Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 20 december 2022 tot wijziging van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant in verband met het opnieuw openstellen van enkele paragrafen, de uitbreiding van de doelgroep van § 15 en het doorvoeren van enkele technische wijzigingen aan de paragrafen 2, 14 en 15 (Zevenentwintigste wijziging Subsidieregeling natuur Noord-Brabant)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant te wijzigen teneinde de paragrafen 1, 2, 3 en 10 opnieuw open te stellen, de subsidiehoogte van paragraaf 10 aan te passen, de doelgroep van paragraaf 15 uit te breiden en enkele technische wijzigingen door te voeren in de paragrafen 2, 14 en 15;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel I Wijziging Subsidieregeling natuur Noord-Brabant

De Subsidieregeling natuur Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

In artikel 1.9 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c.

    3 januari 2023 tot en met 15 december 2023.

B.

In artikel 1.10 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b, door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c.

    € 1.000.000 voor de periode, genoemd in artikel 1.9, onder c.

C.

In artikel 2.7, eerste lid, onder i, wordt “€ 120” vervangen door “€ 99”.

 

D.

In artikel 2.9 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e.

    3 januari 2023 tot en met 15 december 2023.

E.

In artikel 2.10 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e.

    € 1.500.000 voor de periode, genoemd in artikel 2.9, onder e.

F.

Artikel 2.11 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid, wordt “onder a en b” vervangen door “onder a”.

  • 2.

    In het tweede lid, wordt “onder c” vervangen door “onder b”.

G.

In artikel 3.9 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e.

    3 januari 2023 tot en met 15 december 2023.

H.

In artikel 3.10 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e.

    € 255.000 voor de periode, genoemd in artikel 3.9, onder e.

 

I.

In artikel 10.5, onder c, wordt “€ 125.000” vervangen door “€ 100.000”.

 

J.

In artikel 10.9, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c.

    3 januari 2023 tot en met 15 december 2023.

K.

In artikel 10.10 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c.

    € 1.000.000 voor de periode, genoemd in artikel 10.9, onder c.

L.

In artikel 10.11 wordt “90%” vervangen door “50%”.

 

M.

Aan artikel 14.10, eerste lid, onder i, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • 3°.

    structurele waardevermindering van grond van derden als gevolg van de betreffende uitvoeringsmaatregel, indien daarop een kwalitatieve verplichting is opgelegd;

N.

Artikel 14.17, onder f, komt te luiden:

  • f.

    verleent medewerking aan de landelijke monitoring, voor zover de provincie hiertoe verplicht is op grond van de Spuk versneld natuurherstel;

O.

Artikel 15.1 komt te luiden:

Artikel 15.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

Aangewezen leefgebied: door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant vastgesteld gebied waar een wolf zich na zes maanden aanwezigheid gevestigd heeft en daarmee het risico op schade door een gevestigde wolf aannemelijk en voorzienbaar is, zoals opgenomen in bijlage 16;

aanval: aanval waarbij een of meerdere landbouwdieren zijn gedood of verwond en waarvan BIJ12 heeft geoordeeld dat niet is uit te sluiten dat een wolf de schade heeft veroorzaakt;

de-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in Verordening (EU) 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector (PbEU 2013, L 352) dan wel in Verordening (EU) 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU 2013, L 352);

Faunaschade Preventiekit module wolven: overzicht van preventieve maatregelen om schade door wolven te voorkomen en beperken door middel van vaste en verplaatsbare wolfwerende afrastering zoals gepubliceerd op de website van BIJ12;

landbouwhuisdieren: schapen en geiten die zijn opgenomen in het Identificatie en Registratie systeem voor schapen en geiten van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland;

urgentie: een situatie waarin sprake is van schade veroorzaakt door minimaal twee aanvallen op verschillende dagen binnen zeven dagen na de dag waarop het eerste dier is gedood of verwond, in een gemeente of in aangrenzende gemeenten.

 

P.

Artikel 15.2 komt te luiden:

Artikel 15.2 Doelgroep

Subsidie op grond van deze regeling kan worden aangevraagd door:

  • a.

    een houder van landbouwhuisdieren;

  • b.

    terreinbeherende organisaties of grondeigenaren die begrazing door schapen of geiten inzetten op eigen of beheerde terreinen, niet zijnde gemeentes of waterschappen.

Q.

Artikel 15.4 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de aanhef wordt “zoals opgenomen in bijlage I” vervangen door “of in geval van urgentie”.

  • 2.

    In onderdeel a wordt voor “vaste wolfwerende afrastering” ingevoegd “het aanleggen van een” en vervalt “of”.

  • 3.

    In onderdeel b wordt voor “verplaatsbare wolfwerende afrastering” ingevoegd “het plaatsen van een”.

  • 4.

    Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door “; of” wordt een onderdeel toegevoegd luidende:

    • c.

      het aanpassen van een bestaande vaste of verplaatsbare afrastering tot een wolfwerende afrastering als bedoeld in paragraaf 2.2 van de Faunaschade Preventiekit module wolven.

R.

Artikel 15.5 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid, onder b, wordt “zoals opgenomen in bijlage16” vervangen door “, tenzij er sprake is van urgentie”.

  • 2.

    Onder verlettering van onderdeel f tot g, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

    • f.

      er sprake is van urgentie en de aanvraag niet binnen 4 weken na het optreden van die urgentie is ingediend;

  • 3.

    In het eerste lid, onder g (nieuw), wordt na “de subsidieaanvrager” ingevoegd “, bedoeld in artikel 15.2, onder a,” en vervalt “die gebruik maakt van de-minimissteun”.

  • 4.

    Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onder g (nieuw), door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • h.

      de subsidieaanvrager, bedoeld in artikel 15.2, onder b, het maximumbedrag aan de-minimissteun van € 200.000 al heeft overschreden over een periode van drie belastingjaren.

S.

Artikel 15.6 komt te luiden:

Artikel 15.6 Subsidievereisten

  • 1.

    Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      de maatregelen zijn gericht op vermindering en voorkoming van schade aan landbouwhuisdieren veroorzaakt door wolven:

      • 1°.

        in het Aangewezen leefgebied; of

      • 2°.

        buiten het Aangewezen leefgebied in geval van urgentie;

    • b.

      de vaste en verplaatsbare wolfwerende afrastering en bijbehorende onderdelen of materialen voldoen aan de specificaties die staan beschreven in paragraaf 2.2. van de Faunaschade Preventiekit module wolven;

    • c.

      aan het project ligt een projectplan ten grondslag waarin in ieder geval is opgenomen:

      • 1°.

        een gespecificeerde factuur of facturen van de gerealiseerde maatregelen en bijbehorende betaalwijzen;

      • 2°.

        het gemiddeld geregistreerd aantal landbouwhuisdieren van de houder van de landbouwhuisdieren die worden ingezet op het terrein waarop het project wordt uitgevoerd, aangetoond door vier uitdraaien van het Identificatie- en Registratiesysteem voor landbouwhuisdieren met de peildata 1 februari, 1 mei, 1 augustus en 1 november, in het jaar voorafgaand aan de aanschaf van wolfwerende maatregelen;

      • 3°.

        een afschrift van het contract met de houder van landbouwhuisdieren waaruit het aantal landbouwhuisdieren blijkt dat wordt ingezet op het terrein waarop het project zal worden uitgevoerd, indien een aanvrager als bedoeld in artikel 15.2, onder b, de aanvraag indient;

      • 4°.

        fotomateriaal van de gerealiseerde wolfwerende afrastering;

      • 5°.

        een overzichtskaart met kadastraal nummer met daarop aangegeven de locatie waar de vaste wolfwerende afrastering is gerealiseerd en het aantal strekkende meters afrastering;

      • 6°.

        een volledig ingevulde en ondertekende de-minimisverklaring.

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid wordt een:

    • a.

      vaste wolfwerende afrastering met toebehoren ingezet in het Aangewezen leefgebied dan wel daarbuiten in geval van urgentie;

    • b.

      verplaatsbare wolfwerende afrastering met toebehoren ten minste twee weken per kalenderjaar ingezet in het Aangewezen leefgebied dan wel zo vaak als noodzakelijk in geval van urgentie.

T.

Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van artikel 15.8, onder g, door een punt, vervalt onderdeel h.

 

U.

In artikel 15.9 wordt “2023” vervangen door “2024”.

 

V.

Artikel 15.11 komt te luiden:

Artikel 15.11 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de subsidie bedraagt in totaal maximaal € 20.000.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 15.4, onder a, bedraagt:

    • a.

      € 500; en

    • b.

      € 3,00 per strekkende meter vaste wolfwerende afrastering met een maximum van € 100 per dier, waarbij voor het totale aantal dieren wordt uitgegaan van het gemiddeld geregistreerd aantal landbouwhuisdieren, bedoeld in artikel 15.6, eerste lid, onderdeel c, onder 2°.

  • 3.

    De hoogte van de subsidie als bedoeld in artikel 15.4, onder b, bedraagt:

    • a.

      € 30,- per dier, waarbij voor het totale aantal dieren wordt uitgegaan van het gemiddeld geregistreerd aantal landbouwhuisdieren, bedoeld in artikel 15.6, eerste lid, onderdeel c, onder 2°;

    • b.

      € 4.000 voor een draad-opwindsysteem of systeem waarmee verplaatsbare wolfwerende afrastering op- en afgewonden kan worden, als de verplaatsbare wolfwerende afrastering een wolfwerende afrastering met draden is.

  • 4.

    De hoogte van de subsidie als bedoeld in artikel 15.4, onder c, bedraagt:

    • a.

      € 250; en

    • b.

      € 1,50 per strekkende meter vaste wolfwerende afrastering met een maximum van € 50 per dier, waarbij voor het totale aantal dieren wordt uitgegaan van het gemiddeld geregistreerd aantal landbouwhuisdieren, bedoeld in artikel 15.6, eerste lid, onderdeel c, onder 2°.

  • 5.

    In afwijking van de voorgaande leden, wordt aan de subsidieaanvrager maximaal een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt dat over een periode van drie belastingjaren het plafond voor de-minimissteun niet wordt overschreden.

W.

Artikel 15.14 vervalt.

 

X.

Het opschrift van bijlage 16 komt te luiden:

Bijlage 16, behorende bij artikel 15.1 van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant

Artikel II Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

’s-Hertogenbosch, 20 december 2022

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. P.J. Buijtels

Toelichting behorende bij de Zevenentwintigste wijziging van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant

I. Algemeen

 

Paragraaf 15 betreffende het aanleggen van voorzieningen ter bescherming van schapen en geiten tegen wolfaanvallen, is sinds begin februari 2022 in werking. Op basis van nieuwe inzichten, wordt de paragraaf thans aangepast. Belangrijkste wijziging betreft de uitbreiding van de doelgroep: ook TBO’s en particuliere grondeigenaren kunnen thans een subsidie aanvragen. Daarnaast maakt de wijziging het mogelijk ook buiten het vastgestelde leefgebied subsidie te verlenen voor preventieve maatregelen in het geval van ‘urgentie’.

Naast genoemde wijzigingen van paragraaf 15, bevat deze regeling een tweetal kleine wijzigingen in paragraaf 2 (Instandhouding Natura 2000) en paragraaf 14 (Versnelling herstel Natura 2000-gebieden).

Voor het overige bevat deze regeling wijzigingen in de openstellingsperiodes en worden nieuwe subsidieplafonds vastgesteld.

 

II. Artikelsgewijs

 

Onder O (wijziging artikel 15.1)

Toegevoegd zijn definities van de begrippen aanval en urgentie. Met deze wijziging is subsidie ook mogelijk als buiten het leefgebied van wolven aanvallen plaatsvinden. Van urgentie is sprake indien minimaal twee aanvallen binnen korte termijn plaatsvinden binnen een gemeente of binnen meerdere aangrenzende gemeenten. In geval van zo’n urgentie is het onwenselijk om de resultaten van onderzoek af te wachten en derhalve wordt volstaan met het criterium dat niet kan worden uitgesloten dat de aanval veroorzaakt zou kunnen zijn door een wolf.

 

Onder P (wijziging artikel 15.2)

De doelgroep van de subsidieparagraaf is uitgebreid. Niet alleen komen houders van landbouwhuisdieren in aanmerking voor subsidie, maar ook grondeigenaren en TBO’s die begrazing inzetten op eigen of beheerde terreinen.

 

Onder R (wijziging artikel 15.5)

Met het uitbreiden van de doelgroep is in onderdeel g een specifiek voor die doelgroep opgenomen weigeringsgrond opgenomen. Waar voor landbouwers de de-minimisgrens van € 20.000 geldt, geldt voor overige subsidieontvangers een grens van € 200.000.

 

Onder S (wijziging artikel 15.6)

 

eerste lid, onderdeel c, onder 2° en 3°

Grondeigenaren en terreinbeherende organisaties die zelf geen houder zijn moeten op dezelfde wijze als houders van landbouwhuisdieren aantonen hoeveel landbouwhuisdieren gebruik maken van het terrein. Dat betekent dat ook zij vier uitdraaien moeten overleggen van het Identificatie- en Registratiesysteem voor landbouwhuisdieren. Daarnaast moeten zij bij de aanvraag het contract voegen tussen hen en de houder waaruit de inzet van de landbouwhuisdieren blijkt.

 

Onder W (wijziging artikel 15.14)

Voor vaststelling is geen verantwoording achteraf noodzakelijk. Op het moment van subsidieverlening zijn de activiteiten immers al verricht. Gedeputeerde Staten stellen bij verlening de subsidie direct vast (zie artikel 15.15). Artikel 15.14 kan daarom vervallen.

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

 

de secretaris,

drs. P.J. Buijtels

 

Naar boven