Provinciaal blad van Utrecht
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Provinciaal blad 2022, 15442 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Provinciaal blad 2022, 15442 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 29 november 2022, nr UTSP-814175531-34, tot vaststelling van de Subsidieregeling Agenda Vitaal Platteland provincie Utrecht (Subsidieregeling Agenda Vitaal Platteland provincie Utrecht)
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
Basisvoorzieningen: voorzieningen in het sociaal domein waarvan via het democratisch besluitvormingsproces is vastgesteld, dat zij voor een ieder die daaraan behoefte heeft, beschikbaar en in redelijkheid bereikbaar moeten zijn. Voorbeelden hiervan zijn dorpshuizen, multifunctionele centra, bibliotheken en sportvoorzieningen voor specifieke doelgroepen, woon-zorgconcepten, elektronische dienstverlening;
Collectief voor agrarisch natuurbeheer: een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid bestaande uit landbouwers en andere grondgebruikers van landbouwgrond, die beschikt over een certificaat collectief agrarisch natuurbeheer, overeenkomstig de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer provincie Utrecht 2016;
De-minimisverordening: de regulier de-minimisverordening (Verordening (EU) nr. 1407/2013, PbEU 2013 L352) of de de-minimisverordening voor de landbouwsector (Verordening (EU) nr. 1408/2013, PbEU L 352/9), die regelen dat als overheidssteun binnen de voorgeschreven periode onder een bepaald plafond blijft, de markt daardoor niet ongunstig wordt beïnvloed en daardoor geen sprake is van staatssteun;
Grote ondernemingen: ondernemingen die niet vallen onder kleine- en middelgrote ondernemingen. Kleine ondernemingen zijn volgens Europees recht ondernemingen waar minder dan 50 personen werken en de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal de 10 miljoen euro niet overschrijdt. Middelgrote ondernemingen zijn volgens Europees recht zelfstandige ondernemingen waar minder dan 250 personen werken en de jaaromzet de € 50 miljoen en/of het jaarlijkse balanstotaal de € 43 miljoen niet overschrijdt. Een onderneming is zelfstandig als deze niet voor 25% of meer van het kapitaal of van de stemrechten in handen is van één onderneming of van verscheidene verbonden van ondernemingen of via natuurlijke personen afzonderlijk of in een groep. Ook dezelfde bestuurders, familierelaties en contractuele verplichtingen kunnen ervoor zorgen dat een onderneming niet als zelfstandig wordt gezien;
Artikel 1.2 Subsidiabele kosten
Onverminderd het bepaalde in artikel 4.8 van de Asv, de Beleidsregel subsidiabele kosten projectsubsidies alsmede de bijzondere bepalingen in de hoofdstukken 2 tot en met 4 van deze Subsidieregeling behoren tot de subsidiabele kosten in ieder geval niet:
Indien gebruik wordt gemaakt van een de-minimisregeling, moet een de-minimisverklaring bij de subsidieaanvraag worden gevoegd.
De subsidieaanvraag kan gedurende het gehele jaar 2023 worden ingediend, met uitzondering van de subsidies die worden aangevraagd op basis van de artikelen 3.1 en 3.2, die door middel van aparte openstellingsbesluiten worden opengesteld voor bepaalde perioden.
Artikel 2.2 Verplaatsing grondgebonden agrarische bedrijven in het kader van het NNN
In het kader van het meerjarendoel 2.1.1 uit de Programmabegroting (het Natuurnetwerk Nederland is verder gerealiseerd (groter van oppervlakte) en de bepalingen in hoofdstuk 6 en 8 (Landbouw en Natuur) van de Omgevingsverordening kan subsidie worden verstrekt voor verplaatsing van een volwaardig landbouwbedrijf ten behoeve van de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland (NNN).
De activiteiten, genoemd in het eerste lid, komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking indien aan de volgende criteria wordt voldaan:
Indien een subsidieaanvraag niet afkomstig is van de eigenaar van het te verplaatsen bedrijf, gaat de aanvraag, naast de gegevens die op grond van de Asv, moeten worden verstrekt, vergezeld van een ondertekende en gedagtekende verklaring van de eigendomsoverdracht, het vestigen van een kwalitatieve verplichting als bedoeld in lid 6 onder b iii en iv, of dat de grond vrij van enig gebruiksrecht kan worden ingezet voor realisatie van NNN.
Onverminderd artikel 4.6 van de Asv wordt subsidie geweigerd indien:
op de bedrijfskavel of daarbij behorende grond woningbouw is toegestaan, volgens een geldend bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening, of volgens een geldend inpassingsplan als bedoeld in artikel 3.26 van deze wet. Uitzondering hierop is de ruimte-voor-ruimte regeling als bedoeld in artikel 9.11 van de Omgevingsverordening;
De volgende bedrijfsmatige kosten zijn subsidiabel:
kosten voor investeringen. Kosten voor investeringen worden berekend als: het verschil tussen de kosten van de koopsom en eventueel (aanvullende) investeringskosten van bedrijfsgebouwen en installaties op de hervestigingslocatie minus de getaxeerde waarde van gebouwen en installaties op de te verlaten locatie. Uitgangspunt hierbij is een gelijke bedrijfsomvang, uitgedrukt in aantal stuks productief vee of bij akkerbouwbedrijven in inhoud opstallen exclusief bedrijfswoning. Wanneer er sprake is van bedrijfsuitbreiding, worden de kosten verbonden aan de uitbreiding buiten de subsidie gehouden. Investeringskosten dienen te worden onderbouwd met offertes.
Er wordt minder subsidie verstrekt naar de mate dat andere overheden een vergoeding verstrekken bij de verplaatsing van het grondgebonden agrarisch bedrijf of de sloop van de zich op de bedrijfskavel bevindende bedrijfswoning, bedrijfsgebouwen of installaties. De totale steun bedraagt niet meer dan het bedrag dat voortvloeit uit het gestelde in onderdeel c van dit artikellid.
Verplichtingen subsidieontvanger
De subsidieontvanger realiseert de hervestiging van een volwaardig landbouwbedrijf op een andere plaats binnen 24 maanden na de datum van het besluit tot subsidieverlening. De aanvraag tot subsidievaststelling dient uiterlijk 6 maanden na realisatie bij de provincie Utrecht te worden ingediend inclusief benodigde bijlagen.
In aanvulling op het gestelde in het tweede lid, onderdeel a, sub i (iii) sluit een subsidieontvanger die zelf de voormalige bedrijfskavel om wil vormen naar natuur binnen twee weken na verlening van de subsidie een overeenkomst met de provincie Utrecht als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht, waarin wordt opgenomen:
de verplichting van de eigenaar van de grond om de betreffende grond niet te gebruiken of te doen gebruiken als landbouwgrond en overigens datgene na te laten wat de ontwikkeling en de daaropvolgende instandhouding van het te realiseren natuurbeheertype dan wel landschapsbeheertype in gevaar brengt of verstoort;
Het definitieve inrichtingsplan als bedoeld in onderdeel b van dit artikellid dient te zijn goedgekeurd door Gedeputeerde Staten en omvat:
één of meerdere topografische of digitale kaarten met een schaal van ten hoogste 1:10.000, waarop de grenzen van het terrein zijn aangegeven. Digitale gegevens dienen te worden aangeleverd als GIS-bestand in de vorm van een shapefile. Gedeputeerde Staten kunnen nadere technische specificaties vaststellen waaraan deze bestanden moeten voldoen;
Als sprake is van staatssteun, wordt subsidie voor agrarische bedrijfsverplaatsingen en investeringen in bedrijfsgebouwen slechts verstrekt met toepassing van Verordening (EU) Nr. 702/2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L193/1) met dien verstande dat:
Hoofdstuk 3 Landschap en Cultuurhistorie
Artikel 3.2 Niet-productieve investeringen agrarisch natuurbeheer
In het kader van het meerjarendoel 2.2.1 (door effectief en efficiënt beheer van bestaande bos-, natuur- en agrarische gebieden worden de kwaliteiten beter vastgehouden en ontwikkeld) uit de Programmabegroting kan subsidie worden verstrekt voor de volgende activiteiten:
herstel-, inrichtings- of innovatieve beheermaatregelen voor natuur, landschap en biodiversiteit ten behoeve van de uitvoering van een afgegeven of nog af te geven subsidiebeschikking agrarisch natuurbeheer op basis van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer provincie Utrecht 2016.
In het kader van het meerjarendoel 2.1.4 (het areaal bos buiten het NNN en de Groene Contour is vergroot) uit de Programmabegroting kan subsidie worden verstrekt voor de aanplant van bomen en meerjarige houtige gewassen ten behoeve van de realisatie van agroforestry op gronden met een agrarische bestemming.
Onverminderd artikel 4.6 van de Asv wordt subsidie geweigerd voor het planten van invasieve soorten zoals opgenomen in Unielijst bij Verordening (EU) Nr. 1143/2014 van het Europees parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten en voor het planten van soorten genoemd in het Uitvoeringsprogramma Invasieve Exoten 2022 - 2026 van de provincie Utrecht.
Hoofdstuk 4 Sociaal Economische Vitaliteit en Recreatie
Artikel 4.1 Leefbaarheid en kleine kernen
Verplichtingen subsidieontvanger
Gedurende de uitvoering van het project gelden de volgende verplichtingen ten aanzien van de rapportage over de voortgang van het project:
de monitoring wordt op een inzichtelijke manier gerapporteerd waaruit blijkt hoeveel personen of groepen zijn bereikt, welke activiteiten zijn uitgevoerd, en wat het gemeten of berekende effecten zijn van deze activiteiten in brede zin (te denken valt aan deelnamecijfers, de feitelijke toepassing en de sociaaleconomische aspecten en gevolgen);
Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van 29 november 2022.
Voorzitter,
mr. J.H. Oosters
Secretaris,
mr. drs. A.G. Knol-van Leeuwen
Het Utrechts landelijk gebied levert een belangrijke bijdrage aan de aantrekkelijkheid van de provincie Utrecht. Aantrekkelijk voor mensen om er te wonen en te verblijven en aantrekkelijk voor bedrijven om zich er te vestigen. De provincie Utrecht heeft de ambitie haar landelijk gebied vitaal en toekomstgericht te houden. Centraal in die ambitie staat de Agenda Vitaal platteland (AVP): een breed en integraal programma met opgaven op het gebied van natuur, water, bodem en milieu, landschap, cultuurhistorie, landbouw, recreatie en leefbaarheid.
Uitvoering van dit programma doet de provincie Utrecht in nauwe samenwerking met de gebiedspartners. De provincie Utrecht hecht veel waarde aan deze samenwerking omdat hierdoor synergievoordelen worden behaald door bundeling van budgetten en kennis en het creëren van draagvlak. Dit heeft efficiencyvoordelen met als resultaat een versnelling van de uitvoering.
Voor de uitvoering van het AVP-programma maakt de provincie Utrecht onder andere gebruik van het subsidie instrument. Hiervoor is de Subsidieregeling Agenda Vitaal Platteland opgesteld als toetsingskader voor aanvragen. Het gaat hierbij om projectsubsidies die aan verschillende partijen in het landelijk gebied worden verstrekt t.b.v. AVP-doelen.
Controle op overheidssteun – waaronder steun door decentrale overheden – aan ondernemingen is één van de belangrijkste onderdelen van het mededingingsbeleid binnen de Europese Gemeenschap. Eén van de doelen van de Europese wet- en regelgeving is het scheppen van gelijke concurrentievoorwaarden voor alle ondernemingen op de gemeenschappelijke markt. De maatregelen van de overheid die concurrentievervalsend uitpakken door onterecht voordelen te scheppen voor ondernemingen of bepaalde producties daarvan, zijn daarom niet toegestaan. Er zijn echter vrijstellingen voor specifieke activiteiten van bepaalde doelgroepen. In elk artikel wordt hieraan gerefereerd. De Uitvoeringsverordening subsidie AVP maakt gebruik van de ruimte die Europese wet- en regelgeving biedt. In het geval een landbouw- of MKB-onderneming een subsidieaanvraag indient dan wordt hieraan getoetst.
Voor het aanvragen van een subsidie in het kader van deze subsidieregeling dient u gebruik te maken van het AVP-aanvraagformulier dat beschikbaar is gesteld via de provinciale website. Aanvragen worden ingedeeld in één van drie categorieën: subsidie van € 1.000 – € 25.000, subsidie tussen € 25.000 en € 125.000 en subsidies van € 125.000 of meer. Het verschil tussen deze categorieën is de mate van verantwoording over het te besteden budget.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
De in dit document gebruikte specifieke begrippen en verwijzingen staan in dit artikel.
In dit artikel staat beschreven welke kosten in ieder geval niet subsidiabel zijn. In de artikelen onder hoofdstuk 2 tot en met 4 wordt per onderdeel nog verder gespecificeerd wat wel of niet subsidiabel is.
De bij een aanvraag voor te leggen gegevens worden hier benoemd.
Het vaststellen van een subsidieplafond is een manier om te voorkomen dat er meer subsidie wordt verleend dan het beschikbare budget. Door het in deze subsidieregeling op te nemen is er een wettelijke grondslag om aanvragen af te wijzen in het geval van overschrijdingen op afgesproken programmabudgetten.
Hoofdstuk 2 Natuur, Water en Bodem
De provincie Utrecht wordt gekenmerkt door een grote diversiteit aan landschappen. Dit maakt de provincie aantrekkelijk. De natuur vormt een belangrijke basis voor een aantrekkelijk landelijk gebied. Landschappen en natuurgebieden hebben een belangrijke educatieve en recreatieve waarde voor de burgers van de provincie Utrecht. Met name het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug richt zich op het bevorderen van natuurgerichte recreatie, communicatie en educatie in haar activiteiten. Deze maatregel heeft daarom tot doel om bovenlokale initiatieven te ondersteunen voor het versterken van draagvlak, kennis en belevingswaarde ten aanzien van natuur en landschap. Onder bovenlokaal niveau wordt verstaan initiatieven die zich richten op ten minste drie woonkernen binnen één of meerdere gemeenten. Het aan dit subsidieartikel gekoppelde subsidiebudget is specifiek gericht op realisatie van beleefbare natuur.
Hoofdstuk 3 Landschap en Cultuurhistorie
De hoofddoelen met betrekking tot landschap en cultuurhistorie zijn behoud en versterking van de identiteit van verschillende landschapstypen en het vernieuwen van het landschap, met herkenning van het verleden. De provincie Utrecht telt 5 Nationale Landschappen. Dat zijn Nederlandse landschappen die internationaal zeldzaam of uniek zijn. Deze landschappen zijn gebieden met een bijzondere cultuurhistorie: ze vertellen op welke manier het Utrechtse landschap is ontstaan. Voor landschap zijn geen financiële middelen beschikbaar gesteld. Hiervan wordt verwacht dat het wordt mee gekoppeld met de andere thema’s. Onder het thema ‘landschap en cultuurhistorie’ vallen de volgende maatregelen:
Artikel 3.2. Niet-productieve investeringen agrarisch natuurbeheer
Op basis van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer 2016 (SVNL2016) ontvangen de agrarische collectieven in de provincie Utrecht subsidie van de provincie voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb). Voor het uitvoeren van dit beheer zijn in veel gevallen ook eenmalige investeringen nodig, zoals de aanschaf van pompen, de aanleg van dammen/waterkeringen en het aanschaffen van drones. Dit artikel maakt het mogelijk dat de provincie voor deze zgn. niet-productieve investeringen subsidie verleent.
Agroforestry is gericht op het verhogen van de veerkracht en weerbaarheid van het landbouwsysteem. In tegenstelling tot een monocultuur, waarbij op eenzelfde perceel één gewas wordt verbouwd, is agroforestry een landbouwsysteem waarbij bomen en meerjarige houtige, gewassen bewust geïntegreerd worden met akkerbouw, groenteteelt of veeteelt. Het kent verschillende vormen zoals strokenlandbouw, bosweides, oeverstroken, voederhagen, schaduwbomen en voedselbossen. Deze lijst is niet volledig. Strokenlandbouw is een combinatie van meerjarig houtige gewassen en eenjarige gewassen. Bij bosweides wordt veeteelt zoals pluimvee en graasdieren gecombineerd met noten- en fruitbomen. Oeverstroken zijn lijnvormige beplantingen langs bijvoorbeeld watergangen. Voedselbossen zijn landbouwsystemen bestaande uit een gelaagde structuur met een hoge biodiversiteit die qua functies dicht bij een natuurlijk bos staan.
Onder de kosten voor de aankoop van toebehoren voor de aanleg en instandhouding van agroforestry worden bijvoorbeeld verstaan afrastering om begrazing tegen te gaan, boompalen, of hulpmiddelen om water te geven.
Hoofdstuk 4 Sociaal Economische vitaliteit
Artikel 4.1 Leefbaarheid en kleine kernen
De provincie Utrecht wil in de kleinere kernen in het landelijk gebied de leefbaarheid op peil houden. Hiervoor komen verschillende maatschappelijke initiatieven van verschillende partijen in aanmerking. Deze kunnen zich richten op het in stand houden van basisvoorzieningen in geval van marktfalen. Dat wil zeggen als een onderneming niet meer rendabel kan functioneren omdat bijvoorbeeld het inwonersaantal in het afzetgebied onvoldoende is geworden. Ook het uitvoeren van activiteiten gericht op het tegengaan van eenzaamheid onder senioren en/of kwetsbare groepen of het versterken van de organisaties ten behoeve van culturele en/of gemeenschappelijke activiteiten.
De provincie Utrecht wil het plaatsen van robuuste en duurzame recreatiebanken in de natuur stimuleren om zo de beleving van de natuur en de aantrekkelijkheid van de natuur voor wandelaars te vergroten. De banken moeten onder andere voorzien worden van GPS-coördinaten om de vindbaarheid te vergroten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2022-15442.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.