|
|
|
|
Algemene aangelegenheden
|
|
AAA01
|
Alle besluiten en proceshandelingen in het kader van bestuursrechtelijke, civielrechtelijke of andere procedures, met uitzondering van:
- -
in bestuursrechtelijke procedures, niet zijnde bestuursrechtelijke procedures in het kader van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv), of hoger beroep in zaken waarop in mandaat is beslist binnen een omgevingsdienst (ADMR03):
- •
- •
het vragen van een voorlopige voorziening;
- •
instellen van (al dan niet incidenteel), beroep of hoger beroep;
- •
het voeren van verweer in gevallen waarin wijziging wordt bepleit van een in bestuurlijk mandaat, ambtelijk mandaat of in mandaat door de directeur van een omgevingsdienst of een onder zijn verantwoordelijkheid vallende leidinggevende genomen besluit.
- -
in civielrechtelijke procedures, waarbij het financiële belang onbepaald of onbekend is, dan wel € 50.000,- of meer bedraagt en in andere procedures, ongeacht het financiële belang:
- •
het starten van een procedure;
- •
- •
het instellen van beroep, hoger beroep en cassatie;
- •
het beëindigen van een procedure waartoe door gedeputeerde Staten is besloten, al dan niet behulp van een vaststellingsovereenkomst.
|
De van het mandaat uitgezonderde besluiten worden genomen door het voltallige college van Gedeputeerde Staten, voor zover niet anders is bepaald.
Onder civielrechtelijke procedures zijn, naast gerechtelijke procedures, ook arbitragezaken en bindend-adviesprocedures te begrijpen.
Dit mandaat omvat het instellen van beroep ten aanzien van verkeersboetes, opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv).
Onder “andere procedures” vallen onder andere belastingprocedures, strafrechtelijke procedures.
In civielrechtelijke procedures met een financieel belang van minder dan € 50.000,-, met uitzondering van de besluiten in procedures als bedoeld in mandaatnummer ACJ01, omvat het mandaat alle besluiten en proceshandelingen in het kader van de bewuste procedure.
Het mandaat omvat het doen van verzoeken om als partij in een procedure te worden aangemerkt, onder voorwaarde dat deze verzoeken zo spoedig mogelijk nadat zij zijn gedaan aan het college van Gedeputeerde Staten ter kennis worden gebracht.
Het mandaat omvat het digitaal ondertekenen en indienen (uploaden) van gerechtelijke stukken als bedoeld in art. 8:36d Awb (nieuw). Het betreft alle stukken, ongeacht de vraag welk orgaan ten aanzien van betreffende procedure heeft besloten.
Het financiële belang van een procedure wordt berekend zonder BTW, wettelijke of contractuele rente en (buitengerechtelijke) kosten.
Het mandaat ziet tevens op procedures van Gedeputeerde Staten, die zij op grond van art. 158 Provinciewet namens Provinciale Staten voeren.
In het mandaat zijn besluiten begrepen ten aanzien van verzoeken om toepassing van rechtstreeks beroep op grond van art. 7:1a, Awb. Dit mandaat kan op grond van art. 10:3 Awb niet worden uitgeoefend door degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, krachtens mandaat heeft genomen.
Zie ook AP09, ACJ01 en ADMR03
|
AAA02
|
Besluiten op grond:
- a.
art. 4:5 en 4:6, Awb (vereenvoudigde wijze van afdoen en afdoen herhaalde aanvraag);
- b.
art. 4.7 en 4:8, Awb (horen);
- c.
afdeling 4.1.3, Awb (opschorten beslistermijn; besluiten over dwangsommen bij niet tijdig beslissen);
- d.
titel 4.4, Awb (bestuursrechtelijke geldschulden) m.u.v. afdeling 4.4.4, Awb (aanmaning en invordering bij dwangbevel);
- e.
art. 8:51a, 8:51b, 8:51c, 8:80a en 8:80b, Awb (bestuurlijke lus en tussenuitspraak)
Besluiten tot toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, afdeling 3.4 Awb.
|
Het mandaat voor besluiten op grond van de art. 4:5 en 4:6 van de Awb geldt niet voor subsidies.
|
AAA03
|
Besluiten op grond van afdeling 4.4.4, Awb (aanmaning en invordering bij dwangbevel).
|
|
AAA04
|
Het eenmalig danwel doorlopend machtigen van medewerkers of externe adviseurs om GS te vertegenwoordigen in gerechtelijke procedures als bedoeld onder AAA01
|
N.B. Dit ziet ook op procedures van Gedeputeerde Staten, die zij op grond van art. 158 Provinciewet namens Provinciale Staten voeren.
|
AAA05
|
Het aanwijzen van functionarissen voor het voeren van mediationgesprekken en voor het aangaan en ondertekenen van mediationovereenkomsten;
Het maken van afspraken en het aangaan en ondertekenen van vaststellingsovereenkomsten naar aanleiding van mediationgesprekken.
|
Vaststellingsovereenkomsten als resultaat van mediationgesprekken mogen alleen in ambtelijk mandaat worden aangegaan en ondertekend, indien het conflict zijn oorsprong vindt in een op ambtelijk niveau in mandaat genomen besluit.
|
AAA06
|
Beslissingen op bezwaarschriften op grond van de Awb conform advies Awb-bezwarencommissie (art. 7:11, Awb), indien het primaire besluit in ambtelijk mandaat is genomen door een bureauhoofd, een afdelingshoofd, het hoofd DBI, de concerndirecteur, of een functionaris die t.a.v. het betreffende organisatieonderdeel de rol van afdelingshoofd vervult.
Het mandaat omvat mede:
- -
rechtspositionele besluiten als bestreden besluit, met uitzondering van de vaststelling van een beoordeling van een medewerker;
- -
besluiten in het kader van de voorbereiding, zoals toepassing van art. 2:2 (weigeren raadsman of vertegenwoordiger), en 7:10 (verdagen beslistermijn), Awb.
|
Kan alleen worden ondergemandateerd aan de concerndirecteur, het hoofd DBI , een afdelingshoofd, of aan een functionaris die t.a.v. het betreffende organisatieonderdeel de rol van afdelingshoofd vervult.
Indien het primaire besluit is genomen door een bureauhoofd, wordt dit mandaat in ondermandaat worden uitgeoefend door de naasthogere gemandateerde leidinggevende.
Indien het primaire besluit is genomen door de concerndirecteur, het hoofd DBI, een afdelingshoofd, of een functionaris die t.a.v. het betreffende organisatieonderdeel de rol van afdelingshoofd vervult. kan het mandaat in ondermandaat worden uitgeoefend door de secretaris, of worden voorgelegd aan het voltallige college.
Het mandaat betreft uitsluitend beslissingen op bezwaar conform advies van de Awb-bezwarencommissie. Beslissingen contrair aan het advies van de Awb-bezwarencommissie kunnen uitsluitend door het college worden genomen.
Voorbereidende handelingen vinden (mede) plaats door het secretariaat van de bezwaarschriftencommissie.
|
AAA07
|
Het afdoen van klachten al dan niet op basis van een advies van de klachtenfunctionaris.
|
Kan alleen worden ondergemandateerd aan de concerndirecteur, het hoofd DBI, een afdelingshoofd, een functionaris die t.a.v. het betreffende organisatieonderdeel de rol van afdelingshoofd vervult, of een ambtelijk opdrachtgever van een klus of (concern) opgave
Het mandaat strekt voor zover het een onder de verantwoordelijkheid van de (onder)mandaathouder vallende aangelegenheid betreft
|
AAA08
|
Het aanwijzen van personen belast met het houden van toezicht en van buitengewone opsporingsambtenaren.
|
|
AAA10
|
Het aanvragen en verantwoorden van subsidies op basis van regelingen van andere overheden, zoals het Rijk alsook de Europese Unie, alsmede het aangaan van overeenkomsten in verband met deze subsidies.
Het middels een letter of support, of op vergelijkbare andere wijze, ondersteunen van subsidieaanvragen van derden op basis van regelingen van andere overheden, voor zover die bijdragen aan door de provincie nagestreefde beleidsdoelen.
Het mandaat ziet niet op:
- -
Het besluit om als leadpartner (ook wel coördinaten beneficiary of omschrijvingen van gelijke strekking, dan wel penvoerder genoemd) op te treden en daarmee (mede) de verantwoordelijkheid te dragen voor de uitvoering van projecten door derden.
- -
De aanvraag van een subsidie bij andere overheden zoals het Rijk alsook de Europese Unie die leidt tot het vaststellen door Gedeputeerde Staten van een subsidieregeling teneinde de ontvangen subsidiegelden te kunnen verstrekken.
|
De uitgezonderde besluiten blijven voorbehouden aan Gedeputeerde Staten.
|
AAA11
|
Alle besluiten omtrent subsidies en ISV welke niet in bestuurlijk mandaat BA05 en BR05 zijn belegd, met uitzondering van:
- -
het verlenen van incidentele subsidies als bedoeld in art. 3, vijfde lid, onder a, Asv van meer dan € 50.000,-;
- -
het niet terugvorderen van onverschuldigd betaalde bedragen;
- -
besluiten met gebruikmaking van de hardheidsclausule van de Asv.
|
Het betreft het verlenen, weigeren, intrekken en buiten behandeling laten van aanvragen van subsidies, alsmede, ongeacht het gevraagde bedrag, bevoorschotten, wijzigingen van ondergeschikt belang, wijzigen van de uitvoeringstermijn, wijzigen van de termijn indienen aanvraag subsidievaststelling, terugvorderen onverschuldigd betaald subsidiebedrag, vaststellen van subsidie, het aangaan van een subsidie-uitvoeringsovereenkomst en dergelijke.
In gevallen waarin deze bevoegdheid in ondermandaat aan een ambtelijk opdrachtnemer van een lijnopgave is verleend, wordt deze niet uitgeoefend, dan na overleg en afstemming met de leidinggevende die beleidsverantwoordelijk is voor de te verlenen subsidie.
|
AAA11a
|
Het nemen van besluiten omtrent subsidieverlening op grond van de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid Holland ten aanzien van aanvragen ten bedrage van € 125.000,- of meer.
|
De besluiten worden pas genomen na overleg en afstemming in het portefeuilleoverleg met de betrokken gedeputeerde en deze heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het nemen van de voorgenomen besluiten.
Het nemen van besluiten op grond van deze regeling ten aanzien van aanvragen ten bedrage van minder dan € 125.000,-, is vervat in mandaat AAA11.
Zie ook BA05
|
AAA12
|
Het aan andere overheden, instellingen of bedrijven vragen van informatie in een politiek-bestuurlijk gevoelige context.
|
- -
Het betreft bijvoorbeeld het vragen van informatie bij subsidie ontvangende instellingen over eventuele beloningen van bestuurders of functionarissen boven de normen op grond van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector.
- -
Kan alleen worden ondergemandateerd aan de concerndirecteur, het hoofd DBI, een afdelingshoofd, een functionaris die t.a.v. het betreffende organisatieonderdeel de rol van afdelingshoofd vervult, of een ambtelijk opdrachtgever van een klus of (concern) opgave
|
AAA13
|
Besluiten op grond van Titel 5.3 en Titel 5.4, Awb, (bestuurlijke sancties) met uitzondering van:
- a.
het toepassen van spoedeisende bestuursdwang op grond van art. 5:31, Awb juncto 5.17, Wabo;
- b.
besluiten tot invordering van dwangsommen;
- c.
besluiten tot verhaal van kosten bestuursdwang, inclusief het vaststellen van de hoogte van de verschuldigde kosten in verband met het toepassen van bestuursdwang.
|
Betreft in ieder geval:
- -
het opleggen, intrekken en wijzigen van een bestuurlijke sanctie,
- -
het afzien van verhaal van de kosten van bestuursdwang, alsmede van de invordering van dwangsommen en andere geldschulden voortvloeiend uit een bestuurlijke sanctie als bedoeld in hoofdstuk 5, Awb.
Kan alleen worden ondergemandateerd aan de concerndirecteur, het hoofd DBI, een afdelingshoofd, een functionaris die t.a.v. het betreffende organisatieonderdeel de rol van afdelingshoofd vervult, of een ambtelijk opdrachtgever van een klus of (concern) opgave.
Omvat niet besluiten tot voorbereidings- en uitvoeringshandelingen (AAA14).
|
AAA14
|
Besluiten:
- a.
ter voorbereiding en uitvoering van de besluiten als bedoeld in AAA13;
- b.
tot het toepassen van spoedeisende bestuursdwang op grond van art. 5:31, Awbjuncto 5.17, Wabo;
- c.
tot invordering van dwangsommen;
- d.
tot verhaal van kosten bestuursdwang, inclusief het vaststellen van de hoogte van de verschuldigde kosten in verband met het toepassen van bestuursdwang.
|
|
AAA15
|
Besluiten op verzoeken van derden om bestuursrechtelijk/handhavend op te treden.
|
|
AAA16
|
Besluiten tot inkoop en aanbesteding voor zover niet vallend onder BA06, en alle (rechts)handelingen in het kader van een aanbestedingsprocedure.
|
Het is toegestaan om bij de binnen dit mandaatnummer in ondermandaat te verlenen bevoegdheden te differentiëren.
Onder dit mandaat valt niet de afdoening van een klacht in een aanbestedingsprocedure (zie ABIR01).
Besluiten tot inkoop of aanbesteding van producten, waarbij het noodzakelijk is dat de provincie Zuid-Holland data levert aan de aanbieder van het product, worden eerst genomen na afstemming met Team Juridische Zaken van de afdeling FJZ, ten behoeve van de in dat kader eventueel te sluiten data-overeenkomst.
Alle bedragen zijn exclusief BTW.
Zie ook BA06, en AAA18, AAA46
|
AAA17
|
Besluiten tot inkoop in het provinciale inkoopsysteem (PINK) tot €5.000,-.
|
In geval van verdere ondermandatering door de provinciesecretaris kan het mandaat kan eerst worden uitgeoefend na autorisatie in het provinciale inkoopsysteem (PINK) , welke op daartoe stekkend verzoek van de directe leidinggevende van de betreffende medewerkers wordt verleend.
Autorisatie kan uitsluitend worden verzocht in gevallen waarin het aangaan van de betreffende verplichtingen tot de reguliere werkzaamheden van de betreffende medewerker behoort (zie artikel 6, lid 3 van het mandaatbesluit).
|
AAA18
|
Besluiten inzake het verrichten van rechtshandelingen in verband met of voortvloeiend uit een privaatrechtelijke overeenkomst waartoe door of namens GS is besloten.
Tevens omvat de bevoegdheid het aanwijzen van derden ten behoeve van directievoering.
|
Het betreft rechtshandelingen als:
- -
het wijzigen, beëindigen of verlengen van een overeenkomst;
- -
beroep doen op bepalingen in een overeenkomst, zoals een boetebeding;
- -
het verlenen van een meerwerkopdracht;
- -
het goedkeuren van een herziene planning
voor zover binnen de voorwaarden/grenzen van de overeenkomst.
Het betreft niet het verrichten van rechtshandelingen in verband met buitengerechtelijke geschillen of procedures (BA01a, AAA01).
In gevallen waarin dit mandaat in ondermandaat bij een extern aangetrokken opdrachtgever of opdrachtnemer van een klus of opgave berust, is de verlenging van de eigen inhuurovereenkomst van dit mandaat uitgezonderd.
Zie ook BA06en AAA16.
|
AAA20
|
Het verstrekken van opdrachten aan gemeenschappelijke regelingen waarin de provincie deelneemt met uitzondering van Regionale uitvoeringsdiensten.
|
Betreft werkzaamheden die behoren tot de taken van de gemeenschappelijke regeling, maar niet zijn meegenomen in het jaarplan van die gemeenschappelijke regeling.
|
AAA21
|
Besluiten in het kader van het beheren van een zekerheidstelling (bankgarantie).
|
|
AAA22
|
Het aanvragen of laten aanvragen van vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen bij andere overheden.
|
|
AAA23
|
Het verlenen van toestemming tot gebruik van, dan wel werkzaamheden in of aan een provinciaal eigendom, anders dan op basis van huur of pacht. De toestemming kan ook zien op het kappen van bomen.
|
|
AAA24
|
Besluiten inzake buitengerechtelijke geschillen waarbij het financiële belang minder bedraagt dan € 50.000,-, met uitzondering van:
- -
nadeelcompensatie op grond van de Regeling nadeelcompensatie kabels en leidingen 2010;
- -
kostenvergoeding van verlegging van kabels en leidingen op grond van de Telecommunicatiewet;
- -
besluiten in verband met onrechtmatig handelen van de provincie of een van haar bestuursorganen zoals opgenomen in ACJ01 en ABI10.
- -
nadeelcompensatie op grond van de Beleidsregel nadeelcompensatie stremming hefbrug Boskoop 2019;
|
Omvat het buiten rechte:
- a.
aansprakelijk stellen van degene door wiens rechtmatig of onrechtmatig handelen of toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst de provincie schade heeft geleden;
- b.
erkennen of afwijzen van aansprakelijkheid voor schade van een ander die te wijten zou zijn aan rechtmatig handelen van de provincie of een van haar bestuursorganen dan wel aan een tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst door de provincie;
- c.
toekennen of afwijzen van schadevergoeding in verband met rechtmatig handelen van de provincie of een van haar bestuursorganen dan wel een tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst door de provincie;
- d.
treffen van een minnelijke regeling, al dan niet door middel van een vaststellingsovereenkomst, in de onder a t/m c bedoelde gevallen.
Het gaat om het financiële belang zonder BTW, wettelijke of contractuele rente of (buitengerechtelijke) kosten.
Zie ook BA01a, BA01b, ACJ01, AAA34, AAA35, ABI10, ABI28 & ABI29
|
AAA26
|
Besluiten op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (UAVG), met uitzondering van het melden van inbreuken in verband met persoonsgegevens (Datalekken).
|
|
AAA27
|
Het melden van inbreuken in verband met persoonsgegevens (Datalekken) als bedoeld in de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (UAVG).
|
Uitsluitend onder te mandateren aan de concerndirecteur.
|
AAA28
|
Besluiten inzake legitimatiebewijzen ten aanzien van:
- -
ambtenaren op grond van art. 5:12 Awb;
- -
personen in dienst van dan wel werkzaam voor of vanwege de provincie (in contact met derden).
|
|
AAA29
|
Afgeven van een verklaring in het kader van een cliëntenonderzoek, zoals bedoeld in art. 3, Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, alsmede het afgeven van vergelijkbare verklaringen in een Europees subsidietraject.
|
|
AAA30
|
Besluiten betreffende het oninbaar verklaren van openstaande vorderingen tot een bedrag van € 50.000,-.
|
|
AAA31
|
Besluiten omtrent:
- -
het verstrekken van informatie aan de Europese Commissie inzake provinciale steunmaatregelen die van aanmelding zijn vrijgesteld (kennisgeving).
- -
het verstrekken van informatie in het kader van een monitoringsverzoek van de Europese Commissie.
|
De feitelijke uitvoerende handelingen, zoals de elektronische melding via het ministerie van BZK, worden gecoördineerd door bureau K&C, cluster Juridische beleid, van de afdeling FJZ.
|
AAA32
|
Besluiten omtrent gebruiksovereenkomsten ten behoeve van de provincie: overeenkomsten om niet of domeinnaamregistraties.
De overeenkomsten hebben geen betrekking op inkoop van diensten of leveringen.
|
|
AAA33
|
Aanschrijvingen tot het verleggen van kabels en leidingen, alsmede de eventueel daarmee samenhangende ingebrekestelling.
|
De aanschrijving ziet op het verleggen van kabels en leidingen in infrastructurele projecten waarin o.a. sprake is van een kabel of leiding die op een zakelijk recht ligt.
Het mandaat ziet niet op het intrekken of wijzigen van een ontheffing op grond waarvan een kabel of leiding binnen het beheergebied van de provincie is gelegen (zie ABI01).
|
AAA34
|
Besluiten omtrent nadeelcompensatie op grond van:
- -
Beleidsregel nadeelcompensatie kabels en leidingen Zuid-Holland 2019;
- -
kostenvergoeding van verlegging van kabels en leidingen op grond van de Telecommunicatie- wet,
een en ander voor zover het financiële belang niet hoger is dan € 250.000,00.
|
Zie ook AAA24, AAA35, ABI28, ABI29 en BA01b
|
AAA35
|
Besluiten omtrent nadeelcompensatie op grond van:
- -
Beleidsregel nadeelcompensatie kabels en leidingen Zuid-Holland 2019;
- -
kostenvergoeding van verlegging van kabels en leidingen op grond van de Telecommunicatie- wet, een en ander voor zover het financiële belang € 250.000,00 tot € 1.000.000,00 bedraagt.
|
Kan alleen worden ondergemandateerd aan de concerndirecteur, het hoofd DBI, een afdelingshoofd, een functionaris die t.a.v. het betreffende organisatieonderdeel de rol van afdelingshoofd vervult, of een ambtelijk opdrachtgever van een klus of (concern) opgave
Zie ook AAA24, AAA34, ABI28, ABI29 en BA01b
|
AAA35a
|
Het voorafgaand aan de uitvoering van een project maken van afspraken met kabelexploitanten (projectovereenstemmingen), met uitzondering van afspraken over definitieve schadevergoeding.
|
Het betreft afspraken over te verrichten werkzaamheden en planning. Tevens kan er inzicht worden gegeven in een eventuele schadevergoeding, maar hieromtrent kunnen geen definitieve afspraken worden gemaakt .
|
AAA36
|
Besluiten tot het vaststellen van ontwerpgedoogbeschikkingen en definitieve gedoogbeschikkingen.
|
|
AAA37
|
Besluiten inzake het vastleggen en wijzigen van financiële verplichtingen en vorderingen en het versturen van facturen in verband met of voortvloeiend uit een overeenkomst of uit de wet.
|
Het betreft:
- -
financiële verplichtingen uit zowel bestuursrechtelijke als privaatrechtelijke overeenkomsten of uit de wet;
- -
andere financiële verplichtingen zoals boeten, leges en belastingen.
N.B. het betreft niet de aanslagoplegging.
|
AAA38
|
Het vaststellen van aanvraagformulieren voor besluiten van Gedeputeerde Staten.
|
|
AAA39
|
Het op grond van art. 9f, zesde lid, van de Elektriciteitswet 1998 bevoegd verklaren van een gemeente tot het afhandelen en coördineren van de benodigde vergunningen voor windturbines tussen de 5 en 100 MW.
|
De gemeente is -voor zover nodig- bereid tot aanpassing van het bestemmingsplan en locatie past binnen het provinciaal ruimtelijk (windenergie) beleid.
|
AAA40
|
Besluiten omtrent samenwerkingsovereenkomsten waarbij tenminste één andere overheid betrokken is, met een financieel belang van minder dan € 50.000,-- exclusief BTW.
|
Het betreft praktische samenwerking met geringe financiële gevolgen.
De samenwerking kan zowel met overheden als met private partijen plaatsvinden. Voorwaarde is wel, dat steeds tenminste één andere overheid bij de samenwerking betrokken is.
Dit mandaat omvat niet het aangaan van overeenkomsten met andere overheden:
- -
in de verkenning en planstudie of realisatiefase in het kader van de aanleg, reconstructie en onderhoud van infrastructurele provinciale werken (zie BV14, AV09 en AV10);
- -
in verband met de bediening, het beheer en het onderhoud door de provincie van bruggen en sluizen ten behoeve van andere overheden (zie ABI11).
|
AAA41
|
Indeplaatsstelling op basis van art. 124 van de Gemeentewet en het algemeen beleidskader indeplaatsstelling bij taakverwaarlozing, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 23 augustus 2011 (en de aanvullende beleidskaders voor Huisvesting voor verblijfsgerechtigden en Archief).
Het mandaat omvat fase 1 (signaleren) en fase 2 (valideren van informatie) van de interventieladder van het genoemde algemene beleidskader.
|
Rapportage per kwartaal aan portefeuillehouder.
Zie ook BA14
|
AAA42
|
Besluiten omtrent planschadeovereenkomsten met een geraamde waarde tot € 250.000,-, waarbij planschade is gedefinieerd zoals bedoeld in art. 6.1, Wro.
|
ZieBV13 en AAA43
|
AAA43
|
Besluiten omtrent planschadeovereenkomsten met een geraamde waarde tussen € 250.000,- en € 1.000.000,-, waarbij planschade is gedefinieerd zoals bedoeld in art. 6.1 Wro.
|
Zie BV13 en AAA42
Kan alleen worden ondergemandateerd aan de concerndirecteur, het hoofd DBI, een afdelingshoofd, een functionaris die t.a.v. het betreffende organisatieonderdeel de rol van afdelingshoofd vervult, of een ambtelijk opdrachtgever van een klus of (concern) opgave.
|
AAA44
|
Coördinatie van voorbereiding en bekendmaking van besluiten als bedoeld in art. 3.33 Wro.
|
|
AAA45
|
Besluiten en handelingen op grond van het Besluit basisregistratie ondergrond (BRO), met uitzondering van de vaststelling van de verantwoordings-rapportage als bedoeld in artikel 9a BRO.
|
|
AAA46
|
Besluiten tot het sluiten van dataovereenkomsten in het kader van inkoop of aanbesteding van producten, waarbij het noodzakelijk is dat de provincie Zuid-Holland data levert aan de aanbieder van het product.
|
Besluiten op grond van dit mandaat worden eerst genomen na afstemming met Team Juridische Zaken van de afdeling FJZ.
Zie AAA16
|
|
|
|
|
Financiële zaken
|
|
ACF01
|
Besluiten tot:
- -
het plaatsen en vervroegd opnemen van deposito’s binnen de schatkist, of
- -
het aantrekken van leningen bij een financiële instelling of een publiekrechtelijk lichaam die voldoen aan de Wet Fido;
een en ander met een maximale omvang van € 100 mln en een maximale looptijd van 3 maanden.
Besluiten tot het storten van het nominale bedrag van een of meer aandelen in het kapitaal van Houdstermaatschappij Zuid-Holland B.V., indien en zodra dat door deze wordt opgevraagd, met een maximum van € 5 mln per volstortingsverzoek.
|
In het ondermandaat wordt bepaald dat de bevoegdheden worden uitgeoefend door het afdelingshoofd Financiële en Juridische Zaken en de Treasurer gezamenlijk.
Zie ook BC01
|
ACF02
|
Besluiten omtrent (concern) verzekeringsovereenkomsten, exclusief CAR-verzekeringen en personeelsverzekeringen, op basis van het beschikbare budget.
|
|
ACF03
|
Het verstrekken van een machtiging voor het op naam van de provincie zetten van aangekochte auto’s.
|
|
ACF04
|
Aanbieding begroting, najaarsnota, jaarrekening en alle begrotingswijzigingen aan BZK.
|
|
ACF05
|
Het nemen van beslissingen in het kader van verleende borgstellingen voor intramurale zorgvoorzieningen.
|
|
ACF07
|
Besluiten inzake het doen van belastingaangiften namens de provincie Zuid-Holland.
|
|
ACF08
|
Besluiten betreffende het verzenden van herinneringen en aanmaningen en het opstellen en ondertekenen van dwangbevelen.
|
Ziet niet op het uitbrengen van dwangbevelen (dit gebeurt door aangewezen deurwaarder).
|
ACF09
|
Besluiten tot het afleggen van verklaringen in het kader van onder de provincie ten behoeve van derden gelegd conservatoir beslag.
|
|
ACF10
|
Het vaststellen van uurlonen.
|
|
|
|
|
|
Juridische zaken
|
|
ACJ01
|
Besluiten in het kader van onrechtmatig handelen van de provincie, voor zover geen verband houdend met het beheer van infrastructuur, voor zover het financieel belang niet hoger is dan € 50.000,- :
- -
het starten en voeren van civielrechtelijke procedures;
- -
het treffen van minnelijke regelingen;
- -
het erkennen van aansprakelijkheid en toewijzen of afwijzen van schadevergoeding;
- -
het voorbereiden en uitvoeren van door het college genomen procesbesluiten, voor zover betrekking hebbend op civielrechtelijke procedures ongeacht het financieel belang en het verrichten van proceshandelingen in lopende procedures.
|
Het gaat om het financiële belang zonder BTW, wettelijke of contractuele rente of (buitengerechtelijke) kosten.
Zie ook BA01a en ABI10
|
ACJ02
|
Besluiten omtrent het verstrekken van informatie over steunmaatregelen die zijn aangemeld of kennisgegeven bij de directoraten-generaal Concurrentie en/of Landbouw ten behoeve van het jaarverslag van de Europese Commissie.
|
|
ACJ03
|
Het doen van inschrijvingen in het Handelsregister.
|
|
ACJ04
|
Het aanwijzen van contactpersonen voor, en gebruikers van de DROP-applicatie voor publicaties op overheid.nl en het doen van mededeling daarvan aan KOOP.
|
|
|
|
|
|
Bezwarencommissie en bijzondere wetten
|
|
ABB01
|
Het benoemen van de (plv.) secretaris van de bezwarencommissie en de (plv.) klachtenfunctionaris
|
|
ABB02
|
Het aanwijzen van (plaatsvervangend) griffiers van de Kamers uit GS voor de behandeling van administratieve geschillen.
|
|
ABB03
|
Het adviseren over erkenning van openbaar belang en het leiden van een zitting over een gedoogplichtverzoek met rechthebbenden, verzoeker en andere betrokkenen (art. 1, respectievelijk. 2, vierde lid, Belemmeringenwet privaatrecht).
|
Zie BA08
|
ABB04
|
Het afgeven van een verklaring als bedoeld in art. 20 Uitvoeringswet grondkamers.
|
|
ABB05
|
Advisering aan de ministers van Economische Zaken en Veiligheid en Justitie over (her)benoeming van (plv.) leden van de grondkamers en pachtkamers (art. 11 Uitvoeringsbesluit pacht; art. 48a, eerste lid, Wet op de rechterlijke organisatie.
|
|
ABB06
|
Besluiten op grond van de Wet op de lijkbezorging, met uitzondering van het vaststellen van een verordening als bedoeld in art. 36, derde lid.
|
|
ABB07
|
Het uitoefenen van bevoegdheden op grond van de Wet op de strandvonderij.
|
|
ABB08
|
Bestemmen van wegen tot openbare wegen (art. 4, lid 1, onder III, Wegenwet).
|
|
ABB09
|
Besluiten tot het buiten behandeling laten van klachten (art. 9:8, lid 3, Awb)
|
|
ABB10
|
Besluiten omtrent einde gebruik gebouw of terrein door een niet door de gemeente in stand gehouden school op grond van artikel 110 Wet op het primair onderwijs.
|
|
|
|
|
|
Ontwikkeling & grondzaken
|
|
ACOG01
|
Besluiten in het kader van de administratieve onteigeningsprocedure.
|
Het betreft de voorbereiding van een dergelijke procedure alsmede het indienen van het verzoek tot het verkrijgen van een onteigenings-Koninklijk Besluit.
|
ACOG02
|
Besluiten omtrent overeenkomsten met betrekking tot onroerende zaken.
|
Dit mandaat betreft huur- en pachtovereenkomsten, gebruiksovereenkomsten en dergelijke.
Dit mandaat betreft uitdrukkelijk geen overeenkomsten aangaande:
- -
het verkrijgen en vervreemden van registergoederen en onroerende zaken;
- -
het vestigen van een beperkt zakelijk recht (zie ACOG03 en BA02);
- -
voor de provinciale organisatie bestemde kantoor-/vergaderruimte (zie mandaat FZ01).
|
ACOG03
|
Besluiten inzake het verkrijgen en vervreemden van registergoederen en inzake het vestigen van (beperkte) zakelijke rechten, waarbij de koopsom inclusief schadeloosstellingen hoe dan ook genaamd of uit hoofde waarvan ook bepaald, niet meer bedraagt dan € 250.000,--.
|
Voor zover passend binnen het beschikbare budget.
Dit mandaat betreft uitdrukkelijk geen overeenkomsten aangaande voor de provinciale organisatie bestemde kantoor-/vergaderruimte.
Zie ook ACOG02, AFZ01 en BA02
|
ACOG04
|
Besluiten in het kader van het provinciaal voorkeursrecht krachtens de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) op onroerende zaken in gebied Nieuw Reijerwaard in de gemeente Ridderkerk, voor zover deze besluiten betrekking hebben op de uitvoering, zoals het verlenen van ontheffing als bedoeld in art. 10 Wvg (of een daarvoor in de plaats tredend art.) en het nemen van een beginselbesluit tot aankoop.
|
Er is een positief advies van de Gemeenschappelijke Regeling Nieuw Reijerwaard.
De ontheffing heeft slechts betrekking op de betreffende onroerende zaak; voor het overige blijft het voorkeursrecht gehandhaafd.
|
ACOG05
|
Desgevraagd besluiten omtrent toestemming voor grondtransacties door derden in die gevallen dat provinciale toestemming is vereist.
|
Ingeval de toestemming is gelieerd aan een beleidsopgave wordt het mandaat uitgeoefend in overeenstemming met de betreffende beleidsafdeling.
Toestemming wordt verleend als het provinciaal belang zich er niet tegen verzet.
|
|
|
|
|
Openstelling elektronische weg
|
|
AIA01
|
Besluiten inzake het openstellen van de elektronische weg voor specifieke procedures.
|
|
|
|
|
|
Aanbestedingen
|
|
ABIR01
|
Besluiten inzake een klacht in een aanbestedingsprocedure.
|
|
|
|
|
|
Aangelegenheden aangaande omgevingsdiensten
|
|
ADMR01
|
Besluiten omtrent extra werkzaamheden van omgevingsdiensten die niet zijn opgenomen in het jaarplan en behoren tot het takenpakket zoals opgenomen in de gemeenschappelijke regeling.
|
|
ADMR02
|
Besluiten omtrent het jaarplan van de afzonderlijke omgevingsdiensten waarin de door de diensten voor de provincie uit te voeren werkzaamheden in het desbetreffende jaar worden vastgelegd.
|
|
ADMR03
|
Het instellen van hoger beroep in zaken welke in mandaat zijn afgedaan binnen omgevingsdiensten.
|
|
|
|
|
|
Ruimtelijke Ontwikkeling & Beheer
|
|
AR10
|
Het positief beslissen op gemeentelijke verzoeken om verkorting van de in art. 32.8, vierde lid, Wro bedoelde termijn van zes weken na de vaststelling van het bestemmingsplan in die situaties waarin geen aanleiding bestaat een reactieve aanwijzing te geven.
|
|
AR11
|
Het langs elektronische weg vastleggen van vastgestelde visies, plannen, besluiten en verordeningen als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening
|
|
AR12
|
Het indienen van zienswijzen tegen gemeentelijke ontwerpbestemmingsplannen, ontwerp(Wabo)projectbesluiten, ontwerpprojectuitvoeringsbesluiten en ontwerpstructuurvisies en notities over reikwijdte en detailniveau.
|
|
AR13
|
Het wijzigen van de begrenzing van bij of krachtens de Omgevingsverordening Zuid-Holland aangewezen gebieden en aanduidingen binnen de daartoe in artikel 14.1, eerste lid van deze verordening gestelde randvoorwaarden.
|
|
AR14
|
Besluiten tot het vaststellen van de op grond van artikel 6.15 lid 1 Wro verplichte jaarlijkse herziening van een exploitatieplan behorend bij een inpassingsplan.
|
In gevallen waarin deze bevoegdheid bij de vaststelling van een inpassingsplan op grond van art. 6.12 lid 3 Jo art. 6.25 Wro door PS aan GS is gedelegeerd
|
|
|
|
|
Mobiliteit
|
|
AV01
|
Besluiten verband houdend met de zorg voor de coördinatie en afstemming van het openbaar vervoer op basis van art. 21, Wp2000 voor zover vallend onder de
verantwoordelijkheid van de provincie.
|
|
AV02
|
Besluiten tot het vaststellen van het beoordelingsprotocol in het kader van het aanbesteden van concessies openbaar vervoer en het voor eenieder openstaand personenvervoer in de zin van art. 6 en 7, Besluit personenvervoer 2000.
|
|
AV03
|
Bevoegdheden op grond van de Wp2000:
- a.
besluiten omtrent verzoeken om overleg met concessieverlener in aangrenzend gebied ( art. 26);
- b.
aanvragen van advies aan consumentenorganisaties (art. 27, lid 1);
- c.
jaarlijkse informatieverstrekking aan consumentenorganisaties (art. 28);
- d.
besluiten omtrent ontheffing (art. 29);
- e.
aanwijzing van deskundigen (art. 39, lid 3);
- f.
verzoek om advies aan consumentenorganisaties (art. 44, lid 3);
- g.
verzoeken tot het verstrekken van gegevens (art. 46, lid 1).
|
|
AV04
|
Besluiten op grond van de Regeling vaststelling kenmerken en startvoorwaarden buurtbusprojecten provincie Zuid-Holland 2006.
|
|
AV05
|
Besluiten tot vaststelling van een advies als bedoeld in art. 2, tweede lid, Locaalspoor- en Tramwegwet.
|
|
AV06
|
Besluiten inzake de vaststelling van tarieven en modellen van vervoersbewijzen met een beperkte geldigheidsduur terzake van openbaar vervoer op grond van art. 20, lid 2 en art. 32 Wp 2000.
|
|
AV08
|
Besluiten tot vaststelling van jaarlijkse rapportage in het kader van de Wet Brede doeluitkering verkeer en vervoer aan de minister van Infrastructuur en Milieu.
|
|
AV09
|
Besluiten omtrent overeenkomsten in de verkenning en planstudie of realisatiefase met andere overheden in het kader van de aanleg, reconstructie en onderhoud van infrastructurele provinciale werken waarbij de omvang van het provinciale werk lager is dan € 250.000,-.
|
Voor zover passend binnen vigerend provinciaal ruimtelijk kader.
Ziet niet op het verstrekken van
subsidies.
Zie ook AV10 en BV14
|
AV10
|
Besluiten omtrent overeenkomsten in de verkenning en planstudie of realisatiefase met andere overheden in het kader van de aanleg, reconstructie en onderhoud van infrastructurele provinciale werken waarbij de omvang van het provinciale werk ligt tussen de € 250.000,- en € 1.000.000.
|
Voor zover passend binnen vigerend provinciaal ruimtelijk kader.
Ziet niet op het verstrekken van subsidies
Kan alleen worden ondergemandateerd aan de concerndirecteur, het hoofd DBI, een afdelingshoofd, een functionaris die t.a.v. het betreffende organisatieonderdeel de rol van afdelingshoofd vervult, of een ambtelijk opdrachtgever van een concernopgave.
Zie ook AV09 en BV14
|
AV11
|
Het geven en onthouden van toestemming aan een concessiehouder of vervoerder om financiële bijdragen van derden te ontvangen voor onder de concessie respectievelijk de vervoersovereenkomst aangeboden openbaar vervoer (art. 32, Wp 2000).
|
|
AV12
|
Het vaststellen van een Nota van inlichtingen in het kader van de aanbesteding van een concessie openbaar vervoer (art. 20, lid 2 en 3 WP 2000) of van een vervoerovereenkomst openbaar vervoer (art. 6 en 7 BP 2000).
|
|
|
Beheer infrastructuur
|
|
ABI01
|
Besluiten inzake vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen op basis van:
- a.
de artikelen 3.19 tot en met 3.24 van de Omgevingsverordening Zuid-Holland, met uitzondering van:
- -
het ambtshalve wijzigen van een zodanige vergunning, of van de daaraan gestelde voorwaarden, ten nadele van de vergunninghouder (artikel 3.5 en 6.41 Omgevingsverordening Zuid-Holland);
- -
het ambtshalve geheel of gedeeltelijk intrekken van een zodanige vergunning ten nadele van de vergunninghouder (artikel 3.6, 6.42 en 9.1 Omgevingsverordening Zuid-Holland),
- -
een en ander in gevallen waarin de aan de vergunning verbonden voorschriften niet of niet behoorlijk zijn nageleefd;
- b.
het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (artikel 87 van het RVV);
- c.
de Regeling voertuigen, art. 9.1 (artikel 5.1.1, eerste lid, aanhef en onderdeel c, en tweede lid, artikel 5.1.2 en artikel 5.1.3 van de Regeling voertuigen);
- d.
artikel 7, eerste lid van de Scheepvaartverkeerswet;
- e.
artikel 10, eerste lid, en artikel 148, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994 (verbod om op een weg een wedstrijd met voertuigen te houden of daaraan deel te nemen), of
- f.
de door Gedeputeerde Staten van Utrecht aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gemandateerde of gedelegeerde bevoegdheden betreffende beheer en onderhoud van het Utrechtse deel van het Merwedekanaal,
- g.
alsmede het intrekken en wijzigen van besluiten met betrekking tot kabels en leidingen ten nadele van ontheffing- c.q. toestemminghouders.
|
Zie BV03
|
ABI02
|
Besluiten op grond van de Wegenwet:
- a.
goedkeuring van de overdracht van de verplichting tot onderhoud van een weg door een gemeente of waterschap (art. 18a, lid 1);
- b.
vaststelling van grenzen bebouwde kom (art. 27, lid 2);
- c.
goedkeuring van het besluit van het waterschapsbestuur om het onderhoud van een weg, waarop het waterschap heeft toe te zien ten laste van het waterschap te brengen (art. 19, lid 3);
- d.
bekendmaking van een goedkeuringsbesluit (art. 22, lid 1);
- e.
vaststelling en wijziging van wegenleggers (Wegenwet/Wegenleggerbesluit);
- f.
wijziging van de onderhoudsgrenzen ten gevolge van reconstructies zoals de aanleg van rotondes, aansluiting van openbare wegen op provinciale wegen van andere wegbeheerders en kunstwerken zoals viaducten en tunnels.
|
|
ABI03
|
Besluiten op basis van het herverdelingsplan wegenbeheer Zuid-Holland
|
|
ABI04
|
Besluiten op basis van de Wegenverkeerswet 1994 (art. 15 en 19) en het Besluit Administratieve bepalingen inzake het Wegverkeer (art. 33, 34 en 36) inzake verkeerstekens en maatregelen op of aan de weg.
|
|
ABI06
|
Besluiten op basis van de Scheepvaartverkeerswet en het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer inzake het plaatsen of verwijderen van verkeerstekens.
|
De door Gedeputeerde Staten van Utrecht aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gemandateerde of gedelegeerde bevoegdheden betreffende beheer en onderhoud van het Utrechtse deel van het Merwedekanaal,zien ook op deze besluiten.
|
ABI07
|
Besluiten op basis van de Beleidsregel overname bescherming oevers van derden Zuid-Holland.
|
|
ABI08
|
Besluiten omtrent overeenkomsten met anderen inzake opdrachtverlening ten behoeve van aanleg, reconstructie en onderhoud van provinciale wegen of vaarwegen, tot een geraamde waarde van
€ 200.000,00.
|
Dit ziet op het meenemen van werkzaamheden van de provincie en van een andere overheid of van een derde in één opdracht en heeft geen betrekking op bevoegdheden met betrekking tot regelgeving op het gebied van aanbesteding.
De genoemde waarde heeft geen betrekking op de totale waarde van de opdracht, maar op het deel dat de provincie bij een ander neerlegt of het deel van een ander dat de provincie bij haar opdrachtverlening meeneemt.
Zie ook BV15
|
ABI09
|
Besluiten in het kader van de verkoop van (overtollige) roerende zaken tegen marktwaarde, waarbij de geraamde verkoopwaarde minder bedraagt dan € 50.000,-.
|
|
ABI10
|
Het al dan niet erkennen van aansprakelijkheid en toekennen van schadevergoeding op civielrechtelijke grondslag in verband met onrechtmatig handelen van de provincie, uitsluitend in relatie tot beheer van infrastructuur, mits het financieel belang bekend is en niet hoger is dan € 50.000 exclusief wettelijke rente en kosten.
|
Zie ook BA01a en ACJ01
|
ABI11
|
Besluiten omtrent overeenkomsten met andere overheden in verband met de bediening, het beheer en het onderhoud door de provincie van bruggen en sluizen ten behoeve van andere overheden.
|
Financiële gevolgen: in principe altijd kostenneutraal.
|
ABI12
|
Besluiten tot het doen van een verzoek als bedoeld in art. 5.3, Telecommunicatiewet bij de OPTA bij bedenkingen tegen de kennisgeving van een telecommunicatiebedrijf in verband met de uitvoering van werkzaamheden in het provinciale weggebied.
|
|
ABI13
|
Besluiten tot vaststelling van de bedieningstijden van beweegbare bruggen of sluizen (artikel 5.4 Omgevingsverordening Zuid-Holland).
|
|
ABI14
|
Besluiten tot het aanwijzen van personen die bevoegd zijn tot het geven van verkeersinformatie dan wel verkeersaanwijzingen als bedoeld in de Scheepvaartverkeerswet (art. 5, lid 1, Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren).
|
|
ABI15
|
Besluiten tot het aanwijzen van functionarissen als bevoegde autoriteit als bedoeld in het Binnenvaartpolitiereglement (art. 5, sub b, Vaststellingsbesluit Binnenvaartpolitiereglement).
|
|
ABI17
|
Besluiten op grond van Hoofdstuk 2 van de Wabo met betrekking tot provinciale wegen.
|
Heeft uitsluitend betrekking op omgevingsvergunningen voor wegaansluitingen op provinciale wegen, reclame-uitingen op gebouwen, beplantingen en enkelvoudige uitwegen (enkelvoudige omgevingsvergunning).
|
ABI18
|
Besluiten tot of in verband met het afgeven van een wettelijk advies op grond van art. 2.26 van de Wabo met betrekking tot provinciale wegen.
|
Heeft uitsluitend betrekking op aanvragen voor wegaansluitingen op provinciale wegen, reclame-uitingen op gebouwen, beplantingen en enkelvoudige uitwegen.
|
ABI19
|
Besluiten in het kader van de handhaving van omgevingsvergunningen, waarbij GS niet het bevoegd gezag zijn.
|
Omvat mede:
- -
het indienen van een formeel handhavingsverzoek bij de gemeente op grond van art. 5.20, Wabo (Indien na ambtelijk/bestuurlijk overleg door de gemeente geen gevolg wordt gegeven aan het handhavingsadvies kan een formeel verzoek om handhaving worden ingediend bij de gemeente);
- -
het ingebreke stellen van een gemeente indien niet tijdig wordt besloten op het handhavingsverzoek (Alvorens tot ingebrekestelling wordt overgegaan, dient eerst ambtelijk/bestuurlijk overleg plaats te vinden).
Kan alleen worden ondergemandateerd aan de concerndirecteur, het hoofd DBI, een afdelingshoofd, een functionaris die t.a.v. het betreffende organisatieonderdeel de rol van afdelingshoofd vervult.
|
ABI20
|
Besluiten omtrent overdracht of overname van het beheer en onderhoud of van de eigendom van wegen en kunstwerken van en naar de provincie op grond van de Wegenwet, Waterstaatswet en Waterschapswet indien met de transactie een bedrag van minder dan € 250.000,00 gemoeid is.
|
Zie BV02
|
ABI21
|
Besluiten omtrent overeenkomsten inzake verkeersregelinstallaties (vri’s).
|
|
ABI22
|
Vaststelling van de richtlijn voor verkeersmaatregelen en het handboek wegontwerp.
|
Kan alleen worden ondergemandateerd aan de concerndirecteur en het hoofd DBI.
|
ABI23
|
Besluiten omtrent gedoogbeschikkingen op grond van art. 5.24 Waterwet.
|
Kan alleen worden ondergemandateerd aan de concerndirecteur en het hoofd DBI.
|
ABI24
|
Besluiten tot het vaststellen van een Verklaring van Overeenstemming als bedoeld in de Machinerichtlijn 2006/42/EG inhoudende dat een beweegbare brug voldoet aan de van toepassing zijnde richtlijnen en de aansprakelijkheid voor de veiligheid van de brug wordt aanvaard.
|
|
ABI25
|
Besluiten tot het vaststellen van het onderzoek als bedoeld in artikel 30 Wet Basisregistratie Grootschalige Topografie.
|
Dit mandaat omvat mede het zenden van een afschrift van de resultaten van het onderzoek aan de minister van BZK, als bedoeld in het tweede lid van artikel 30 WBGT.
|
ABI26
|
Besluiten omtrent (ontwerp) projectplannen op grond van artikel 5.4 Waterwet
|
|
ABI27
|
Vaststellen en aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat zenden van het nalevingsverslag geluidsproductieplafonds als bedoeld in artikel 11.22 Wet milieubeheer.
|
Uitsluitend voor zover dit de van Rijkswaterstaat overgenomen wegdelen op en rondom knooppunt Westerlee betreft.
|
ABI28
|
Besluiten als bedoeld in de Beleidsregel nadeelcompensatie stremming hefbrug Boskoop 2019, voor zover deze besluiten een financieel belang betreffen van € 250.000,= of minder.
|
Zie ook AAA24, ABI29, BA01a
|
ABI29
|
Besluiten als bedoeld in de Beleidsregel nadeelcompensatie stremming hefbrug Boskoop 2019,voor zover deze een financieel belang betreffen van meer dan €250.000,=, doch minder dan € 1.000.000,=.
|
Kan alleen worden ondergemandateerd aan de concerndirecteur en aan het hoofd DBI
Zie ook AAA24, ABI28, BA01a
|
ABI30
|
Besluiten tot verlening van ontheffingen op grond van artikel 5, lid 4 van het Reglement Rijbewijzen.
|
|
|
|
Programma’s & projecten
|
|
APP01
|
Besluiten omtrent overeenkomsten met ProRail in het kader van de realisatie van infrastructurele werken.
|
Kan niet worden ondergemandateerd.
|
|
|
|
|
Milieu
|
|
AM01
|
Besluiten ter voorbereiding en kennisgeving resp. bekendmaking van het ontwerp en van de vaststelling van de PMV en van het milieubeleidsplan.
|
|
AM03
|
Saneringsprogramma industrielawaai:
Besluiten inzake vaststelling van het saneringsprogramma (art. 62, lid 1, Wgh), voor zover het bedrag van de aanvraag meer is dan € 50.000,-.
|
Zie ook AM05
|
AM04
|
Besluiten op grond van titel 11.2 Wm (geluidsbelastingskaarten en actieplannen).
Omvat niet de vaststelling van actieplannen op grond van art. 11.12, eerste lid, Wm (BMN02).
|
|
AM05
|
Saneringsprogramma industrielawaai:
Besluiten inzake vaststelling van het saneringsprogramma (art. 62, lid 1, Wgh), voor zover het bedrag van de aanvraag lager of gelijk is aan € 50.000.
|
Zie ook AM03
|
AM06
|
Melding op grond van art. 5.12 lid 12 van de Wet milieubeheer aan de minister van Infrastructuur en Milieu in het kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (melding inzake wijzigen, vervangen of toevoegen van projecten en maatregelen binnen het programma NSL).
|
|
AM07
|
Op grond van art. 5.8 juncto 5.3 en 5.4 van de Wabo (coördinatietaak inzake doelmatige handhaving) vaststellen van:
- a.
een verzoek om informatie en rapportage;
- b.
een bezoekbevestigingsbrief;
- c.
een voorwaarschuwingsbrief.
|
|
AM08
|
Kennisnemen en becommentariëren van het jaarlijks op te stellen uitvoeringsprogramma en jaarverslag in het kader van het Vuurwerkbesluit.
|
|
AM09
|
Reageren op ontwerpverordeningen vergunning toezicht en handhaving van gemeenten.
|
|
|
|
|
|
Bodem
|
|
ARB01
|
Het indienen van verslagen over de uitvoering van de Wbb zoals bedoeld in art. 87a van de Wbb en het indienen van voortgangsrapportages op grond van het convenant Bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties en het convenant Bodem en ondergrond 2016 – 2020.
|
|
ARB02
|
Verzoeken aan gemeenten tot het betalen van de gemeentelijke bijdrage in de kosten van onderzoek of sanering van een geval van bodemverontreiniging.
|
|
ARB04
|
Besluiten op grond van paragraaf 8.2 Wet milieubeheer.
|
|
ARB05
|
Op grond art. 55c. eerste lid, Wbb en in het kader van de gebiedsgerichte aanpak van de verontreiniging van het diepe grondwater aanwijzen van een gebied waar een gebiedsgerichte aanpak zal plaatsvinden.
|
|
ARB06
|
Op grond van art. 55e, eerste lid, onder b, juncto art. 55g Wbb en in het kader van de gebiedsgerichte aanpak van de verontreiniging van het diepe grondwater vaststellen van een plan voor de gebiedsgerichte aanpak.
|
|
ARB07
|
Op grond van art. 55f Wbb en in het kader van de gebiedsgerichte aanpak van de verontreiniging van het diepe grondwater instemmen met een plan voor de gebiedsgerichte aanpak.
|
|
|
|
|
|
Nazorg
|
|
ARW01
|
Besluiten op grond van art. 3.45 van de Omgevingsverordening Zuid-Holland inzake ontheffingen met betrekking tot gesloten stortplaatsen.
|
|
|
|
|
|
Ontgronding
|
|
ARG01
|
Adviseren aan minister inzake ontgrondingsaanvragen.
|
Voor zover niet strijdig met geldend provinciaal gelden ruimtelijk beleid.
|
|
|
|
|
Huisvestingsverordening & woonvisies
|
|
ARV01
|
Reageren op gemeentelijke ontwerp huisvestingverordening of woonvisie.
|
Voor zover in overeenstemming met provinciale uitgangspunten woonbeleid (Programma Ruimte).
|
|
|
|
|
Cultureel Erfgoed/Kunsten
|
|
AZ02
|
Het geven van adviezen aan de Minister van OCW en aan gemeentebesturen in het kader van de bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten ter uitvoering van de Monumentenwet 1988, alsmede het geven van adviezen aan gemeentebesturen, omvat tevens het geven van beoordelingen in het kader van het provinciaal archeologiebeleid.
|
|
AZ03
|
Het aangaan van bruikleenovereenkomsten en het op basis van een overeenkomst overdragen van vondsten van het Provinciaal Archeologisch Depot/Centrum.
|
In de overeenkomst wordt bepaald dat de overgedragen objecten op generlei wijze aan derden mogen worden overgedragen.
Overdracht alleen aan daartoe aangewezen depots die voldoen aan de provinciale richtlijnen.
|
AZ04
|
Het in bruikleen geven respectievelijk nemen van objecten van kunst en cultuur.
|
|
|
|
|
|
Onderwijs
|
|
AZ05
|
Besluiten op grond van art. 74a, Wet op het voortgezet onderwijs.
|
|
|
|
|
|
Openbaarheid van bestuur
|
|
AWOB01
|
Besluiten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), dan wel de Wet open overheid (Woo), wanneer deze in werking zal zijn getreden.
|
|
AWOB02
|
Procedure-besluiten in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), dan wel de Wet open overheid (Woo), wanneer deze in werking zal zijn getreden.
|
Onder dit mandaat is begrepen, het buiten behandeling stellen van verzoeken tot openbaarmaking.
|
|
|
|
|
Bibob
|
|
ABIB01
|
Het uitoefenen van de bevoegdheden op grond van de Wet Bibob, met uitzondering van het verwerken van het advies “ernstig gevaar”.
|
Het mandaat omvat mede het voorafgaand aan het vragen van advies aan LBB uit te voeren eigen onderzoek, het vragen van inlichtingen uit gesloten bronnen (verzoek op grond van art. 11a Wet Bibob) en het uitreiken van een vragenformulier.
Het verwerken van het advies “ernstig gevaar” is voorbehouden aan Gedeputeerde Staten.
|
ABIB02
|
- -
Het feitelijk aanmaken, wijzigen en opheffen van autorisaties en het verrichten van alle overige daarbij behorende handelingen.
- -
Aanvragen van machtigingen tot het raadplegen van justitiële gegevens op grond van artikel 15 Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens (Bjsg) bij de Justitiële Informatiedienst (Justid) voor personen aangewezen als onbezoldigd ambtenaar van de provincie en tevens werkzaam bij een omgevingsdienst waaraan de provincie deelneemt.
- -
Aanwijzen van personen werkzaam bij de provincie Zuid-Holland die bevoegd zijn tot het raadplegen van het Handelsregister van de Kamer van Koophandel op natuurlijke personen, alsmede daartoe voor hen machtigingen aan te vragen.
|
Dit mandaat wordt uitgeoefend in overeenstemming met de Procedurebeschrijving autorisatie en beheer toegang justitiële documentatie provincie Zuid-Holland.
Voor zover het de gemandateerde bevoegdheden op grond van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens (Bjsg) betreft, doen de mandaathouder(s) en eventuele ondermandaathouder(s) tweemaal per jaar verslag van het gebruik van hun mandaat aan de portefeuillehouder, de commissaris van de Koning.
|
ABIB03
|
Aanwijzen van gebruikers werkzaam bij de provincie Zuid-Holland, die toegang hebben tot justitiële documentatie en daarmee bevoegd zijn tot het raadplegen van justitiële gegevens op grond van artikel 15 Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens (Bjsg) bij de Justitiële Informatiedienst (Justid), alsmede daartoe voor hen machtigingen aan te vragen.
|
Dit mandaat wordt uitgeoefend in overeenstemming met de Procedurebeschrijving autorisatie en beheer toegang justitiële documentatie provincie Zuid-Holland.
De mandaathouder doet tweemaal per jaar verslag van het gebruik van dit mandaat aan de portefeuillehouder, de commissaris van de Koning.
|
ABIB04
|
Het aanwijzen van lokaal beheerders als bedoeld in de Procedurebeschrijving autorisatie en beheer toegang justitiële documentatie provincie Zuid-Holland.
|
Dit mandaat wordt uitgeoefend in overeenstemming met de Procedurebeschrijving autorisatie en beheer toegang justitiële documentatie provincie Zuid-Holland.
De mandaathouder doet tweemaal per jaar verslag van het gebruik van dit mandaat aan de portefeuillehouder, de commissaris van de Koning.
|
|
|
|
|
Hergebruik overheidsinformatie
|
|
AWHO01
|
Besluiten in het kader van de Wet hergebruik overheidsinformatie
|
Besluiten tot beschikbaarstelling van data op grond van de Wet hergebruik overheidsinformatie worden eerst genomen na afstemming met Team Juridische Zaken van de afdeling FJZ.
|
|
|
|
|
Archief
|
|
APA01
|
Het beoordelen en voor kennisgeving aannemen van verordeningen als bedoeld in de art. 30, lid 1, 32, lid 2, 35, lid 1, 37, lid 2, en 40, lid 3, Archiefwet 1995.
|
|
APA02
|
Het stellen van beperkingen aan de openbaarheid van archiefbescheiden, alsmede het opheffen daarvan als bedoeld in artikel 15, lid 1 t/m 3 Archiefwet 1995.
|
|
APA03
|
Het verstrekken van machtigingen als bedoeld in art. 13, lid 3, Archiefwet 1995.
|
|
APA04
|
Toestemming geven tot raadpleging van niet-openbare stukken berustend in de provinciale archiefbewaarplaats.
Opnemen van externe archieven in de provinciale archiefbewaarplaats.
|
|
APA05
|
Besluiten op grond van de Regeling document- en archiefbeheer Zuid-Holland.
Besluiten op grond van de Archiefwet tot het overbrengen van archiefbescheiden, anders dan naar de Rijksarchiefbewaarplaats.
|
|
|
|
|
|
Communicatie
|
|
ACM01
|
Het afgeven of wijzigen van een toegankelijkheidsverklaring als bedoeld in het Tijdelijk besluit digitale toegankelijkheid overheid.
|
|
|
|
|
|
Facilitaire Zaken
|
|
AFZ01
|
Besluiten:
- -
inzake het verkrijgen en vervreemden van voor de provinciale organisatie bestemde kantoor-/vergaderruimte waarbij de koopsom inclusief schadeloosstellingen, hoe dan ook genaamd of uit hoofde waarvan ook bepaald, niet meer bedraagt dan € 250.000,--.
- -
inzake de huur-/verhuur van voor de provinciale organisatie bestemde kantoor-/vergaderruimte.
|
Voor zover passend binnen het beschikbare budget.
Zie ook BA02
|
|
|
|
|
Interbestuurlijk toezicht
|
|
AFT01
|
Besluiten o.g.v. de Gemeentewet:
- a.
art. 95-98 (geldelijke voorzieningen)
- b.
- c.
art. 186, lid 3 (waarschuwing)
- d.
art. 191, 192 en 203 (begroting/begrotingswijziging)
- e.
art. 212, 213, 213a en 214 (verordeningen m.b.t de organisatie)
- f.
art. 200 en 201 (jaarrekeningen)
- g.
art. 203 jo art. 21 Wet Arhi (begroting/begrotingswijziging i.g.v. preventief toezicht)
- h.
art. 208 (aangaan van verplichtingen indien begroting niet is goedgekeurd)
- i.
art. 209 (uitgaven i.g.v. spoed).
|
|
AFT02
|
Het beoordelen en voor kennisgeving aannemen van berekeningen van grondexploitaties in het kader van de toetsing van de economische uitvoerbaarheid van bestemmingsplannen.
|
|
AFT03
|
Het informeren van gemeenten over de criteria voor financieel toezicht op de begroting en de jaarrekening.
|
|
AFT04
|
Besluiten op grond van de navolgende artikelen van de Wet Fido:
- a.
art. 4 lid 3 (herstel overschrijding kasgeldlimiet);
- b.
art. 4 lid 3 (treffen maatregelen om te voldoen aan de kasgeldlimiet);
- c.
art. 4 lid 5 (verlenen ontheffing overschrijding kasgeldlimiet);
- d.
art. 6 lid 3 (verlenen toestemming);
- e.
art. 6 lid 5 (ontheffing overschrijding renterisiconorm).
|
|
AFT05
|
De toezichtstaak als vermeld in AFT01 t/m AFT04 ten aanzien van gemeenschappelijke regelingen ingevolge de art. 33 en 34, Wgr.
|
|
AFT06
|
Besluiten inzake het vaststellen van maximum eigen bijdrage voor art. 12-gemeenten bij bodemsanering.
|
|
AFT07
|
Het uitvoeren van een begrotingsscan van een gemeente en het op basis daarvan uitbrengen van een rapport met conclusies en aanbevelingen aan de gemeente.
|
|
AFT08
|
Besluiten tot goedkeuring van verordeningen van gemeenten tot het toekennen van voordelen ten laste van de gemeente, anders dan in de vorm van vergoedingen en tegemoetkomingen, aan leden van de raad, van een commissie en van het dagelijks bestuur van een commissie (art. 99, tweede lid, Gemeentewet).
|
|
AFT09
|
Goedkeuren van door GS aangewezen besluiten van gemeenten die kunnen leiden tot nieuwe uitgaven, tot verhoging van bestaande uitgaven of tot verlaging van bestaande inkomsten van de gemeente (art. 25, Wet Arhi).
|
|
AFT10
|
Het beoordelen en voor kennisgeving aannemen van besluiten tot het aangaan, wijzigen, verlengen of opheffen van, of het toetreden tot of uittreden uit gemeenschappelijke regelingen tussen gemeenten.
|
|
AFT11
|
De toezichtstaak als vermeld in AFT01 ten aanzien van de waterschappen ingevolge de Waterschapswet en de waterschapsreglementen, met uitzondering van het instellen van preventief toezicht, het aangaan van verplichtingen en uitgaven met spoed.
|
|
AFT12
|
Het opvragen en verstrekken van informatie en vaststellen van brieven, waarmee de colleges van burgemeester en wethouders en de raden van de Zuid-Hollandse gemeenten en of derden worden geïnformeerd over:
- a.
de criteria voor het interbestuurlijk toezicht;
- b.
de uitkomsten van het interbestuurlijk toezicht op de betreffende gemeente;
- c.
het totaalbeeld van de uitkomsten van het interbestuurlijk toezicht van alle gemeenten in de Provincie Zuid-Holland.
|
Het mandaat strekt alleen tot informatieverstrekking en omvat niet het nemen van besluiten tot het doen van concrete interventies.
|
|
|
|
|
Gemeentelijke herindeling
|
|
ABZT01
|
Inschrijving registergoederen in openbare registers op grond van artikel 44 Wet Arhi.
|
|
|
|
|
|
Groen
|
|
AG01
|
Het uitoefenen van bevoegdheden als bedoeld in de art. 5:29 en 5:30, Awb.
|
Het betreft onder meer het meevoeren, opslaan, afgifte van zaken bij de uitoefening van bestuursdwang.
|
AG02
|
Besluiten op grond van de Wet natuurbescherming, met uitzondering van de besluiten in verband met handhaving en toezicht.
|
|
AG03
|
Besluiten op grond van de Wet natuurbescherming, inclusief besluiten omtrent (PAS)-overeenkomsten ter uitvoering van maatregelen zoals vastgesteld in beheerplannen en gebiedsanalyses, alsmede advisering op grond van deze wet aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat.
|
Overeenkomsten ter uitvoering van maatregelen uit beheerplannen en gebiedsanalyses, waarbij tevens door Gedeputeerde Staten een vergoeding wordt betaald aan de uitvoerende partij, kunnen alleen worden aangegaan indien Gedeputeerde Staten hiervoor budget hebben gereserveerd.
|
AG04
|
Beheer van Informatiesysteem avifauna en vegetatie.
|
Het betreft:
- •
uitvoeren van veldwaarnemingen;
- •
opslaan en toegankelijk maken van eigen gegevens en gegevens van anderen;
- •
het maken van afspraken met het Rijk.
|
AG06
|
Besluiten in het kader van de Wet inrichting landelijk gebied, met uitzondering van de beantwoording van de bedenkingen naar aanleiding van de tervisielegging van een ontwerp-landinrichtingsplan, alsmede de definitieve vaststelling van een landinrichtingsplan.
|
|
AG10
|
Besluiten omtrent overeenkomsten met agrariërs voor de openstelling van hun grond ten behoeve van wandelroutes.
|
|
AG11
|
Vervallen
|
|
AG12
|
Het instemmen met jaarplannen, begrotingen en jaarrekeningen voor de provinciale recreatiegebieden.
|
|
AG13
|
Vervallen
|
|
AG14
|
Het vaststellen van collectieve beheerplannen weidevogels zoals bedoeld in art. 9.2 van de Subsidieregeling Natuur en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2013.
|
|
AG15
|
Het corrigeren van de kaart behorende bij het Natuurbeheerplan Zuid-Holland aan de hand van kennelijke in het veld waarneembare fouten.
|
|
AG16
|
Besluiten ter uitvoering van de beleidsregel Compensatie Natuur, Recreatie en Landschap Zuid-Holland, voor zover het financiële belang van de compensatie niet meer bedraagt dan € 200.000,-:
- -
het accorderen van compensatieplannen;
- -
het vaststellen of compensatieplannen conform zijn uitgevoerd;
- -
het vorderen van nakoming indien compensatieplannen niet of niet volledig uitgevoerd zijn, voor zover GS bevoegd gezag zijn;
- -
het instemmen met financiële compensatie;
- -
het reageren op ramingen voor financiële compensatie;
- -
het beschikken over de trekkingsrechten bij het Groenfonds, alsmede van andere compensatiemiddelen, voor zover deze bij GS berusten;
- -
besluiten over het aanwenden van compensatiemiddelen, voor zover deze bij GS berusten;
- -
het (desgevraagd) reageren op compensatieplannen van een ander bevoegd gezag, ongeacht de hoogte van het financiële belang van de compensatie.
|
Zie ook BG05
|
AG17
|
Besluiten omtrent het aangaan van sponsorovereenkomsten tot een bedrag van € 500.000,-.
|
|
AG18
|
Vaststellen monitoringrapportage groenbeleving.
|
|
AG19
|
Het wijzigen van de Wandelroutenetwerkkaart.
|
|
AG20
|
Besluiten omtrent vergoeding van de inrichtings- en beheerkosten minder dan € 250.000,-, samenhangend met de verkoop van provinciale natuur- en recreatiegebieden.
|
Zie ook BG06
|
AG21
|
Besluiten inzake de afwikkeling opheffing GZH.
|
|
|
|
|
|
Water
|
|
AW01
|
Besluiten tot goedkeuring van projectplannen waar paragraaf 2 van hoofdstuk 5 van de Waterwet op van toepassing is en waartegen geen zienswijzen zijn ingediend (art. 5.7, lid 1, Waterwet.
|
Indien zienswijzen zijn ingediend dan vallen de besluiten onder bestuurlijk mandaat BW01.
|
AW02
|
Besluiten tot toepasbaarheid en uitvoering van de coördinatieprocedure voor de besluiten die nodig zijn voor de uitvoering van de projectplannen waar paragraaf 2 van hoofdstuk 5 van de Waterwet op van toepassing is (art. en 5.8 tot en met 5.12, Waterwet).
|
|
AW03
|
Besluiten tot:
- a.
vaststelling van het tijdstip waarop de regionale waterkeringen voor de eerste keer moeten voldoen aan de veiligheidsnorm (artikel 4.1, vijfde lid Omgevingsverordening Zuid-Holland);
- b.
vaststelling van het tijdstip waarop de verslagen bedoeld in artikel 11.1 van de Omgevingsverordening Zuid-Holland voor de eerste maal worden uitgebracht, alsmede tot vaststelling van de frequentie waarmee deze verslagen daarna worden uitgebracht (artikel 11.1, vierde lid van de Omgevingsverordening Zuid-Holland),
een en ander voor zover in overeenstemming met vastgesteld provinciaal beleid.
|
|
AW05
|
Vaststellen van standpunten en uitbrengen van adviezen met betrekking tot de voorbereiding van een AMvB, een ministeriële regeling, het
Hoogwaterbeschermingsprogramma, nadere regels, verslagen of leidraden ter
uitvoering van de Waterwet.
|
|
AW07
|
Besluiten omtrent verzoeken tot vrijstelling van de herzieningsverplichting van peilbesluiten (Waterverordeningen).
|
|
AW09
|
Besluiten tot het indienen van zienswijzen, het geven van advies en het geven van beschouwingen over het nationaal waterplan (art 4.3, Waterwet), (ontwerp-) beheerplan (art. 4.7, Waterwet), (ontwerp-) peilbesluiten alsmede (ontwerp-) projectplannen van de waterbeheerders en gemeentelijke rioleringsplannen (art. 4.23, Wm).
|
|
AW10
|
Besluiten op verzoeken tot uitstel en ontheffing zorgplicht afvalwater voor zover dit in overeenstemming is met het geldende provinciale beleid (art. 10.33 lid 3 Wm).
|
Indien niet in overeenstemming met het provinciaal beleid dan valt de besluitvorming onder bestuurlijk mandaat BW02.
|
AW13
|
Besluiten omtrent schadevergoeding (art. 7.14 tot en met 7.20, Waterwet)
|
|
AW14
|
Besluiten bij gevaar voor waterstaatswerken (art. 5.28 tot en met 5.31, Waterwet).
|
|
AW17
|
Besluiten ter voorbereiding en kennisgeving resp. bekendmaking van het ontwerp en van de vaststelling van het waterplan.
|
|