Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 13 december 2022, nr.8258A2D2, tot wijziging van de Beleidsregel van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht van 2 november 2021 (8232FEDA), houdende regels inzake de wijze de bepaling van de subsidiabele kosten bij exploitatiesubsidies

Gedeputeerde staten van Utrecht;

 

Gelet op de artikelen

 

  • Artikel 158 Provinciewet

  • Artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht

  • Artikel 1.2 t/m 1.5 van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022 (AsvpU)

Overwegende dat het wenselijk is de beleidsregel van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht van 2 november 2021 (8232FEDA), houdende regels inzake de wijze de bepaling van de subsidiabele kosten bij exploitatiesubsidies te wijzigen om voor aanvragers van exploitatiesubsidies een extra optie toe te staan betreffende het doorberekenen van interne loonkosten;

 

Besluiten:

Artikel I

De beleidsregel van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht van 2 november 2021 (8232FEDA), houdende regels inzake de wijze de bepaling van de subsidiabele kosten bij exploitatiesubsidies, wordt als volgt gewijzigd:

 

A

In artikel 2.1 wordt het tekstdeel:

 

“Bij een aanvraag voor een exploitatiesubsidie mag de integrale kostensystematiek (IKS) worden toegepast. IKS is een manier om directe en indirecte kosten toe te rekenen aan kostendragers, zoals arbeidsuren of machine-uren. De IKS-berekening (inclusief uitgangspunten) wordt vooraf, tezamen met de subsidieaanvraag, voor akkoord aan de provincie voorgelegd. De IKS kan vanaf 1 april 2022 niet tevens meer gehanteerd worden bij het aanvragen van projectsubsidies. Voor deze aanvragen is vanaf 1 april 2022 de beleidsregel subsidiabele kosten projectsubsidies van toepassing. Voor organisaties die de integrale kostensystematiek toepassen en reeds een subsidieverlening hebben ontvangen voor de periode 2021 tot en met 2024 geldt een overgangsperiode. Deze overgangsperiode houdt in dat deze organisaties de IKS-tarieven nog kunnen hanteren bij projectaanvragen waarbij de projectactiviteiten uiterlijk 31 december 2024 afgerond moeten zijn.”

 

vervangen door:

Organisaties die voor een aanvraag voor exploitatiesubsidie bij de provincie Utrecht gebruik maken van (gemiddelde) vaste uurtarieven, kunnen deze tevens gebruiken voor aanvragen voor projectsubsidies. Voorwaarde is dat de onderliggende toerekening systematiek die de basis vormt om tot deze tarieven te komen zijn getoetst en akkoord bevonden door RVO of de provincie Utrecht. De toetsing door de provincie vindt plaats aan de hand van een leidraad waarin is opgenomen wat de basisvoorwaarden voor een (gemiddeld) vast uurtarief zijn. Het maximale (gemiddelde) vaste uurtarief bedraagt € 130,-.

 

B

In artikel 2.3. wordt het tekstdeel

 

“Ten aanzien van inhuur derden geldt een maximale subsidiabele bijdrage in het uurtarief van € 130,- per uur excl. BTW. Jaarlijks wordt door PS in de kadernota besloten over de toepassing van indexeringen voor loon- en prijsontwikkelingen. Het maximale uurtarief van € 130,- zal jaarlijks worden aangepast op de index voor prijsontwikkeling.”

 

vervangen door:

 

Ten aanzien van inhuur derden geldt een maximale subsidiabele bijdrage in het uurtarief van € 138,- per uur excl. BTW . Jaarlijks wordt door PS in de kadernota besloten over de toepassing van indexeringen voor loon- en prijsontwikkelingen. Het maximale uurtarief van € 138,- (prijspeil 2023) zal jaarlijks worden aangepast op de index voor prijsontwikkeling.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van het Provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van 13 december 2022.

Gedeputeerde Staten van Utrecht,

Voorzitter,

mr. J.H. Oosters

Secretaris,

mr. drs. A.G. Knol-van Leeuwen

Naar boven