Wijziging Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2022

[Deze bekendmaking is slechts een tekstplaatsing. De oorspronkelijke publicatie is op donderdag 22 december bekendgemaakt, beschikbaar via [Provinciaal blad 2022, 15239]]

 

Gedeputeerde Staten van Overijssel delen mee dat het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2022 als volgt is gewijzigd:

Artikel I  

Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2022

 

Artikel 1.1.3 Betekenis van begrippen

 

Algemene begrippen

Na ’medeoverheden’ wordt toegevoegd:

 

  • -

    Provinciaal Programma Landelijk gebied (PPLG): de provinciale uitwerking van het hoofddoel van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). In het PPLG Overijssel zal de provincie uiterlijk 1 juli 2023 aan het Rijk aangeven hoe zij samen met haar partners invulling geeft aan het toekomstbestendig ontwikkelen van het landelijk gebied.

2.4 Flexpools versnellen woningbouw

 

Artikel 2.4.2 komt als volgt te luiden:

Artikel 2.4.2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie wordt verleend voor inhuur van extra tijdelijk personeel of inhuur van deskundigen:

    • a.

      om woningbouwprojecten van gemeenten in Overijssel te ondersteunen en te versnellen;

    • b.

      voor het opstellen van een lokale of regionale integrale woonzorgvisie.

  • 2.

    Het woningbouwproject voldoet aan de volgende voorwaarde: het is een woningbouwproject die door de provincie aangemerkt is als een sleutelproject zoals opgenomen in de Regionale Woonagenda’s en Woondeals West Overijssel en Twente. De Regionale Woonagenda’s en Woondeals zijn te raadplegen via www.aanjaagteamwoningbouwoverijssel.nl. Sleutelprojecten zijn projecten met een betekenisvol effect op de betreffende stad of kern. Een sleutelproject draagt bij aan de doelen uit de woonagenda’s en aan de versnelling van de woningbouw door te starten met de bouw voor 2026.

  • 3.

    Het in te huren tijdelijke personeel of de in te huren deskundige wordt ingezet voor één of meerdere van de volgende activiteiten:

    • a.

      de vergunningverlening van een woningbouwproject;

    • b.

      het voorbereiden van een woningbouwproject of herstructureringsproject. Hierbij kan ook rekening gehouden worden met onder andere de geldende regels voor de stikstofuitstoot;

    • c.

      het sluiten van een anterieure overeenkomst tussen de gemeente en marktpartijen. In de anterieure overeenkomst staan afspraken over de grond, de kosten voor het wijzigen van een bestemmingsplan en de kosten die gemaakt worden om het bouwproject in de bestaande situatie in te passen. In de overeenkomst staat ook wie de kosten betaalt;

    • d.

      het opstellen van een bestemmingsplan en het doorlopen van de procedures die erbij horen;

    • e.

      het ondersteunen van de gemeente om lokale of regionale integrale woonzorgvisies te realiseren. De woonzorgvisies gaan over betaalbare woningen met passende zorg en ondersteuning voor aandachtgroepen. De aandachtgroepen zijn statushouders, arbeidsmigranten, dak- en thuislozen, mensen met sociale of medische urgentie, mensen die uitstromen uit een intramurale zorginstelling, uitwonende studenten, woonwagenbewoners en ouderen.

Artikel 2.4.5 Hoogte van de subsidie

Lid 2: ‘€ 50.000,-‘ wordt vervangen door ‘€ 65.000,-‘.

Lid 3 wordt toegevoegd:

  • 3.

    De gemeente mag in de indieningsperiode 2 januari 2023 tot 1 oktober 2023 maximaal 1 keer subsidie ontvangen op basis van deze subsidieregeling.

Artikel 2.4.7 Aanvraag

Lid 1 komt als volgt te luiden:

  • 1.

    De subsidieaanvraag kan ingediend worden vanaf 2 januari 2023 en moet uiterlijk 1 oktober 2023 vóór 17.00 uur ontvangen zijn.

Artikel 2.4.8 komt als volgt te luiden:

Artikel 2.4.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling

Het subsidieplafond wordt jaarlijks vastgesteld en geldt voor de indieningstermijn die genoemd is in artikel 2.4.7 lid 1.

 

Artikel 2.4.12 Looptijd

‘2023’ wordt vervangen door: 2024

 

Nieuwe paragraaf 2.10 wordt toegevoegd:

 

2.10 Klimaatadaptatiemaatregelen werkregio RIVUS

 

Artikel 2.10.1 Betekenis van de begrippen

In dit artikel worden veel voorkomende begrippen uitgelegd.

  • -

    Programma Klimaatadaptatie 2019-2023: programma van de provincie Overijssel waarmee invulling wordt gegeven aan de opgaven die opgenomen zijn in het coalitieakkoord ‘Samen bouwen aan Overijssel (2019)’ voorhitte, droogte en wateroverlast.

  • -

    Projectenlijst: een overzicht van projecten en maatregelen waarvoor het Rijk bij besluit van 15 maart 2022 een rijksbijdrage heeft verleend voor projecten van de werkregio RIVUS voor de periode 2021-2027. Provincie Overijssel is de kassier voor deze rijksbijdrage. Een overzicht van de projecten is te vinden op www.regelen.overijssel.nl.

  • -

    Rijksbijdrage: bijdrage van het Rijk op basis van de Rijksregeling.

  • -

    Rijksregeling: de Tijdelijke Impulsregeling klimaatadaptatie 2021-2027 van 16 oktober 2020 van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Deze regeling heeft als doel om maatregelen voorklimaatadaptatie 2021-2027 te versnellen. De Tijdelijke Impulsregeling klimaatadaptatie 2021–2027 is te vinden op www.overheid.nl.

  • -

    werkregio RIVUS: samenwerkingsverband voor de afvalwaterketen en voor klimaatadaptatie in West Overijssel. Het samenwerkingsverband bestaat uit de volgende partners: de gemeenten Dalfsen, Deventer, Kampen, Olst-Wijhe, Raalte, Staphorst, Zwartewaterland, Zwolle, provincie Overijssel en Waterschap Drents Overijsselse Delta. Bij de afvalwaterketen gaat het om alle activiteiten tussen drinkwaterwinning en rioolwaterzuivering.

Artikel 2.10.2 Doel van de subsidieregeling

Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het voorbereiden van Overijssel op de gevolgen van het veranderende klimaat door een klimaatadaptieve inrichting van de provincie in 2050. Dit door via deze regeling de rijksbijdrage in te zetten om plannen van gemeenten en waterschappen te ondersteunen voor de opgaven van het werkgebied RIVUS.

 

Artikel 2.10.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie wordt verleend voor projecten die opgenomen zijn in de projectenlijst.

  • 2.

    Een project komt niet in aanmerking voor de subsidie als in de projectenlijst geen rijksbijdrage is opgenomen voor de betreffende project.

  • 3.

    Het project mag gestart zijn na 1 januari 2021. Dit is een afwijking van artikel 1.2.3.

Artikel 2.10.4 Aanvrager

  • 1.

    De aanvrager is één van de volgende partners van de werkregio RIVUS:

    • a.

      Gemeente Staphorst;

    • b.

      Gemeente Olst-Wijhe;

    • c.

      Gemeente Zwolle;

    • d.

      Gemeente Zwartewaterland;

    • e.

      Gemeente Kampen;

    • f.

      Gemeente Raalte;

    • g.

      Gemeente Deventer;

    • h.

      Gemeente Dalfsen;

    • i.

      Waterschap Drents Overijsselse Delta.

  • 2.

    De aanvrager is de verantwoordelijke voor het betreffende project zoals dat is opgenomen in de projectenlijst.

Artikel 2.10.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.

  • 2.

    De kosten van de activiteiten die zijn uitgevoerd voordat de subsidieaanvraag is ontvangen, zijn wel subsidiabel, maar alleen als de activiteiten zijn uitgevoerd na 1 januari 2021. Dit is een afwijking van artikel 1.2.8 onderdeel a.

  • 3.

    De volgende kosten zijn niet subsidiabel:

    • a.

      gebruikelijk en achterstallig onderhoud;

    • b.

      maatregelen en voorzieningen ter bestrijding van hittestress;

    • c.

      subsidies aan burgers en bedrijven;

    • d.

      grondverwerving;

    • e.

      een analyse van de kansen op en de gevolgen van wateroverlast, droogte en overstromingen binnen de werkregio;

    • f.

      het opstellen van een plan van aanpak als bedoeld in artikel 4, lid 2 en lid 3 van de rijksregeling.

Artikel 2.10.6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie is maximaal 33% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    De subsidie is maximaal het bedrag dat voor het betreffende project is opgenomen in de projectenlijst in de kolom ‘Rijksbijdrage netto’.

Artikel 2.10.7 Eigen bijdrage

  • 1.

    De aanvrager is verplicht minimaal 67% van de subsidiabele kosten te dekken met een eigen bijdrage of bijdrage van derden

  • 2.

    De eigen bijdrage is geen bijdrage in de vorm van eigen arbeid.

  • 3.

    De eigen bijdrage of de bijdrage van derden mag niet direct of indirect afkomstig zijn van het Rijk.

Artikel 2.10.8 Subsidieaanvraag

  • 1.

    De subsidieaanvraag kan het hele jaar worden ingediend.

  • 2.

    De aanvrager maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier Klimaatadaptatiemaatregelen werkregio RIVUS.

  • 3.

    De aanvrager levert een begroting en een dekkingsplan in. Het is verplicht om het beschikbaar gestelde begrotingsformat te gebruiken.

  • 4.

    De aanvrager levert aanvullend ook een projectplan in. Dit mag dezelfde plan zijn zoals die ook is ingeleverd voor de Rijksbijdrage.

Artikel 2.10.9 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling

Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2023 tot en met 2027.

 

Artikel 2.10.10 Aanvullende verplichtingen

De subsidieontvanger is verplicht de activiteiten vóór 31 december 2027 uitgevoerd te hebben.

 

Artikel 2.10.11 Sisa -verantwoording

De financiële verantwoording van de gemeente loopt volgens de Sisa-verantwoording. Artikel 1.2.22 is van toepassing. De verantwoording wordt ingediend onder Sisa-code E44B.

 

Artikel 2.10.12 Staatssteun

De subsidie van de provincie aan een gemeente of waterschap levert geen staatssteun op.

 

Artikel 2.10.13 Looptijd

Deze subsidieregeling vervalt op 31 december 2027 om 17.00 uur.

 

Nieuwe paragraaf 2.11 wordt toegevoegd:

 

2.11 Klimaatadaptatiemaatregelen 2021-2027

 

Artikel 2.11.1 Betekenis van de begrippen

In dit artikel worden veel voorkomende begrippen uitgelegd.

  • -

    Programma Klimaatadaptatie 2019-2023: programma van de provincie waarmee invulling wordt gegeven aan de opgaven die opgenomen zijn in het coalitieakkoord ‘Samen bouwen aan Overijssel (2019)’ voor hitte, droogte en wateroverlast.

  • -

    Projectenlijst: een overzicht van projecten waarvoor het Rijk bij besluit van 15 maart 2022 een rijksbijdrage heeft verleend voor projecten van de werkregio RIVUS voor de periode 2021-2027. Provincie Overijssel is penvoerder voor deze rijksbijdrage. Een overzicht van de projecten is te vinden op www.regelen.overijssel.nl.

  • -

    Rijksbijdrage: de bijdrage op basis van de Rijksregeling. De Rijksbijdrage is aan te vragen bij de werkregio’s. Voor de werkregio RIVUS kan de Rijksbijdrage aangevraagd worden bij de provincie Overijssel op basis van paragraaf 2.10 van dit Ubs.

  • -

    Rijksregeling: de Tijdelijke Impulsregeling Klimaatadaptatie 2021-2027 van 16 oktober 2020 van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Deze regeling heeft als doel om maatregelen voor klimaatadaptatie 2021-2027 te versnellen. De Tijdelijke impulsregeling klimaatadaptatie 2021–2027 is te vinden op overheid.nl.

  • -

    Werkregio’s: samenwerkingsverband van gemeenten en waterschappen, op basis van het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie onderverdeeld in de regio’s Twents Waternet, Noordelijke Vechtstromen, RIVUS en FLUVIUS.

Artikel 2.11.2 Doel van de subsidieregeling

Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het voorbereiden van Overijssel op de gevolgen van het veranderende klimaat door een klimaatadaptieve inrichting van de provincie in 2050. Dit door subsidie te verlenen aan projecten van gemeenten en waterschappen, waarvoor ook een Rijksbijdrage is verleend. Het gaat om de provinciebijdrage die is opgenomen in de aanvraag voor de Rijksbijdrage.

 

Artikel 2.11.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie wordt verleend voor projecten die zijn opgenomen in de projectenlijst.

  • 3.

    Een project komt niet in aanmerking voor de subsidie als in de projectenlijst geen provinciebijdrage is opgenomen voor het betreffende project.

  • 3.

    Het project mag gestart zijn na 1 januari 2021. Dit is een afwijking van artikel 1.2.3.

Artikel 2.11.4 Aanvrager

  • 1.

    De aanvrager is één van de Overijsselse partners van de werkregio’s FLUVIUS, RIVUS, Twents Waternet of Noordelijke Vechtstromen.

  • 2.

    De aanvrager is de verantwoordelijke voor het betreffende project zoals dat is opgenomen in de projectenlijst.

Artikel 2.11.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.

  • 2.

    De kosten van de activiteiten die zijn uitgevoerd voordat de subsidieaanvraag is ontvangen, zijn wel subsidiabel, maar alleen als de activiteiten zijn uitgevoerd na 1 januari 2021. Dit is een afwijking van artikel 1.2.8 onderdeel a.

  • 3.

    De volgende kosten zijn niet subsidiabel:

    • a.

      regulier en achterstallig onderhoud;

    • b.

      maatregelen en voorzieningen ter bestrijding van hittestress;

    • c.

      subsidies aan burgers en bedrijven;

    • d.

      grond verwerving;

    • e.

      een analyse van de kansen op en de gevolgen van wateroverlast, droogte en overstromingen binnen de werkregio;

    • f.

      het opstellen van een plan van aanpak als bedoeld in artikel 4, lid 2 en lid 3 van de rijksregeling.

Artikel 2.11.6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie is maximaal 20% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    De subsidie is maximaal het bedrag dat voor het betreffende project is opgenomen in de projectenlijst in de kolom ‘Rijksbijdrage netto’.

Artikel 2.11.7 Eigen bijdrage

  • 1.

    De aanvrager is verplicht minimaal 66% van de subsidiabele kosten te dekken met een eigen bijdrage of bijdrage van derden.

  • 2.

    De eigen bijdrage is geen bijdrage in de vorm van eigen arbeid.

  • 3.

    De eigen bijdrage of de bijdrage van derden mag niet direct of indirect afkomstig zijn van het Rijk.

Artikel 2.11.8 Subsidieaanvraag

  • 1.

    De subsidieaanvraag kan het hele jaar worden ingediend.

  • 2.

    De aanvrager maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier Klimaatadaptatiemaatregelen 2021-2027.

  • 3.

    De aanvrager levert een begroting en een dekkingsplan in. Het is verplicht om het beschikbaar gestelde begrotingsformat te gebruiken.

  • 4.

    De aanvrager levert aanvullend ook een projectplan in. Dit mag dezelfde plan zijn zoals die ook is ingeleverd voor de Rijksbijdrage.

Artikel 2.11.9 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling

  • 1.

    Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2023 tot en met 2027.

  • 2.

    Er geldt een deelplafond voor de volgende werkregio’s:

    • a.

      werkregio Twents Waternet;

    • b.

      werkregio Noordelijke Vechtstromen;

    • c.

      werkregio FLUVIUS;

    • d.

      werkregio RIVUS.

Artikel 2.11.10 Aanvullende verplichtingen

De subsidieontvanger is verplicht de activiteiten vóór 31 december 2027 uitgevoerd te hebben.

 

Artikel 2.11.11 Staatssteun

De subsidie van de provincie aan een gemeente of waterschap levert geen staatssteun op.

 

Artikel 2.11.12 Looptijd

Deze subsidieregeling vervalt op 31 december 2027 om 17.00 uur.

 

3.6 Lokale energie-initiatieven 4.0

 

Artikel 3.6.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

 

Lid 7 wordt toegevoegd:

  • 7.

    Een LEI mag al opgericht zijn voordat de aanvraag is ontvangen. Dit is een afwijking van artikel 1.2.3.

Artikel 3.6.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen

 

Lid 2 komt als volgt te luiden:

  • 2.

    Lid 1 geldt niet voor het oprichten van een LEI, het opleiden van vrijwilligers tot energiebespaarcoach of energiefixer. Voor deze activiteiten zijn de artikel 1.2.5 tot en met 1.2.8 niet van toepassing. Voor het opleiden van vrijwilligers tot energiebespaarcoach of energiefixer geldt een vast bedrag per vrijwilliger. Voor het oprichten van een LEI geldt een vast bedrag per LEI.

Lid 3 komt als volgt te luiden:

  • 3.

    De kosten voor leges zijn wel subsidiabel. Dit is een afwijking van artikel 1.2.8 onderdeel c.

Artikel 3.6.6 Hoogte van de subsidie

Lid 1 komt als volgt te luiden:

  • 1.

    De subsidie voor het oprichten van een LEI is een vast bedrag van € 2.500,- per LEI.

3.11 Kleine mestvergister op boerderijen

 

Artikel 3.11.3 Subsidiabele activiteiten

Lid 1: in de aanhef wordt achter ‘activiteiten’ toegevoegd: die nodig zijn om biogas of groen gas te produceren met mestvergisters

 

Lid 1 sub c komt als volgt te luiden:

  • c.

    aanleg van een nabewerkingsinstallatie voor vergiste mest (digestaat), anders dan een navergister of opslagsilo.

Artikel 3.11.4 Aanvrager

Lid 2 komt als volgt te luiden:

  • 2.

    Een landbouwonderneming kan geen aanvraag indienen. De landbouwonderneming die de mestvergister in eigendom heeft mag geen aanvraag indienen. Er moet een aparte onderneming worden opgericht voor de productie en levering van biogas of groen gas. Deze onderneming heeft geen juridische en financiële verbondenheid met een landbouwonderneming en voert een gescheiden financiële administratie.

3.12 Zonne-energie op bedrijfsdaken

 

Artikel 3.12.7 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling

‘3.12.7’ wordt vernummerd tot: 3.12.8

 

Artikel 3.12.8 Aanvullende verplichtingen subsidieontvanger

‘3.12.8’ wordt vernummerd tot: 3.12.9

Sub b: ‘voorwaarde’ wordt vervangen door: voorwaarden

 

Artikel 3.12.9 Vaststelling van de subsidie

‘3.12.9’ wordt vernummer tot: 3.12.10

 

Artikel 3.12.10 Geen staatssteun

‘3.12.10’ wordt vernummer tot: 3.12.11

 

Artikel 3.12.11 Looptijd

‘3.12.11’ wordt vernummerd tot: 3.12.12

 

3.13 Zonne-energieleverende parkeerterreinen Overijssel

 

Artikel 3.13.8 Subsidieaanvraag

Lid 4 sub a:

Na ‘realiseren’ wordt een punt gezet en de volgende zin toegevoegd:

De opdrachtverlening of overeenkomst mag ook onder voorbehoud van deze subsidieverlening ondertekend zijn;

 

4.3 Natuur en Samenleving 2.0

 

Artikel 4.3.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen

Lid 4: ‘nieuwbrieven’ wordt vervangen door: nieuwsbrieven

 

4.5 Verbeteren condities voor aandachtsoorten 5.0

 

Artikel 4.5.12 Subsidieaanvraag

Lid 3, sub d wordt toegevoegd:

  • d.

    als sprake is van maatregel Heide en waardedaling van de grond dan levert de aanvrager aanvullend een taxatie van de waardedaling in. De waardedaling is gebaseerd op het verschil in marktwaarde voor en na de voorgenomen maatregel en inrichting tot bosgrond. De taxatie wordt door een onafhankelijke deskundige uitgevoerd;

4.7 Gebiedsgerichte aanpak Stikstof

De titel van deze regeling komt als volgt te luiden:

4.7 Samenwerking Provinciaal Programma Landelijk gebied Overijssel

 

Artikel 4.7.1 komt als volgt te luiden:

Artikel 4.7.1 Betekenis van de begrippen

In dit artikel worden veel voorkomende begrippen uitgelegd.

  • -

    Gebiedsgerichte aanpak: een samenwerkingsproces in het kader van het PPLG waarin de gebiedspartners samen op zoek gaan naar een aanpak van de opgaven in het PPLG-deelgebied die past bij de kenmerken van het gebied.

  • -

    Gebiedspartners: terrein beherende organisaties, vertegenwoordigende organisaties van ondernemers, natuur- en milieuorganisaties en overheden die als partner betrokken zijn, omdat ze een belang hebben bij het realiseren van de doelen van het PPLG.

  • -

    Gebiedsprojecten: projecten die het initiatief zijn van één of meerdere gebiedspartners, die bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen van het PPLG. Dit kan gaan om koploperprojecten, ondersteuning van (deel-)gebiedsprocessen, het ontwikkelen van instrumentarium en incidentele uitvoeringsmaatregelen.

  • -

    Gebiedsteams: de werkorganisatie van de gebiedsgerichte aanpak voor het PPLG. Het gebiedsteam verzamelt onder andere de benodigde informatie en analyseert deze, bereidt de gebiedstafels voor, verzorgt de communicatie, organiseert participatie en ondersteunt bij de uitvoering van gebiedsprojecten. Een gebiedsteam bestaat uit:

    • a.

      enkele medewerkers van de provincie Overijssel en

    • b.

      enkele medewerkers afkomstig van andere gebiedspartners die in het gebiedsteam werkzaam zijn.

  • -

    De betrokken partijen, brengen hun kennis en ervaring in voor aanpak van de opgaven het algemeen belang en niet voor een specifiek belang of als belangenbehartiger van hun organisatie.

  • -

    Gebiedstafel: het overleg van overheden en organisaties met een belang bij het gebied als geheel als het gaat om het komen tot (gebiedsgerichte) oplossingen voor de transitie van het landelijk gebied.

  • -

    PPLG-deelgebied: één van de zes deelgebieden waarin de provincie in het kader van het PPLG is onderverdeeld.

Artikel 4.7.2 komt als volgt te luiden:

Artikel 4.7.2 Doel van de subsidieregeling

Met deze subsidieregeling wil de provincie samen met inwoners, bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties op zoek gaan naar oplossingen voor de transitie van het landelijk gebied die passen bij de PPLG-deelgebieden.

 

Artikel 4.7.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

Lid 2 sub c komt als volgt te luiden:

  • c.

    de activiteiten mogen gestart zijn na 1 januari 2023. Dit is een afwijking van artikel 1.2.3.

Artikel 4.7.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen

Lid 2: ‘1 juli 2022’ wordt vervangen door ‘1 januari 2023’.

 

Artikel 4.7.6 Hoogte van de subsidie

Lid 1: ‘€ 75.000,-‘ wordt vervangen door ‘€ 100.000,-‘.

Lid 2 komt als volgt te luiden:

  • 2.

    De subsidie geldt voor de subsidieperiode van 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2023.

Artikel 4.7.7 Aanvraag

Lid 2 komt als volgt te luiden:

  • 2.

    De aanvrager maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier ‘Samenwerking Provinciaal Programma Landelijk Gebied Overijssel’

Artikel 4.7.8 komt als volgt te luiden:

Artikel 4.7.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling

Het subsidieplafond geldt voor 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2023.

 

4.17 Aanpak van invasieve exoten 2.0

 

Artikel 4.17.2 komt als volgt te luiden:

Artikel 4.17.2 Doel van de subsidieregeling

Met deze subsidieregeling wil de provincie Overijssel de bestrijding of beheersing van aangewezen invasieve exoten stimuleren.

 

Artikel 4.17.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

Lid 1, sub a: aan de zin wordt onder weglating van de puntkomma toegevoegd: ‘en buiten NNN;’.

Lid 1, sub d: aan de zin wordt onder weglating van de punt toegevoegd: ‘binnen de begrenzing van het NNN.‘

 

Lid 3, sub c: ‘toegpaste’ wordt vervangen door ‘toegepaste’.

 

Artikel 4.17.4 Aanvrager

Dit artikel komt als volgt te luiden: De aanvrager is een gemeente, een waterschap, een stichting of een vereniging, een BV, een NV, maatschap, VOF of een particuliere grondeigenaar.

 

Na artikel 4.17.9 wordt artikel 4.17.9a toegevoegd:

Artikel 4.17.9a Sisa -verantwoording

Als sprake is van een subsidie aan een gemeente voor beheersing en bestrijding binnen N2000, dan loopt de financiële verantwoording volgens de Sisa-verantwoording. Artikel 1.2.22 is van toepassing. De verantwoording wordt ingediend onder Sisa-code L16B.

 

Bijlage 1A komt als volgt te luiden:

 

Bijlage 1A. Soortenlijst subsidieregeling aanpak invasieve exoten Overijssel, buiten Natura 2000-gebieden (art. 4.17.2 lid 2 sub a)

 

Landplanten (terrestrische planten)

Voorgeschreven aanpak

Verplichte aanpak voor:

Japanse klimvaren (Lygodium japonicum)

Bestrijding

Amerikaans bezemgras (Andropogon virginicus)

Bestrijding

Fraai lampenpoetsergras (Pennisetum setaceum)

Bestrijding

Japans steltgras (Microstegium vimineum)

Bestrijding

Roze rimpelgras (Ehrharta calycina)

Bestrijding

Hoog pampagras (Cortaderia juba)

Bestrijding

Ballonrank (Cardiospermum grandiflorum)

Bestrijding

Chinese struikklaver (Lespedeza cuneata)

Bestrijding

Gewone gunnera (Gunnera tinctoria)

Bestrijding

Zijdeplant (Asclepias syriaca)

Bestrijding

Schijnambrosia (Parthenium hysterophorus)

Bestrijding

Kudzu (Pueraria montana var. lobata)

Bestrijding

Mesquite (Prosopis juliflora)

Bestrijding

Oosterse hop (Humulus scandens)

Bestrijding

Talgboom (Triadica sebifera)

Bestrijding

Wilgacacia (Acacia saligna)

Bestrijding

Struikaster (Baccharis halimifolia)

Bestrijding

Gestekelde duizendknoop (Persicaria perfoliata)

Bestrijding

Perzische berenklauw (Heracleum persicum)

Bestrijding

Sosnowsky's berenklauw (Heracleum sosnowskyi)

Bestrijding

Reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum)

Beheersing

Reuzenbalsemien (Impatiens grandulifera)

Beheersing

Hemelboom (Ailanthus altissima)

Beheersing

Aanvullende soorten (acuut gevaar volksgezondheid):

Alsem-abrosia (Ambrosia artimisiifolia)

Bestrijding

Zandambrosia (Ambrosia psilostachya)

Bestrijding

Driedelige ambrosia (Ambrosia trifida)

Bestrijding

Canadese guldenroede (Solidago canadensis)

Bestrijding

Late guldenroede (Solidago gigantea)

Bestrijding

Aanvullende soorten (acuut gevaar ecologie):

Trosbosbes (Vaccinium corymbosum)

Beheersing

Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina)

Beheersing

Rimpelroos (Rosa rugosa)

Beheersing

Zwarte appelbes (Aronia x prunifolia)

Beheersing

Water- en oeverplanten

Verplichte aanpak voor:

Smalle theeplant (Gymnocoronis spilanthoides)

Bestrijding

Alligatorkruid (Alternanthera philoxerioides)

Bestrijding

Moeraslantaarn (Lysichiton americanus)

Bestrijding

Waterhyacint (Eichhornia crassipes)

Bestrijding

Grote vlotvaren (Salvinia molesta)

Bestrijding

Kleine waterteunisbloem (Ludwigia peploides)

Bestrijding

Waterteunisbloem (Ludwigia grandiflora)

Beheersing

Grote waternavel (Hydrocotyle ranunculoides)

Beheersing

Waterwaaier (Cabomba caroliniana)

Beheersing

Parelvederkruid (Myriophyllum aquaticum)

Beheersing

Ongelijkbladig vederkruid (Myriophyllum heterophyllum)

Beheersing

Verspreidbladige waterpest (Lagarosiphon major)

Beheersing

Smalle waterpest (Elodea nuttallii)

Beheersing

Aanvullende soort (acuut gevaar ecologie):

Watercrassula (Crassula helmsii)

Beheersing

Zoogdieren

Verplichte aanpak voor:

Indische mangoeste (Herpestes javanicus)

Bestrijding

Wasbeer (Procyon lotor)

Bestrijding

Rode neusbeer (Nasua nasua)

Bestrijding

Amerikaanse voseekhoorn (Sciurus niger)

Bestrijding

Grijze eekhoorn (Sciurus carolinensis)

Bestrijding

Pallas' eekhoorn (Callosciurus erythraeus)

Bestrijding

Muntjak (Muntiacus reevesi)

Bestrijding

Siberische grondeekhoorn (Tamias sibiricus)

Beheersing

Wasbeerhond (Nyctereutes procyonoides)

Beheersing

Aanvullende soorten (acuut gevaar biodiversiteit):

Amerikaanse nerts (Neovison vison)

Bestrijding

Amerikaanse rode eekhoorn (Tamiascurius hudsonicus)

Bestrijding

Sikahert (Cervus nippon)

Bestrijding

Vogels

Verplichte aanpak voor:

Heilige ibis (Threskiornis aethiopicus)

Bestrijding

Huiskraai (Corvus splendens)

Bestrijding

Rosse stekelstaart (Oxyura jamaicensis)

Bestrijding

Treurmaina (Acridotheres tristis)

Bestrijding

Nijlgans (Alopochen aegyptiacus)

Beheersing

Reptielen en amfibieën

Verplichte aanpak voor:

Lettersierschildpad (Trachemys scripta)

Beheersing

  • -

    Geelbuikschildpad (Trachemys scripta scripta)

  • -

    Geelwangschildpad (Trachemys scripta troostii)

  • -

    Roodwangschildpad (Trachemys scripta elegans)

Amerikaanse stierkikker (Lithobates catesbeianus, synoniem Rana catesbeiana)

Bestrijding

Aanvullende soort (acuut gevaar biodiversiteit):

Italiaanse kamsalamander (Triturus carnifex)

Bestrijding

Vissen

Verplichte aanpak voor:

Amoergrondel (Perccottus glenii)

Bestrijding

Blauwband (Pseudorasbora parva)

Beheersing

Zonnebaars (Lepomis gibbosus)

Beheersing

Aanvullende soorten (acuut gevaar biodiversiteit):

Zwartbekgrondel (Neogobius melanostomus)

Beheersing

Pontische stroomgrondel (Neogobius fluviatilis)

Beheersing

Marmergrondel (Proterorhinus semilunaris)

Beheersing

Kesslers grondel (Ponticola kessleri)

Beheersing

Terrestrische invertebraten

Verplichte aanpak voor:

Aziatische hoornaar (Vespa velutina)

Beheersing

Nieuw-Zeelandse landplatworm (Arthurdendyus triangulatus)

Bestrijding

 

En alle hybriden van de soorten die in deze bijlage 1A zijn genoemd

 

Bijlage 1B.

De titel van de bijlage komt als volgt te luiden:

Bijlage 1B. Soortenlijst subsidieregeling aanpak invasieve exoten Overijssel, binnen Natura 2000-gebieden (art. 4.17.3 lid 1 sub b) en NNN

 

Nieuwe paragraaf 4.21 wordt toegevoegd:

 

4.21 Gebiedsgerichte aanpak Noordwest Overijssel 2023

 

Artikel 4.21.1 Betekenis van de begrippen

In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.

  • -

    Gebiedsgerichte aanpak Noordwest Overijssel: een samenwerkingsproces waarbij de deelnemende gebiedspartners samen werken aan oplossingen voor de veenweideproblematiek, dat wil zeggen om bodemdaling en uitstoot van broeikasgassen, en de stikstofproblematiek. Om een toekomstplan te maken is meer kennis en ervaring nodig over welke maatregelen goed kunnen werken.

  • -

    Programmateam Noordwest Overijssel: het overlegorgaan waarin de partners van de Gebiedsgerichte aanpak Noordwest Overijssel op ambtelijk niveau samenwerken.

Artikel 4.21.2 Doel van de subsidieregeling

Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan kennisontwikkeling over maatregelen die bodemdaling en de uitstoot van broeikasgassen tegengaat. In onderzoek, pilotprojecten en zeker in gebiedsinitiatieven kunnen ook andere doelstellingen van de Gebiedsgerichte aanpak Noordwest Overijssel worden meegenomen. De nieuwe kennis en inzichten dragen bij aan een integraal Toekomstperspectief van en voor Noordwest Overijssel voor de middellange (2030) en de lange (2050) termijn. De gebiedspartners streven naar een leefbaar en vitaal platteland, dat economisch, ecologisch, milieutechnisch en waterhuishoudkundig duurzaam is en goed is om te wonen, werken en recreëren.

 

Artikel 4.21.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie wordt verleend voor activiteiten om het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen uit veenweidegebieden tegen te gaan. Eventueel door een combinatie te maken met het terugdringen van de stikstofuitstoot. De volgende activiteiten komen voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      onderzoek en kennisontwikkeling om veenoxidatie tegen te gaan, eventueel in combinatie met andere doelstellingen van de Gebiedsgerichte aanpak Noordwest Overijssel. Het doel is om nieuw kennis te ontwikkelen en te testen in de praktijk. De subsidie kan bijvoorbeeld ingezet worden voor inhuur van onderzoeksinstituten in combinatie met proefopstellingen op agrarische bedrijven in Noordwest Overijssel of het uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek;

    • b.

      een pilot waarmee in de praktijk wordt onderzocht hoe bestaande maatregelen tegen veenoxidatie kunnen werken op verschillende locaties met verschillende fysieke omstandigheden met betrekking tot de bodem en het watersysteem;

    • c.

      een gebiedsinitiatief. Een gebiedsinitiatief is een initiatief van samenwerkende partijen in het gebied, om te zoeken naar oplossingen voor de problematiek van bodemdaling en veenoxidatie. Dit kan eventueel in combinatie met andere doelen uit het Provinciaal Programma Landelijk gebied in het gebied. De subsidie kan bijvoorbeeld besteed worden aan interviews verkenning, kennis delen of een schetsontwerp laten maken.

  • 2.

    De activiteiten voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      de activiteiten worden uitgevoerd in het veenweidegebied van Noordwest Overijssel;

    • b.

      minimaal 1 van de partners uit de Gebiedsgerichte aanpak Noordwest Overijssel is nauw betrokken bij het onderzoek, de pilot of het gebiedsinitiatief;

    • c.

      er is een positief advies afgegeven door het Programmateam Noordwest Overijssel.

Artikel 4.21.4 Aanvrager

  • 1.

    De aanvrager is een gemeente, een waterschap, een stichting of een vereniging, een BV, een NV, maatschap of een v.o.f., die namens de samenwerkende partijen aanvrager is.

  • 2.

    De aanvrager is verantwoordelijk voor de uitvoering van de subsidiabele activiteiten.

Artikel 4.21.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen

De personeelskosten en de kosten van derden zijn subsidiabel. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.8 zijn van toepassing. Er gelden geen uitzonderingen op de subsidiabele en niet subsidiabele kosten.

 

Artikel 4.21.6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie is maximaal 100% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    De subsidie voor een pilot of gebiedsinitiatief is maximaal € 55.000,- per aanvraag.

Artikel 4.21.7 Susbidieaanvraag

  • 1.

    De aanvraag kan het hele jaar worden ingediend.

  • 2.

    De aanvrager maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier ‘Gebiedsgerichte aanpak Noordwest Overijssel’.

  • 3.

    De aanvrager levert een begroting en een dekkingsplan in. Het is verplicht om het beschikbaar gestelde begrotingsformat te gebruiken. Artikel 1.2.13 is van toepassing.

  • 4.

    De aanvrager levert aanvullend ook:

    • a.

      een door het Programmateam NWO ingevuld adviesformulier. De punten waarover het programmateam zal adviseren staan in een voorbeeldformulier dat is te vinden op www.regelen.overijssel.nl;

    • b.

      bij een pilot of een gebiedsinitiatief aanvullend een plan van aanpak. In het plan van aanpak staat wat het initiatief is, wat de doelstellingen zijn, wat er gedaan gaat worden, wie er betrokken zijn en wat het bijdraagt aan het draagvlak voor de opgaven van de gebiedsgerichte aanpak Noordwest Overijssel;

    • c.

      bij een onderzoek aanvullend een beschrijving van de onderzoeksvraag en de aanpak van het onderzoek.

Artikel 4.21.8 Beschikbaar budget voor de regeling

  • 1.

    Het subsidieplafond geldt voor het jaar 2023.

  • 2.

    Er geldt een deelplafond voor onderzoek en een deelplafond voor pilots en gebiedsinitiatieven.

Artikel 4.21.9 Aanvullende verplichtingen

De subsidieontvanger mag de met de subsidie aangeschafte apparatuur de eerste 10 jaar na subsidieverening niet doorverkopen.

 

Artikel 4.21.10 Staatssteun

  • 1.

    De subsidie voor een gebiedsinitiatief levert geen staatssteun op.

  • 2.

    Rekening houdend met de in lid 3 tot en met 8 genoemde maximale overheidsbijdragen kan de totale subsidie maximaal 100% van de kosten zijn. Dat zal alleen het geval zijn als sprake is van subsidie die voldoet aan artikel 31 LVV, fundamenteel onderzoek of een combinatie met een subsidiabele activiteit die geen staatssteun oplevert.

  • 3.

    De subsidie voor een onderzoek of pilotproject wordt verleend onder artikel 25 van de AGVV, artikel 22 of 31 van de LVV.

  • 4.

    Een pilotproject kan bestaan uit fundamenteel of industrieel onderzoek, experimentele ontwikkeling, een haalbaarheidsonderzoek of een combinatie ervan.

  • 5.

    De totale overheidsbijdrage voor de dekking van de kosten is op grond van artikel 25 AGVV lid 5, 6 en 7 maximaal:

    • a.

      100% voor fundamenteel onderzoek;

    • b.

      80% voor industrieel onderzoek;

    • c.

      60% voor experimentele ontwikkeling;

    • d.

      70% voor een haalbaarheidsstudie

  • 6.

    De maximale overheidsbijdrage voor de dekking van de kosten van een adviesdienst op basis van artikel 22 LVV is € 1.500,- per Mkb onderneming voor adviesdiensten. De subsidie wordt dan rechtstreeks aan de adviesdienst verlenende partij verleend.

  • 7.

    Als de subsidie rechtstreeks aan een organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding wordt toegekend dan is de maximale overheidsbijdrage voor de dekking van de kosten 100% op basis van artikel 31 LVV en alleen als de onderzoeksresultaten kosteloos beschikbaar worden gesteld op internet.

  • 8.

    Als de subsidie niet voldoet aan artikel 25 AGVV en artikel 22 of 31 van de LVV dan wordt de subsidie alleen verleend als de subsidie voldoet aan de Algemene de-minimisverordening of de De-minimisverordening Landbouw.

Artikel 4.21.11 Looptijd

De subsidieregeling vervalt op 30 november 2023.

 

7.3 Erfgoed ‘Het verhaal van Overijssel 2.0’

 

Artikel 7.3.1 Betekenis van de begrippen

‘Immaterieel erfgoed’ komt als volgt te luiden:

  • -

    Immaterieel erfgoed: ‘levend erfgoed’, sociale gewoonten, voorstellingen, rituelen, tradities, uitdrukkingen, bijzondere kennis, verhalen of vaardigheden die de Overijsselse gemeenschappen en groepen accepteren als een vorm van cultureel erfgoed, inclusief streektaal.

Artikel 7.3.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

Lid 3, sub a komt als volgt te luiden:

  • a.

    de restauratie- en herstelwerkzaamheden van meerdere cultuurhistorische bouwwerken worden gebundeld tot 1 subsidieaanvraag. Er zijn minimaal twee eigenaren met ieder minimaal één cultuurhistorisch bouwwerk die deelnemen. Voor eigenaren van meerdere cultuurhistorische waardevolle gebouwen of bouwwerken geldt een uitzondering. Een dergelijke organisatie kan alleen een subsidieaanvraag indienen, zonder deelnemers, als de subsidieaanvraag wordt ingediend voor minimaal 2 bouwwerken met cultuurhistorische waarde waarvan de terrein beherende organisatie de eigenaar is;

Artikel 7.3.4 komt als volgt te luiden:

Artikel 7.3.4 Aanvrager

De aanvrager is een gemeente, een stichting, een vereniging, een BV, een NV, een v.o.f., een coöperatie of een maatschap.

 

Artikel 7.3.8 Subsidieaanvraag

Lid 1 komt als volgt te luiden:

  • 1.

    De subsidieaanvraag kan elk jaar vanaf 16 januari 9.00 uur worden ingediend.

7.7 Cultuurparticipatie, mee doen is kunst

 

Artikel 7.7.3 komt als volgt te luiden:

Artikel 7.7.3 Aanvrager

De aanvrager is een gemeente, een stichting, een vereniging, een BV, een NV, een VOF of een maatschap.

 

Artikel 7.7.7 Subsidieaanvraag

Lid 1 komt als volgt te luiden:

De subsidie aanvraag kan jaarlijks vanaf 9 januari 9.00 uur worden ingediend.

 

7.8 Cultuureducatie ‘Cultuur aan de basis 3.0’

 

Artikel 7.8.3 komt als volgt te luiden:

Artikel 7.8.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie wordt verleend voor:

    • a.

      een aanbod van cultuureducatieve activiteiten voor het primair onderwijs;

    • b.

      activiteiten gericht op de verdieping en implementatie van doorgaande leerlijnen cultuureducatie;

    • c.

      activiteiten die bijdragen aan de vakinhoudelijke deskundigheid van leerkrachten inclusief vakdocenten en educatief medewerkers op het gebied van cultuureducatie;

    • d.

      activiteiten gericht op het versterken van de meerjarige samenwerking van de school met de lokale culturele omgeving ten behoeve van de kunstzinnige en culturele ontwikkeling van leerlingen.

  • 2.

    De subsidie wordt verleend als een aanvullende subsidie die de gemeente al heeft ontvangen voor de jaren 2021-2024 op basis van subsidieregeling 7.8 Uitvoeringsbesluit Subsidies Overijssel 2017. De aanvullende subsidie leidt tot een hoger staffelniveau dan is bepaald in die subsidieverlening voor 2021-2024.

  • 3.

    De activiteiten voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      de aanvraag heeft betrekking op de jaren 2023 en 2024;

    • b.

      de gemeentelijke eigen bijdrage voor cultuureducatie is op de gemeentelijke cultuurbegroting voor de jaren 2023 en 2024 opgenomen. Dit blijkt aantoonbaar uit de aanvraag;

    • c.

      er is een combinatiefunctionaris in de gemeente aangesteld voor tenminste 16 uur per week vanaf 31 december 2024. Dit blijkt aantoonbaar uit de aanvraag.

7.11 Sociale Hypotheek Overijssel 2.0

 

Artikel 7.11.2 komt als volgt te luiden:

Artikel 7.11.2 Doel van de subsidieregeling

Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het financieel gezond houden en verder ontwikkelen van Mfa’s voor de toekomst.

 

Artikel 7.11.3 komt als volgt te luiden:

Artikel 7.11.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Subsidie wordt verleend voor activiteiten die nodig zijn om de Mfa financieel gezond te houden en verder te ontwikkelen, met inbegrip van investeringen voor het verbeteren van de activiteiten van een Mfa.

  • 2.

    De activiteiten voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      de activiteiten worden uitgevoerd in Overijssel;

    • b.

      de activiteiten zorgen ervoor dat een Mfa in de toekomst kan blijven bestaan.

Artikel 7.11.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen

Huidige tekst wordt vernummer tot lid 1

lid 2 wordt toegevoegd:

  • 2.

    De kosten van de activiteiten die zijn uitgevoerd voordat de aanvraag is ontvangen zijn wel subsidiabel, maar alleen als de activiteit is uitgevoerd na 1 juli 2022. Artikel 1.2.8 onderdeel a is niet van toepassing.

Artikel 7.11.7 Subsidieaanvraag

Lid 3 komt als volgt te luiden:

  • 3.

    De aanvrager levert aanvullend een overzicht in van de activiteiten die uitgevoerd gaan worden om de maatschappelijke tegenprestatie te leveren. Het is verplicht om het beschikbaar gestelde format te gebruiken.

Artikel 7.11.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling

Na ‘op basis van de voormalige subsidieregeling 7.11 Sociale Hypotheek Overijssel’ wordt toegevoegd ‘of paragraaf 10.6 Sociale Hypotheek Overijssel’.

 

Paragraaf 7.14: rectificatie

 

7.14 Bibliotheek van de toekomst

 

Artikel 7.14.1 Betekenis van de begrippen

In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.

  • -

    Bibliotheekinnovatie: een nieuw of verbeterd product, proces of dienst voor bibliotheken.

Artikel 7.14.2 Doel van de subsidieregeling

Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan bibliotheekinnovatie zodat bibliotheken in Overijssel voldoen aan de eisen en wensen van inwoners nu en in de toekomst.

 

Artikel 7.14.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie wordt verleend voor bibliotheekinnovatie. De volgende activiteiten komen voor de subsidie in aanmerking:

    • a.

      het ondersteunen van het proces van ideevorming;

    • b.

      het ondersteunen van een experiment;

    • c.

      het ontwikkelen en invoeren van een nieuw of verbeterd product, proces of dienst bij een lokale bibliotheek.

  • 2.

    De bibliotheekinnovatie gaat over:

    • a.

      verbeteren van deskundigheid van personeel;

    • b.

      vernieuwende programmering met andere partners;

    • c.

      vernieuwende of verbeterde bedrijfsprocessen;

    • d.

      ontwikkeling en samenvoeging van vernieuwende diensten of producten;

    • e.

      vernieuwende of verbeterde vormen van samenwerking om tot nieuwe diensten en producten te komen.

  • 3.

    De activiteiten voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      de activiteiten zijn bedoeld voor bibliotheken met een vestiging in Overijssel.

    • b.

      de activiteiten dragen bij aan minimaal één van de drie maatschappelijke opgaven:

      • 1.

        een geletterde samenleving;

      • 2.

        een leven lang leren;

      • 3.

        een participatie- en informatiesamenleving,

        of aan

      • 4.

        de uitvoering van de Verkenning toekomstbestendig organisatiemodel voor Overijsselse bibliotheken. De activiteiten hebben aantoonbaar een aanvullende waarde op het functioneren van het netwerk van samenwerkende bibliotheken die daarin actief zijn;

    • c.

      er is sprake van een samenwerking tussen bibliotheekstichtingen.

  • 4.

    De activiteiten hebben geen betrekking op:

    • a.

      bouwkundige- of installatiewerkzaamheden of andere materiële aanpassingen aan gebouw of inventaris;

    • b.

      de ontwikkelingen van cultuureducatiematerialen;

    • c.

      de gebruikelijke doorlopende bedrijfsvoering en exploitatie van een bibliotheek.

Artikel 7.14.4 Aanvrager

De aanvrager is één van de volgende bibliotheekstichtingen:

  • a.

    de Coöperatieve Vereniging De Kappen U.A.;

  • b.

    de Bibliotheek Almelo;

  • c.

    de Bibliotheek Dalfsen-Nieuwleusen;

  • d.

    de Bibliotheek Deventer;

  • e.

    de Bibliotheek Dinkelland;

  • f.

    de Bibliotheek Enschede;

  • g.

    de Bibliotheek Hardenberg;

  • h.

    de Bibliotheek Hengelo;

  • i.

    de Bibliotheek Hof van Twente;

  • j.

    de Bibliotheek Kampen;

  • k.

    de Bibliotheek Kop van Overijssel;

  • l.

    de Bibliotheek Oldenzaal;

  • m.

    de Bibliotheek Rijssen-Holten;

  • n.

    de Bibliotheek Salland;

  • o.

    de Bibliotheek Staphorst;

  • p.

    de Bibliotheek Tubbergen;

  • q.

    de Bibliotheek Twenterand;

  • r.

    de Bibliotheek Wierden;

  • s.

    de Bibliotheek ZINiN;

  • t.

    de Bibliotheek Zwartewaterland;

  • u.

    het Kulturhus de Bijenkorf Borne – Bibliotheek;

  • v.

    De Stadskamer;

  • w.

    de Stichting Fundament – Bibliotheek.

Artikel 7.14.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen

De personeelskosten en de kosten van derden zijn subsidiabel. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn van toepassing. Er gelden geen uitzonderingen op de subsidiabele en niet subsidiabele kosten.

 

Artikel 7.14.6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie is maximaal 50% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    De subsidie is maximaal € 95.000,- per subsidieaanvraag.

  • 3.

    De subsidie wordt niet verleend als de berekende subsidie € 25.000,-of minder is. Dit is een afwijking van artikel 1.2.17 lid 2.

  • 4.

    De subsidie per bibliotheekstichting is in totaal maximaal € 95.000,-.

Artikel 7.14.7 Eigen bijdrage

  • 1.

    Minimaal 50% van de subsidiabele kosten worden betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of van derden, waarvan minimaal 25% door de gemeente waar de bibliotheekstichting is gevestigd.

  • 2.

    Als de bibliotheekstichting zelf niet minimaal 25% van de subsidiabele kosten betaalt, dan moet de bibliotheekstichting een bijdrage in natura leveren ter waarde van de helft van de gevraagde subsidie. Als sprake is van een bijdrage in natura door inzet van eigen personeel, dan mag de ureninzet voor de subsidiabele activiteit gewaardeerd worden tegen een uurtarief van € 40,-. Als sprake is van inzet van vrijwilligers dan mag in de begroting en het dekkingsplan die inzet opgenomen worden voor maximaal € 15,- per uur.

Artikel 7.14.8 Subsidieaanvraag

  • 1.

    De subsidieaanvraag kan het hele jaar ingediend worden.

  • 2.

    De aanvrager maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier Bibliotheek van de toekomst.

  • 3.

    De aanvrager levert een begroting in. Het is verplicht om het beschikbaar gestelde begrotingsformat te gebruiken.

  • 4.

    De aanvrager levert aanvullend de volgende stukken in:

    • a.

      een projectplan. In het projectplan wordt in ieder geval inzichtelijk gemaakt hoe de effecten van de activiteiten worden gemonitord en worden de daarbij passende indicatoren opgenomen;

    • b.

      een schriftelijke bevestiging van de gemeente waarin is opgenomen dat de gemeente minimaal 25% van de kosten betaalt;

    • c.

      een bevestiging van de gemeente waarin is opgenomen dat die gemeente in de jaren 2022, 2023 en 2024 geen bezuinigingen op de bibliotheekvoorzieningen gaat opleggen.

  • 5.

    De bibliotheekstichting kan vaker een subsidieaanvraag indienen tot dat de maximale subsidie die genoemd is in artikel 7.14.7 is bereikt.

Artikel 7.14.9 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling

Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2022 tot en met 2024.

 

Artikel 7.14.10 Aanvullende verplichtingen

De aanvrager is verplicht de gesubsidieerde activiteiten voor 31 december 2025 uit te voeren.

 

Artikel 7.14.11 Staatssteun

  • 1.

    De subsidie voldoet aan hoofdstuk 1 en artikel 53 van de AGVV.

  • 2.

    De totale overheidsbijdrage is niet meer dan 80% van de dekking van de subsidiabele kosten.

Artikel 7.14.12 Looptijd

Deze subsidieregeling vervalt op 30 november 2024.

 

Nieuwe paragraaf 7.15 wordt toegevoegd:

7.15 Een bibliotheek op school

 

Artikel 7.15.1 Betekenis van de begrippen

In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.

  • -

    Bibliotheek op school: samenwerking tussen school, gemeente en gecertificeerde bibliotheek waarin uitvoering wordt gegeven aan de richtlijnen van de landelijke aanpak Bibliotheek op School. Het doel van een Bibliotheek op school is dagelijks aandacht voor leesplezier en mediawijsheid op school en thuis. Bibliotheek op school maakt deel uit van een doorgaande lijn binnen het programma ‘Tel mee met Taal’ van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 7.15.2 Doel van de subsidieregeling

Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan de bestrijding van laaggeletterdheid en aan het vergroten van 21e-eeuwse vaardigheden. Dat wil zeggen vaardigheden op het gebied van kennis, inzicht en houding die je nodig hebt om goed te kunnen functioneren in de moderne kennissamenleving. Dit door scholen en bibliotheken te stimuleren om deel te nemen aan Bibliotheek op School.

 

Artikel 7.15.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie wordt verleend voor:

    • a.

      de voorbereiding, het uitvoeren of de begeleiding om een Bibliotheek op School te realiseren. Deze activiteiten worden hierna procesondersteuning genoemd. Het doel van de procesondersteuning is om met de betrokken partijen afspraken te maken over de realisatie van één of meerdere Bibliotheken op School;

    • b.

      de realisatie van een Bibliotheek op School. Hierbij gaat het om collectievorming, inzet van bibliotheekpersoneel en scholing van onderwijspersoneel, die nodig zijn om een Bibliotheek op School te realiseren.

  • 2.

    De te realiseren Bibilotheek op school voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      de Bibliotheek op school wordt gerealiseerd in Overijssel;

    • b.

      de Bibliotheek op school bevat de volgende bouwstenen: Collectie & Digitaal, Monitor, Lees- en mediaplan, Activiteiten lezen en mediawijsheid, Expertise, Marketing & Communicatie en Netwerk & Beleid;

    • b.

      de betreffende gemeente is betrokken bij de planvorming van de Bibliotheek op School;

    • c.

      scholen, gemeente en gecertificeerde bibliotheek hebben de wens uitsproken om een of meerdere Bibliotheken op School te realiseren óf om procesafspraken te maken om op termijn een Bibliotheek op School te realiseren. Deze schiftelijke verklaring van parijen wordt hierna de intentieverklaring genoemd.

Artikel 7.15.4 Aanvrager

  • 1.

    De aanvrager is een gecertificeerde Overijsselse bibliotheekstichting of -coöperatie.

  • 2.

    De aanvrager is gecertificeerd door de Certificeringsorganisatie Bibliotheekwerk, Cultuur en Taal (CBCT).

Artikel 7.15.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De personeelskosten en de kosten van derden zijn subsidiabel. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn van toepassing.

  • 2.

    De volgende kosten komen niet in aanmerking voor de subsidie:

    • a.

      gebouwkosten, zijnde de kosten van de bouw of huur van een gebouw;

    • b.

      inventaris, zijnde de kosten van o.a. meubilair en andere met het gebouw samenhangende investeringen.

Artikel 7.15.6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie is maximaal 30% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    De subsidie voor procesondersteuning bedraagt maximaal € 2.500,- per aanvraag.

  • 3.

    De subsidie voor de realisatie maximaal € 10.000,- per Bibliotheek op School met een maximum van € 30.000,-- per aanvraag.

  • 4.

    De aanvrager krijgt geen subsidie als op basis van deze subsidieregeling in die betreffende gemeente al subsidie is verleend voor procesondersteuning.

  • 5.

    De aanvrager krijgt geen subsidie als op basis van deze subsidieregeling in die betreffende gemeente al subsidie is verleend zijn voor de realisatie van 3 Bibliotheken op School.

Artikel 7.15.7 Subsidieaanvraag

  • 1.

    De subsidieaanvraag kan worden ingediend vanaf 9 januari 2023 9.00 uur en moet uiterlijk 17 maart 2023 voor 17.00 uur ontvangen zijn.

  • 2.

    De aanvrager maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier Een bibliotheek op school.

  • 3.

    De aanvrager levert een begroting in. Het is verplicht om het beschikbaar gestelde begrotingsformat te gebruiken.

  • 4.

    De aanvrager levert aanvullend de volgende stukken in:

    • a.

      als sprake is van realisatie van een Biblotheek op school aanvullend een intentieverklaring;

    • b.

      als sprake is van procesondersteuning aanvullend een offerte van de procesbegeleider;

  • 4.

    Er mag geen aanvraag ingediend worden voor zowel procesondersteuning als voor realisatie.

Artikel 7.15.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling

  • 1.

    Het subsidieplafond geldt voor de indieningstermijn zoals opgenomen in artikel 7.15.7 lid 1.

  • 2.

    Er geldt een deelplafond voor procesondersteuning en een deelplafond voor realisatie.

Artikel 7.15.9 Aanvullende verplichtingen

De subsidieontvanger is verplicht:

  • a.

    de activiteiten binnen drie maanden na subsidieverlening te starten;

  • b.

    de Bibliotheek op school minimaal 3 jaar na realisatie voort te blijven zetten.

Artikel 7.15.10 Staatssteun

De subsidie voldoet aan hoofdstuk 1 en artikel 53 van de AGVV.

 

Artikel 7.15.11 Looptijd

De subsidieregeling vervalt op 30 november 2024, om 17.00 uur.

Artikel II  

De wijzigingen treden in werking de dag na publicatie in het Provinciaal Blad met uitzondering van de wijziging van paragraaf 3.6 en paragraaf 7.11, 7.14.

De wijziging van paragraaf 3.6 en paragraaf 7.14 treedt in werking de dag na publicatie in het provinciaal blad en werkt terug tot 11 juli 2022.

De wijziging van paragraaf 7.11 treedt in werking de dag na publicatie in het provinciaal blad en werkt terug tot 5 november 2022.

 

Gedeputeerde Staten van Overijssel.

Naar boven