijven isoleren conform de handreiking “Natuurvriendelijk isoleren”. Per woning worden daarmee betaalbare voorzieningen aangebracht (optioneel door de isolatiebedrijven) en wordt voorkómen dat er dieren gedood worden (tijdig natuurvrij maken). De particulier of het isolatiebedrijf namens de particulier meldt de isolatie bij de gemeente via een GIS-applicatie om te kunnen werken onder de ontheffing. De Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht ziet toe op een correcte naleving van de handreiking “Natuurvriendelijk isoleren”.

Voorwaarde 2: Gemeentelijke compensatie

De gemeente beschrijft in een pre-Soortenmanagementplan hoe het verlies aan kraamverblijfplaatsen door de gemeente wordt gecompenseerd. Het effect van de verduurzaming en de gemeentelijke compensatietaakstelling worden door de provincie met de pre-SMP methodiek modelmatig berekend.

Voorwaarde 3: SMP-verplichting

Binnen twee jaar moet het pre-SMP omgezet worden in een volwaardig (kwalitatief goed) SMP op basis van een volledig gebiedsgericht veldonderzoek. Op dit SMP moet een nieuwe gebiedsgerichte ontheffing worden afgegeven. Bij de aanvraag om een ontheffing op grond van een pre-SMP dient te worden aangetoond dat de ontwikkeling van een SMP binnen 18 maanden wordt afgerond zodat een ontheffing op grond van een SMP binnen twee jaar de ontheffing op grond van een pre-SMP kan vervangen. Vindt er onvoldoende voortgang plaats met de ontwikkeling van een SMP dan wordt de ontheffing op grond van een pre-SMP ingetrokken.

Beperking 1: Type woningen

De gebiedsgerichte ontheffing ziet uitsluitend op individuele grondgebonden woningen in particulier eigendom. Voor gestapelde woningen zoals appartementencomplex of flatgebouwen wordt geen ontheffing verleend.

Beperking 2: Ontheffingsduur

De ontheffing geldt voor de duur van maximaal twee jaar (24 maanden).

Beperking 3: Aantal deelnemende woningen

Per CBS-buurt mogen maximaal 30% van de te isoleren particuliere grondgebonden woningen worden geïsoleerd. Het maximale aantal deelnemende woningen van 30% over twee jaar tijd wordt onderverdeeld in maximaal 10 % in de eerste fase van de looptijd en in de tweede fase het aanvullend aantal deelnemers tot 30%. Mocht fase 1 langer dan 12 maanden duren dan is voor elke maand dat de fase langer duurt het maximaal aantal deelnemers 1% meer. Het maximum van 30% over 2 jaar blijft dan gelijk.

In fase 1 mag op de te isoleren woningen tevens zonnepanelen worden geplaatst op hellende daken. In fase 2 mag ook op niet te isoleren woningen zonnepanelen worden geplaatst op hellende daken. Op platte daken mogen in zowel fase 1 als 2 zonnepanelen worden geplaatst. De gemeente en de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht zien toe op deze beperking met de ontwikkelde GIS-applicatie waar deelnemende woningen in worden gemeld.

Beperking 4: Type werkzaamheden

De pre-SMP methodiek richt zich enkel op de volgende verduurzamingsmaatregelen:

  • Spouwmuurisolatie: het vullen van de bestaande spouw met isolatiematerialen. Ook het afsluiten van kieren rond kozijnen valt hieronder.

  • Dakisolatie binnenzijde: het isoleren van pannendaken aan de binnenzijde door aan het dakbeschot isolatiemateriaal te bevestigen waarna de binnenwand-afwerking eroverheen wordt geplaatst. Het dak mag niet beroerd worden. Ook een ruimte vullen tussen dakbeschot en binnenwandafwerking met gespoten isolatiemateriaal is niet toegestaan in de pre-SMP methodiek.

  • Dakisolatie buitenzijde: dakisolatie door het verwijderen van dakpannen, het bevestigen van isolatieplaten op het dak en het vervolgens plaatsen van regels en pannen. Het spuiten van isolatieschuim onder de pannen (terwijl de pannen erop liggen) is niet toegestaan.

  • Isolatie van borstweringen: isoleren van de holle ruimte tussen (betonnen of houten) plaatmateriaal en binnenmuur.

  • Plaatsen voorzetwand binnenzijde muur: het plaatsen van voorzetwanden met isolatiemateriaal tegen de buitenmuur via de binnenzijde van de woning.

  • Plaatsen voorzetwand buitenzijde muur: het plaatsen van voorzetwanden met isolatiemateriaal tegen de buitenmuur via de buitenzijde van de woning.

  • Plaatsen zonnepanelen: het plaatsen van zonnepanelen op al dan niet hellende daken.

Artikel II

Dit besluit staat bekend als “Beleidsregels Natuur en Landschap provincie Utrecht 2017, wijziging 2022”.

Artikel III

Het besluit tot wijziging van de Beleidsregels Natuur en Landschap provincie Utrecht 2017 treedt in werking op de dag na publicatie in het provinciaal blad.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 22 februari 2022.

Gedeputeerde Staten van Utrecht,

Voorzitter,

mr. J.H. Oosters

Secretaris,

mr. drs. A.G. Knol-van Leeuwen

Toelichting

Artikel 3.2.3. Gebiedsgerichte ontheffingen op basis van de pre-SMP methodiek

Algemene toelichting

Op grond van de wet zijn Gedeputeerde Staten bevoegd gezag voor het verlenen van ontheffingen. In geval van ontheffingen die zien op meerdere activiteiten op een groter grondgebied van een gemeente kunnen Gedeputeerde Staten een gebiedsgerichte ontheffing verlenen.

Deze ontheffingen zien toe op de volgende bepalingen:

  • het opzettelijk doden van in het wild levende vogels, alsmede het vernielen van verblijfplaatsen van vogels, als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn (ontheffing van de artikelen 3.1, tweede en vierde lid, van de Wet natuurbescherming, op grond van artikel 3.3, eerste lid, van de Wet natuurbescherming);

  • het opzettelijk doden of verstoren van in het wild levende dieren, alsmede het vernielen van verblijfplaatsen van in het wild levende dieren, genoemd in bijlage IV, onderdeel a, bij de Habitatrichtlijn, bijlage II bij het Verdrag van Bern of bijlage I bij het Verdrag van Bonn, in hun natuurlijk verspreidingsgebied (ontheffing van artikel 3.5, eerste, tweede en vierde lid, van de Wet natuurbescherming, op grond van artikel 3.8, eerste lid, van de Wet natuurbescherming);

Artikelsgewijze toelichting

Lid 1

De activiteit waar een gebiedsgerichte ontheffing op basis van de pre-SMP methodiek voor wordt verleed, betreft uitsluiten het isoleren van particuliere grondgebonden woningen of het plaatsen van zonnepanelen op deze woningen. Deze ontheffingen kunnen uitsluitend worden aangevraagd door gemeenten binnen de provincie Utrecht. De toetsing van deze ontheffingsaanvragen vindt plaats conform de kaders van het pre-SMP methodiek, zoals opgenomen in bijlage 4. In de rapportage “Natuurvriendelijk isoleren van particuliere grondgebonden woningen onder het pre-Soortenmanagementplan” is een nadere toelichting en uitwerking van de vereisten weergegeven.

Lid 2 Sub a

In het tweede lid onder sub b is de voorwaarde weergegeven waaraan sowieso moet worden voldaan voordat de ontheffing kan worden verleend. De aanvraag om een dergelijke ontheffing dient vergezeld te zijn van een pre-Soortenmanagementplan. Hierin dient ten minste te worden beschreven hoe de gemeente het verlies aan kraamverblijfplaatsen in de gemeente compenseert. In de rapportage “Natuurvriendelijk isoleren van particuliere grondgebonden woningen onder het pre-Soortenmanagementplan” is een nadere toelichting en uitwerking van de vereisten aan dit pre-SMP weergegeven.

Lid 2 Sub b

Aan de activiteiten zijn vereisten verbonden. Deze vereisten zijn uitgewerkt als de pre-SMP methodiek van het “natuurvriendelijk isoleren”. In de rapportage “Natuurvriendelijk isoleren van particuliere grondgebonden woningen onder het pre-Soortenmanagementplan” is een nadere toelichting en uitwerking van de vereisten weergegeven.

Lid 2 Sub c

De voorwaarde onder sub c is gesteld om te verzekeren dat de ontheffing op grond van de pre-SMP methodiek ook echt wordt gebruikt als opstap naar een gebiedsgerichte ontheffing op grond van de SMPmethodiek. Bedoeling is dat die SMP-ontheffing tijdens de looptijd van de pre-SMP ontheffing wordt voorbereid en deze ten minste 6 maanden voor het verstrijken van de pre-SMP ontheffing wordt aangevraagd.

Hierdoor kan de SMP-ontheffing, zonder dat een periode ontstaat waarin geen ontheffing geldig is, direct aansluitend op de looptijd van pre-SMP ontheffing worden verleend. Om te kunnen beoordelen of dit bij de aanvraag voor de pre-SMP ontheffing is verzekerd, dient in beginsel een opdracht gegeven te zijn aan een ecologisch (advies) bureau om veldonderzoek uit te voeren die nodig is voor het opstellen van een SMP. In uitzonderingsgevallen kunnen we besluiten dat ook een gemeenteraadsbesluit tot het opstellen van een SMP en het indienen van een aanvraag om een gebiedsgerichte ontheffing binnen de looptijd voldoende is als verzekering.

Naar boven