Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 1 februari 2022, nr. UTSP-279699493-19141, tot wijziging van de Uitvoeringsverordening subsidie Energietransitie Provincie Utrecht 2021

Gedeputeerde staten van Utrecht;

Gelet op de artikelen 4, 6, 31 en 35, sub a, van de Algemene subsidieverordening Provincie Utrecht;

• Overwegende dat het wenselijk is de Uitvoeringsverordening subsidie Energietransitie Provincie Utrecht 2021 te wijzigen om:

  • a. de maximale subsidie voor project en procesondersteuning bij grotere samenwerkingsprojecten voor het stimuleren, uitrollen en ontzorgen van energiebesparing bij bewoners te verhogen;

  • b. procesondersteuning voor de verduurzaming van kleine verenigingen van eigenaars te richten op verenigingen van maximaal 7 woningen;

  • c. meer mogelijkheden te bieden om bepaalde doelgroepen die belemmeringen ervaren bij deelname aan de energietransitie te ondersteunen bij het deelnemen in energietransitieprojecten;

  • d. milieustudies en consultancydiensten in te zetten voor het zoeken naar oplossingen voor problemen met netcongestie als gevolg van transportscharste bij duurzame energieopwekking;

  • e. milieustudies en consultancydiensten in te zetten voor de ontwikkeling van duurzame energieopwekking van openbare parkeergarages, parkeerterreinen;

  • f. meer mogelijkheden te scheppen om innovatieve pilots te ondersteunen;

• een aantal verschrijvingen en andere wijzigingen van ondergeschikte aard door te voeren.

Besluiten:

Artikel 1

De Uitvoeringsverordening Energietransitie Provincie Utrecht 2021 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. In onderdeel f wordt “Collectief” vervangen door “Collectief van bedrijven of maatschappelijke organisaties”.

• 2. In onderdeel m wordt “bijlage II” vervangen door “deel 7 van hoofdstuk III van de Agvv”.

• 3. Er wordt, na verlettering van o tot en met s tot p tot en met t, een onderdeel o toegevoegd, luidende:

  • o. Openbare parkeergarages en parkeerterreinen: parkeervoorzieningen voor algemeen gebruik met weinig vaste gebruikers met inbegrip van openbare garages en parkeerterreinen voor intensief gebruik zoals bedoeld in de typologie van NEN 2443:2013;

• 4. In onderdeel t wordt “projectmatige” vervangen door “projectmatig”.

• 5. Er wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van het laatste onderdeel door een puntkomma, de onderdelen u en v toegevoegd, luidende:

  • u. Vereniging van eigenaars: vereniging van eigenaars als bedoeld in artikel 112, eerste lid, onderdeel e, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek;

  • v. Woningcorporatie: woningcorporatie als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet.

B

De aanhef van artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten in de vorm van een project, dat gericht is op de volgende doelen van het Programmaplan Energietransitie 2020-2025 zoals vastgesteld door de Provinciale Staten (Besluit PS2020MM03 van 29 januari 2020):

C

In het tweede lid van artikel 5 wordt “projectmatige” vervangen door “projectmatig”.

D

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. Aan het eerste lid wordt de volgende zin toegevoegd luidende:

  Voor het indienen van een aanvraag wordt uitsluitend gebruik gemaakt van het digitale aanvraagformulier, te vinden op www.provincie-utrecht.nl.

• 2. In het tweede lid komt “In aanvulling op artikel 7 lid 2, van de Asv kunnen, ” te vervallen, wordt “indien” vervangen door “Indien” en wordt in de zin na de komma “dan kunnen er” ingevoegd.

E

In artikel 8, eerste lid, komt “met toepassing van artikel 6, vierde lid, van de Asv” te vervallen.

F

In de aanhef van artikel 9 komt “artikel 10 van” te vervallen.

G

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. In artikel 13 wordt onder vernummering van het derde lid tot en met vijfde lid tot vierde lid tot en met zesde lid een nieuw lid ingevoegd, luidende:

  • 3. De in artikel 12, eerste lid onder b tot en met d bedoelde activiteiten dienen, indien de activiteiten gericht zijn op verenigingen van eigenaars, te bestaan uit activiteiten gericht op project- en procesbegeleiding voor de verduurzaming van minimaal 20 woningen.

• 2. In het vierde lid wordt in onderdeel b na “gericht” ingevoegd “op”.

H

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. In het eerste lid wordt “ondernemers” vervangen door “ondernemingen”.

• 2. In de aanhef van het tweede lid wordt “b, e, en f” vervangen door “b”.

• 3. In het tweede lid wordt onderdeel c als volgt gewijzigd:

  verenigingen van eigenaars van een gebouw of groep van gebouwen bestaande uit maximaal 7 woningen;

• 4. In het derde lid wordt onderdeel b als volgt gewijzigd:

  verenigingen van eigenaars van een gebouw of groep van gebouwen bestaande uit maximaal 7 woningen;

• 5. Er wordt onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid een nieuw lid ingevoegd, luidende:

  • 4. Onverminderd het bepaalde in artikel 5 wordt subsidie voor de activiteiten als bedoeld in artikel 12, eerste lid onder e en f, uitsluitend verstrekt aan:

    • a. woningcorporaties; of

    • b. verenigingen van eigenaars.

I

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. In het eerste lid wordt “voor organisaties die niet vallen onder de definitie van een onderneming” vervangen door “voor activiteiten die niet als economisch worden aangemerkt”.

• 2. In het tweede lid, onderdeel b, vervalt, na toevoeging van een puntkomma, het zinsdeel vanaf “voor zover”.

• 3. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

  De subsidie voor de in artikel 12, eerste lid onder b, bedoelde activiteiten bedraagt:

  • a. maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 50.000.

  • b. met inachtneming van artikel 16, derde lid, kan de subsidie worden verhoogd tot een maximum van 90% van de subsidiabele kosten voor verenigingen van eigenaars.

• 4. Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd:

  De subsidiabele kosten voor onder artikel 12 eerste lid onder b bedoelde activiteiten zijn de volgende kosten voor diensten of inzet van eigen personeel die gedurende de looptijd van het project worden ingezet voor de subsidiabele activiteiten:

  • a. kosten van de uit te voeren studies en analyses;

  • b. kosten van coördinatie, administratie en andere ondersteunende functies die ingezet worden ten behoeve van het opstellen van de studies en analyses.

• 5. Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:

  De subsidie voor de in artikel 12, eerste lid onder c, bedoelde activiteiten bedraagt:

  • a. maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 100.000;

  • b. met inachtneming van artikel 16, derde lid, kan de subsidie worden verhoogd tot een maximum van 90% van de subsidiabele kosten voor verenigingen van eigenaars;

  • c. In het geval van een aanvraag van een projectmatig samenwerkingsverband van meerdere rechtspersonen bedraagt de subsidie het maximum aan subsidie zoals onder a of b is bepaald per rechtspersoon die deelneemt aan het samenwerkingsverband tot een maximum van € 400.000 voor het samenwerkingsproject als geheel.

• 6. In het zevende lid wordt het woord “procent” verwijderd.

J

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. In het derde lid wordt “eigenaren” vervangen door “eigenaars”;

• 2. In het derde lid wordt “een gebouw” vervangen door “een gebouw of groep van gebouwen”.

K

Het vierde lid van artikel 20 wordt vernummerd tot het derde lid.

L

Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. De aanhef wordt genummerd tot eerste lid.

• 2. Er wordt een tweede lid toegevoegd die als volgt komt te luiden:

  • 2. Subsidie voor een project als bedoeld in het eerste lid, onder e, kan ook worden aangevraagd in de vorm van een lening of garantstelling.

M

Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

  Voor de in artikel 22, het eerste lid, onder a tot en met c en onder e bedoelde activiteiten bedraagt de subsidie:

  • a. maximaal 75% van het totaal aan subsidiabele kosten, tot een bedrag van € 100.000;

  • b. de subsidie kan met 15% van de subsidiabele kosten worden verhoogd en tot een maximum van € 200.000 voor projecten met aantoonbare inclusieve of participatieve aanpakken waarbij specifieke doelgroepen bereikt worden die nog onvoldoende betrokken zijn bij de energietransitie.

• 2. In het vijfde lid onderdeel a en in het zesde lid wordt “coöperatie” vervangen door “rechtspersoon”.

N

Artikel 27,

• 1. Onderdeel a, onder ii wordt als volgt gewijzigd:

  • ii. investeringen door bedrijven en maatschappelijke organisaties in zon op daken en andere vormen van duurzame energieopwekking, in oplossingen voor netcongestie als gevolg van transportschaarste bij duurzame energieopwekking of in energiebesparing door het treffen van vergaande bovenwettelijke maatregelen;

• 2. Onderdeel a, onder iii wordt als volgt gewijzigd:

  investeringen in de benutting van het potentieel aan duurzame energieopwekking van wegen, fietspaden en aanpalende grondstroken, openbare garages en parkeerterreinen.

• 3. Onderdeel b wordt als volgt gewijzigd:

  • b. Consultancydiensten gericht op het ondersteunen, adviseren, aanjagen en begeleiden van projecten voor de onder a bedoelde thema’s.

O

Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. In het eerste lid onderdeel b wordt “bedrijven; of” vervangen door “ondernemingen;”.

• 2. Aan het eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c. door een puntkomma, een onderdeel d toegevoegd, luidende:

  • d. projectmatige samenwerkingsverbanden bestaande uit meerdere deelnemers van ondernemingen, maatschappelijke organisaties of gemeenten.

• 3. In het derde lid wordt na onderneming” de zin voltooid met “, projectmatig samenwerkingsverband van ondernemingen of collectief van ondernemingen, uitsluitend verstrekt aan kmo’s.”

P

Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. In het eerste lid wordt na “subsidie” ingevoegd, “bedraagt”.

• 2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

  De steunintensiteit kan met 20% worden verhoogd bij de onder a van artikel 27 bedoelde studies en analyses voor kleine ondernemingen en met 10% voor middelgrote ondernemingen. De steunintensiteit kan met 40% worden verhoogd bij onder a van artikel 27 bedoelde studies of bij onder b van artikel 27 bedoelde consultancydiensten voor activiteiten die niet als economisch worden aangemerkt.

• 3. In de aanhef van het derde lid wordt voor “kosten voor diensten” ingevoegd “de volgende” en vervallen aan het begin van onderdelen a en b, “de”.

Q

Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

  De in artikel 32 bedoelde activiteiten zijn uitsluitend gericht op producten, processen, methodes of diensten gericht op de volgende onderwerpen:

  • Slimme, flexibele en geïntegreerde energiesystemen;

  • Toepassing van waterstof in het landelijk gebied;

  • Energierenovaties in de gebouwde omgeving;

  • Duurzame warmte en koude in de gebouwde omgeving;

  • Opslag van energie;

  • Emissievrije mobiliteit;

  • Doorsnijdende thema’s inclusieve energietransitie, circulaire energietransitie en digitalisering (inclusief veiligheid).

• In bijlage 3 is een uitwerking van deze onderwerpen opgenomen.

• 2. Aan het begin van het tweede lid wordt “De” vervangen door “Het” en komt onderdeel b als volgt te luiden:

  Het pilotproject behelst daadwerkelijke samenwerking:

  • i. tussen ondernemingen waarvan er ten minste één een kmo is en geen van de ondernemingen neemt meer dan 70% van de in aanmerking komende kosten voor haar rekening; of

  • ii. tussen één of meer ondernemingen, waarvan ten minste één een kmo is, en één of meer organisaties voor onderzoek en kennisverspreiding waarbij deze organisaties ten minste10% van de in aanmerking komende kosten dragen en het recht hebben hun eigen onderzoeksresultaten te publiceren; en

R

Artikel 34 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. In het eerste lid wordt “MKB” vervangen door “KMO”.

• 2. In het tweede wordt “van ondernemingen en één of meer organisaties voor kennisverspreiding” vervangen door “verstrekt”.

S

Artikel 35 komt te vervallen.

T

Artikel 36 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. In het eerste lid wordt “50%” vervangen door “60%”.

• 2. Het tweede wordt als volgt gewijzigd:

  De steunintensiteit kan met 10% worden verhoogd voor kleine ondernemingen.

• 3. Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd:

  De steunintensiteit kan met 20% procent worden verhoogd bij de onder b van artikel 32 bedoelde activiteiten voor kleine ondernemingen en met 10% voor middelgrote ondernemingen.

• 4. In de aanhef van het zesde lid wordt “onder a” vervangen door “onder b”.

U

Artikel 37 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

  Subsidie voor de in artikel 32, onder a, bedoelde activiteiten wordt geweigerd als de haalbaarheidsstudie onvoldoende gericht is op innovaties die potentie hebben om tot een grote uitrol in de provincie Utrecht te leiden.

• 2. Onder het tweede lid vervalt d, en wordt e verletterd tot d.

V

Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

Bijlage II behorende bij artikel 33 lid 1

In deze bijlage staat een uitwerking van de onderwerpen die voor subsidie in aanmerking komen gebaseerd op de categorisering van de deelprogramma’s uit de Meerjarige Missiegedreven Innovatieprogramma’s (MMIP) (https://www.topsectorenergie.nl/missies-voor-energietransitie-en-duurzaamheid/mmip).

Slimme, flexibele en geïntegreerde energiesystemen

• Integratie zonnestroom systemen in de gebouwde omgeving (MMIP 2 deelprogramma 2a)

• Zonnestroomsystemen in het buitengebied (MMIP 2 deelprogramma 2b)

• Elektrificatie op gebouwniveau, waaronder opslag (MMIP 5 deelprogramma 1)

• Elektrificatie van wijken en bedrijfsterreinen (MMIP 5 deelprogramma 2)

• Nieuwe kaders voor het elektriciteitssysteem van de gebouwde omgeving (MMIP 5 deelprogramma 3)

• Elektrische infrastructuur in de gebouwde omgeving (MMIP 5 deelprogramma 4)

• Geïntegreerde energie-infrastructuur (MMIP 13 deelprogramma 3)

• Flexibele energiemarkten (MMIP 13 deelprogramma 4)

• Operationeel management en digitalisatie (MMIP 13 deelprogramma 6)

Toepassing van waterstof in het landelijk gebied

• Fossielvrije landbouwproductie (MMIP 12A deelprogramma 2)

Energierenovaties in de gebouwde omgeving

• Ontwikkeling van integrale renovatieconcepten (MMIP 3 deelprogramma 1)

• Industrialisatie en digitalisering van het renovatieproces (MMIP 3 deelprogramma 2)

Duurzame warmte en koude in de gebouwde omgeving

• Warmtepompen (MMIP 4 deelprogramma 1)

• Duurzame warmte- en koudenetten (MMIP 4 deelprogramma 4)

• Lage temperatuur warmtebronnen (MMIP 4 deelprogramma 7)

Opslag van energie

• Kleinschalige warmteopslag (MMIP 4 deelprogramma 3)

• Grootschalige warmteopslag (MMIP 4 deelprogramma 5)

• Conversie en opslag van energie (MMIP 13 deelprogramma 5)

• (Opslag van elektriciteit valt onder MMIP 5, deelprogramma’s 1 en 2)

Emissievrije mobiliteit

• Zero-emissie aandrijftechnologie en voertuigen (MMIP 9 deelprogramma 1)

• Energiedistributie voor elektrische voer- en vaartuigen (MMIP 9 deelprogramma 2)

• Distributie van waterstof en andere energiedragers voor brandstofcel-voer- en vaartuigen (MMIP 9 deelprogramma 3)

• CO2-reductie door nieuwe mobiliteitsconcepten voor personenvervoer (MMIP 10 deelprogramma 2)

Doorsnijdende thema’s

• Circulaire energietransitie (onder andere MMIP 6, deelprogramma 1)

• Inclusieve energietransitie (MMIP 13 deelprogramma 2)

• Digitalisering, inclusief digitale veiligheid

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van het Provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van 1 februari 2022.

Gedeputeerde staten van Utrecht,

Voorzitter,

mr. J.H. Oosters

Secretaris,

mr. drs. A.G. Knol-van Leeuwen

Toelichting

Algemeen (A, B, C, D, E en F)

Er worden drie begrippen toegevoegd aan de begrippenlijst. Daarnaast komen alle verwijzingen naar artikelen in de huidige Algemene Subsidieverordening (Asv) te vervallen. Hiermee wordt geanticipeerd op de vaststelling van een nieuwe Asv in de loop van 2022.

Uitsluitend aanvragen die via het digitale aanvraagformulier zijn ingediend worden in behandeling genomen (Artikel 6 Subsidieaanvraag).

Het aanvraagformulier kan worden geopend via: https://www.provincie-utrecht.nl/loket/subsidies/energietransitie

Wijzigingen gericht op kleine VvE’s (wijzigingen onder G, H, I en J)

Kleine verenigingen van eigenaars (VvE’s) zijn, met de wijziging van de UsET 2021, een aparte doelgroep geworden (Artikel 14). Voor kleine VvE’s, zijn er meer drempels om te verduurzamen. Het is voor kleine VvE’s organisatorisch een grote uitdaging ook omdat er vaak veel achterstallig onderhoud is en er onvoldoende kennis is om de juiste aanpak te kiezen. Met de wijziging van de UsET 2021 worden uitsluitend aan kleine VvE’s subsidies voor procesondersteuning geboden. Het gaat hierbij om VvE’s van gebouwen of groep van gebouwen van maximaal 7 woningen. Voor de grotere VvE’s is procesondersteuning mogelijk met steun van de provincie en de Europese Unie via DVVE. Zie hiervoor: https://dvve.nl/.

Met de wijziging van de UsET 2021 kunnen kleine VvE’s voortaan maximaal 90% subsidie ontvangen (Artikel 15). Het subsidiepercentage kan lager uitvallen op basis van Europese regels voor staatsteun. Er kan sprake zijn van staatssteun als de subsidie ten goede komt van bepaalde ondernemingen (verhuurders) die een woning in eigendom hebben.

Voorwaarde is ook dat een project voor procesondersteuning zich richt op minimaal 20 woningen. Dit betekent dat een aanvraag moet worden ingediend door meerdere VvE’s samen Maar het is ook mogelijk dat een intermediair of gemeente de aanvraag indient voor een dergelijk collectieve aanpak van kleine VvE’s.

Wijziging gericht op gebundelde aanvragen voor project en procesondersteuning (wijziging onder I)

Door de wijziging in artikel 15 van de UsET wordt het mogelijk om grotere projecten in te dienen. Het gaat om projecten met meerdere aanvragers. Deze gebundelde aanvragen mogen tot een bedrag van maximaal € 400.000,- worden ingediend. Per aanvrager blijft het maximale subsidiebedrag met € 100.000,- gelijk.

Wijzigingen gericht op inclusieve projecten en voor participatie (wijziging onder L en M)

De wijziging in artikel 22 maakt het mogelijk om naast het ontwikkelen van nieuwe financiële instrumenten voor inclusieve aanpakken ook leningen en garanties te verstrekken voor dergelijke projecten. Hiermee worden de mogelijkheden vergroot voor projecten gericht op het betrekken van bepaalde doelgroepen die belemmeringen ondervinden bij deelname aan projecten voor energieopwekking.

De wijziging in artikel 25 maakt het mogelijk om tot maximaal 90% subsidie te verstrekken. Hiermee wordt er rekening gehouden met het feit dat er vaak geen verdienmodel is gekoppeld aan activiteiten gericht op participatie en het bovendien lastig is voor de aanvrager om voldoende eigen bijdrage of cofinanciering in te brengen.

Wijziging gericht op milieustudies en consultancydiensten (wijzigingen onder N, O en P)

Door de sterke groei van hernieuwbare energie kan het elektriciteitsnetwerk in de provincie Utrecht nieuwe producties niet aan en ontstaat zogeheten netcongestie. Hierdoor moeten projecten voor duurzame energieopwekking worden uitgesteld en kunnen initiatiefnemers niet of niet tijdig gebruik maken van de SDE++. Door de wijziging in artikel 27 kan voortaan subsidie worden aangevraagd voor studies en adviezen gericht op het oplossen van de belemmeringen door netcongestie bij het duurzaam opwekken van elektriciteit. Voorbeelden hiervan zijn investeringen in een accupakket of een intelligent regelsysteem dat de lokale vraag naar elektriciteit afstemt op de beschikbaarheid van lokaal geproduceerde energie.

Ruimte is schaars in Nederland. Ruimte kan multifunctioneel worden ingezet door infrastructuur te benutten voor energieopwekking. Dat kan door warmtecollectoren in een wegdek te integreren of door infrastructuur te overkappen met zonnepanelen. Het begrip infrastructuur is echter heel ruim te interpreteren. Door de wijziging van artikel 27 van de UsET wordt dit ingeperkt tot wegen, fietspaden en aanpalende grondstroken langs deze wegen en fietspaden. Maar ook eigenaren en exploitanten van openbare parkeervoorzieningen zoals garages en parkeerterreinen kunnen aanspraak maken op subsidie. Het moet dan wel gaan om parkeervoorzieningen voor algemeen gebruik met weinig vaste gebruikers met inbegrip van openbare garages en parkeerterreinen voor intensief gebruik zoals bedoeld in de typologie van NEN 2443:2013.

De wijziging in artikel 29 is bedoeld om gebundelde aanvragen mogelijk te maken voor zon op bedrijfsdaken en andere collectieve vormen van opwek van duurzame energie.

Wijzigingen gericht innovatie (wijzigingen onder Q, R, S, T, U en V)

De provincie ondersteunt haalbaarheidsstudies gericht op innovaties en innovatiepilots die de potentie hebben te leiden tot grote uitrol in de provincie Utrecht. Hierbij richten wij ons specifiek op een aantal onderwerpen. Daarbij sluiten wij door deze wijzigingen aan op de kennis- en innovatieagenda die door de Topsector energie is opgesteld (Artikel 33 en bijlage II). Deze agenda bestaat uit 13 Meerjarige Missiegedreven Innovatieprogramma’s (MMIP). https://www.topsectorenergie.nl/missies-voor-energietransitie-en-duurzaamheid/mmip. Per onderdeel van elk programma is beoordeeld wat de mogelijke bijdrage is aan de energietransitie in de provincie Utrecht en hoe groot het belang van innovatie voor de provincie is. In bijlage 2 staat een uitwerking van de onderwerpen die voor subsidie in aanmerking komen.

De UsET 2021 wordt ook op een aantal andere inhoudelijke punten gewijzigd. Het is voortaan toegestaan dat een aanvrager meerdere keren een aanvraag kan indienen of in meerdere projecten met verschillende partners deelneemt (Artikel 37). Ook vervalt het specifieke plafond van € 530.000 voor innovatieprojecten (Artikel 35).